Radio-uitzending EenVandaag 15-05-2018

Mooie verpakkingen – al dan niet met lonkende speeltjes – precies op ooghoogte van je kinderen. Het kan een ware kwelling zijn tijdens het boodschappen doen met je kind, of als je een dagje uit bent. Een vast eetritme met drie hoofdmaaltijden en vaste momenten voor tussendoortjes kan al veel gedoe schelen. Want waarom zou je op zo’n verleiding ingaan als je net gegeten hebt?

De Alliantie Stop Kindermarketing Ongezonde Voeding, een samenwerkingsverband van onder meer de Hartstichting, het Diabetesfonds en de gemeentes Amsterdam en Rotterdam, bood een petitie aan de Tweede Kamer aan. Zij vinden dat de overheid met strenge marketingregels moet komen voor snoepfabrikanten en supermarkten. Kinderen, en ouders, worden volgens hen te snel verleid tot het maken van ongezonde keuzes.

Maar wat kan je als ouder zelf doen? Je kunt denken aan duidelijke afspraken maken met je kind voor je naar de supermarkt in gaat, een boodschappenlijstje meenemen of je kind zelf één lekkernij te laten uitkiezen. Michelle van Roost en Manon van Eijsden schreven samen het boek 'Wegwijs in de voedingsjungle – Gewoon gezonde voeding voor kinderen van 0 tot 9'.

Een gezond voedingspatroon voor je kind

Geïnspireerd op de inhoud van hun boek, stelden Van Roost en Van Eijsden tien tips op om de verleiding van kindermarketing te weerstaan, en je kind het volgen van een gezond voedingspatroon aan te leren.

1. Samen boodschappen doen? Maak duidelijke afspraken met je kind wat hij wel of niet mag pakken of kiezen. Hou het overzichtelijk en kies één categorie; bijvoorbeeld wél een rol koekjes uitzoeken (maar dan geen chips, gesuikerde ontbijtgranen en  snoeptoetjes).
2. Leer je kind een duidelijk eetritme, met drie hoofdmaaltijden en twee tot max. drie tussendoortjes. Zorg voor een gezond tussendoortje in de ochtend, zoals fruit, groente of een volkoren cracker – dan leer je je kind impliciet dat je voor de lunch sowieso niet snoept.
3. Plan je maaltijden en maak een boodschappenlijstje. En laat je kind ook eens zien hoe dat werkt, zo’n boodschappenlijstje; dat je dan koopt wat je nodig hebt en niet zo maar alles wat er leuk en lekker uit ziet.
4. Een broodje bij de bakker, worst bij de slager en snoep bij de kapper? Heel lief bedoeld, maar allemaal extra eetmomenten. Bij te veel eetmomenten, vergroot je de kans op gaatjes in het gebit. Ook met ‘gezonde’ dingen. Maak daarom duidelijke afspraken met je kind; wat mag hij wel of niet aannemen en wanneer mag hij het opeten? Mag het meteen of pas als jullie weer toe zijn aan het volgende eetmoment.
5. Geef zelf het goede voorbeeld, eet en drink vooral gezond. Dat wil zeggen: gevarieerd en mét gezonde basisvoedingsmiddelen, zoals volkorengranen, fruit, groente, enz. Dan is er ook ruimte voor af en een snoepmomentje.
6. Laat je vooral niet foppen; een koekje blijft gewoon een ongezond koekje, ook al zitten er extra vitamines in. Dat gaat natuurlijk ook op voor ijs, chips en andere lekkernijen. Die producten eet je voor het plezier en de lekkere smaak, niet voor de voedingsstoffen. Laat je daarom niet verleiden door allerlei gezondheidsclaims op dit soort producten – dat maakt ze echt niet opeens wel gezond.
7. Geef je je kind iets te snoepen of snacken? Let dan op de portiegrootte en hou daarbij rekening met z’n leeftijd. Voorverpakte porties snoep en koek zijn vaak te groot voor een kind. Geef bijvoorbeeld één van de per twee of drie verpakte koeken of de helft van het zakje snoep en leg de rest weg voor een volgende keer.
8. Kinderen zijn vaak slimmer dan je denkt! Vraagt je kind naar speciale producten omdat het er zo leuk uitziet? Dan is je kind vaak ook wijs genoeg om er een gesprek over aan te gaan. Bespreek eens of dat gezellige verpakte product écht lekkerder is dan een andere variant.
9. Samen een dagje uit naar een plek vol snoeptenten, ijskramen en snackkarren? Bedenk dan van te voren een plan. Neem je zelf wat gezonds mee van huis, zoals water, fruit of een lekkere gezonde lunch? Of kies je ervoor om juist te genieten van die lekkere lunch daar ter plaatse? Als je een plan hebt, ben je veel weerbaarder voor verleidingen en geef je automatisch een goed voorbeeld voor je kind.
10. Krijgt je kind zakgeld? Maak dan daarover afspraken. Mag je kind het wél of niet aan snoep besteden bijvoorbeeld? En wat mag hij wel of niet kopen op de sportclub? Ga met je kind daarover in gesprek.