Mogelijk duizenden veehouders in Nederland hebben geen noodzakelijke natuurvergunning. Wanneer er geen oplossing komt, dreigen ze een groot deel van hun veestapel kwijt te raken.
Provincies, maar ook het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, hebben geen idee om hoeveel boeren het precies gaat en hoeveel van hen alsnog een vergunning kunnen krijgen, blijkt uit navraag.
Vergunning nodig sinds 2005
De stikstofuitstoot van een bedrijf, en de mogelijke schade die dat toebrengt aan de natuur, moet al vanaf 1998 worden beoordeeld. Sinds 2005 geldt zelfs een vergunningplicht. Toch hebben provincies en het Rijk jarenlang nagelaten hier actief op te wijzen of te handhaven, zeggen juristen en deskundigen.
Veel veehouders werd geadviseerd te wachten met het regelen van hun vergunning tot het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Dat ging in 2015 in en betekende voor kleine uitstoters dat ze geen natuurvergunning nodig hadden, maar alleen een melding hoefden te doen. Circa 3.600 ondernemers, vooral veehouders, maakten gebruik van zo'n PAS-melding.
In één klap illegaal
Maar de Raad van State haalde in mei 2019 een streep door het PAS, omdat de natuur onvoldoende werd beschermd. Daarmee werden de melders in één klap illegaal.
Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit beloofde kort na de uitspaak al dat deze bedrijven niet zouden worden aangepakt en dat er werd gewerkt aan legalisatie. Maar tot op de dag van vandaag is er nog niets voor hen geregeld.
Aantallen onbekend
Naast de PAS-melders zijn er nog andere groepen veehouders die de afgelopen 20 jaar uitbreidden en geen vergunning hebben. Of van wie de vergunning als gevolg van de uitspraak van de Raad van State werd vernietigd.
We vroegen zes provincies hoeveel boeren op dit moment niet over de benodigde natuurvergunning beschikken. Geen van hen kon deze vraag beantwoorden. Ook het ministerie zegt niet in beeld te hebben om hoeveel bedrijven het gaat. Alleen de Noordelijke Rekenkamer deed er in 2014 onderzoek naar en kwam toen alleen voor de provincie Drenthe aan circa duizend boeren zonder vergunning.
'Het had makkelijk gekund'
"Dit verbaast me heel erg", zegt universitair hoofddocent omgevingsbeleid Raoul Beunen. Hij volgt het stikstofbeleid al jaren. "Al die bedrijven zouden intussen bekend moeten zijn naar aanleiding van alle discussie", zegt hij.
"Je zou verwachten dat men de moeite heeft genomen dat goed uit te zoeken. Je had vrij makkelijk op een rij kunnen zetten: hoeveel bedrijven zijn er, welke hebben wel en welke hebben geen vergunning en hoe gaan we dat goed regelen?"
'Overheid houdt zich niet aan eigen wetten'
Milieuorganisaties voeren intussen de druk op. Zo eist milieuorganisatie MOB van Johan Vollenbroek dat wordt opgetreden tegen illegale veehouderijen. Hij stuurde naar vijf provincies vijftig handhavingsverzoeken. "De enige manier waarop wij iets kunnen bereiken is procedures voeren tegen individuele vergunningen", zegt Vollenbroek.
"We vinden het ook erg dat het zo moet. Maar het is de overheid die zich niet aan de eigen wetten houdt. En zolang dat zo is blijven we duwen. De enige manier waarop dat kan, is via vergunningen." Volgens Vollenbroek zit er voor de betrokken veehouders weinig anders op dan hun veestapel in te laten krimpen. Dit dreigt te gebeuren bij diverse boeren. De regels bepalen dat zij terug moeten naar het aantal dieren dat ze begin jaren 90 hadden. In sommige gevallen betekent dit halvering, of meer.
Vergunning vrijwel onmogelijk
Andere opties om alsnog een vergunning te regelen zijn door verschillende rechterlijke uitspraken vrijwel onmogelijk geworden. Zo zouden boeren ook stikstofrechten van andere, stoppende boeren kunnen overnemen om het huidige aantal dieren te behouden. Maar diverse provincies hebben de handel in die rechten stilgelegd vanwege de juridische risico's.
Een andere mogelijkheid is het laten bouwen van een emissiearme stal, die voor minder uitstoot moet zorgen. Maar ook deze milieuvriendelijke stallen liggen onder vuur bij de rechter omdat er twijfels zijn over hun prestaties. Bijkomend probleem: ook banken houden de hand op de knip. Zo laat de Rabobank weten geen lening te kunnen verstrekken als een vergunning ontbreekt.
'Boer valt weinig te verwijten'
Toch valt de individuele boer weinig te verwijten, vindt Vollenbroek. Ze zijn de dupe van falend overheidsbeleid. "De overheid heeft er in 2015 bewust voor gekozen om een systeem op te tuigen dat in strijd was met Europese wetgeving en dat wisten ze ook wel."
Dit is 100 procent de overheid aan te rekenen en niet de boeren, zegt Vollenbroek. "Wel de boerenorganisaties, want LTO heeft net zo hard geduwd om het PAS erdoor te krijgen."
'Slordig bestuur'
"De overheid heeft er een puinhoop van gemaakt", vindt ook universitair hoofddocent Beunen. In zijn ogen is er sprake van onbehoorlijk bestuur. "De vergunningplicht is al heel lang bekend. Dat had de overheid ook moeten weten. Ze hadden moeten bedenken hoe ze dat goed willen organiseren", vindt hij.
"Niet alleen omdat het belangrijk is voor de natuurbescherming, maar ook voor de rechtszekerheid van al die bedrijven. Het feit dat dit al 20 tot 30 jaar speelt en nog steeds niet goed geregeld is laat naar mijn idee zien dat er sprake is van slordig bestuur."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.