radio LIVE
meer NPO start

Wat voor soort ontwikkelingshulp werkt? En andere vragen beantwoord

Wat voor soort ontwikkelingshulp werkt? En andere vragen beantwoord
Palestijnse kinderen ontvangen het poliovaccin in een vluchtelingenkamp in Gaza
Bron: EPA

Binnen de VN zijn afspraken gemaakt over hoeveel geld landen jaarlijks moeten doneren aan ontwikkelingslanden. Maar het kabinet en andere Europese regeringen willen hierop flink bezuinigen. We vroegen wat jullie wilden weten over ontwikkelingshulp.

Jullie vragen worden beantwoord door bijzonder hoogleraar ontwikkelingshulpvraagtstukken aan de Erasmus Universiteit Rotterdam Dirk Jan Koch.

1. Wat zijn de voordelen van het bieden van ontwikkelingshulp?

"Het idee van ontwikkelingshulp is natuurlijk om mensen te helpen, zodat degenen die nu honger lijden of geen vaccinatie ontvangen, daar wél toegang toe krijgen", begint Koch. Maar, die hulp is niet alleen voordelig voor het land dat het ontvang, maar ook voor het land dat het aanbiedt.

"Op lange termijn heeft ontwikkelingshulp ook voordelen voor Nederland. Veel van de problemen die in ontwikkelingslanden spelen kunnen namelijk op ons bordje terechtkomen." Hij geeft ontbossing als voorbeeld. "Het kappen van bomen in Afrika heeft impact op klimaatverandering, wat Nederland vervolgens weer raakt."

Ook het investeren in vrede, veiligheid en de gezondheidssystemen van ontwikkelingslanden is van belang voor Nederland, gaat hij verder. "Doe je dit niet, dan is de kans groter dat er een ziekte ontstaat die overwaait naar Nederland. Bovendien brengen conflicten meer migratie op gang. Gaat het beter in die landen dan is dat ook beter voor Nederland", legt hij uit.

2. Welke nadeel kent ontwikkelingshulp?

"Het grote nadeel is dat het ons geld kost", vertelt Koch. Nederlanders betalen via belastinggelden mee aan ontwikkelingshulp. "Dat geld kun je natuurlijk ook anders besteden."

Maar, volgens de bijzonder hoogleraar denken we vaak onterecht dat er veel geld gaat naar ontwikkelingshulp. "Sommige mensen denken dat dit percentage op 5 procent tot 10 procent ligt, maar dat valt eigenlijk wel mee. Ongeveer 0,5 procent van het Nederlands bruto binnenlands product gaat naar ontwikkelingslanden toe." Ter vergelijking: de defensie-uitgave ligt op 2 procent.

info

Ontwikkelingshulp of ontwikkelingssamenwerking?

Omdat we er dus vanuit gaan dat we een gezamenlijke belang hebben met ontwikkelingslanden, noemen we het al 30 jaar ontwikkelingssamenwerking, weet Koch. "Door samen te werken kunnen we mondiale uitdagingen aanpakken. Nu heeft deze regering besloten om het weer ontwikkelingshulp te noemen."

Ontwikkelingshulp richt zich bijvoorbeeld op het leveren van noodhulp en voedselpakketten in ontwikkelingslanden. Daarbij ontstaat een ongelijkwaardige verhouding. "De gever staat boven de ontvanger, die dankbaar hoort te zijn. Bij samenwerking gaat het meer om een gelijkaardige relatie."

3. Welke structurele resultaten zijn de afgelopen 30 à 50 jaar behaald?

Koch zegt kritisch te zijn op ontwikkelingssamenwerking, maar denkt toch dat het resultaten brengt en duurzaam is als je op basis van gelijkwaardigheid met mensen werkt.

"Als je kijkt naar wat ontwikkelingshulp oplevert op het gebied van sociale indicatoren, denk aan de hoeveelheid moeders die doodgaan tijdens bevallingen of hoeveelheid kinderen die kunnen lezen en schrijven, dan is dit in vergelijking met 40 jaar geleden wereldwijd enorm verbeterd."

De beelden van honger en armoede die we kennen van reclames geven niet altijd een correct beeld van de werkelijkheid, vertelt Koch. "Rond covid ging het even wat slechter en nam de honger weer toe, maar kijk je naar de lange lijnen dan gaat het steeds beter met de wereld."

Bekijk ook

4. Welk soort ontwikkelingshulp werkt goed?

Dat is soms moeilijk in te schatten, zegt Koch. "Maar wat je wel ziet is dat enorme investeringen in scholen en ziekenhuizen door Nederland en andere landen, helpen. Je hoeft geen raketwetenschapper te zijn om te begrijpen dat als je meer kinderen gaat vaccineren en je zorgt dat er vaccins beschikbaar zijn, er minder snel kinderen overlijden."

"Met name op welzijnskenmerken is een enorme voortgang te zien." En dat is volgens de bijzonder hoogleraar voor een deel te danken aan ontwikkelingssamenwerking.

Vraag je Koch of hij landen kent die rijk zijn geworden door ontwikkelingssamenwerking, dan zegt hij daar het volgende over: "Je bent als land afhankelijk van veel andere factoren zoals het bestuur in het ontwikkelingsland en haar handelsregels."

Op de korte termijn kun je een kliniek openen en daarvoor mensen opleiden, dat gaat een tijdje goed, gaat hij verder. "Maar wil je ervoor zorgen dat een land op lange termijn economisch competitief wordt en goede industrieën krijgt, daar heb je zoveel meer voor nodig. En dat is gewoon lastig om dat van buiten te stimuleren. Daarvoor heb je goede lokale leiders en eerlijke internationale handelssystemen nodig."

Dirk Jan Koch
Bron: Eigen foto
Dirk Jan Koch
info

EenVandaag Vraagt

In dit artikel zijn antwoorden verwerkt op vragen die zijn ingestuurd via EenVandaag Vraagt. Met EenVandaag Vraagt heb je invloed op wat we maken. Wil je meedoen? Download dan de Peiling-app van EenVandaag, ga dan naar 'Instellingen' en zet je notificaties voor EenVandaag Vraagt aan. Je vindt de vragen en antwoorden terug bij 'Doe mee'. De Peiling-app van EenVandaag is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

5. Waarom stoppen we niet met ontwikkelingshulp?

Dit zou onverstandig zijn, zegt Koch."Naast lange termijnbelangen heeft Nederland ook belangen op korte termijn. Zo biedt ontwikkelingshulp Nederland de mogelijkheid om mee te praten op internationaal niveau."

Hij geeft een voorbeeld van het G20-overleg, waar jaarlijks negentien landen en de EU samenkomen om economische onderwerpen en de gevolgen van klimaatverandering te bespreken. "Je moet je voorstellen dat Nederland altijd een klapstoeltje heeft bij dat G20-overleg. We mogen er niet helemaal bijzitten, maar er worden veel belangrijke zaken besproken zoals migratie, economie en handel die Nederland echt raken. Stop je met ontwikkelingshulp dan moet je als land niet verwachten dat je een volgende keer weer bij dat overleg wordt betrokken."

Ontwikkelingshulp is ook goed geweest voor de Nederlandse handel, vertelt Koch. "Er bestaat een statisch verband tussen hoe we hulp aan een land geven en hoeveel handel we met dat land drijven 5 jaar later. Ondernemers in ontwikkelingslanden zien Nederlanders als serieuze handelspartners die goede producten en diensten leveren. Dus voor een exportland als Nederland is ontwikkelingshulp een investering die zich terugbetaalt op middellang termijn."

Bekijk ook

6. Hoeveel geld verdwijnt er in de zakken van dictators en andere profiteurs?

Een exact bedrag kan Koch niet noemen, maar hij weet wel dat de manier van samenwerking is veranderd omdat het geldbedrag niet altijd op de juiste plek terechtkwam. "Vroeger werd het geld direct overgemaakt naar regeringen in ontwikkelingslanden. Dit gebeurt nu eigenlijk niet meer. Het geld komt nu via ontwikkelingsorganisaties, christelijke organisaties en VN-instellingen terecht in die landen."

Maar het is niet zo dat geld overmaken naar regeringen nooit werkt, gaat hij verder. "Er zijn ook ontwikkelingslanden die echt serieus bezig zijn en serieus beleid hebben. En dan is soms effectiever en efficiënter om bijvoorbeeld wel geld over te maken aan het ministerie van onderwijs in Ghana dan aan een dure VN-organisatie."

"Dit is alleen mogelijk bij ministeries en landen die goed georganiseerd zijn en waarvan je weet dat het geld goed terechtkomt", waarschuwt hij tot slot.

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Een heel product of alleen het laatste stukje? Zo wordt bepaald of iets het label 'made in China' krijgt

Een heel product of alleen het laatste stukje? Zo wordt bepaald of iets het label 'made in China' krijgt
Bron: AFP

In een nieuwe ontwikkeling rondom de handelsoorlog tussen China en de VS, richten Chinese TikTokkers zich op Amerikaanse consumenten. In filmpjes 'ontmaskeren' zij westerse luxemerken zoals Hermès. Deze zouden namelijk uit China komen en niet uit Europa.

De makers van de video's roepen anderen op om de luxeproducten direct van Chinese leveranciers te kopen, want dat zou goedkoper zijn. Consumenten zouden zo geen last hebben van de importheffingen én nog steeds een rasechte tas van een westers modehuis zoals Hermès of Louis Vuitton kunnen kopen. Maar klopt dat wel?

Verwarring over merken

Volgens het modehuis Hermès zelf niet. Zij houden vol dat hun handtassen, die tienduizenden euro's kosten, in Frankrijk worden gemaakt. Econoom Cor Molenaar beaamt dit. "Ik heb Hermès zo goed mogelijk onderzocht en volgens mij wordt die inderdaad in Frankrijk gemaakt", vertelt hij.

"Maar er zijn ook fabrieken die de Hermès naam met een bepaalde aanvulling gebruiken waardoor het lijkt alsof het in China wordt gemaakt. Maar dat zijn niet de originele tassen. Dat zijn gewoon producten die dezelfde naam dragen." En dat schept dus - ook in het geval van de TikTok-filmpjes - verwarring, weet de econoom.

Bekijk ook

Laatste fase bepaald

Los van die verwarring en replica's die op de markt verschijnen, is het ook bekend dat een deel van westerse producten - van de Amerikaanse iPhone tot aan de Duitse BMW en Franse Louis Vuitton - daadwerkelijk in China wordt gemaakt. Soms zelfs voor 90 procent. Hoe zit dat dan?

"Dat is altijd een moeilijk punt", antwoordt Molenaar. "Kijk, de onderdelen zijn vaak gemaakt in China, maar het merk, of laten we zeggen de laatste fase in zo'n productieproces, die bepaalt vaak waar het is gemaakt. Dus met andere woorden, als een half product in Amerika aankomt en hij verder wordt afgemaakt in Amerika, dan is het 'Made in America' en niet 'Made in China'."

Bekijk ook

Duits product, Chinese onderdelen

En dat geldt ook voor Europese producten, benadrukt de econoom. Veel van de onderdelen die nodig zijn voor automerken zoals BMW en Mercedes worden vanuit de hele wereld aangevoerd.

"Alleen dat assembleren tot het eindproduct, dat is dus heel bepalend. Vandaar dat een BMW nog steeds een Duits product is, terwijl er onderdelen in zitten die uit China en ook uit Nederland komen."

'Afmaken in land van herkomst nodig'

"Het kan dus best zijn dat 90 procent in het buitenland wordt gemaakt en de andere 10 procent in Frankrijk, waarbij ze de laatste stiksels en modificaties aanbrengen voordat het in de winkels terechtkomt", merkt Molenaar weer op over de kleding en accessoires van de Franse modehuizen als Hermès en Louis Vuitton.

En dat laatste, het product 'afmaken' in het land van herkomst, is nodig. "Want die zien er dan wel op toe dat het eindproduct aan alle standaarden voldoet", zegt de econoom tot slot.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Gesprek over seksueel misbruik moet blijvend gevoerd worden, vindt ervaringsdeskundige Mandy

Gesprek over seksueel misbruik moet blijvend gevoerd worden, vindt ervaringsdeskundige Mandy
Mandy Sleijpen van stichting Wij zijn M
Bron: EenVandaag

Met grote zedenzaken voor de rechter wordt er meer over seksueel misbruik gesproken. Van Gisèle Pelicot tot de vrouwen in de zaak-Ali B, waarin het hoger beroep start. "Het feit dat zij opstaan, inspireert mensen", zegt ervaringsdeskundige Mandy Sleijpen.

Met haar stichting Wij zijn M wil Sleijpen het taboe rond seksueel misbruik doorbreken. Ze ziet dat de afgelopen jaren meer gesproken wordt over het onderwerp, maar er moet volgens haar ook nog veel gebeuren. "We moeten het debat blijven voeren en het blijven bespreken, omdat het ook heel gemakkelijk weer kan wegzakken."

Gisèle Pelicot als voorbeeld

Het delen van verhalen over misbruik kan anderen vooruit helpen. Ze noemt als voorbeeld de zaak rond Gisèle Pelicot, de Franse vrouw die gedrogeerd door zeventig mannen misbruikt werd. Hoe Pelicot in de rechtszaal stond werd wereldwijd geroemd.

"Zij stond daar en zei: 'Ik hoef me niet te schamen'", vertelt Sleijpen. Volgens haar een krachtig voorbeeld: "Als zij zo durft te staan, durven anderen ook te gaan denken van: misschien was het dan ook wel niet mijn schuld."

'Bevriezen is logische reactie'

Eerder deze maand kwamen uitspraken van strafrechtadvocaat Gerard Spong in het nieuws. In een documentaire over seksueel geweld zei hij dat hij denkt dat 'een goed weerbare vrouw het aantal verkrachtingen drastisch doet afnemen'.

Dat terwijl de meest logische reactie op seksueel geweld 'bevriezen' is: niets kunnen doen en het ondergaan, legt Sleijpen uit. "Ik dacht: misschien moeten we meneer Spong een keer op een stoel zetten en dat uitleggen, want de meest voorkomende reactie is freeze."

Bekijk ook

'Nog lange weg te gaan'

"We hebben nog een lange weg te gaan om dit te veranderen", bedacht ze na de uitspraken van Spong. "En aan de andere kant ben ik ook bang dat er altijd mensen zijn die zo denken." Met haar stichting reist Sleijpen het hele land door om misbruik bespreekbaar te maken. Want dat gebeurt volgens haar vaker dan wij denken. Seksueel misbruik kan iedereen overkomen, benadrukt ze.

Sleijpen wordt gedreven door haar eigen ervaring na jaren te zijn misbruikt door haar opa. Ze was doodsbang om over het misbruik te vertellen, maar deed het uiteindelijk toch. Haar opa bekende alles en werd veroordeeld. Toch kreeg ook zij met victim blaming te maken. "Hij zei: 'Ja maar goed, ze kwam zelf op schoot zitten", vertelt ze. "We moeten ervan af dat het te maken heeft met dat vrouwen weerbaar moeten worden."

Hoger beroep in zaak-Ali B

Komende week speelt de rechtszaak tegen mediapersoonlijkheid en rapper Ali B in hoger beroep. Afgelopen zomer werd hij veroordeeld tot 2 jaar cel voor verkrachting en poging tot verkrachting. Volgens de rechter had Ali B een grote inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers en liet hij zich leiden door zijn eigen seksuele behoeftes.

De rechter noemde Ali B 'een dwingend persoon', die 'geen 'nee' accepteert, weinig inlevingsvermogen toont en uitgaat van zijn eigen visie op zaken'. Zowel de rapper zelf als het Openbaar Ministerie gingen tegen de uitspraak in hoger beroep. Ali B zegt onschuldig te zijn en nooit signalen te hebben opgepikt. Hij zal donderdag niet bij de eerste zitting aanwezig zijn.

Bekijk ook

Rechtszaak maakt veel los

De rechtszaak maakte vorig jaar ontzettend veel negatieve reacties los. De vrouwen zouden het over zichzelf afgeroepen hebben of 'sletten' zijn. "Als je alleen maar negatieve reacties leest, dan denk je als slachtoffer: ik ga niets meer delen", zegt Sleijpen over de impact. Haar stichting kreeg 'heel veel' reacties binnen naar aanleiding van de zaak.

Er zitten bovendien mensen tussen die na alle negatieve aandacht niet meer naar buiten durven te treden met hun misbruikverhaal: "Die zeggen: 'Ik ga het niet delen, want kijk naar de reacties. Als ik dit ooit ga vertellen, krijg ik ook hele negatieve reacties.' Zij zijn daar heel erg bang voor." Al zijn de slachtoffers in de zaak volgens haar ook inspirerend: "Het feit dat zij opstaan, dat inspireert mensen."

'Schadelijke' reacties

De rechtszaak tegen Ali B kon door cameraploegen van showbizzprogramma's én andere media stap voor stap worden gevolgd. Sleijpen heeft een dubbel gevoel bij deze openheid, vertelt ze. "Aan de ene kant is het goed, want zo komt er meer openheid over en wordt ook gezien dat het - helaas - veel gebeurt."

"Aan de andere kant is het heel ingewikkeld nu met alle social media en iedereen die er wat van vindt", zegt ze erbij. Al denkt Sleijpen dat mensen die zich schuldig maken aan victim blaming het vooral ongemakkelijk vinden. "Mensen doen dat ook om het een soort van weg te houden van zichzelf", zegt ze. "Als zij sletten zijn, dan wordt het al iets meer op afstand. Dat maakt dat mensen dat doen, maar het is heel schadelijk voor de slachtoffers."

Bekijk ook

'Erover blijven praten'

Ondanks de schijnwerpers die er op zo'n rechtszaak staan hoopt Sleijpen dat nieuwe slachtoffers naar buiten durven te treden. Daarvoor is het nodig dat we er samen over blijven praten. "Dat we laten zien, met een hele groep: we vinden het niet jullie schuld."

Volgens haar moeten we inzien dat seksueel geweld heel vaak gebeurt. "Dus ook bij mensen die we kennen", benadrukt ze. "Nu gaat het over Ali B, maar er zijn ook heel veel kinderen die ook iedere dag misbruikt worden."

Keuze altijd respecteren

Slachtoffers die naar buiten zijn getreden met hun misbruikverhaal wil Sleijpen tot slot een hart onder de riem steken: "Ik vind het onwijs knap dat ze het verteld hebben."

En wat wil ze zeggen tegen slachtoffers die deze stap (nog) niet gezet hebben? Ze legt uit dat het van belang is om te respecteren dat 'zij daar dus nog niet aan toe zijn'. Maar, voegt ze daaraan toe: "Het is ook belangrijk dat ze wel voelen dat het nooit hun schuld is geweest. Nooit."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant