
6 op de 10 willen abortus uit het strafrecht: 'Je ziet hoe snel het kan omslaan'
Hoewel abortus in de praktijk al lange tijd wordt toegestaan in Nederland, valt het hier wel officieel onder het strafrecht. Hoog tijd dat daar verandering in komt, vindt 60 procent van de mensen in het land.
Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder ruim 26.000 leden van het Opiniepanel. Sinds 1984 mag abortus in geval van nood worden uitgevoerd, mits dat op een veilige manier gebeurt. Wat wordt verstaan onder noodsituatie is niet vastgelegd, waardoor vrouwen en artsen zelf de afweging kunnen maken. Na 24 weken mag de behandeling alleen nog als er een medische noodzaak is.
Kwetsbare situatie
Toch is dat niet voldoende, vindt 60 procent. De huidige situatie is wat hen betreft niet alleen achterhaald, maar ook kwetsbaar. Zij vinden dat het recht op abortus beter moet worden vastgelegd, om te voorkomen dat het in de toekomst onder een conservatievere regering makkelijk wordt teruggedraaid.
"Je ziet in Polen en de VS hoe precair de situatie is en hoe snel het om kan slaan", legt een deelnemer uit. "Als moeder vind ik dat het recht om geen moeder te worden eigenlijk in het grondrecht verankerd zou moeten worden." Op politiek vlak zijn onder andere D66 en GroenLinks-PvdA voorstander van dat idee, waar een groot deel van hun achterban zich ook in kan vinden.
'Goede middenweg'
Op dat punt wringt het met mogelijke coalitiepartners CDA en JA21, die hebben aangegeven de wetgeving liever te willen houden zoals het nu is. Toch ziet de grootste groep bij de achterbannen, ongeveer de helft, liever wel dat abortus uit het strafrecht verdwijnt.
Daartegenover zou ongeveer 15 procent van alle deelnemers liever willen dat de voorwaarden voor abortus juist strenger worden, om te voorkomen dat dat 'de drempel te laag zou worden'. Ongeveer een even grote groep (16 procent) vindt de huidige wetgeving juist een goede oplossing, als 'middenweg' om beide kampen tegemoet te komen.
Discussie belangrijk
De roep om een strenger abortusbeleid is deze zaterdag ook te horen bij de Mars voor het Leven in Den Haag. Tegelijkertijd vindt op dezelfde dag ook een tegendemonstratie van de Dolle Mina's en de Vrije Keuze Coalitie plaats, die pleit voor de bescherming van abortuszorg.
Tweederde (67 procent) van alle ondervraagden, zowel voor- als tegenstanders van abortus, vindt het belangrijk dat die maatschappelijke discussie gevoerd wordt. Voor sommigen omdat ze menen dat het huidige beleid strenger moet, anderen maken zich zorgen dat door 'verrechtsing en conservatisme' de rechten van vrouwen weer onder druk staan.
Verbod op demonstraties
Wel heeft een grote groep er moeite mee wanneer het gaat om protesteren of aanspreken van vrouwen bij een abortuskliniek. Een meerderheid (71 procent) vindt dat dat verboden zou moeten worden. Van de ruim 800 vrouwen in het onderzoek die zelf een abortus hebben ondergaan, maakte 1 op de 20 (5 procent) dat zelf ook mee bij een kliniek.
Zij vertellen onder andere dat ze 'opdringerig werden aangesproken', 'vervloekt werden', of 'pamfletten in hun handen gedrukt kregen'. "Het was heel intimiderend. Ze zagen me niet als persoon, maar als crimineel", vertelt iemand. "Van de hele procedure was het naar binnen en buiten gaan mentaal het moeilijkst - en de rest was echt niet makkelijk."
Ruime meerderheid pro-abortus
Wanneer het gaat om de algemene houding over abortus, is die in de afgelopen jaren nauwelijks veranderd. Net als in 2022 is zo'n 85 procent er in principe voor, zo'n 1 op de 8 (12 procent) in principe tegen. Wel maakt die laatste groep vaak een uitzondering bij verkrachting, of wanneer het leven van de vrouw in gevaar zou komen.
Voor twee derde (67 procent) is abortus binnen de wettelijke termijn áltijd geoorloofd, ongeacht de reden of situatie. Wel geven mensen in de open antwoorden aan dat abortus geen vervanging mag zijn van anticonceptie. "Het is beter als er meer mogelijkheden zijn om ongewenste zwangerschappen te voorkomen. Meer voorlichting, of gratis voorbehoedsmiddelen dus", besluit een deelnemer.