Door het slikken van een enkele pil af van je angststoornis. Het klinkt te mooi om waar te zijn maar lijkt echt te kunnen. Een experimentele therapie verlost mensen met spinnenfobie of hoogtevrees in één dag van hun angsten.

Het is misschien een beetje sadistisch: je laat iemand met een angststoornis precies die situatie opzoeken waar hij of zij letterlijk doodsbenauwd van wordt en totaal van in paniek raakt. Vervolgens slikt deze persoon een pilletje dat ervoor zorgt dat de angst de volgende dag weg is en niet meer terugkomt: een bepaalde soort bètablokker die normaal gesproken bij hartklachten wordt voorgeschreven.

Panische angst voor spinnen

De 32-jarige Gwen* is doodsbang voor spinnen. Al sinds haar vroege kindertijd heeft ze deze panische angst voor spinnen, die met een officiële term arachnofobie heet. Het gaat zelfs zo ver dat Gwen niet meer op een plek durft te komen waar ze maanden geleden een klein spinnetje heeft gezien. Elke kamer die ze binnenkomt checkt ze op spinnen, thuis maar ook op het werk.

Nu Gwen een dochtertje van twee jaar heeft, wil ze niets liever dan van haar angst af. "Ik wil gewoon een ruimte in kunnen lopen zonder door die angst overvallen te worden. En misschien wel het belangrijkste: ik wil niet mijn kind met dezelfde paniek opzadelen."

Ik wil mijn dochtertje niet met dezelfde extreme angst voor spinnen opzadelen.

Alleen al in Nederland 425.000 mensen met angststoornis

In Nederland waren in 2017 zo'n 425.000 mensen onder behandeling bij een huisarts vanwege een angst- of paniekstoornis. Voor mensen die deze stoornissen niet kennen zijn de lichamelijke en geestelijke gevolgen moeilijk te begrijpen. Maar voor iemand die met een angststoornissen kampt staat vaak het hele leven in het teken van deze specifieke angst.

Er bestaan verschillende therapieën voor patiënten met angststoornissen, zoals bijvoorbeeld cognitieve gedragstherapie. De behandelingen zijn echter tijdrovend en regelmatig vallen mensen later weer terug in hun oude angst.

Experimentele therapie met bètablokker

De behandeling met een bètablokker gaat snel en het lijkt langdurig te werken. Merel Kindt, hoogleraar Experimentele Klinische Psychologie aan de Universiteit van Amsterdam, doet al jaren onderzoek naar angst en emotioneel geheugen. Samen met collega's stond zij aan de wieg van de experimentele therapie met bètablokkers, en helpt zij mensen als Gwen van een angststoornis af.

"Wij neurowetenschappers vragen ons constant af of je het emotionele geheugen kunt veranderen. Bij geheugen denken mensen vooral aan gebeurtenissen waar we over kunnen vertellen. Maar het grootste deel van ons geheugen is geleerd gedrag en daar horen ook irrationele angsten bij, zoals hoogtevrees of spinnenfobie.

info

Bètablokkers zijn medicijnen die gegeven worden om het hart te ontlasten, bijvoorbeeld na een hartinfarct of bij hoge bloeddruk. Belangrijkste effecten zijn verlagen van de hartslag en bloeddruk. De werking van bètablokkers heeft te maken met het vrijkomen van stresshormonen bij inspanning of emotie. (Bron: Hartstichting)

Angstgeheugen

Wanneer het angstgeheugen in de hersenen wordt geactiveerd, bijvoorbeeld door iemand met spinnenangst bloot te stellen aan een spin, kan het tijdelijk in een instabiele toestand raken. "Als dit lukt hebben we een bepaald tijdsbestek waarin we de bètablokker kunnen toedienen", aldus Merel Kindt. "Na het verversen van het angstgeheugen helpen chemische stoffen in de hersenen normaal gesproken om dit stukje geheugen opnieuw op te slaan."

"De bètablokker voorkomt dit en zorgt er dus voor dat de angst niet meer op dezelfde manier wordt opgeslagen", vertelt de onderzoeker. "Dat is de in ieder geval onze hypothese, maar we kunnen vooralsnog niet op dat niveau in de hersenen van mensen kijken. Er is nog veel meer fundamenteel onderzoek nodig om dit proces echt goed te snappen." Kindt denkt dat deze vorm van behandeling misschien ook voor andere aandoeningen kan werken, zoals verslavingen.

Een dag na de behandeling met de bètablokker durft Gwen een spin over haar arm te laten lopen.

'Ik kon gewoon de kamer met de vogelspin inlopen'

Voor Gwen maakt het allemaal niet zoveel uit. Zij heeft de behandeling met de bètablokker net achter de rug en is tot haar verbijstering af van haar angst voor spinnen. "De dag na de behandeling kwam ik naar de kliniek voor controle en kon ik gewoon een kamer met een joekel van een vogelspin inlopen. Ik ging erbij staan en zag hem door het terrarium benen, en ik was er niet meer bang voor. Van de een op de andere dag, het was zo'n vreemde gewaarwording."

TV-reportage: Gwen kwam met één pilletje van haar angst voor spinnen af

*De achternaam van Gwen is bekend bij de redactie.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.