Afval zoals papier, plastic en groente- en fruitresten kun je scheiden. Wat niet gescheiden kan, hoort bij het restafval in de grijze kliko of vuilniszak. Elke gemeente regelt de inzameling op haar eigen manier. We vroegen wat jullie wilden weten.

Voor de antwoorden spraken we met Raymond Gradus, die zich als hoogleraar beleid en economie aan de Vrije Universiteit Amsterdam heeft verdiept in nascheiding van vuilnis. En met woordvoerder Miranda Boer van Verpact, de organisatie die verantwoordelijk is voor het beheer van al het verpakkingsafval in ons land.

1. Wat is restafval precies?

Nederland kent verschillende categorieën huishoudelijk afval die gerecycled kunnen worden: glas, papier en karton, groente-, fruit- en tuinafval (GFT) en plastic, metalen verpakkingen en drinkpakken (PMD). Daarnaast is er bijvoorbeeld nog elektronisch afval en grofvuil dat te groot is voor vuilniszakken of -bakken. "Het afval dat niet in een van deze categorieën valt, is waarschijnlijk restafval. Dat kan moeilijk gerecycled worden en wordt daarom grotendeels verbrand", vertelt woordvoerder Boer van Verpact.

"In principe zou je kunnen zeggen: 'Twijfel je? Doe het dan bij het restafval.' Want anders vervuil je misschien een schone stroom". Als voorbeeld noemt Boer een vette pizzadoos: "Niet zo eentje van een diepvriespizza - die mag gewoon bij het papier en karton - maar eentje waar echt nog etensresten op zitten. Daar wil je de papier en karton-stroom niet mee vervuilen." Ook papieren verpakkingen met een laagje plastic kunnen volgens haar beter bij het restafval, 'want die twee laagjes zijn nog niet goed uit elkaar te halen'.

Toch is het belangrijk om niet alles bij het restafval te gooien, gaat ze verder. "In eerste instantie omdat we vanwege duurzaamheid natuurlijk zo veel mogelijk willen recyclen, maar ook omdat we ons aan wettelijke doelstellingen moeten houden." De EU heeft voor verschillende materialen bepaald welk percentage daarvan in 2025 gerecycled moet worden.

info

Op verpakking zetten?

In Nederland is er geen wettelijke verplichting voor producenten om op verpakkingen aan te geven in welke afvalzak of -bak het hoort. Toch kiezen veel producenten er vrijwillig voor om dit soort informatie op verpakkingen te zetten, omdat het consumenten helpt bij het goed scheiden van afval. En dat zorgt weer voor hogere recyclingpercentages.

2. Belandt veel vooraf gescheiden afval niet alsnog in de verbrandingsoven?

"Voor relatief eenvoudige materiaalsoorten die we al van oudsher gewend zijn in Nederland, zoals glas en papier en karton, gaat het recyclen relatief goed", zegt Boer van Verpact. "Maar gecompliceerde soorten zoals plastic en de drinkpakken zijn moeilijk. Daarbij gebeurt het helaas toch af en toe dat er toch te veel troep zit in het PMD-afval dat burgers zelf hebben gescheiden. Het kan dan niet gerecycled worden en moet inderdaad alsnog - net als restafval - worden verbrand."

In de overeenkomst die Verpact met gemeenten heeft gesloten staat dat maximaal 15 procent van het PMD-afval vervuild mag zijn. Volgens de recentste cijfers uit 2021 voldeed slechts 1 op de 7 gemeenten aan die norm. Doodzonde, vindt Boer. "Er is namelijk veel moeite gedaan om het afval apart op te halen en daartoe worden kosten gemaakt. Door het bedrijfsleven, voor het inzamelen en recyclen van gescheiden afval. Maar ook door de gemeenten, voor het inzamelen en verbranden van restafval."

Begin dit jaar hebben gemeenten de overeenkomst met Verpact opgezegd, omdat het gescheiden afval vaak wordt afgekeurd en gemeenten dan niet of slechts gedeeltelijk gecompenseerd worden. Verbranding is overigens niet altijd compleet zinloos. Zo kunnen na verbranding sommige grondstoffen, waaronder metalen, uit de as worden gehaald. Ook de energie die vrijkomt bij de verbranding kan worden gebruikt, zeggen zowel Boer als hoogleraar Gradus.

3. Is het nuttig om restafval vooraf nog verder te scheiden?

Eigenlijk kan er al veel gescheiden worden, zegt Boer: "Harde plastics bijvoorbeeld, zoals kleerhangers, cd-hoesjes en oud speelgoed, mogen op zich bij het restafval, maar kunnen beter naar de milieustraat worden gebracht of bij sommige winkels worden ingeleverd. En textiel kan vaak in daarvoor bestemde containers. Zelfs luiers en incontinentiemateriaal kunnen bij sommige gemeenten worden ingeleverd voor recycling."

Hoogleraar Gradus bevestigt dat het belangrijk is dat burgers glas, papier en karton, textiel en GFT apart inleveren. Maar voor ander afval is het volgens hem minder zinvol dat burgers het van tevoren goed scheiden. "Voor PMD-afval is er een superieur systeem en dat is nascheiding. Daarmee heb je de hoogste milieu-opbrengst", legt hij uit.

info

EenVandaag Vraagt

In dit artikel zijn antwoorden verwerkt op vragen die zijn ingestuurd via EenVandaag Vraagt. Met EenVandaag Vraagt heb je invloed op wat we maken. Wil je meedoen? Download dan de Peiling-app van EenVandaag, ga dan naar 'Instellingen' en zet je notificaties voor EenVandaag Vraagt aan. Je vindt de vragen en antwoorden terug bij 'Doe mee'. De Peiling-app van EenVandaag is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

4. Is achteraf scheiden van afval niet efficiënter?

De discussie over vooraf of achteraf scheiden speelt vooral rondom het PMD-afval. Bij 'bronscheiding' leveren burgers plastic, metaal en drinkpakken zelf apart in. Dat gebeurt in bijna driekwart van de gemeenten, blijkt uit cijfers van Verpact. Bij 'nascheiding' wordt PMD in een installatie uit het restafval gehaald en gerecycled als dat mogelijk is. Dit systeem wordt in 14 procent van de gemeenten gebruikt. In de overige gemeenten wordt gewerkt met een combinatie van bron- en nascheiding.

"Er zijn steeds meer indicaties dat nascheiding van PMD-afval effectiever is dan bronscheiding", zegt hoogleraar Gradus. "Dat blijkt onder meer uit Duits empirisch onderzoek, maar zien we ook in Nederland in de praktijk." Hij legt uit: "Gemeenten die nascheiding hanteren blijken naar verhouding meer PMD te kunnen ophalen dan gemeenten die bronscheiding hanteren. Dat geldt met name voor grote steden: Rotterdam is bijvoorbeeld in 2019 overgestapt van bronscheiding op nascheiding en haalt nu 10 keer zo veel PMD uit het afval."

"Ook is de PMD-stroom bij nascheiding vaak schoner. Daardoor kan er ook meer hergebruik plaatsvinden van het plastic", voegt Gradus toe. Dit heeft er volgens hem onder andere mee te maken dat de categorie PMD voor burgers best ingewikkeld is om schoon aan te leveren. "Drankverpakkingen moeten echt leeg zijn, en niet alle soorten plastic mogen bij het PMD. Het kan lukken om met bronscheiding een schone PMD-stroom aan te leveren, maar dan moet je wel een gemotiveerde en bewuste bevolking hebben."

Tegelijkertijd benadrukt woordvoerder Boer van Verpact dat de toepassingen van nagescheiden afval beperkter zijn: "Gerecycled plastic dat voortkomt uit nascheiding mogen we vaak niet gebruiken om nieuwe verpakkingen van te maken, vanwege strenge eisen aan de voedselveiligheid. Dus je hebt ook gewoon die schone, vooraf gescheiden stromen nodig." Ze noemt ingeleverde statiegeldblikjes als voorbeeld. "Dat is een schone stroom die we weer kunnen inzetten voor de productie van nieuwe blikjes."

5. Waarom is het afvalbeleid in iedere gemeente verschillend? Waarom is er geen landelijk beleid?

"Zo'n 10 jaar geleden is op grote schaal gezegd dat Nederlandse huishoudens PMD aan de bron zouden moeten gaan scheiden", weet Gradus. "De meeste gemeenten zijn dat toen gaan doen, maar er waren direct ook al gemeenten - met name in Friesland - die een systeem van nascheiding introduceerden."

"Die provincie is zo dunbevolkt, dat men het niet efficiënt vond om met allerlei vrachtwagens te gaan rijden, voor iedere afvalsoort een andere vrachtwagen", verklaart Boer. "Tegelijkertijd kan nascheiding ook interessant zijn voor gemeenten die juist heel dichtbevolkt zijn. In bijvoorbeeld Amsterdam kun je moeilijk aan iedereen verschillende kliko's geven en met verschillende vrachtwagens door de stad gaan rijden."

Juist omdat gemeenten verschillen in bijvoorbeeld bevolkingsdichtheid, is ook Gradus niet voorstander van één systeem. "Tegelijkertijd denk ik wel dat het goed zou zijn als gemeenten meer van elkaar leren. In Arnhem is het bijvoorbeeld echt misgegaan met de introductie van een 'diftar'-systeem, waarbij burgers voor de hoeveelheid restafval moeten betalen. Dit leidde tot meer zwerfvuil, omdat mensen niet extra wilden betalen. Het is belangrijk om dit praktijkvoorbeeld te kennen voor gemeenten die zo'n systeem overwegen."

info

Gemiddeld 177 kilo restafval per jaar

De Nederlandse overheid heeft als doel gesteld om vanaf 2020 een maximum van gemiddeld 100 kilo restafval per persoon te bereiken. Maar dat lukt nog niet echt: vorig jaar lag het gemiddelde namelijk nog op 177 kilo restafval per persoon.

6. Hoe kunnen we restafval verminderen?

"Vaak is een argument van gemeenten om te kiezen voor bronscheiding, dat burgers zelf hun steentje willen bijdragen. Het zelf verantwoordelijk maken voor scheiding zou leiden tot bewustwording", zegt Gradus. "Ik moet alleen zeggen dat wij dit in de studies niet hebben teruggezien in het aankoopgedrag."

Maar dat gedrag kan wel degelijk gestimuleerd worden, zegt Boer. "De meest succesvolle manier om schone stromen te krijgen, blijkt bijvoorbeeld om transparante vuilniszakken te gebruiken. Dat is minder anoniem dan een gedeelde container, en dus kan iedereen zien of je het scheiden goed hebt gedaan of niet."

"Ik kan me ook voorstellen dat het voor burgers ingewikkeld is dat allerlei systemen naast elkaar worden gehanteerd. Zeker wanneer dat binnen een gemeente het geval is en bijvoorbeeld in de ene wijk wel PMD gescheiden moet worden en in de andere wijk niet", zegt Gradus. "Tegelijkertijd zul je daarom ook gewoon aan producenten moeten vragen om goed recyclebaar plastic te gebruiken."

Boer van Verpact sluit zich daarbij aan. "Verpact wil producenten stimuleren om kritisch te kijken naar hun ontwerp van plastic verpakkingen. Wij zijn graag aanjager in dat proces en belonen goed recyclebare plastic verpakkingen daarom ook financieel met een korting."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.