Er moet de komende 7 jaar 37.000 hectare aan nieuw bos geplant worden. Dat willen het Rijk en de provincies. Een ambitieus plan, want Nederland is klein en een bos is economisch gezien niet interessant. Is het dan wel haalbaar? "Als de wil er is, wel."
"Als de wil er is, dan is het haalbaar. Maar hoe het op dit moment gaat, zie ik het voor een deel van die 37.000 hectare somber in", zegt directeur Mark van Benthem van kennisinstituut Probos.
Niet genoeg bomen geplant
In 2020 presenteerden het Rijk en de provincies 'De Nationale Bossenstrategie'. De ambitie om 37.000 hectare bos te planten maakt onderdeel uit van het Klimaatakkoord. Met het aanplanten van bomen wil de overheid onder meer klimaatverandering tegengaan en de biodiversiteit versterken.
Van Benthem deed onderzoek naar de plannen van gemeenten en provincies om bomen te planten op hun grondgebied. Daaruit blijkt dat er niet genoeg bomen worden geplant om de ambitie van 37.000 hectare te halen.
'Lastig om bos prioriteit te geven'
De grootste uitdaging zit hem volgens Van Benthem in het gevecht om de ruimte in Nederland. "Er zijn grote maatschappelijke vragen en uitdagingen. Denk aan de woningnood, energietransitie, stikstofproblematiek. Al die problemen komen bij elkaar in het landelijk gebied."
"Daar ligt dus nu ook nog een vraag om 37.000 hectare nieuw bos te realiseren", zegt hij. "Het is lastig om voldoende prioriteit te geven aan bos op dit moment."
Economisch minder interessant
Daarnaast is het economisch minder interessant om bos aan te leggen, weet Van Benthem. "Op het moment dat het landbouwgrond is, ben je flexibel en heeft het een waarde van zo'n 70.000 euro per hectare. Op het moment dat het bosgrond wordt, is het nog maar 10.000 euro per hectare waard."
"Dat komt omdat bos en natuur goed beschermd zijn in Nederland", legt hij uit. "Wat dus ook betekent dat je dus minder flexibel bent om iets anders te doen met die grond."
Boeren overtuigen
Daarom moet het Rijk met geld over de brug komen, vooral als het gaat om boeren in het landelijk gebied te overtuigen om bos aan te leggen, vindt de directeur van Probos: "Zij gaan goed nadenken. Wie gaat voor mij het verschil tussen de landbouwgrondprijs en de bosgrondprijs compenseren?"
"Als niemand dat gaat doen, snap ik zelfs als 'bosman' dat die persoon daar huiverig voor is om die stap te maken, want dan moet je wel heel gemotiveerd zijn."
Niet iedereen blij
De gemeente Weert had de ruimte om samen met Natuurmonumenten op voormalige landbouwgrond een bos te planten. Toch was het ook daar alsnog een kwestie van een lange adem. Zo werd er zelfs geprocedeerd tot aan de Raad van State. "We merkten dat er vanuit de omgeving, agrariërs, maar ook milieu-organisaties bedenkingen en zorgen waren", zegt wethouder Wendy van Eijk.
Zo maakten naastgelegen boeren zich zorgen over allerlei planten en dieren die een bedreiging konden vormen voor hun akkers. "Een voorbeeld is jacobskruiskruid. Als dat bij vee terecht komt, kunnen ze daar ziek van worden", legt ze uit. Er waren ook zorgen over wilde zwijnen: "Daarom wordt rondom de nieuwe bossen afrastering geplaatst om ze binnen het gebied te houden."
Ouderwets kijken naar bos aanplanten
Landschapsarchitect Jannemarie de Jonge adviseert de overheid over het inrichten van ons landschap. Ze begrijpt dat bos aanleggen in Nederland lastig is. Maar dat heeft volgens de Rijksadviseur er ook mee te maken dat we in ons land nog steeds op een ouderwetse manier kijken naar het aanplanten van bos.
"Wij zijn gewend om voor elke ruimtevrager een eigen plek te vinden. Dus als er bos moet komen, wordt er gekeken naar waar nog plek is. En dan moet er bijvoorbeeld landbouwgrond verdwijnen, maar daar zijn ook al plannen mee."
'Elke boom telt'
"Elke boom telt", zegt De Jonge. "Of die nou in stedelijk gebied staat of landelijk gebied staat." Ze wijst erop dat bomen ook een rol kunnen hebben op een boerderij: "Het is bijvoorbeeld heel gunstig om stroken met bomen en stuiken op een weiland te planten. Wat goed is voor de beesten die er aan kunnen knabbelen en op een natuurlijke antibiotica binnen krijgen. Maar ook voor de biodiversiteit."
Ook van Benthem pleit voor een 'flexibele geest'. "Op het moment dat er een nieuwe wijk wordt gepland en je daar direct een nieuw bos als uitloopgebied bij plant, denk ik dat veel mensen daar willen wonen. Dus ik denk met name dat het combineren van functies heel belangrijk is."
Gaat doel voor 2030 lukken?
"Ik denk dat het optimistisch is om te zeggen dat we in 2030 al die bomen geplant hebben", geeft ook rijksadviseur De Jonge toe. "Ik zou het wel een blamage vinden als we het niet voor elkaar krijgen om ze in 2030 in de plannen te hebben zitten."
"Maar dan moeten we een nieuwe manier van denken omarmen en andere manieren moeten zoeken om dat in regelgeving mogelijk te maken, maar ook in financiering."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.