radio LIVE tv LIVE
meer NPO start
EenVandaag Opiniepanel

Helft nog altijd vóór financiële steun aan Oekraïne, maar vraag om onderhandelingen met Rusland neemt toe

Helft nog altijd vóór financiële steun aan Oekraïne, maar vraag om onderhandelingen met Rusland neemt toe
Demissionair premier Mark Rutte en de Oekraïense president Volodymyr Zelensky op een persconferentie in Odessa
Bron: EPA

De meeste mensen willen dat Nederland Oekraïne blijft steunen. Wel is die steun minder onvoorwaardelijk. Vergeleken met vorig jaar wil een groter deel dat Oekraïne gaat onderhandelen met Rusland, ook als ze daar delen van het land mee kwijtraken.

Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder ruim 27.000 leden van het Opiniepanel. Vorige week gaf een meerderheid van de nieuwe Tweede Kamer aan de Nederlandse steun aan Oekraïne te willen voortzetten. De grootste groep kiezers is het hiermee eens, al is dat draagvlak iets afgenomen.

Financiële steun uit Nederland

Nog de helft (52 procent) vindt dat Nederland Oekraïne financieel moet blijven steunen zolang de oorlog nog gaande is. Het draagvlak voor steun uit Nederland is afgenomen ten opzichte van vorig jaar: in september 2022 was nog 63 procent voor steun aan Oekraïne.

"Als er geen hulp komt met geld, overleeft Oekraïne deze oorlog niet", laat een van de panelleden weten. Volgens voorstanders in het panel is het ook voor de rest van Europa van belang dat Oekraïne zich staande weet te houden: "De volgende stap van Poetin is om nog meer landen te annexeren. Zo komt ook Nederland in het gedrang, want waar stopt deze idioot?"

Houding NL t.a.v. Oekraïne

Onderhandelen over vrede

Tegelijkertijd neemt de vraag naar vredesonderhandelingen toe. Ruim 1 jaar geleden vond een vijfde (20 procent) dat Nederland druk moet uitoefenen op Oekraïne om op korte termijn te onderhandelen met Rusland, nu is dat drie op de tien (31 procent). Ook als dat betekent dat Oekraïne hier delen van het land voor moet opgeven.

Panelleden uit deze groep geven aan dat het geld naar Oekraïne in een "bodemloze put" terecht zou komen en de oorlog alleen maar langer stand zou houden. Waar slechts 13 procent het wenselijk acht dat de stekker direct uit de financiële steun wordt getrokken, lijken diplomatieke voorwaarden meer voor de hand liggend. "Alleen onderhandelingen kunnen het conflict beëindigen", laat een van de panelleden weten.

Draagvlak steun Oekraïne per partij

Weinig draagvlak steun onder PVV'ers

De partij met de meeste zetels, de PVV, pleitte in haar partijprogramma juist wel voor een volledige stop op steun aan Oekraïne. De achterban van de partij denkt daar grotendeels hetzelfde over: bijna driekwart (72 procent) ziet de geldkraan uit Nederland liever dichtgaan, minder dan een kwart (23 procent) vindt dat we Oekraïne hulp moeten blijven bieden.

Hierin verschillen de kiezers van de PVV sterk van mening met de achterban van de drie beoogde coalitiepartners. Onder VVD'ers (66 procent) en NSC (63 procent) vindt een ruime meerderheid dat Nederland Oekraïne financieel moet blijven steunen, bij de BBB is dat ongeveer de helft (48 procent).

info

Wel of geen steun in het regeerakkoord?

  • Uit eerder onderzoek onder het Opiniepanel blijkt dat het stoppen van (financiële) steun aan Oekraïne een van de meest controversiële PVV-standpunten is voor kiezers van VVD, NSC, en BBB.
  • Ruim de helft van deze kiezersgroepen zou het onacceptabel vinden als de stop van (financiële) steun aan Oekraïne wordt opgenomen in een regeerakkoord.
  • Voor PVV-kiezers lijkt het niet noodzakelijk dat dit punt in het regeerakkoord komt: ruim de helft vindt het acceptabel als de partij dit laat vallen in de onderhandelingen.

Steun van Europese Unie?

Vorige week kwam ook de EU-top bijeen om te onderhandelen over het voortzetten van steun aan Oekraïne. Met uitzondering van Hongarije, willen de EU-regeringsleiders een steunpakket van in totaal 50 miljard euro ter beschikking stellen aan Oekraïne.

Hoewel Nederland ook meebetaalt aan dit financiële steunpakket, is het draagvlak voor steun uit de EU wel groter dan steun uit Nederland. Zes op de tien (62 procent) zijn hier voorstander van.

Oekraïne in de EU

Daarbij werd door de EU-top gestemd over de onderhandelingen met Oekraïne over een eventueel EU-lidmaatschap. Een meerderheid (62 procent) van het Opiniepanel zou het goed vinden als Oekraïne lid wordt van de EU. Wel denken de meesten van hen (47 procent) dat het beter is als dit op de langere termijn gebeurt.

Een versnelde procedure ziet slechts 16 procent zitten. Volgens sommigen zou dit een "sterk signaal aan Poetin zijn", maar een groter deel vindt het belangrijk dat Oekraïne eerst aan alle voorwaarden voor toetreding voldoet. "Geen voorkeurspositie, en eerst moet de oorlog voorbij zijn", laat een panellid hierover weten.

Bekijk ook

Tegen lidmaatschap

Ongeveer een derde (35 procent) ziet liever dat Oekraïne helemaal geen lid wordt van de EU. Zij vinden het bijvoorbeeld belangrijk dat Oekraïne een "bufferland" blijft tussen Rusland en de rest van Europa.

Daarnaast is deze groep bang dat een uitbreiding van de EU andere landen veel geld zal kosten. "Oekraïne is een land dat economisch erg zwak is. Toetreding van Oekraïne zal ons enorm veel kosten", zegt een van de panelleden hierover.

Zorgen over oorlog in Oekraïne

Ongeacht het wel of niet voortzetten van financiële en diplomatieke steun aan Oekraïne, zijn er veel zorgen over de gevolgen van de oorlog. Hoewel die zorgen lichtelijk gedaald zijn sinds eind 2022, maken minstens zeven op de tien panelleden zich hier (redelijk wat) zorgen over.

De panelleden zijn het meest bezorgd over de gevolgen van de oorlog voor Europa (70 procent). Daarnaast maakt meer dan de helft zich zorgen over de gevolgen voor Nederland (57 procent) en de rest van de wereld (55 procent).

info

Over dit onderzoek

Het onderzoek is uitgevoerd tussen 18 en 19 december 2023. Aan het onderzoek deden 27.831 leden van het EenVandaag Opiniepanel mee. De uitkomsten zijn gewogen en representatief voor zes variabelen, namelijk: leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur, gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2023. Het Opiniepanel bestaat uit ruim 80.000 leden.

Helft nog altijd vóór steun aan Oekraïne

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Chirurgen in vier kinderhartcentra voeren te weinig operaties uit, waardoor centra niet aan de norm voldoen

Chirurgen in vier kinderhartcentra voeren te weinig operaties uit, waardoor centra niet aan de norm voldoen
Oud-minister Ernst Kuipers en chirurgen aan het werk
Bron: EenVandaag

De vier ziekenhuizen die complexe hartoperaties bij pasgeboren baby's uitvoeren, doen dat te weinig. Dat blijkt uit nieuwe cijfers. Kinderhartchirurgen maken dus te weinig vlieguren. Oud-minister Ernst Kuipers: "We gaan tekort schieten in kwaliteit."

Uit nieuwe cijfers van de de Wetenschappelijke Vereniging voor cardio-thoracaal chirurgen (NVT) blijkt dat het Erasmus MC in Rotterdam in 2023 38 ingrepen bij pasgeboren baby's deed. Het LUMC in Leiden 51, het UMC Groningen 20 en UMC Utrecht 39. Terwijl de zogenoemde 'volumenorm' (hoeveel operaties een ziekenhuis moet uitvoeren per jaar) voor deze operaties op 60 per centrum ligt.

'Geen enkel centrum haalt de norm'

Dit schreven de kinderhartchirurgen in 2021 zelf in een rapport: 'In de volumecriteria is bekend dat uitkomsten bij kinderen die binnen 30 dagen na hun geboorte geopereerd worden, verbeteren als het centrum er meer dan 60 per jaar doet.'

Later ontstond er discussie over die 60 operaties en bepleitte de beroepsgroep dat die norm ook wel naar 40 kon. Maar toenmalig minister van Volksgezondheid Ernst Kuipers en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) hielden vast aan 60. "Geen enkel centrum haalt de norm. Dat betekent dat we tekort gaan schieten", zegt Kuipers over de laatste cijfers.

Verantwoordelijkheid op je schouders

Ook zorgeconoom Marco Varkevisser van de Erasmus Universiteit Rotterdam reageert fel op de cijfers: "Als je als medische beroepsvereniging tot volumecriteria komt, dan rust er ook een verantwoordelijkheid op je schouders om te zorgen dat je aan die criteria voldoet", vindt hij.

"Niet alleen voor de medisch professionals is dat een verantwoordelijkheid, maar ook voor de ziekenhuisbestuurders en voor de zorgverzekeraars die uiteindelijk die zorg gaan inkopen."

Bekijk ook

Concentratie goed idee

In 2021 nam het kabinet het besluit om de kinderhartchirurgie te concentreren naar twee ziekenhuizen: het Erasmus MC in Rotterdam en het UMC Utrecht. Door op minder plekken te opereren, zou de kwaliteit van de zorg omhoog gaan, was de gedachte. Een meer dan logische gedachte, volgens Ernst Kuipers, die voor zijn ministerschap bestuursvoorzitter was van het Erasmus MC.

"Je weet zeker dat als je dit concentreert en de volumes per centrum omhoog brengt, dat de kwaliteit ook verbetert. Dat is keer op keer bewezen. Niet alleen in de kinderhartzorg, maar in de volle breedte in de zorg."

Strijd tussen ziekenhuizen

Maar ondanks dat eigenlijk iedereen het erover eens was dat concentratie goed zou zijn voor de zorg voor jonge patiënten met een aangeboren hartafwijking, barstte de strijd los. Artsen en bestuurders gingen pal achter hun eigen centrum staan. Ouders van patiëntjes voerden actie en de verhoudingen tussen de ziekenhuizen raakten ernstig verstoord.

"Er werd echt met modder gegooid", zegt zorgeconoom Varkevisser, die stelt dat de kwaliteit in de ziekenhuizen nog steeds hoog is. "Het gaat om een handvol chirurgen die dit soort ingewikkelde operaties met hun ziel en zaligheid doen. Ze zijn daar hun hele carrière al mee bezig. Het zijn allemaal zeer toegewijde medisch professionals. Als jouw ziekenhuis dat kwijtraakt, dan voelt het voor een aantal mensen ook alsof ze hun levenswerk uit hun handen zien wegvloeien."

info

Geen reacties van ziekenhuizen en patiëntenorganisaties

Voor dit onderzoek heeft EenVandaag veel mensen op achtergrondbasis gesproken. Geen van de bestuurders van de universitaire ziekenhuizen wilden op camera reageren. Ook de patiëntenorganisaties wilden dat niet.

Streep door de plannen

Ondertussen gebeurde er nog van alles. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) kwam met een uiterst kritisch rapport, waarna Ernst Kuipers ook nog eens een ziekenhuis inwisselde: Groningen werd aangewezen als ziekenhuis om de kinderhartchirurgie te behouden, in plaats van Utrecht.

In januari 2024 zette de rechter een streep door de concentratieplannen. Kuipers en zijn voorganger Hugo de Jonge hadden weliswaar het recht zo'n concentratie op te leggen, maar onderbouwden die onvoldoende, vond de rechter.

Veel fouten gemaakt

Varkevisser vindt dat er veel fouten zijn gemaakt in het proces. "In mijn ogen is een belangrijke, misschien wel de belangrijkste, les dat aan de Kamerbrief, waarin de concentratie werd aangekondigd, een veel grondiger analyse ten grondslag had moeten liggen. Die had openbaar moeten zijn."

Want dan had de discussie over de feiten kunnen gaan, zegt Varkevisser. "Nu is er een te lange periode geweest tussen de beslissing en het hele traject, waarbij sentimenten en emoties de bovenhand hebben kunnen kunnen krijgen. En dat heeft het proces van meet af aan in de wielen gereden en ervoor gezorgd dat het ook ontspoord is."

Bekijk ook

'Gemiste kans'

Ernst Kuipers noemt het niet doorgaan van concentratie in de kinderhartchirurgie 'een gemiste kans'. "Ouders en patiënten weten gewoon dat het beter kan. En dit dossier loopt al 30 jaar. De eerste rapportage van de Gezondheidsraad destijds dateert uit 1993 met een heel helder advies: je moet concentreren en het aantal operaties en hartkatheterisaties naar minder centra brengen."

Ook na die tijd verscheen rapport op rapport met telkens dezelfde conclusie, vertelt Kuipers. "Voor veel mensen is dit echt een hoofdpijndossier."

'Nieuwe kleren van de keizer'

Maar is er dan helemaal niets gebeurd, sinds de uitspraak van de rechter? Jawel, er is een samenwerkinsgverband opgestart tussen de UMC's van Groningen, Utrecht, Leiden en Amsterdam.

Daarnaast is er een samenwerking tussen Rotterdam en het Radboudumc in Nijmegen. Kuipers is absoluut niet onder de indruk en noemt het 'de nieuwe kleren van de keizer'. "Ik vind het een beetje triest om te constateren, maar dat is feitelijk wat we in het verleden ook deden."

Bekijk ook

'Wat als er een complicatie ontstaat?'

Groningen, Utrecht, Leiden en Amsterdam zijn van plan om straks de artsen te laten reizen in plaats van de patiënten. Iets wat eerder nog werd bekritiseerd door de kinderhartchirurgen zelf, zegt Kuipers, die dat zelf ook een slecht idee vindt.

"Wat gebeurt er straks als er een complicatie ontstaat, terwijl dat team dan al weer is teruggereisd?"

'Terug bij af'

Varkevisser wacht de definitieve plannen van de ziekenhuizen af en vindt dat we op dit moment 'terug bij af' zijn: "Je kunt constateren dat we na drie, vier jaar heel veel ruzie, waarbij heel veel verhoudingen op scherp zijn komen te staan, uiteindelijk niet veel zijn opgeschoten. Waar we destijds mee begonnen in 2021 is eigenlijk de situatie waar we nu weer staan."

Kuipers is dat met de zorgeconoom eens: "De situatie is onveranderd met het oude. En je kunt straks al die oude rapporten met aanbevelingen om te concentreren er weer bij pakken, want die gelden nog steeds."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Heeft het nut als ik geen Amerikaanse producten meer koop? En andere vragen over boycots beantwoord

Heeft het nut als ik geen Amerikaanse producten meer koop? En andere vragen over boycots beantwoord
Amerikaanse Bourbon, beeld ter illustratie
Bron: ANP/AFP

Soms laat je een product in de winkel liggen. Niet om de prijs, maar uit protest tegen het bedrijf of land erachter. Nu Trump importheffingen oplegt, merken we in de chat discussie over Amerikaanse producten. We beantwoorden jullie vragen over boycots.

Jullie vragen worden beantwoord door hoogleraar Internationale Economie Harry Garretsen (Rijksuniversiteit Groningen) en historicus Maartje Janse (Universiteit Leiden).

1. Heeft het nut als ik als consument producten niet meer koop?

"Ja, een spontane consumentenboycot kan bedrijven of landen wel degelijk raken: in reputatie en in de portemonnee", begint hoogleraar Garretsen. "Je ziet dat nu bijvoorbeeld gebeuren met Tesla. Omdat sommige consumenten het niet eens zijn met het gedachtegoed van Elon Musk, keldert de verkoop van Tesla-auto's in Europa."

"Consumenten hebben een bijzonder soort macht", antwoordt historicus Janse. "Als individuele consument heb je niet zoveel invloed, maar als collectief wel. Zeker wanneer een overtuiging om producten niet te kopen breed gedeeld wordt, in Europa of zelfs wereldwijd."

Het idee achter een boycot is simpel, vervolgt ze: "Als wij samen onze krachten bundelen door dit product niet meer kopen, dan kan het bedrijf of land daar zoveel last van hebben dat ze hun strategie wijzigen. Het is een manier om invloed proberen te krijgen op beleid. En de geschiedenis laat zien dat dit kan slagen."

Janse doet als historicus onderzoek naar protesten, waaronder boycots. Ze wijst op het oudste voorbeeld dat bekend is van een grootschalige boycot. "In 1791 besloten een half miljoen Britten geen suiker meer te kopen die afkomstig was van plantages waar tot slaaf gemaakten onder dwang werkten. Mensen realiseerden zich: 'Als ik suiker koop die in zulke omstandigheden is geproduceerd, ben ik medeverantwoordelijk.' Het parlement wilde niet luisteren, dus namen burgers zelf het initiatief," vertelt ze. "Het was best een succesvolle actie: de verkoop van deze suiker daalde met een derde."

info

Waar komt de term 'boycot' vandaan?

"De term komt uit 1880, toen de Ierse Charles Boycott slachtoffer werd van een collectieve actie", weet historicus Janse. "Meneer Boycott moest huren innen, en wilde die niet verlagen. Daarom keerde het hele dorp zich tegen hem, en negeerde hem."

"Tegenwoordig boycotten we niet meer één persoon. Het kan dat iemand geen zaken weer wil doen met een ander, maar dit noemen we geen boycot meer. Een boycot is nu gericht tegen een product of land."

2. Hoeveel consumenten moeten een product boycotten voordat die zinvol is?

"In hoeverre een bedrijf of land precies geraakt wordt, hangt af van het type boycot", zegt econoom Garretsen. "In principe is een boycot een actie vanuit consumenten die het niet eens zijn met beleid, en daarover zeggen: 'Dit willen we niet meer.' Als zij besluiten producten niet meer te kopen, kan dit bedrijven of landen zeker raken."

"Daarvoor is het niet per se nodig dat miljoenen mensen stoppen met het kopen van een bepaald product", zegt hij. "Vaak blijken lagere percentages al genoeg. Net als bij protesten en demonstraties, kunnen kleinere groepen al iets in beweging zetten."

"Een kleinere groep kan de reputatie van een bedrijf of land al beïnvloeden", verklaart de hoogleraar. "Social media spelen hierin natuurlijk een rol. Daar verspreiden acties zich snel. Zelfs wanneer de omzet van een bedrijf nog niet gekelderd is, kan een bedrijf dan toch al angst voelen voor imagoschade. Het voelt zich aangesproken of genoodzaakt om beleid te veranderen, zeker wanneer het bedrijf veel concurrentie heeft."

Toch is een boycot nog effectiever als die niet alleen gebaseerd is op de vrijwilligheid van consumenten, maar ook formeel via politiek en wetgeving wordt afgedwongen, legt Garretsen uit. "Wanneer een overheid zegt: dit product mag het hele land niet meer in. Dat gebeurt bijvoorbeeld met Russische producten. Daar trekt de overheid een grens in hoe we met die producten omgaan. En is er in feite een formele boycot."

Bekijk ook

3. Is een boycot niet gewoon om jezelf beter te voelen?

"Consumenten boycotten inderdaad omdat ze zich daar beter bij voelen. Als je iets doet waarvan jij denkt dat het zin heeft, dan voel je je daar goed over", zegt Janse. Maar dit vindt ze geen reden om boycots af te schrijven. Integendeel.

"Het is wat simplistisch enkel te kijken naar het directe effect van een boycot op beleid. Want het heeft ook een grote waarde voor individuen en groepen, en die is ook belangrijk. In plaats van je machteloos te voelen, heb je het idee dat je gedrag ertoe doet."

"Een boycot gaat ook over ergens voor staan, laten zien wat je waarden zijn. Het is een expressie van wie jij als consument wil zijn", licht ze toe. "Ook kan het het groepsgevoel versterken. Een beweging om meer Europees te kopen, versterkt bijvoorbeeld niet alleen de economie, maar versterkt ook het Europese wij-gevoel."

info

Wat vinden panelleden van Amerikaanse producten?

De importheffingen die de Amerikaanse president Donald Trump wil invoeren, maken dat het imago van de Verenigde Staten een stuk slechter is geworden in Nederland. Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder bijna 24.000 leden van het Opiniepanel, gepubliceerd op 8 april 2025.

De helft (51 procent) kijkt negatiever naar Amerikaanse supermarktproducten dan een jaar geleden. Het boycotten van Amerikaanse producten doen een stuk minder mensen. 1 op de 5 (20 procent) zegt geen Amerikaanse producten meer te kopen.

4. Hoe moeilijk of makkelijk is het om een volledige boycot van de Verenigde Staten te realiseren?

Een volledige boycot lijkt Garretsen moeilijk te realiseren. "Oproepen om te boycotten richten zich vaak op de typisch Amerikaanse producten, zoals whiskey. Maar er zijn natuurlijk heel veel dingen die we uit de Verenigde Staten halen. Bijvoorbeeld halffabrikaten die in producten verwerkt zijn, of diensten van Google of Apple. Een volledige boycot zou ook daarover moeten gaan, maar dat wordt al snel ingewikkelder. En dan rijst de vraag of we dat wel willen."

"Een volledige boycot is bovendien niet alleen economisch, maar gaat ook over sport en cultuur", zegt Janse. Ze geeft het voorbeeld van de anti-apartheidboycots van Zuid-Afrika in de jaren 70 en 80. "Dat waren niet alleen economische acties om bijvoorbeeld geen Zuid-Afrikaanse sinaasappelen meer te consumeren."

Al vanaf 1964 mocht Zuid-Afrika niet meer meedoen aan de Olympische Spelen. "Later drongen de Verenigde Naties erop aan om alle culturele en sportieve banden met het land te verbreken. Artiesten traden er niet meer op."

"Je ziet dat er nu ook zo'n oproep tot culturele boycot is tegen Israël. Mensen zeggen: ook daar is een apartheidsregime aan het ontstaan. Universiteiten moeten niet meer met het land samenwerken. Het land moet niet meer mee mogen doen aan het Songfestival. Dit gaat dus ook verder dan het niet meer kopen van Israëlische producten."

"Ik zie Amerika nog niet zo snel in die hoek van Zuid-Afrika en Israël belanden", vervolgt ze. "Maar Amerika is zichzelf wel aan het isoleren. En de vraag is of dit ook invloed gaat hebben op culturele uitwisseling. Je hoort bijvoorbeeld al wel van mensen dat ze niet meer naar Amerika op vakantie willen gaan. Dat is ook een vorm van boycot."

Bekijk ook

5. Gaan winkels aangeven uit welke landen producten komen, bijvoorbeeld met stickers?

"Traditioneel is een boycot gericht op een product of bedrijf. Maar je ziet ook dat een boycot breder gericht kan zijn op een land: er wordt dan wel een product gekozen, maar het is eigenlijk niet om dat specifieke product te doen. Dat product staat symbool voor iets groters." Dit zie je nu met Amerikaanse producten gebeuren, volgens Garretsen.

"Het is consumenten niet per se te doen om bijvoorbeeld Amerikaanse whiskey, of McDonalds, maar dit soort producten of bedrijven symboliseren hun opvatting over waar Amerika onder Trump mee bezig is", zegt hij. "Consumenten willen een signaal afgeven tégen Trump: 'Er zijn grenzen, we pikken niet alles.'", zegt Janse hierover.

Er zijn landen waar labels op producten worden geplakt om hun herkomst aan te geven. Zo heeft Denemarken stickers die wijzen op Europese herkomst, en wordt in Canada opgeroepen om Canadian First - producten gemaakt in Canada - te kopen. "Dit zijn eigenlijk voorbeelden van een soort omgekeerde boycots, om producten uit eigen regio te kopen."

Een meerderheid van de deelnemers aan het Opiniepanel-onderzoek wil dat Nederlandse supermarkten labels plakken op Europese producten. Twee derde van de deelnemers (68 procent) lijkt dat een goed idee.

Bekijk ook

Supermarktbranche: 'Consument moet weloverwogen kunnen kiezen'

Vermelding van het land van herkomst is niet op elk product verplicht. Volgens Europese en Nederlandse regels moet de herkomst op het etiket staan in een paar situaties, bijvoorbeeld bij onbewerkt vlees, eieren, vis en zeevruchten, groente en fruit, olijfolie en honing. Ook geldt deze verplichting wanneer het ontbreken van herkomstinformatie de consument kan misleiden, bijvoorbeeld bij producten met geografische aanduidingen zoals vlaggen.

Volgens supermarktbranchevereniging Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) moeten consumenten 'weloverwogen kunnen kiezen welk product met welke herkomst zij kopen. Het juist en volledig etiketteren van producten is daarom van belang'.

Het CBL laat weten dat supermarkten zelf verantwoordelijk zijn voor de juiste etikettering van huismerkproducten. Bij A-merken ligt die verantwoordelijkheid bij de fabrikant. Het CBL heeft verder geen informatie over individuele assortimentskeuzes en voorkeuren van consumenten in het koopgedrag wat betreft herkomst van producten.

info

EenVandaag Vraagt

Bij EenVandaag heb je de mogelijkheid om vragen en ideeën in te sturen. Dat kan altijd in onze chat, of je kunt meedoen aan de gerichte EenVandaag Vraagt-oproepen die wij zo'n twee keer per week plaatsen in de Peiling-app. De Peiling-app is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

6. Hoe raakt een boycot een land anders dan tegenheffingen?

"Importheffingen zijn minder moreel geladen dan een boycot", zegt Garretsen. "Die hoeven niet per se iets goeds of fouts te betekenen. Landen kunnen gewoon blijven handelen. Alleen maakt een van de twee, of beide, het duurder. Het is van een andere orde wanneer een land zegt: 'Ik wil jouw producten helemaal niet meer.'"

"De laatste stand van zaken is dat het voor Europa misschien toch lijkt mee te vallen met de Amerikaanse importheffingen. Maar wat Amerika en China nu onderling doen - steeds hogere en hogere importheffingen - gaat op den duur in de praktijk over in een boycot. Dan kunnen Chinese producten niet meer naar Amerika geëxporteerd worden, en Amerikaanse producten niet meer naar China. Als dat doorgaat, escaleert een handelsoorlog in een handelsboycot."

"De impact van boycotacties tegen Amerika lijkt op de korte termijn misschien gering", zegt Janse. "Maar als je het bredere plaatje bekijkt, dan besef je dat een boycot onderdeel is van het grotere fenomeen dat een land z'n status verliest. Amerika verliest een deel van de invloedsfeer die het na de Tweede Wereldoorlog heeft gekregen. En mensen zien Amerika niet langer vanzelfsprekend als een betrouwbaar land."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant