radio LIVE tv LIVE
meer NPO start
EenVandaag Opiniepanel

Gedeeltelijk arbeidsongeschikten komen moeilijk aan een baan: 'Ik moet werken, maar niemand wil me hebben'

Gedeeltelijk arbeidsongeschikten komen moeilijk aan een baan: 'Ik moet werken, maar niemand wil me hebben'
Een man zoekt naar een baan in het UWV-kantoor in Amsterdam
Bron: ANP

8 op de 10 mensen die deels arbeidsongeschikt zijn hebben moeite met het vinden van een baan. Ze worden geacht te werken en willen dat vaak ook, maar werkgevers willen liever van ze af of ze niet aannemen. En dat zorgt voor veel stress en geldproblemen.

Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder 1.826 mensen die gedeeltelijk of volledig zijn afgekeurd en een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangen.

'Baas wilde van me af'

Mensen die tussen de 35 en 80 procent arbeidsongeschikt zijn, moeten eigenlijk bij hun huidige baas blijven werken of reïntegreren, maar in de praktijk gebeurt dat vaak niet. Uit cijfers van het UWV blijkt dat ongeveer de helft van deze groep helemaal niet werkt.

EenVandaag vroeg mensen die tussen de 35 en 80 procent zijn afgekeurd hoe hun baas reageerde waar ze voor werkten op het moment dat ze ziek werden. De helft (49 procent) van de ondervraagden heeft niet het gevoel dat de werkgever zijn best heeft gedaan om ze in dienst te houden of om ander passend werk te vinden. Soms is dat werk er niet of willen mensen zelf stoppen, maar veel werknemers voelen ook desinteresse en vijandigheid van hun werkgever vanaf het moment dat ze ziek worden.

Bianca van der Heijden liep long covid op en raakte gedeeltelijk arbeidsongeschikt. Ze heeft weer een baan, maar de onzekerheid blijft

Onder druk

Zo schrijven meerdere deelnemers dat ze onder druk zijn gezet om ontslag te nemen of om zich volledig te 'laten afkeuren'. "Ik had gewoon kunnen werken, maar er werd simpelweg medegedeeld dat als ze me nu niet afkeurden, ik te duur zou worden", beschrijft iemand de situatie. "Ik ben nog steeds heel boos hierover."

Een ander zegt dat een zieke werknemer als 'ballast' voelt voor de werkgever: "Een zieke voelt als een rem. Werk moet door, het team moet door, het leven gaat door, behalve voor diegene die ziek is. Dat is geen onwil, meer realiteit."

Bekijk ook

Alsof ik niks waard ben

Ook aan ander werk komen, blijkt heel lastig voor mensen die deels arbeidsongeschikt zijn verklaard. Van de deelnemers die naar een baan hebben gezocht sinds ze zijn afgekeurd, zeggen 8 op de 10 (80 procent) dat die heel moeilijk te vinden is. Veel mensen willen wel werken, maar de ondervraagden hebben massaal het gevoel dat werkgevers ze niet willen aannemen vanwege hun ziekte of beperking. "Ze willen je wel, gratis. Een onbetaalde ervaringsplek. Alsof je niets kan en niets waard bent", schrijft iemand.

Ze worden naar eigen zeggen gezien als de 'rotte appel' die onhandig is voor werkgevers en hekelen de manier waarop de wet rond arbeidsongeschiktheid nu werkt: "Die is gemaakt achter een bureau en geheel gebaseerd op goodwill van de werkgevers, die je liever kwijt dan rijk zijn."

info

Wat is de WIA?

De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, afgekort de WIA, is de wet die regelt dat mensen die (deels) arbeidsongeschikt zijn geraakt, een uitkering krijgen. De wet is de opvolger van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). De WIA werkt zo dat de eerste 2 jaar dat mensen ziek zijn, ze nog recht hebben op loon of een ziektewetuitkering. Als je daarna nog niet (volledig) kunt werken en voor minimaal 35 procent arbeidsongeschikt bent, heb je recht op een WIA-uitkering.

Er zijn twee soorten WIA-uitkeringen: een voor mensen die deels arbeidsongeschikt zijn en van wie wordt verwacht dat ze nu of in de toekomst nog deels kunnen werken, en een voor mensen die volledig zijn afgekeurd. Mensen die volledig zijn afgekeurd, krijgen de hoogste uitkering: 75 procent van hun laatstverdiende inkomen. Van mensen die tussen de 35 en 80 procent zijn afgekeurd, wordt verwacht dat ze op zoek gaan naar een passende baan om hun uitkering aan te vullen.

Als je voor minder dan 35 procent bent afgekeurd, wordt verwacht dat je in dienst blijft bij je werkgever of ander passend werk vindt. Je hebt dan helemaal geen recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Voor hoeveel procent iemand is afgekeurd, wordt berekend door het salaris wat werd verdiend toen iemand ziek werd te vergelijken met het salaris dat diegene nu kan verdienen. Mensen die voorheen meer verdienden, worden daardoor sneller voor hogere percentages afgekeurd en hebben eerder recht op een uitkering.

Bekijk ook

Ook financieel geraakt

Dat mensen die arbeidsongeschikt raken hun voormalige salaris kwijtraken en vaak ook geen nieuwe baan vinden, heeft consequenties voor hun financiële situatie. Een derde (36 procent) van de ondervraagden die deels of volledig is afgekeurd, zegt in zijn of haar eentje niet te kunnen rondkomen van de uitkering en een eventueel salaris dat ze ontvangen. Eenzelfde groep redt het maar net.

Een arbeidsongeschiktheidsuitkering is maximaal 75 procent van je laatstverdiende loon. Dat is het hoogste percentage en geldt alleen voor mensen die volledig zijn afgekeurd, anderen krijgen minder.

info

Minder dan 35 procent afgekeurd

EenVandaag ondervroeg ook 265 mensen die voor minder dan 35 procent zijn afgekeurd. Zij hebben helemaal geen recht op een WIA-uitkering omdat van hen wordt aangenomen dat ze bij hun werkgever kunnen blijven of ander werk kunnen vinden.

Maar ook van die groep deelnemers zegt een ruime meerderheid dat ze moeilijk aan baan kunnen komen en dat ze het gevoel hebben dat werkgevers ze niet willen aannemen.

Niks aan te doen

Deelnemers begrijpen dat de staat niet zomaar het volledige salaris kan doorbetalen, maar de terugval in inkomsten valt veel mensen zwaar. Helemaal, schrijven sommigen, omdat die wordt veroorzaakt door een gezondheidssituatie waar ze niks aan kunnen doen en die het leven vaak sowieso al moeilijker maakt.

"In mijn werkende leven verdiende ik goed. Het is zuur wat je aan inkomen overhoudt als je wordt afgekeurd", schrijft een deelnemer. "Het voelt soms alsof ik dubbel gepakt ben."

Veel arbeidsongeschikten kunnen van alleen hun eigen inkomen lastig rondkomen.

Opstapeling van moeilijkheden

Ook de procedures en gang van zaken rond arbeidsongeschiktheid geven driekwart (72 procent) van de ondervraagden stress. Mensen hebben het idee dat artsen vanuit een systeem van wantrouwen naar ze kijken: "Ze kijken wat je wel kan en of je niet meer kan dat je doet voorkomen. Alsof ik expres doe of ik weinig kan."

Daarnaast is de opstapeling van moeilijkheden voor velen zwaar. Zo zegt iemand: "Ziek zijn en daardoor je werk verliezen is al ongelofelijk stressvol. De financiële onzekerheid en het wantrouwen kan je er dan helemaal niet bij hebben."

Onvoldoende aandacht voor situatie

Mensen hebben soms het gevoel dat er vanuit het UWV onvoldoende aandacht is voor hun specifieke situatie, terwijl er beslissingen worden genomen die bepalend zijn voor hun leven. "Terwijl mijn dossier op zijn tafel lag, moest ik me uitkleden voor het onderzoek. Kennelijk wist hij helemaal niet wat ik mankeerde", beschrijft iemand wat hij heeft meegemaakt.

Deelnemers vinden het bovendien oneerlijk dat de mate van arbeidsongeschikt nu wordt bepaald op basis van het vorige inkomen. "Als ik een hoger salaris had gehad, dan was het percentage arbeidsongeschiktheid hoger geweest, dat is toch krom?"

Danielle Poeisz en Aranka Schippers hebben veel stress door de manier waarop ze door het UWV behandeld worden

UWV wil 'meer maatwerk bieden'

UWV zegt in een schriftelijke reactie te begrijpen dat de regels en procedures rond arbeidsongeschiktheid voor stress kunnen zorgen en 'probeert dit proces voor alle cliënten zo goed mogelijk te organiseren'. "Uit de reportage blijkt dat dit nog niet altijd lukt. Dit is bekend bij UWV en wij werken er hard aan om onze dienstverlening te verbeteren en hierin de menselijke maat beter naar voren te laten komen."

De uitvoeringsinstantie wil dat mensen 'zich gehoord, gezien en geholpen voelen'. "Onze dienstverlening moet daarom beter aansluiten op de mogelijkheden en wensen van onze cliënten. Dat houdt in dat UWV oogt heeft voor de menselijke maat en waar nodig maatwerk bieden. Dat doen we uiteraard binnen de ruimte die de wet- en regelgeving ons biedt."

info

Over het onderzoek

Aan dit onderzoek deden 1826 leden van het Opiniepanel mee die (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn en nu een WIA- (WGA of IVA) of WAO-uitkering krijgen.

De resultaten van het onderzoek zijn op basis van UWV-cijfers over 2022 gewogen naar geslacht en leeftijd van mensen met een WIA- of WAO-uitkering en gecorrigeerd voor de mate van arbeidsongeschiktheid (gedeeltelijk of volledig) op basis van gegevens over de soorten uitkeringen die in Nederland worden uitgegeven.

Daarnaast deden er 265 mensen mee die voor minder dan 35 procent zijn afgekeurd. Omdat het UWV daar geen gegevens over heeft, is er over die groep geen weging toegepast. Het onderzoek is gehouden van 9 tot 12 mei 2023.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Hoe bendes via nepagenten senioren beroven: 'Ze trekken met zeep de ringen van hun handen'

Hoe bendes via nepagenten senioren beroven: 'Ze trekken met zeep de ringen van hun handen'
Nepagenten maken ouderen waardevolle spullen afhandig. Foto ter illustratie
Bron: EenVandaag

Op meedogenloze wijze beroven criminele bendes nepagenten door het hele land ouderen. Met alleen een telefoon, een script en een vlotte babbel laten ze gedupeerden totaal geruïneerd achter. "Vier jaar cel doet geen recht aan de slachtoffers."

Ze spreken over slachtoffers als 'lekkere dikke vis', moedigen elkaar aan om complete woonplaatsen te ruïneren en willen zoveel mogelijk geld verdienen. De politie heeft verschillende bendes in het vizier die op grote schaal ouderen beroven met nepagenten, zegt cyberspecialist bij de Politie Oost-Nederland Yoanne Spoormans, die onderzoek doet naar het fenomeen.

Babbeltruc

"Het maakt ze niet uit hoeveel schade ze aanrichten", ziet ze. Afgelopen zomer kwam een zaak aan het rollen na een melding van een slachtoffer die gebeld was door nep-politiemensen.

"De mevrouw vertelde dat ze wilden langskomen om waardevolle spullen veilig te stellen, omdat er inbrekers actief zouden zijn in de omgeving", vertelt Spoormans.

Bende opgerold

De vrouw vertrouwde het terecht niet. Het telefoontje werd het startpunt voor de zoektocht naar de personen achter deze belletjes. "Uiteindelijk hebben we bij een nieuw slachtoffer twee nepagenten kunnen onderscheppen."

Tegelijkertijd werd op een andere plek in het land een woning binnengevallen waar mensen op dat moment met het slachtoffer aan de telefoon hingen. De politie wist de hele bende op te rollen.

Bekijk ook

Telefoon, simkaart en een paar mensen

Ze vermoeden dat de groep misschien wel 50 belletjes per dag pleegde. "En dit is nog maar één groepering die zich hiermee bezighoudt. We weten dat het er veel meer zijn", zegt Spoormans. Op het moment lopen er verschillende onderzoeken naar nepagenten. "Hier zullen uiteindelijk meer aanhoudingen uit volgen."

Criminelen hebben niet veel nodig om dit misdrijf te plegen, schetst de specialist. "Je hebt alleen maar een telefoon, een simkaart en een paar mensen die de spullen ophalen nodig."

Volgens script

De nummers van potentiële slachtoffers worden van internet gehaald. Ze worden geselecteerd op kwetsbaarheid en of ze spullen van waarde hebben, maar: "Ze bellen soms ook gewoon op alfabetische volgorde", vertelt Spoormans.

De rollen binnen de groep zijn strak verdeeld. Iemand belt met het slachtoffer en praat op ze in, vrijwel altijd volgens hetzelfde script. "Er zijn inbrekers actief in uw buurt, we hebben er een paar aangehouden, maar een paar wisten te ontsnappen en we vonden een briefje met adressen en uw adres stond daarop, dus we vrezen dat de inbrekers die nog vrij rondlopen het op u gemunt hebben."

Bekijk ook

Strakke rolverdeling

Dat roept natuurlijk direct angst op bij mensen, stelt Spoormans. Als er beet is, moet de chauffeur direct op pad. Een coördinator stuurt de bende aan. "Die zorgt ervoor dat de mensen op straat, een chauffeur en een ophaler (degene die naar de deur gaat), weten waar ze moeten zijn, wanneer ze daar moeten zijn en ook wat ze moeten zeggen."

Daders gebruiken vaak de naam van de plaatselijke wijkagent. Dat wordt allemaal onderling afgesproken, net als wat de buit moet zijn. Als de chauffeur onderweg is, moet de beller aan de lijn blijven met het slachtoffer om de telefoonverbinding bezet te houden. Het slachtoffer moet alvast alle waardevolle spullen klaarleggen voor de nepagent.

Tasje vragen

Aan de deur komt soms iemand (gedeeltelijk) in uniform, maar soms ook in normale kleding. Dan zeggen ze bijvoorbeeld voor de recherche te werken, zegt Spoormans.

Eenmaal binnen willen ze ramen en deuren controleren op inbraakbeveiliging, om te kijken of er meer te halen is. "Vervolgens vragen ze dan een tasje aan het slachtoffer om al die spulletjes netjes in te doen en vertrekken ze met de buit."

Bekijk ook

Misbruik maken van vertrouwen

Deze werkwijze is helaas succesvol. In het afgelopen jaar registreerde de politie in totaal 8.329 incidenten met nepagenten. Dat zijn er vijftien keer meer dan het jaar ervoor. Er werden ruim 350 verdachten aangehouden. "We zien dit jaar dat de aantallen nog absoluut niet aflopen", zegt Spoormans.

Met name ouderen trappen in deze truc, omdat zij veel vertrouwen hebben in de politie, ziet ze. "Dat zorgt ervoor dat je direct al een voet tussen de deur hebt."

Vrijwillig overhandigen

En het is een eenvoudig misdrijf. "Mensen geven vrijwillig hun spullen weg, dus je hoeft er niet eens wapens voor mee te nemen of geweld te gebruiken: mensen doen zelf de deur open en geven al hun spullen aan je mee", ziet Spoormans. "Hoe mooi wil je het hebben als crimineel?"

De nepagenten halen ontzettend veel kostbaarheden op. "We hebben regelmatig mensen die meerdere duizenden euro's overhandigen." En dan gaat het niet alleen om contanten, maar ook om kostbare sieraden. "De oudere generatie heeft natuurlijk ook vaak juwelen, gouden sieraden, waar daders naar op zoek zijn."

Bekijk ook

Urn van de schoorsteenmantel

In sommige gevallen gaat het ook om spullen die ze gewoon mooi vinden. "We hebben zelfs een geval waarbij ze een urn van de schoorsteenmantel meenamen, gewoon omdat ze die er leuk uit vinden zien."

Het is een koelbloedige, geraffineerde vorm van criminaliteit. "Ik hoor soms mensen zeggen: daar trap je toch niet in? Dat wil ik echt uit de wereld halen, want dat is absoluut niet waar."

Schrijnende situaties

Spoormans noemt de situatie waarin de slachtoffers komen schrijnend. Ze moet denken aan een vrouw waarvan de partner net was overleden. "En dat zo'n oplichter dan zegt: god, wat erg voor u, maar dan zult u nu wel extra bang zijn voor inbrekers."

Er zijn slachtoffers waarbij oplichters met zeep de ringen van hun handen halen. "Het maakt ze niet uit hoeveel schade ze aanrichten", vertelt ze. "Ze zijn alleen maar gericht op snel geld verdienen. En dat zie je ook in de manier waarop ze onderling met elkaar communiceren over dit soort criminaliteit: het is laatdunkend en kleinerend richting slachtoffers, echt verschrikkelijk."

Bekijk ook

Recht doen aan slachtofferschap

Nepagenten kunnen worden vervolgd voor oplichting. "Daarvoor staat in de basis maximaal vier jaar gevangenisstraf. Dat doet natuurlijk totaal geen recht aan het slachtofferschap wat dit veroorzaakt", vindt Spoormans. "We zouden eigenlijk die slachtoffers ook daarin veel meer genoegdoening willen geven."

Ze vergelijkt nepagenten liever met een woningoverval, waar negen tot twaalf jaar cel voor staat. "We zien ook dat slachtoffers vergelijkbare klachten melden." Om iemand te vervolgen voor een overval is het gebruik van of dreigen met geweld nodig. "En daar is hier geen sprake van, omdat die slachtoffers zo ingepalmd zijn dat ze zelf de spullen vrijwillig afgeven."

Oproep: praat erover en wees alert

Het fenomeen is lastig te bestrijden, vreest Spoormans. "Ik kan niet verbieden dat iemand een telefoon heeft."

De politievrouw wil waarschuwen. "Wees alert en praat hier ook over met je ouders, grootouders of misschien een buurvrouw op leeftijd. Vertel ze dat dit gebeurt en geef ook aan wat ze kunnen doen."

Bekijk ook

Omgeving beschermen

De politie hoort het graag als iets opvalt in de wijk. "Twee jonge mensen die aan de deur staan bij je seniore buurvrouw: ook voor dit soort situaties mag je 112 bellen als dit ongebruikelijk is."

Ze merkt dat niet iedereen een melding maakt en drukt mensen op het hart dat wel te doen. "Ook als je alleen maar gebeld bent en je zelf al opgehangen hebt. Laat het ons weten. We kunnen je omgeving helpen beschermen door waarschuwingsberichten te versturen."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom zorgreservisten zoals Bart hard nodig zijn om medische tekorten in tijden van crisis op te vangen

Waarom zorgreservisten zoals Bart hard nodig zijn om medische tekorten in tijden van crisis op te vangen
Zorgreservist Bart Hilt
Bron: EenVandaag

Bij een crisis of ramp kan medisch personeel schaars zijn. Om dat op te vangen, gaat Defensie samenwerken met de Nationale Zorgreserve. Hoe versterken dit soort initiatieven de weerbaarheid van Nederland? "Overheid kan het niet meer alleen aan."

Zorgreservisten kunnen nu worden ingezet als Defensiepersoneel naar het buitenland moet, bijvoorbeeld bij een oorlogsdreiging. Het zijn gediplomeerde vrijwilligers, vaak oud-zorgmedewerkers, die zichzelf aanmelden en op momenten van crisis worden opgeroepen om bij te springen.

Coronacrisis

Bart Hilt is zo'n zorgreservist. Hilt heeft onder andere bij de brandweer, ambulance en huisartsenpost gewerkt. Hij werd voor het eerst ingezet tijdens de coronacrisis.

"Toen was er een oproep via Facebook en daar heb ik toen op gereageerd", legt hij uit. "Er werd gekeken in welke regio je woonde en welke ziekenhuizen mensen nodig hadden. En toen ben ik ondersteunend geweest aan de verpleging."

'Samenwerking goed idee'

De samenwerking tussen Defensie en de Nationale Zorgreserve is volgens Hilt dan ook een goed idee. "Als je kijkt naar alle brandhaarden die we in de wereld hebben, kan je er op deze manier echt voor elkaar zijn."

Middenin de coronacrisis wordt het Nationale Zorgreserve opgericht, als burgerinitiatief, legt directeur Charlotte de Schepper uit. "Een aantal burgers dacht toen, 'goh, steeds meer mensen worden ziek, maar ook steeds meer hulpverleners worden ziek. Hoe kunnen wij helpen?' En die hebben de handen ineengeslagen." Inmiddels wordt het gefinancierd door het Ministerie van Volksgezondheid.

Bekijk ook

Tekort opvullen

Mocht Defensie beroep doen op de zorgreservisten, zijn ze puur bedoeld als achtervang.

"Wij worden dan niet uitgezonden naar het buitenland. Maar de medisch specialisten van het leger wel, waardoor er een tekort is aan medisch personeel in de bases van Defensie. En die plaatsen gaan wij dan opvullen", legt Hilt uit.

Voordelen burgerinitiatief

Ook Jaap Donker, directeur van de veiligheidsregio Utrecht, ziet de voordelen van het initiatief.

"Als Defensie in het buitenland meer moet doen en de situatie hier schaars is, of als we bijvoorbeeld slachtoffers vanuit het buitenland moeten verzorgen, hebben we iedereen keihard nodig."

'Overheid kan het niet meer alleen'

Het is volgens Donker duidelijk waarom dit nu van belang is. Het gaat daarbij ook niet om de zorg alleen, legt hij uit.

"Op dit moment zie je dat de kans op een lange stroomuitval, of een natuurbrand heel reëel is. Dat willen we niet, maar we moeten ons voorbereiden." En dat kan de overheid niet meer alleen. "We staan voor ongekende uitdagingen, daarbij hebben we mensen nodig die initiatief nemen."

Waarom zorgreservisten zoals Bart hard nodig zijn om medische tekorten in tijden van crisis op te vangen

Bekijk ook

Zelfredzaam worden

De samenwerking is één stap richting het verbeteren van onze zelfredzaamheid. Maar er is werk aan de winkel op het gebied van weerbaarheid, ziet Donker.

"We zijn gewend dat als er iets misgaat, dat de overheid komt helpen. Maar we zien dat de risico's die we lopen zo groot zijn, dat kan de overheid niet aan. We moeten zelf en samen redzaam worden."

Onvoldoende voorbereid op crisis

Nederlanders voelen de urgentie nog onvoldoende, volgens Donker. "We zijn opgevoed met het idee dat het nooit meer oorlog zou worden en dat alles goed gaat, maar we moeten ons voorbereiden op andere scenario's."

Vandaag presenteerde de Europese Commissie plannen die ertoe moeten leiden dat de Europese Unie voorbereid is op verschillende soorten crises.

Krachten lokaal bundelen

Maar hoe? Volgens Donker ligt de kracht ook vooral in dit soort initiatieven. "Gelukkig zijn er veel instanties die daarbij helpen. Mochten mensen willen bijdragen, meld je dan, zodat we de initiatieven aan elkaar knopen en ons kunnen voorbereiden op iets wat hopelijk nooit voorkomt."

Donker zet zich vooral op lokaal niveau in. "Als de stroom er bijvoorbeeld lang af ligt, hebben mensen behoefte aan informatie." Dat zou in de vorm van lokale 'noodsteunpunten' gerealiseerd kunnen worden. "We willen op logische plekken in de samenleving, zoals brandweerkazernes, een stemlokaal of een buurthuis, dat mensen daar terecht kunnen in nood."

Bekijk ook

Kijk naar elkaar om

We zullen het uiteindelijk vooral met elkaar moeten doen, zegt zorgreservist Bart Hilt. "Ik zie het als een soort roeping. Elkaar ondersteunen en elkaar helpen. Daar waar het tekort is, moet je elkaar aanvullen."

Ook Jaap Donker zegt: "We moeten ook kijken hoe het met de buurman of kwetsbaren in de straat is. Hoe kunnen we samen de schouders eronder zetten? Hoe kunnen we in donkere periodes elkaar hier doorheen loodsen?"

Beter voorbereid dan achteraf problemen

Toch hoopt Hilt binnenkort nog niet ingezet te worden. "Dat zou het mooiste zijn. Hoe minder dat we nodig zijn, hoe beter het eigenlijk is. Maar ja, je kan beter zorgen dat je iets achter de hand hebt, als dat je te laat bent en je in de problemen raakt."

Tot nu toe hebben 4.000 zorgprofessionals zich gemeld bij de Nationale Zorgreserve. Ze hopen te groeien naar een bestand van zo'n 5.000 mensen.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant