De papieren schoolagenda's vliegen als warme broodjes over de toonbank. Verrassend? Niet volgens planningscoach Cynthia Schultz: als je iets opschrijft, onthoud je het namelijk beter.
Wie denkt dat middelbare scholieren alleen nog hun mobiele telefoon gebruiken, heeft het mis. De jongeren kopen nog altijd trouw een papieren agenda. Planningscoach Cynthia Schultz begrijpt het wel, zegt zij in het NOS Journaal: "Het is bewezen dan wanneer je iets opschrijft je het beter onthoudt dan wanneer je iets typt op je computer of telefoon. Als ik voor morgen iets opschrijf en ik heb mijn planner niet bij me, dan onthoud ik het dus al."
Schrijven activeert diepere delen hersenen
Schultz krijgt bijval van Ruud van der Weel. Hij is professor cognitieve psychologie in Noorwegen en deed een uitgebreid onderzoek naar het geheugen, in combinatie met schrijven tegenover typen. "We hebben onderzoek met een EEG gedaan bij studenten. Als ze op een tablet schreven, zagen we dat de diepere delen van de hersenen anders reageerden. Andere onderzoekers hebben vastgesteld dat dat gelijk staat met leren."
Van der Weel is er daarom van overtuigd dat de hersenen meer informatie opnemen als je een pen gebruikt. "Zodra de hand gebruikt wordt, zijn grotere delen van de hersenen werkzaam. Daardoor hebben we het idee dat ze een soort kapstokjes maken om daar de kennis aan op te hangen."
Zijn Nederlandse collega Harold Bekkering, hoogleraar cognitieve psychologie aan de Radboud Universiteit, is bekend met de onderzoeken die zijn gedaan naar het geheugen. Hij bevestigt dat uit deze onderzoeken blijkt dat proefpersonen iets beter onthouden als ze de stof opschrijven.
Toch twijfelt hij eraan of dat onthouden alleen maar te danken is aan het schrijven. "Als je blind typt en je kunt goed blind typen, dan typ je alle woorden over. Je hoeft dan niet actief te luisteren. Terwijl als je schrijft, en dat gaat langzamer, dan moet je actiever omgaan met de stof. Je hoort niet alleen een stroom woorden, maar je gaat nadenken waar het over gaat. Je maakt een samenvatting en daarvoor onthoudt je het beter."
Kennis of taken
Brain-expert Mark Tigchelaar weet zeker dat je stof beter kunt onthouden als je het opschrijft. "Het vraagt om bewuste aandacht. Als je iets typt kan dat bijna gedachteloos. Maar met handgeschreven teksten activeer je meer onderdelen van het brein en het effect daarvan is dat je dingen beter kunt onthouden."
Toch heeft hij wél afscheid genomen van zijn papieren agenda. Hij werkt volledig digitaal. Toch is hij niet bang dat hij zijn afspraken zal vergeten. "Er is een groot verschil tussen een taak onthouden en kennis onthouden. Kennis onthouden, daarvan vind ik het belangrijk dat mijn eigen geheugen dat kan. Daarom schrijf ik dat op papier. Bij taken of afspraken is een digitale agenda simpelweg praktischer."
Luisteren
Feit of Fictie: 'Als je iets op papier schrijft, onthoud je het beter'
Otto Jelsma brengt vele tonnen afgedankte visnetten naar het front.
Bron:
EenVandaag
Wat eerst afval was, beschermt nu soldatenlevens in Oekraïne. Otto Jelsma brengt vele tonnen afgedankte visnetten naar het front. Ze blokkeren drones en camoufleren materieel, maar vanuit Den Haag blijft de steun voor deze goedkope oplossing uit.
Waar visnetten voorheen als afval werden weggegooid, hebben ze nu een onverwachte bestemming: het slagveld in Oekraïne. Otto Jelsma,oud-sergeant logistiek, stuurt ze vanuit zijn stichting Heaven's Shield richting het front. "Elke keer als een vrachtwagen met netten aankomt, redden we daar levens."
'Het werkt gewoon'
Jelsma grapt dat hier geen ingewikkelde technologie achterzit. "Het werkt gewoon." Sinds de start van de oorlog heeft hij samen met andere vrijwilligersorganisaties 1.800 ton netten naar Oekraïne gestuurd, goed voor 2,2 miljoen vierkante meter bescherming. Toch is er volgens hem nog veel meer nodig.
Hij legt uit dat netten gespannen worden over loopgraven en militaire voertuigen. Daar dienen ze als camouflage en bieden ze bescherming tegen Russische kamikazedrones.
In de Koersk-regio van Rusland ziet de Oekraïense drone-commandant Oleksandr elke dag hoe belangrijk de netten zijn. "Drones domineren het moderne slagveld", vertelt hij. "Zonder bescherming zijn onze posities een makkelijk doelwit. Dankzij deze netten hebben we al talloze aanvallen overleefd en kunnen we blijven vechten."
Volgens hem zijn de resultaten duidelijk: 85 kamikazedrones zijn al uitgeschakeld dankzij deze techniek. Ook artillerieposities worden ermee afgeschermd. "We bedekken onze artillerie, voertuigen en loopgraven met meerdere lagen netten," zegt Oleksandr. "Dit vermindert de zichtbaarheid voor drones en verhoogt onze overlevingskansen aanzienlijk."
Tonnen aan afgedankte netten
De vraag naar netten in Oekraïne is groot. Elke vrachtwagenlading die er aankomt, is binnen 24 uur uitgedeeld. Maar in Europa liggen volgens oud-sergeant Jelsma nog 20.000 tot 25.000 ton afgedankte netten te wachten op een tweede leven. Jelsma doet alles nu vrijwillig en een vrachtwagen laden en naar Oekraïne laten rijden kost veel geld.
Ondertussen begrijpen de Russen de waarde ervan allang: zij hebben vorige week een 8 kilometer lange 'netten-straat' gebouwd om hun troepen en materieel te beschermen tegen drones. "Wij hebben dringend meer nodig om hetzelfde te doen. Elke dag zonder extra netten betekent extra risico's voor onze eenheden", zegt Oleksandr.
'Dit kost levens'
Volgens Jelsma moeten hij en zijn stichting in Nederland bijna bedelen om extra netten die kant op te krijgen om de soldaten te beschermen. "We hebben in Europa duizenden tonnen liggen, maar we krijgen het niet voor elkaar om ze snel naar Oekraïne te krijgen."
Hij vindt dat onbegrijpelijk. "We moeten alles met vrijwilligers doen en zonder steun gaat dat gewoon langzamer", legt hij uit. "Dit kost gewoon levens."
De oud-militair en zijn stichting proberen al sinds 2022 steun te krijgen van de Nederlandse overheid, maar zonder succes. "We hebben brieven gestuurd aan ministers en staatssecretarissen, gebeld, gemaild, geappt, maar er komt geen reactie," zegt hij. "Het lijkt alsof niemand inziet hoe essentieel dit is."
CDA-Kamerlid Derk Boswijk vindt dat een gemiste kans. "Juist nu Amerika zijn steun afbouwt, moeten we particuliere initiatieven extra omarmen," vertelt hij. "Ik vind het onbegrijpelijk. Dit werkt gewoon, het is eenvoudig en goedkoop." Defensie zou dit volgens hem allang al moeten oppakken. "Ik zou zeggen; omarm dit initiatief en breng als de wiedeweerga al die netten die we hier hebben naar Oekraïne toe."
info
Reactie ministerie van Defensie
''De militaire steun aan Oekraïne is van groot belang. Nederland leverde voor bijna € 6 miljard aan militair materieel, munitie en goederen. Denk aan F-16-gevechtsvliegtuigen, voertuigen en luchtverdedigingssystemen. Maar ook drones, radars en munitie voor tanks en artillerie.
Regelmatig wordt het ministerie van Defensie ook benaderd door particuliere initiatieven. Defensie beschikt echter over beperkte capaciteit die gericht wordt ingezet. De behoefte van de Oekraïense krijgsmacht is leidend in de steun die we leveren. Daarom gaat Defensie niet in op particuliere initiatieven.
Dat neemt niet weg dat Defensie veel waardering heeft voor alle initiatieven om Oekraïne te steunen en de mensen die erachter zitten. Het laat zien dat de steun aan Oekraïne breed wordt gedragen in onze samenleving.''
'Blijven sturen zolang dat nodig is'
Europa trekt 800 miljard euro uit voor militaire herbewapening. Toch wordt er tot frustratie van de oud-militair nauwelijks iets gedaan met de goedkope, bewezen effectieve bescherming die visnetten bieden. "We praten over miljarden voor ingewikkelde systemen, terwijl een vrachtwagen vol netten slechts 3.000 euro kost," zegt Jelsma. "Daarmee beschermen we meteen 15.000 vierkante meter frontlinie."
Ondanks het gebrek aan steun uit Den Haag, blijft Jelsma doorgaan. Dankzij donateurs en vrijwilligers rijdt er nog steeds elke week minimaal een vrachtwagen richting Oekraïne. "Elke vrachtwagen die aankomt, redt levens. Het is frustrerend dat er niet meer steun vanuit Defensie komt, maar we blijven ons best doen netten zoveel mogelijk netten te sturen zolang dat nodig is."
Michel kreeg tijdens zijn bijbaan in de horeca te maken met seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Bron:
EenVandaag en ANP
Ongewenste aanrakingen, gooien met borden en ongepaste vragen: het zijn voorbeelden van grensoverschrijdend gedrag in de horeca. Wat voor veel jongeren hun eerste baantje is, blijkt voor velen een onveilige werkplek.
Ook Rose (21) en Michel* (24) maakten het mee. Volgens beiden zijn de grenzen vaag in deze sector. "Het voelt vaak als een vriendengroep", legt Michel uit. Een gezellige, sociale bijbaan dus, voor velen ook de reden om er te gaan werken. Maar die gezelligheid heeft een keerzijde.
'In je kruis grijpen'
"In de horeca is het echt iets wat je dagelijks kan meemaken", vertelt Rose. "Wanneer dat gebeurt, dan sta je eigenlijk gewoon met je mond vol tanden."
Michel is 16 als hij begint met werken in de horeca, als afwasser. Een paar jaar later werkt hij in de bediening, en gaat een directe collega voor het eerst zijn grens over. "Ik weet nog dat ik toen borden moest ophalen. En de kok daar, toen ik met de borden in mijn handen liep, greep me bij mijn kruis. Ik schrok daar heel erg van."
Grenzen vervagen
Hij was hecht met zijn collega's en de eigenaar, en wist daardoor niet goed wat hij moest doen.
"We deelden veel met elkaar, ook persoonlijke dingen. Doordat die grens tussen werknemer en baas zo vaag is, weet je in dat moment niet wat je moet zeggen of doen. Een vriendin van mij geloofde het in eerste instantie zelfs niet", vertelt hij.
info
Onderzoek grensoverschrijdend gedrag in de horeca
Uit onderzoek van 3Vraagt blijkt een meerderheid (62 procent) van de jonge horecamedewerkers tussen de 16 en 34 jaar grensoverschrijdend gedrag te hebben meegemaakt. Een hoger cijfer dan in andere sectoren (47 procent). Vooral jonge vrouwen zijn de dupe. Bijna driekwart van de vrouwelijke horecamedewerkers krijgt hiermee te maken.
Voor Michel blijft het niet bij één incident. Een aantal jaar later werkt hij bij een ander café. Deze keer is het zijn oudere manager.
"Ik werkte laat in de avond in m'n eentje, toen ik door hem werd gebeld. Hij zei: 'hey, ik heb je zes brutale berichtjes gestuurd. Zou je hier zo spoedig mogelijk op kunnen reageren en laten weten of je hiervan gediend bent?' Ik dacht dat ik iets fout had gedaan."
Naaktfoto's van manager
Het bleek anders. "Ik open Whatsapp en tot mijn verbazing waren het zeker brutale berichten." Michels manager verzoekt hem tot seksuele handelingen, en stuurt er een naaktfoto van zijn geslachtsdeel achteraan.
"Ik had hem nog aan de lijn en ik was er heel erg van geschrokken, dus ik zei: 'ik weet het eigenlijk niet'. Ik lachte ook een beetje ongemakkelijk. Toen hing ik meteen op." Hij blijft verbaasd achter. "Er was ook niemand anders in de tent, dus ik kon het ook niet meteen met iemand anders delen."
Melding maken
Michel besluit het uiteindelijk wel te delen, en vertelt het aan de eigenaar. Het leidt tot het directe ontslag van de manager. Het is geen makkelijk besluit voor Michel.
"Ik dacht: er kan iemand door de deur lopen die 16 of 17 is bij wie dit ook kan gebeuren. Ik was 23, ik sta al wat sterker in mijn schoenen. Maar iemand die jonger is durft zich misschien niet uit te spreken."
Edwin Vlek, voorzitter van De Horecabond, herkent de verhalen. "Ik zou ervan moeten schrikken, maar ik schrik er niet meer van. Het is gewoon verschrikkelijk dat dit gebeurt. Maar helaas, in onze sector zijn alle elementen aanwezig om dit wel te blijven laten bestaan." Volgens Vlek is het een combinatie van factoren.
"Het is een giftige mix. Hoog verloop, jonge mensen, alcoholgebruik." De helft van het horecapersoneel is tussen de 15 en 24 jaar oud. Bovendien werk je dicht bij elkaar, fysiek, maar ook in de relatie, vertelt Vlek. "Het zijn vaak kleine bedrijven waarbij de werkgever dicht bij het personeel staat."
Vrouwen vaker slachtoffer
Vooral vrouwen zijn de dupe. Volgens Rose is dat een bekende realiteit. "Ik zag het destijds vooral als iets waar je maar gewoon aan moet wennen. Je wordt er hard van, denk ik. Je moet er een beetje weerbaar voor zijn."
Ook voordat ze op 17-jarige leeftijd in de horeca gaat werken, hoort ze van vriendinnen hoe het eraan toe kan gaan. "Aan de ene kant wist je dat het eraan zat te komen, maar aan de andere kant, als het gebeurt weet je niet hoe je moet reageren. Je lacht het gewoon weg", vertelt ze.
Schaamte
Vlek herkent het gevoel. "Wat je ziet is dat jonge mensen het lastig vinden om voor zichzelf op te komen." Volgens hem vinden nog te veel werknemers het ingewikkeld om incidenten te melden. "Als je dan vraagt: waarom meld je dat dan niet? Dan zeggen ze ja, het zijn ook collega's. Dat is aan de ene kant schaamte, maar ze voelen ook een soort van loyaliteit."
Volgens hem moet dit gedrag vaker als problematisch worden erkend: "Het begint bij dat erkennen en dat we hier iets mee moeten. Ik durf op dit moment te stellen dat niet alle werkgevers er bewust van zijn dat dit een probleem is, omdat het nog te normaal gevonden wordt. Maar deze cijfers liegen er niet om."
Rose vindt dat er vanuit de werkgever meer actie moet komen, vertelt ze. "Ik hoop dat er concrete acties worden ondernomen wanneer iemand aangeeft dat ze zich niet veilig voelen. En ook dat daar geen concrete situatie aan vooraf hoeft te gaan. Soms voel je dat gewoon aan."
Maar, ook bij de werknemer ziet ze ruimte voor verbetering. "We zijn het allemaal gewend, maar we moeten het bespreekbaar maken binnen teams in de horeca. Dat het niet normaal is en dat je je mag uitspreken. Ik heb dat zelf ook te lang niet gedaan."
'Ga het gesprek aan'
Ook Edwin Vlek ziet dat het anders kan. Hij hoopt niet alleen op meer actie na incidenten, maar ook preventieve maatregelen.
"We willen dialoog stimuleren. Ook denk ik dat het belangrijk is dat we een grote campagne starten waarbij we mensen bewust maken, dat grenzen gerespecteerd moeten worden. Maak nou eens inzichtelijk en duidelijk: wat is nou gewenst gedrag en ga daarover met elkaar in gesprek."
Impact
Want: de incidenten hebben impact. Zo vertelt Michel dat hij anders is gaan kijken naar mannen. "Ironisch, omdat ik zelf een man ben. Maar het heeft me een ander perspectief gegeven. Ik durf te wedden dat er heel veel mannen zijn die misschien wel ergere verhalen hebben, maar die dat niet durven uitspreken."
Rose vertelt dat ze mensen minder snel vertrouwt. "Ik ben voorzichtiger in hoe ik me naar mensen opstel, misschien wel minder naïef. Ik kijk harder naar mensen, omdat je ziet hoe ze kunnen zijn. En dat niet iedereen even lief is of het beste met je voor heeft. En als je op jonge leeftijd in de horeca komt, dan denk je dat nog wel."
*Michel is een gefingeerde naam. Zijn echte naam is bekend bij de redactie.