D66-Kamerlid Rens Raemakers wil er zijn voor zijn regio, maar dat blijkt lastig: 'Er moet meer ondersteuning komen'

Om de regio meer te dienen, is het belangrijk dat Tweede Kamerleden meer ondersteuning krijgen om hun dagelijkse werk te doen. Daarvoor pleit D66-Kamerlid Rens Raemakers.

2,5 jaar geleden werd Raemakers verkozen tot Kamerlid. In zijn campagne beloofde hij de kiezers in Limburg, waar Raemakers vandaan komt, dat hij zich zou inzetten voor de regio. "In de dagelijkse praktijk blijkt dat juist erg lastig en valt mij dat tegen", zegt Raemakers. "Dit is iets wat ik niet helemaal kan waarmaken. Daar ben ik ook transparant over."

Een kantoor in het Limburgse Neer

Als reden geeft Raemakers de in zijn ogen beperkte ondersteuning die Kamerleden in Nederland krijgen. "Ik denk dat het Kamerwerk daar niet goed op gericht is. Zoals het nu is ingericht heb ik er gewoon geen tijd voor."

Als oplossing zou hij graag naar een Brits model toegaan. "Een district-model, waarin ik naast mijn kantoor met medewerkers in de Tweede Kamer ook een kantoor met medewerkers kan betrekken in mijn woonplaats Neer."

'Ik kan geen resultaten laten zien'

Als Raemakers in het weekend in het Limburgse Neer rondloopt, loopt hij soms tegen problemen aan. "Ik merk dat wanneer er nu iemand uit het dorp langskomt, en die aangeeft een probleem te hebben in de jeugdzorg of in het schuldenbeleid. Ik kan het probleem dan wel aanhoren, maar ik kan die persoon niet bedienen in resultaten. Graag zou ik zo'n persoon laten zien wat ik voor hem heb kunnen betekenen in een debat of in iets concreets dat ik heb kunnen regelen, maar dat wordt teveel."

Ik ben niet bang mezelf te verloochenen

D66-Kamerlid Rens Raemakers

Na deze periode van Kamerlidmaatschap wil Raemakers wel graag opnieuw de Tweede Kamer in voor een volgende termijn. "Bang om mezelf te verloochenen en als Limburgse politicus te veel 'Haags' te worden, ben ik niet. Maar de droom die ik daarbij wel koester is dat eigen kantoor in Neer."