De privacywet en burgemeesters gaan niet goed samen. Een aantal burgemeesters beweren dat hun ambtenaren door die wet geen gegevens over criminelen en hun bedrijfjes meer kunnen uitwisselen. Maar klopt dat ook?

In de Telegraaf spreekt onder andere burgemeester Aboutaleb van Rotterdam zich uit. "Een burgemeester mag niet eens een collega-bestuurder informeren over de komst van een gevaarlijke crimineel", zo zegt hij.

Weinig mogelijkheden

Burgemeesters klagen de laatste tijd wel meer over te weinig mogelijkheden om criminaliteit, zoals witwassen, aan te pakken. Daar komt de privacywetgeving nu dus bij. Er is volgens de burgemeesters veel onduidelijk over wat er wel en niet mag rond de uitwisseling van gegevens over schimmige bedrijven en hun eigenaren.

René Reijenga is oud-rechercheur. Hij geeft toe dat het altijd al lastig was om gegevens over criminele personen uit te wisselen. "Maar dat men nu die informatie helemaal niet kan doorgeven, dat betwijfel ik. Vooral omdat hier sprake is van schimmige bedrijven. Als de informatie van de persoon niet doorgegeven kan worden, dan mag dat altijd nog wel van het bedrijf."

Beperkend, maar niet onmogelijk

Reijenga geeft dus toe dat de nieuwe wet beperkend is, maar via de informatie over criminele bedrijven kom je uiteindelijk vanzelf bij de eigenaren van die bedrijven uit.

Toch voelen burgemeesters dat hun ambtenaren beperkt worden. Oud-rechercheur Reijenga heeft daar wel een verklaring voor. "Ik denk dat ze vaak niet weten waar ze de informatie vandaan moeten halen of hoe deze te interpreteren. Het andere punt dat Aboutaleb brengt is het gebrek aan opsporingsbeleid. Ambtenaren moeten dan zelf onderzoeken: hoe zit het nu precies?"

Opsporing vrij nieuw voor burgemeesters

Jan Brouwer, hoogleraar Algemene Rechtswetenschap in Groningen, meent ook dat ambtenaren mogelijkheden hebben om gegevens uit te wisselen; "Opsporing van strafbare feiten is voor burgemeesters betrekkelijk nieuw. Je moet dat dus heel goed organiseren. Op Europees gebied hebben we daar afspraken over gemaakt, de algemene verordening. Daardoor kan je nog steeds strafbare feiten opsporen." Zowel voor opsporing als voor vervolging hebben ambtenaren dus wel degelijk mogelijkheden.

Wel benadrukt Brouwer dat er altijd een spanningsveld bestaat tussen de privacybescherming die de samenleving van de overheid vraagt en de opsporingsmogelijkheden van autoriteiten. De bewering van de burgemeesters, dat een crimineel zijn bedrijfje kan verschuilen achter de nieuwe privacywet, is dus fictie.

Luisteren

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.