De verdachte is de 53-jarige Driekus K. uit Eindhoven. Hij werd later op de dag van de moord in de duinen bij Scheveningen zwaargewond aangetroffen en is inmiddels overleden. De politie gaat uit van zelfdoding. Begin juni deed Joeweela nog aangifte tegen hem. Volgens bronnen zat zij ondergedoken in een blijf-van-mijn-lijfhuis in Gouda.
Onbeantwoorde vragen
Hoe heeft deze man zijn ex-partner kunnen vinden? Waarom kon iemand met zijn verleden opnieuw toeslaan? En wat zegt dit over de bescherming van vrouwen die hulp zoeken? Deze vragen blijven vooralsnog onbeantwoord. Volgens familierechtadvocaat Ingrid Vledder schiet de bescherming van slachtoffers structureel tekort.
"De rechter-commissaris heeft niet goed gezien wat de voorgeschiedenis van deze man is. Als je de verbintenis legt tussen zijn eerdere vonnis en zijn uitlatingen op social media, dan vraag je je af: hoe heeft dit kunnen gebeuren?"
Moeilijk geheim houden
De vraag hoe Driekus K. het blijf-van-mijn-lijfhuis in Gouda waar Joeweela zat, wist te achterhalen is onbekend. Volgens directeur van Stichting Aroza Carli van Winsen is het ook lastig om een 'geheime' locatie geheim te houden. Met haar stichting brengt ze vrouwen in onveilige situaties onder.
"Iedereen heeft een mobiel en locatievoorzieningen. Een geheime locatie is daardoor ingewikkeld om in stand te houden. We kijken vooral naar de mogelijkheid om de situatie om te draaien. Dat betekent dat binnen de muren de veiligheid kan worden gewaarborgd, daarbuiten niet."
Botsende rechten
Het probleem zit 'm volgens Vledder ook in twee botsende rechten: het recht op omgang en het recht op veiligheid aan. "Wat ik zie, is dat omgang tussen ouder en kind vaak zwaarder weegt dan de veiligheid van moeder en het kind. Terwijl ik denk: eerst moet die vader door een paar hoepels springen. Geen vuurwapens, geen mishandeling. Pas daarna komt de omgang."
"Je ziet nu wel dat rechters veel scherper kijken en erkennen dat het recht op veiligheid gewaarborgd moet worden." Maar nog steeds ziet Vledder dat de geweldscijfers niet naar beneden gaan. "Met de voorgeschiedenis van deze meneer moeten toch alle alarmbellen afgaan. De kans op herhaling is groot."
Bagatelliseren intieme terreur
Vledder is van mening dat er te weinig erkenning op dit vlak in Nederland is. "We bagatelliseren intieme terreur in Nederland. Partnergeweld wordt vaak afgedaan als een vechtscheiding: waar twee vechten, hebben twee schuld. Maar dit is geen conflict. Dit is eenzijdig geweld. Voor een West-Europees land als Nederland is het aantal femicide-gevallen enorm hoog", zegt Van Winsen. De cijfers liegen er niet om: elke 8 dagen wordt in Nederland een vrouw gedood, vaak door een (ex-)partner en 1 op de 5 vrouwen krijgt te maken met partnergeweld. Vledder: "Vrouwen hebben gemiddeld 33 keer melding bij de politie gedaan, voordat ze omkomen."
Van Winsen pleit voor meer informatie over de achtergrond van een gewelddadige ex of partner. Hulpverleners hebben die informatie vaak niet vanwege privacyregels. "Het zou voor de veiligheid en om dit soort situaties te voorkomen enorm helpen wanneer organisaties weten dat iemand in het verleden is veroordeeld. In de huidige wet- en regelgeving moet de cliënt het zelf melden."