Mensen zijn verdeeld over de vraag of het kabinet moet opstappen vanwege de toeslagenaffaire. De helft, vooral coalitiekiezers, vindt van niet en de andere helft, vooral oppositiekiezers, vindt van wel.

Deze week overlegt het kabinet twee keer over een politieke reactie op het vernietigende rapport over de toeslagenaffaire. Lodewijk Asscher, in kabinet-Rutte II verantwoordelijk voor de Wet kinderopvang, maakte vandaag bekend dat hij zich terugtrekt als lijsttrekker van de PvdA en na de verkiezingen niet terugkeert in de Tweede Kamer. De vraag is wat het kabinet doet.

Coalitiekiezers voor aanblijven kabinet

De helft (46 procent) vindt niet dat het kabinet nu moet opstappen, ook na het terugtreden van Asscher. Kiezers van de VVD, het CDA, D66 en de ChristenUnie willen in meerderheid dat Rutte III aanblijft. Hun vertrouwen in het kabinet is door de toeslagenaffaire iets kleiner geworden, maar nog steeds groot genoeg om aan te blijven. Gemiddeld is 86 procent van hen te spreken over hoe het kabinet het doet.

Een val van het kabinet op dit moment zou symboolpolitiek zijn, zegt driekwart van deze coalitiekiezers (77 procent) in het onderzoek. "Zo vlak voor de verkiezingen heeft opstappen geen nut." Het leidt volgens hen alleen maar af van wat er moet gebeuren: de coronacrisis aanpakken en ouders compenseren. "Ik hoop dat Sigrid Kaag niet haar eerste fout als leider begaat", zegt een D66-kiezer. Sommigen van hen opperen wel het vertrek van individuele politici, zodat die het proces van compensatie niet in de weg kunnen staan.

PvdA-kiezers nipt voor aanblijven kabinet

De andere helft (48 procent) van de mensen in het land, vooral oppositiekiezers, wil dat het kabinet opstapt. De huidige achterban van de PVV, de SP, Forum voor Democratie en GroenLinks vindt in meerderheid dat het kabinet niet aan kan blijven.

PvdA-kiezers wijken af van de achterban van andere oppositiepartijen. Zij zijn verdeeld over een kabinetsval: 47 procent is daar voor; 51 procent is daar, ook na het vertrek van Asscher, tegen.

Gijs Rademaker presenteert de uitslagen van het onderzoek.

Terugtreden Asscher

Dat Lodewijk Asscher terugtreedt als lijsttrekker noemen de meeste PvdA-kiezers (65 procent) terecht. Een derde vindt zijn vertrek onterecht.

Nu hij toch terugtreedt, zien de meeste kiezers Ahmed Aboutaleb, nu burgemeester van Rotterdam, als meest geschikte opvolger. 80 procent vindt hem acceptabel als opvolger van Asscher. Als hij zijn lokale post niet wil verlaten, wat volgens veel van deze kiezers waarschijnlijk is, zien zij Lilianne Ploumen of Jeroen Dijsselbloem als alternatieven. Beiden worden door ongeveer driekwart van de PvdA-kiezers acceptabel gevonden.

info

Over dit onderzoek

Het onderzoek is gehouden van woensdag 13 januari tot en met 14 januari 2021. Aan het onderzoek deden in totaal 31.362 leden van het EenVandaag Opiniepanel mee. Na het terugtreden van Asscher deden nog 10.457 leden mee, van wie ruim 1.100 PvdA-kiezers Het onderzoek is na weging representatief voor zes variabelen, namelijk leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2017. Het Opiniepanel bestaat uit 70.000 leden.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.