Een op de acht automobilisten heeft wel eens een verkeersruzie

13 procent van de automobilisten is naar eigen zeggen wel eens betrokken geweest bij een verkeersruzie. Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder ruim 23.000 automobilisten.

Door de helft (52 procent) van die ruzies ontstond een gevaarlijke situatie op de weg. Het gaat hier om automobilisten die elkaar abrupt laten remmen in druk verkeer, het bewust van de weg (proberen te) rijden of letterlijk op straat met elkaar op de vuist gaan. Een panellid: "Bij een wegversmalling was mijn tegenligger het niet eens met mijn voorrang. Hij trok me uit de auto, sloeg mij en scheurde mijn kleding. Dat werd politiewerk."

Bewust achterop rijden na getoeter

Uit het onderzoek valt op hoe snel een ergernis op de weg kan escaleren. Het begint vaak bij een onschuldig ogende uiting van een ergernis, zoals knipperen met licht of even claxonneren, maar loopt geregeld uit op een gevaarlijke verkeerssituatie. Zoals bij dit panellid: "Een automobilist is bewust bij mij achterop gereden omdat ik even geclaxonneerd had. Mijn zoontje zat achterin."

En een ander: "De auto die voor me reed gooide een hele hoop troep uit zijn raampje op de weg. Uit verbolgenheid claxonneerde ik even, maar dat viel niet in goede aarde. De chauffeur remde stevig af, stoof uit zijn auto en bedreigde me. Ik kon gelukkig ontkomen door snel weg te rijden."

Fietsers vaak in de clinch met automobilisten

Ook niet-automobilisten, eveneens weggebruikers, komen geregeld in verkeersruzies terecht. 22 procent van hen heeft dat zelf wel eens meegemaakt. Met 27 procent zijn fietsers van alle weggebruikers het vaakst betrokken. Een fietser: "De man was kwaad dat ik hem geen voorrang verleende en zette zijn auto, met baby erin, stil op de weg. Hij stapte uit, sprintte mij achterna en trok mij van de fiets."

"Een automobilist vond dat ik hem geen voorrang verleende en sneed mij op een erg gevaarlijke manier af", schrijft een andere fietser. "In het voorbijrijden gaf ik een tik op het dak van de auto, meer uit angst dan boosheid. De automobilist stapte uit en verkocht me een vuistslag in het gezicht. Bril stuk, neus deed zeer."