radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

'We weten nu eindelijk waar hij ligt': hoe Jan zijn vader terugvond dankzij nieuwe zoektechniek voor gezonken vissersschepen

'We weten nu eindelijk waar hij ligt': hoe Jan zijn vader terugvond dankzij nieuwe zoektechniek voor gezonken vissersschepen
Bron: EenVandaag

Zoeken naar de vissers die bleven op zee, dat is waar het de leden van de nieuwe Stichting Onderzoek Maritiem Vermisten om gaat. Na bronnenonderzoek aan land speuren ze met nieuwe sonartechnieken de Noordzeebodem af. En dat heeft succes.

Als hij over de zoektochten op zee praat, beginnen zijn ogen te glimmen. Cees Meeldijk is visserman, geschiedkundige, beleidsmedewerker bij de BBB en sinds een jaar voorzitter van de Stichting Onderzoek Maritiem Vermisten. Die stichting richtte hij samen met andere zeeliefhebbers op om beter onderzoek te doen naar gezonken vissersschepen op de bodem van de Noordzee.

Vijf gevonden wrakken

"We benaderen de gezonken vissersschepen als cold case-zaken. Toen de schepen destijds zonken, waren de onderzoekstechnieken een stuk minder goed dan nu. Daarom is het interessant om opnieuw onderzoek te doen en te kijken wat we kunnen vinden", vertelt Meeldijk. "Dat pakt tot op heden behoorlijk goed uit."

De stichting bestaat nu een jaar en heeft in die korte tijd vijf wrakken gevonden. Het laatste wrak, de Katwijkse kotter KW 103, die in september werd gevonden, was een toevalstreffer. Eigenlijk was de zoektocht gericht op een andere kotter. "We dachten tijdens het duiken de kotter te zien waar we naar op zoek waren", vertelt Meeldijk. "Maar toen we de video-opnames van de duik doorstuurden naar Jan van Welie, zag hij direct dat dat niet klopte."

De gezonken KW 103 is gevonden met de nieuwe techniek
Bron: EenVandaag
De gezonken KW 103 is gevonden met de nieuwe techniek

Bekijk ook

Monstergolf veroorzaakt ramp

Jan van Welie is pas 6 jaar oud, als in 1970 de viskotter van zijn vader niet terugkeert van zee. Een monstergolf tijdens een zware storm in de nacht van 19 op 20 februari laat het schip kapseizen. Alle vijf de bemanningsleden overleven de ramp niet.

"Als hij thuis was, dan was het feest", vertelt Van Welie aan zijn keukentafel. "Hij was er natuurlijk meestal niet, dus de weekenden waren geweldig. Dan nam hij een zeewolf voor mij mee en dan rende hij achter mij aan met de zeewolf in zijn handen. Die dingen vergeet je gewoon niet."

Onbeantwoorde vragen

Het gezin Van Welie heeft het goed, ze hebben zelfs een auto in die tijd. Maar dan komt vader Anton van Welie plotseling niet meer thuis. Een schok waar zijn zoon Jan zijn hele verdere leven nog veel last van heeft. "Ik denk dat ik door die plotselinge gebeurtenis een beetje schuw ben geworden. Ik heb me teruggetrokken", vertelt Van Welie.

"We bleven zitten met heel veel vragen, mijn broer, zus en ik. Je haalt je de raarste dingen in het hoofd. Zeker als kind gaat de fantasie met je aan de haal. Dan liep ik in het buitenland en dacht ik hem te herkennen. Je hebt toch de hoop dat hij zich misschien heeft kunnen redden, heeft kunnen vastklampen aan een stuk hout."

info

Overleden bemanningsleden van de Katwijker 103

Aan boord van de Katwijker 103 die in 1970 verging, zat niet alleen de vader van Jan, schipper Anton van Welie. Ook waren aan boord: stuurman Wim Ouwehand, monteur Jaap van der Boon, matroos Jaap Schaap en matroos Cees Krijgsman. Allen kwamen om bij de schipbreuk.

Alles viel op zijn plek

55 jaar later bekijkt Van Welie video-opnames van een duik op een wrak. Die worden hem toegestuurd door mede-leden van de Stichting Onderzoek Maritiem Vermisten. Als scheepskenner ziet Van Welie direct dat het wrak niet het schip is dat zijn maten dachten te hebben gevonden. Wat hij wel ziet, doet zijn hart sneller kloppen.

"Ik kreeg de schrik om mijn hart. 'Dit is onmogelijk, dit kan niet,' dacht ik. Ik herkende de boeg van het schip, de trappen naar de stuurhut, de raampjes en de haspel. Alles viel op zijn plek. Dit was de Katwijker 103, de visserskotter van mijn vader."

'Weten nu waar hij ligt'

De verrassing van de vondst is enorm. Juist omdat altijd is gedacht dat de KW 103 heel ergens anders lag, verborgen onder een dikke laag zand. "Het is heel vreemd om te beseffen dat hij al die tijd heel ergens anders heeft gelegen", zegt Van Welie.

Het schip zal op de bodem blijven liggen, want het is een zeemansgraf. Maar Van Welie weet zeker dat hij naar de locatie zal varen, samen met zijn zus die in Nieuw-Zeeland woont. "We weten nu waar hij ligt, dat is voldoende."

Bekijk ook

Onderzoek aan land

Volgens voorzitter Meeldijk is dit precies wat de stichting wil bereiken: vissers die op zee zijn gebleven opsporen, en antwoorden vinden op vragen waar nabestaanden al jaren mee rondlopen. "Families benaderen ons ook actief met de vraag of we eens naar dat en dat schip willen zoeken", vertelt hij. "Ik heb zo op dit moment vier schepen waar we naar op zoek zijn."

Voordat ze de zee op gaan om te duiken, wordt onderzoek op het land gedaan, legt Meeldijk uit. "We zoeken in archieven, stellen vragen aan vissergemeenschappen, aan de hydrografische dienst, de marine en de politie. Overal gaan we op zoek naar informatie om ons een beeld te vormen van waar de schepen mogelijk gezonken zijn. Pas als we dat scherp hebben, gaan we op pad."

Scherpe 3D-beelden

"Wij hebben het nu veel makkelijker dan de kerels die vroeger moesten zoeken", zegt Lars Dekker, terwijl hij zijn speedboot in stapt. Dekker is de technische man van de stichting en een fervent wrakduiker.

"Met de oude apparatuur zag je alleen een vlek op de bodem. Tegenwoordig kunnen we met een sidescan sonar een heel scherp 3D-beeld krijgen. De sonar die wij gebruiken kan 80 meter naar links en naar rechts van de boot kijken. Hierdoor hebben we breed zicht, en zie je vaak al van bovenaf wat voor schip er op de bodem ligt. In combinatie met het onderzoek onder vissers en in de archieven, zorgt deze techniek voor het succes van onze zoektochten."

'We weten nu eindelijk waar hij ligt': hoe Jan zijn vader terugvond dankzij nieuwe zoekmethode voor gezonken vissersschepen

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Teruggestuurde asielzoekers duiken onder om later alsnog in Nederland asiel aan te vragen: 'Hier heb ik mensen die me kunnen helpen'

Teruggestuurde asielzoekers duiken onder om later alsnog in Nederland asiel aan te vragen: 'Hier heb ik mensen die me kunnen helpen'
Asielzoeker Muhammad is tot zijn opluchting toch nog in de Nederlandse asielprocedure gekomen
Bron: EenVandaag

Asielzoekers die in een ander Europees land zijn aangekomen, mogen hier worden geweigerd door de IND. Als ze na 1,5 jaar niet zijn teruggestuurd, mogen ze blijven. "Er zijn in ons land heel veel mensen die deze mensen helpen onderduiken."

Mohammad uit Iran is opgelucht. Hij heeft van zijn advocaat te horen gekregen dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) zijn asielprocedure in behandeling heeft genomen. Hij is een politieke vluchteling en loopt gevaar in zijn geboorteland. Hij moest volgens de Dublinverordening zijn asielaanvraag eigenlijk in Kroatië afwachten.

'Ik wilde niet terug naar Kroatië'

Daar werd hij, voordat hij bijna 2 jaar geleden in Nederland aankwam, door de Kroatische politie opgepakt en voor het eerst geïdentificeerd. Toen hij vervolgens naar Nederland doorreisde en bij de IND asiel aanvroeg, kreeg hij daar te horen dat ze zijn aanvraag niet in behandeling zouden nemen.

"Ik moest terug naar Kroatië", vertelt Mohammad. "Daar zouden ze mijn asielaanvraag in behandeling nemen. Maar ik wilde niet terug naar Kroatië. Ik heb hier in Nederland familie wonen en ben nierpatiënt. Hier heb ik mensen die mij kunnen helpen, in Kroatië niet."

Bekijk ook

Dublinverordening

De Dublinverordening bepaalt dat het land waar een vreemdeling Europa binnenkomt, verantwoordelijk is voor de behandeling van zijn of haar asielverzoek. Deze regels werden in 2003 ingevoerd om te voorkomen dat asielzoekers Europa rondreizen om in verschillende lidstaten een procedure te beginnen. Maar ook om te zorgen dat niet ieder land zijn handen van een zaak af kan trekken.

Zodra iemand in Nederland asiel aanvraagt, wordt in verschillende databases gecontroleerd of diegene eerder in een andere EU-lidstaat is geweest. Als dat zo is, gaat de IND niet verder met de asielprocedure. Nederland verzoekt de andere lidstaat dan om de asielzoeker terug te nemen. Dat wordt een 'Dublinclaim' genoemd.

Lastig in de praktijk

Vervolgens heeft de andere lidstaat 2 maanden om op dat verzoek in te gaan. Is er na die periode nog geen reactie, dan geldt: wie zwijgt, stemt toe. De asielzoeker kan dan worden overgedragen.

Dat is de bedoeling, zegt universitair docent migratierecht Mark Klaassen, maar de praktijk is vaak anders. "De Dublinverordening werkt tussen lidstaten, en de effectiviteit hangt dus af van de bereidwilligheid van de verschillende landen. In de praktijk komt er van de Dublinregels niet veel terecht, omdat het andere land niet meewerkt. Of omdat de asielzoeker niet meewerkt."

Bekijk ook

Een op zes Dublinclaims ingewilligd

Dat blijkt ook uit cijfers die EenVandaag bij de IND heeft opgevraagd. Slechts één op de zes Dublinclaims die Nederland in de afgelopen 5 jaar heeft gedaan, heeft geleid tot overdracht van een asielzoeker naar een ander land.

Het valt op dat er tussen de verschillende lidstaten grote verschillen zijn in bereidwilligheid. Zo neemt Duitsland asielzoekers bij bijna de helft van de claims daadwerkelijk terug, terwijl Italië nauwelijks op dit soort verzoeken reageert. In de afgelopen 3 jaar is geen enkele asielzoeker vanuit Nederland teruggestuurd naar Italië, ondanks de ruim 4.000 verzoeken die er zijn gedaan.

Termijn van 1,5 jaar

Daar kunnen asielzoekers gebruik van maken. 'Dublin' houdt een land namelijk niet voor eeuwig verantwoordelijk voor de opvang: als iemand na 18 maanden niet is overgedragen aan de verantwoordelijke lidstaat, verloopt de claim en kan hij of zij alsnog ergens anders een asielprocedure beginnen.

Klaassen: "Je ziet bij de cijfers vaak staan: 'Met onbekende bestemming vertrokken.' Dat zijn mensen die uit de asielzoekerscentra zijn vertrokken en uit het zicht van de overheid zijn geraakt. In de Dublinverordening staat dat na 18 maanden de Dublinclaim vervalt. Als iemand dan nog niet naar het land van aankomst is teruggestuurd, kan Nederland niet langer iemand weigeren. En wordt dan alsnog verantwoordelijk voor de asielprocedure."

info

Nieuw Europees migratiepact

Het EU-Asiel en Migratiepact bevat regels voor een nieuw Europees asielsysteem en treedt in 2026 in werking. De nieuwe verordening over asiel- en migratiebeheer bevat regels over de verantwoordelijkheidstoedeling voor de behandeling van asielverzoeken over de EU-lidstaten en een solidariteitsmechanisme.

Een belangrijk doel van deze regels is om de solidariteit tussen lidstaten bij de verdeling van asielverzoeken minder vrijblijvend te maken. De termijn waarmee een Dublinclaim dan zal vervallen wordt drie jaar, in plaats van anderhalf jaar.

Bekijk ook

Asielzoekers duiken onder

Volgens asieladvocaat Sonya Taheri weten veel asielzoekers precies hoe dat werkt, en anticiperen ze er ook op. "Ze hebben een paar maanden om een netwerk op te bouwen. Dan vertel ik ze op een zeker moment: het is nu het moment om uit het centrum te vertrekken. Dan duiken ze onder."

"Er zijn veel mensen in Nederland die deze groep willen helpen, omdat ze begrijpen dat ze hier willen blijven", ziet Taheri. "Omdat ze hier familie hebben, of omdat de landen waar ze naar terug moeten veel slechtere omstandigheden hebben."

Organisaties helpen 'Dubliners'

EenVandaag sprak meerdere kerkelijke organisaties die deze 'Dubliners' helpen. Geen van de organisaties wil hiermee in de publiciteit treden. Ze geven aan kwetsbare asielzoekers te helpen om die 18 maanden door te komen, en zo te voorkomen dat ze op straat moeten zwerven.

De gemeente Amsterdam helpt een deel van deze groep asielzoekers in hun opvang voor ongedocumenteerden. "We willen voorkomen dat kwetsbare mensen op straat moeten slapen, want dat is het alternatief", zegt verantwoordelijk wethouder Rutger Groot Wassink. "Dat vinden wij voor die mensen onwenselijk, en het zorgt uiteindelijk voor meer overlast voor de stad."

Bekijk ook

Drie jaar ook overbruggen

Groot Wassink maakt zich zorgen over de nieuwe regels die volgend jaar zomer van kracht gaan. Dan wordt de termijn voordat een Dublinclaim vervalt 3 jaar in plaats van 18 maanden. "Dat zal betekenen dat mensen nog langer in de illegaliteit moeten leven, met alle gevolgen van dien. Wij zien als gemeente in de praktijk wat het gevolg is van regels die niet goed werken."

Asieladvocaat Taheri maakt zich er geen zorgen over dat asielzoekers die hier willen blijven met een Dublinclaim die 3 jaar niet zullen weten te overbruggen. "Er zijn hele Facebookgroepen waarin mensen in het geheim mensen tijdelijk opvangen. Het zal misschien net wat lastiger worden, maar mensen laten zich niet zo gemakkelijk afschrikken als ze duidelijk hun toekomst in Nederland voor zich zien."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Zorgen om gezondheid in Lochem door plan voor lelieteelt: een van de meest bespoten gewassen

De teelt van lelies op landbouwgrond in het Gelderse Lochem veroorzaakt grote onrust. Bewoners zijn bang dat de bestrijdingsmiddelen die daarbij gebruikt worden, schadelijk zijn voor hun gezondheid. Omwonenden hopen dat de teelt verboden wordt.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant