meer NPO start

Wanneer is iets een oorlogsmisdaad en moet iedereen zich houden aan oorlogsrecht? En andere vragen beantwoord

Wanneer is iets een oorlogsmisdaad en moet iedereen zich houden aan oorlogsrecht? En andere vragen beantwoord
Het Israëlische leger voert na aanval van Hamas luchtaanvallen uit op de Gazastrook
Bron: EPA

Het leed in Israël en de Palestijnse gebieden door aanvallen over en weer leidt tot discussie: wat mag wel en wat mag niet in tijden van oorlog? We vroegen wat jullie willen weten over oorlogsrecht en -misdaden. Twee experts geven antwoord.

De aanvallen van Hamas op Israël werden vorig weekend meteen aangemerkt als oorlogsmisdaden. Ook de Israëlische vergeldingsaanvallen op Gaza kregen dat stempel van de VN. Jan Tijmen Ninck Blok, specialist humanitair oorlogsrecht bij Het Nederlandse Rode Kruis, en hoogleraar militair recht Marten Zwanenburg beantwoorden jullie vragen.

1. Welke verdragen en afspraken vormen de basis van het oorlogsrecht?

Het idee dat er regels moeten zijn in een oorlog gaat ver terug. "Je zag het in allerlei beschavingen", vertelt Ninck Blok. "In de Chinese oudheid, de Islamitische oudheid. Er was altijd een soort ethiek over wat wel en wat niet mocht tijdens oorlogen."

"Vanaf het einde van de 19de eeuw kreeg het moderne oorlogsrecht vorm", vervolgt hij. "Staten legden regels vast in verdragen, zoals de Verdragen van Genève." Later volgden specifieke verdragen over bijvoorbeeld het gebruik van kernwapens en clustermunitie. "Maar de Verdragen van Genève vormden de eerste, stevige basis van het moderne oorlogsrecht."

Tegelijk met het eerste Verdrag van Genève in 1864 werd ook de internationale hulporganisatie Het Rode Kruis opgericht, weet Ninck Blok. "Daardoor werden wij meteen een soort hoeder van het oorlogsrecht." Al betekent dat niet dat de hulporganisatie oordeelt over specifieke oorlogssituaties, voegt de Rode Kruis-specialist daaraan toe.

Jan Tijmen Ninck Blok
Bron: Eigen foto
Jan Tijmen Ninck Blok

2. Moet iedereen zich houden aan het oorlogsrecht?

Volgens Ninck Blok is het korte antwoord 'ja'. "Niet alleen staten moeten zich houden aan het oorlogsrecht, maar alle betrokkenen in een conflict. Dus ook bijvoorbeeld een rebellenleger of een andere groepering."

"Het gaat in het oorlogsrecht dan ook niet om wie iets doet, maar om de handeling die wordt uitgevoerd. Daarom spreekt het bijvoorbeeld niet over 'terroristische groeperingen'. Je hebt wel tactieken die verboden zijn, zoals het zaaien van terreur. Maar dat is niet gekoppeld aan een groepering, want een staat kan net zo goed terreur zaaien."

Toch zijn er verschillen tussen wat staten mogen en wat groeperingen mogen, weet hoogleraar militair recht Zwanenburg. "De status van krijgsgevangenen bestaat alleen in een conflict tussen staten, niet in een conflict tussen staten en andere partijen of groeperingen."

Hij licht dit verder toe: "In verdragen staan van oudsher veel meer regels voor conflicten tussen staten onderling, dan voor conflicten tussen staten en andere partijen of groeperingen. Er zijn dus volgens het oorlogsrecht meer regels voor conflicten tussen staten. Maar in de praktijk zien we dat inmiddels grotendeels dezelfde regels zijn gaan gelden voor iedereen, omdat veel regels ook als gewoonterecht worden gezien."

Marten Zwanenburg
Bron: Eigen foto
Marten Zwanenburg

3. Is het volgens het oorlogsrecht toegestaan om doelen aan te vallen waarbij burgerslachtoffers zullen vallen?

"Je hebt natuurlijk de mensenrechten: rechten die alle individuen altijd hebben, in tijden van vrede én in tijden van oorlog", begint Ninck Blok. "Maar in tijden van oorlog geldt er ook nog het oorlogsrecht. Dat rechtsgebied kijkt niet zozeer naar jou als individu, maar naar jou als categorie. Bijvoorbeeld: je bent een burger en dus heb je recht op bescherming in een gewapend conflict."

Volgens de basis van het oorlogsrecht worden burgers dus altijd beschermd. Dat betekent niet dat er in de praktijk geen burgerslachtoffers kunnen vallen, zegt de specialist van Het Rode Kruis. "Maar alle betrokken partijen moeten ervoor zorgen dat er geen of zo min mogelijke burgerslachtoffers vallen."

Hij legt uit dat partijen al bij het plannen en uitvoeren van aanvallen er alles aan moeten doen om de burger te beschermen. "Je mag bijvoorbeeld je militair hoofdkwartier niet in een ziekenhuis inrichten of je tanks bij een school plaatsen ter verdediging. Dit zijn allerlei manieren om burgers en burgerobjecten - dat zijn objecten die niet militair zijn - te beschermen. Deze mogen niet direct worden aangevallen."

Een burgerobject kan op een gegeven moment wel veranderen in een militaire doel, weet hij. "Dat wil zeggen dat het object door een bepaald gebruik een militair karakter krijgt en daardoor mogelijk een militair doel wordt." Ninck Blok geeft als voorbeeld een leegstaand schoolgebouw dat gebruikt wordt: "Als het noodzakelijk is om de vijand daar uit te schakelen, dan zou je dat gebouw mogen aanvallen."

"Maar er zijn natuurlijk ook situaties waarin je je in een grijs gebied bevindt", gaat hij verder. "Je kunt je dan afvragen of het proportioneel is om een aanval uit te voeren, waarbij je weet dat er mogelijk burgerslachtoffers vallen, ten opzichte van het militaire voordeel dat je daaruit behaalt. Rechtvaardigt dat dan het feit dat er oorlogsslachtoffers kunnen vallen? Dat wordt dan de vraag."

Bekijk ook

4. Waarom worden sommige oorlogshandelingen afgekeurd als oorlogsmisdaad, en andere niet?

Voor het oorlogsrecht doet de vraag er niet toe of het legitiem is dat er oorlog is. "Die oorlog is er nou eenmaal", zegt Ninck Blok daarover. Hij legt uit dat het oorlogsrecht bestaat om een oorlog regels op te leggen. "Om de humanitaire gevolgen van een gewapend conflict te beperken en zodat mensen verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor hun acties."

"In principe hebben militairen het recht om geweld te gebruiken, maar dat wil niet zeggen dat ze alles mogen doen", benadrukt de specialist. "Er zijn ontzettend veel handelingen die per definitie verboden zijn, zoals martelingen, verkrachtingen of het gebruik van menselijke schilden."

Maar hij merkt op dat er ook handelingen zijn die onder bepaalde omstandigheden wel mogen. "Het doden van een vijand kan bijvoorbeeld legitiem zijn, maar iemand doden die je gevangen hebt genomen is dat niet. Het doel van iedere oorlog is niet het zaaien van verderf, ellende en chaos, maar het uitschakelen van de vijand."

Als de regels van het humanitair oorlogsrecht niet nageleefd worden, kan een schending aangemerkt worden als een oorlogsmisdaad. "Kennis van het oorlogsrecht is daarom van belang", zegt Ninck Blok. "Tegenwoordig wordt daarom vaak een juridisch adviseur uitgezonden om een commandant ter plaatse advies te geven tijdens de uitvoer van een operatie."

info

EenVandaag Vraagt

In dit artikel zijn antwoorden verwerkt op vragen die zijn ingestuurd via EenVandaag Vraagt. Met EenVandaag Vraagt heb je invloed op wat we maken. Wil je meedoen? Download dan de Peiling-app van EenVandaag, ga dan naar 'Instellingen' en zet je notificaties voor EenVandaag Vraagt aan. Je vindt de vragen en antwoorden terug bij 'Doe mee'. De Peiling-app van EenVandaag is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

5. Hoe wordt de naleving van het oorlogsrecht gecontroleerd?

Het internationale strafrecht wordt gezien als een van de manieren om het oorlogsrecht te handhaven. "Grote kopstukken worden onder de loep genomen door het Internationaal Strafhof in Den Haag", legt Ninck Blok uit.

"Maar de meeste oorlogsmisdaden moeten onderzocht worden in het land waar de oorlogsmisdaad heeft plaatsgevonden en verdachten daarvan kunnen daar veroordeeld worden", vervolgt de specialist. "En dat wringt, want in Nederland is dit goed verankerd in het recht." Volgens hem zijn er namelijk ook staten die niet de mogelijkheden hebben om een gedegen onderzoek en veroordeling uit te voeren, of niet welwillend zijn. Ook voor niet-statelijke gewapende groeperingen geldt dat ze lang niet altijd welwillend zijn.

Dat laatste kan hoogleraar militair recht Zwanenburg enigszins verklaren: "Staten zijn betrokken geweest bij het opstellen van verdragen zoals die van Genève. Maar groeperingen niet. Toch worden zij wel geacht zich eraan te houden, terwijl ze dat niet altijd willen."

En waarom zouden ze ook? Zwanenburg zegt dat dat een moeilijke vraag is, waar veel juristen over nadenken maar niet per se een antwoord op hebben. "Een mogelijke reden voor groeperingen om zich wél te houden aan het oorlogsrecht, is dat het hen een zekere mate van erkenning kan opleveren." Een andere reden is volgens hem dat groeperingen soms amnestie kunnen krijgen als zij zich hebben gehouden aan het oorlogsrecht.

Bekijk ook

6. Wat betekent het oorlogsrecht nog, en hoe neutraal of onafhankelijk is het, als je denkt aan Israël en de Palestijnse gebieden?

Zwanenburg noemt twee belangrijke zaken die hierin een rol spelen: "Ten eerste zijn de regels voor gevechtshandelingen waar de beide partijen zich aan moeten houden grotendeels gelijk. Ze mogen dus alleen militaire doelen aanvallen. En wanneer ze dat doen, moeten ze zoveel mogelijk collateral damage (onbedoelde schade bij een aanval, red.) voorkomen."

Volgens de hoogleraar heeft Hamas de regels duidelijk al geschonden, omdat ze bij hun aanval op Israël burgers aanvielen en doodden. Tegelijkertijd zijn er zorgen over het Israëlische leger wanneer die grootschalig Gaza zou aanvallen, voegt hij eraan toe: "Het wordt dan lastig om onderscheid te maken tussen militaire doelen en burgers."

"De zorgen over Israël liggen nu vooral bij het afsluiten van Gaza", vervolgt Zwanenburg. "Partijen zijn verplicht om humanitaire noodhulp - ook al zijn het inwoners van de tegenpartij - door te laten." Dat maakt het geheel afsluiten van de Gazastrook voor Israël moeilijk te verantwoorden, zegt de hoogleraar.

Het gebruik van dehumaniserende taal is niet verboden in het oorlogsrecht, en dat vergroot de kans op oorlogsmisdaden, legt Zwanenburg uit: "Je ziet dat beide partijen de andere partij dehumaniseren. Als militairen hun leiders zo hebben horen praten over de tegenstander, dan is de kans kleiner dat ze zich aan het oorlogsrecht houden en de tegenstander menselijk zullen behandelen wanneer ze die bijvoorbeeld gevangen nemen."

7. Als je vanuit zelfverdediging een oorlogsmisdaad begaat, wordt dat dan anders beoordeeld?

In het oorlogsrecht eigenlijk niet, zeggen Ninck Blok en Zwanenburg. "Maar mogelijk later door het internationaal strafrecht wel", Ninck Blok.

"Ook bij zelfverdediging gelden de regels van het humanitair oorlogsrecht", benadrukt hij. "Het gebruik van geweld ter verdediging is rechtmatig, maar ook dan is niet alles toegestaan." Hij geeft als voorbeeld: "Iemand doden vanuit zelfverdediging kan legitiem zijn. Maar stel: je doodt iemand en gaat daarna respectloos met het lichaam om. Dan kan de zelfverdediging nog wel legitiem zijn geweest, maar dan kan de daarop volgende handeling worden aangemerkt als oorlogsmisdaad."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Meer maatregelen, of is de zwaar beveiligde EBI in Vught al streng genoeg? Jullie vragen beantwoord

Meer maatregelen, of is de zwaar beveiligde EBI in Vught al streng genoeg? Jullie vragen beantwoord
Beveiliging bij de extra beveiligde inrichting (EBI) in Vught
Bron: ANP

Taghi, Holleeder, Razzouki: de gevaarlijkste Nederlandse criminelen verblijven allemaal in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught, oftewel de EBI. De inrichting heeft het hoogste beveiligingsniveau. We vroegen wat jullie erover willen weten.

Vlakbij de zwaar beveiligde gevangenis in Vught is afgelopen vrijdag een zittingszaal geopend voor strafzaken. Het is een maatregel om vluchtgevaarlijke gedetineerden minder vaak te hoeven vervoeren, want dat is peperduur en heeft grote risico's voor de veiligheid.

Beveiliging aanscherpen

"Tijdens een verplaatsing is er het risico dat een gedetineerde een ontsnappingsmogelijkheid vindt, meer dan wanneer iemand binnen de gevangenismuren blijft", verklaart woordvoerder Charlotte Hees van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI).

De opening van de zittingszaal past in een bredere politieke beweging om de beveiliging rond zware criminelen verder aan te scherpen. Het is onder meer een reactie op incidenten waarbij criminelen ondanks hun detentie vermoedelijk toch contact onderhielden met de buitenwereld.

Is er wel personeel voor een nieuwe EBI?

Tweede EBI in Vlissingen

De afgelopen jaren hebben we gemerkt dat er meer hoogrisico-gedetineerden zijn die hun criminele handelen proberen voort te zetten vanuit hun cel, zegt de woordvoerder van de Dienst Justiële Inrichtingen. Het is ook de reden dat er een extra EBI wordt gerealiseerd op het nieuwe Justitieel Complex in Vlissingen, dat naar verwachting in 2030 klaar is.

Advocaat Geert-Jan Knoops, die vaak in de EBI is geweest, stelt vast: "Er is in de samenleving een toenemende toestroom aan georganiseerde criminaliteit, de aard van het strafrecht is veranderd. Er is daardoor meer behoefte ontstaan aan een tweede EBI."

Druk op capaciteit

Op dit moment is er één EBI in Nederland, in de Penitentiaire Inrichting (PI) in Vught. Die heeft plek voor 24 gedetineerden, verdeeld over verschillende afdelingen. Naast de geplande bouw van een nieuwe EBI in Vlissingen wordt ook de capaciteit in Vught uitgebreid, met twaalf extra cellen.

Er is veel druk op de capaciteit in het gevangeniswezen, zowel wat betreft personeelstekorten als celtekorten, maar op deze groep wordt niet bezuinigd, laat de woordvoerder van de DJI weten.

Wat maakt de EBI anders dan een gewone gevangenis?

Afgezonderd van elkaar

Wat maakt zo'n EBI nu anders dan andere plekken waar gedetineerden verblijven? Het belangrijkste verschil is de doelgroep die erin zit, legt de woordvoerder uit. In de EBI komen vooral gedetineerden terecht die een grote rol speelden in georganiseerde criminaliteit, en die bijvoorbeeld een crimineel netwerk aanstuurden.

"Hierdoor zijn we er in de EBI niet alleen mee bezig dat deze gedetineerden - plat gezegd - achter slot en grendel blijven, maar willen we ook voorkomen dat ze hun criminele netwerk vanuit de gevangenis blijven aansturen."

Volledig afgezonderd

Om dat te voorkomen, is er strenge controle op de gedetineerden. "Het meest essentiële verschil is dat een gedetineerde in de EBI volledig afgezonderd is van andere gedetineerden", vertelt Knoops.

"In gewone gevangenissen mogen gedetineerden met elkaar socialiseren. Bijvoorbeeld gezamenlijk naar de luchtplaats gaan of sporten. Dat is in de EBI vrijwel niet het geval."

Hoe wordt hulp van buitenaf tegengegaan?

Contact met buitenwereld

Woordvoerder Hees legt verder uit dat gedetineerden in de EBI absoluut niet samen in één cel geplaatst worden, zoals dat in andere gevangenissen soms wel gebeurt. De gedetineerden in de EBI kunnen heel soms even samen koken of tegelijkertijd sporten. Maar dan wordt er goed gekeken wie met wie mag, en wie zeker niet.

De afgelopen jaren is er ook meer afstand gekomen in het contact tussen de bewaarders en de gedetineerden. Om bewaarders zelf beter te beschermen.

Controle bij telefoongesprekken

Telefoongesprekken met de buitenwereld zijn bovendien streng geregeld. In andere gevangenissen is er vaak een grotere belzaal en algemenere controle. Maar bij de EBI is die controle één-op-één: om te bellen met een gedetineerde in de EBI, moet de beller onder begeleid toezicht naar een andere gevangenis komen. Zodat nauw in de gaten kan worden gehouden wie met wie belt.

Ook zijn de bezoekregels streng: je kunt niet zomaar even op bezoek bij iemand in de EBI.

Bekijk ook

'Bizar streng'

Volgens Hees is de EBI 'bizar streng'. Ze zegt: "Niemand wordt een momentje losgelaten. De gedetineerden zijn helemaal in hun eentje. En hoewel het natuurlijk terecht is dat ze daar verblijven, is het een heel naar regime om in te zitten."

In 2023 stelde het anti-foltercomité van de Raad van Europa dat de veiligheidsmaatregelen in de EBI 'buitensporig' streng waren.

Ieder jaar opnieuw beoordeeld

De woordvoerder benadrukt dat goed verantwoord moet blijven waarom maatregelen in de EBI nodig zijn. "Dienst Justitiële Inrichtingen staat ook voor een humaan detentiebeleid. Dus bij zo'n streng regime als in de EBI moet je verantwoorden of het noodzakelijk is dat iemand daar verblijft. En als iemand er al langer verblijft: of het niet afgebouwd kan worden. Soms kunnen gedetineerden naar een iets minder zwaar beveiligde inrichting, de Afdeling Intensief Toezicht (AIT)."

Ieder jaar worden de gedetineerden daarom opnieuw beoordeeld. Dat gebeurt onder meer op basis van adviezen van de gevangenisdirecteur.

info

EenVandaag Vraagt

Bij EenVandaag heb je de mogelijkheid om vragen en ideeën in te sturen. Dat kan altijd in onze chat, of je kunt meedoen aan de gerichte EenVandaag Vraagt-oproepen die wij zo'n twee keer per week plaatsen in de Peiling-app. De Peiling-app is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

Cameratoezicht op advocaten

Dan zijn er nog de advocaten die contact hebben met gedetineerden. Ook op dat contact is het toezicht strenger geregeld dan in andere gevangenissen. "In een gewone gevangenis kun je als advocaat gewoon met je cliënt aan een tafeltje zitten, kun je dossiers over en weer uitwisselen, zodat de gedetineerde kan meelezen", weet Knoops uit eigen ervaring.

"In de EBI wordt een gesprek streng gemonitord", zegt Knoops. "Dat is ook altijd zo geweest, voor zover ik weet. Toen ik ruim 10 jaar geleden iemand in de EBI als cliënt had, was dit ook al zo."

Naar de Eerste Kamer

Onder het vorige kabinet stelde minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) nog scherpere maatregelen in de EBI voor. Hieronder was ook het voorstel om cameratoezicht in te stellen bij gesprekken tussen gedetineerden en advocaten.

In februari 2025 stemde de Tweede Kamer in met de wetswijziging die hiervoor nodig was. Het voorstel moet nu nog langs de Eerste Kamer.

Bekijk ook

Verdediging moeilijker

Eerder stemde de Tweede Kamer in met wijzigingen die verder gingen dan enkel cameratoezicht, en ook auditief toezicht mogelijk maakte. Na een spoedadvies van de Raad van State werd hiervan afgezien.

"Het scherpe toezicht in de EBI maakt het werk van de verdediging al een stuk moeilijker", zegt Knoops hierover. "Als het toezicht óók nog eens gepaard zou gaan met geluid opnemen en kunnen terugluisteren. Dan zou een advocaat nooit vertrouwelijk informatie kunnen uitwisselen."

'Grenzen van toelaatbare zijn bereikt'

"Dat zou in strijd zijn met het Europese Mensenrechtenverdrag. Zelfs het belang van de veiligheid van de samenleving kan niet opwegen tegen het grote belang dat de wetgever heeft gecreëerd voor ongestoord vrij verkeer tussen advocaat en cliënt", zegt hij.

"Ik denk dat de grenzen van het toelaatbare nu al zijn bereikt met het huidige EBI-regime."

Nog strenger?

De Dienst Justitiële Inrichtingen ziet in principe geen heil in een nog strengere beveiliging in de EBI. "Bij incidenten moet je natuurlijk kijken: hoe wil je dit voorkomen in de toekomst?", zegt de woordvoerder. "En het is goed dat er voor de capaciteit een tweede EBI-vestiging gepland staat. Maar wij zitten niet op de route dat het dagelijks regime van de gedetineerden nu nog strenger moet."

"Het is in de EBI echt al heel streng. Dus de indruk die mensen soms hebben van 'het kan nog wel wat strenger', die klopt niet", zegt ze. "Bovendien moet je ook denken aan wat zo'n extreem streng beleid doet met mensen, wat voor mensen je daarmee maakt. Daar los je niks mee op, zeg maar. Het baat niet."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Brabantse worstenbroodjes tijdens het Suikerfeest? Kadir zorgt met zijn halal snacks dat iedereen mee kan eten

Brabantse worstenbroodjes tijdens het Suikerfeest? Kadir zorgt met zijn halal snacks dat iedereen mee kan eten
Kadir in de testfase van zijn halal-worstenbroodjes
Bron: Mark Bolk

Vandaag begint Eid al-Fitr, oftwel het Suikerfeest. En dat betekent voor veel mensen: samen zijn én samen eten. De Brabantse Kadir Ahmed probeert daar een rol in te spelen met zijn Kadir's snacks. "Happy halal voor iedereen."

Denk je aan Brabant, dan denk je aan worstenbroodjes, weet ook de van oorsprong Somalische Kadir Ahmed, die in Den Bosch opgroeide. Vroeger kwam hij ze vaak genoeg tegen op kinderfeestjes, als traktaties op school of tijdens een dagje weg. Maar als moslim 'hapte hij dan mis' zoals hij het zelf omschrijft.

'Ik wilde ook'

"Tijdens de kerstbrunch en -diner op school zag ik mijn vriendjes worstenbroodjes eten. Ik had zoiets van: ja, maar dit wil ik ook", vertelt Kadir. "Het zorgde er ook voor dat ik het gevoel had dat ik erbuiten viel, dat ik niet mee kon doen." Als moslim moet je halal eten. Varkensvlees, dat in worstenbroodjes zit, is dat niet.

"Al moslim krijg je van jongs af aan mee dat je halal eet, al snap je als kind misschien niet helemaal waarom", legt Kadir uit. Zijn Nederlandse vriendjes en vriendinnetjes hadden er begrip voor als hij niet alles mee kon eten. "Maar toch had ik vaak het gevoel: waarom jullie wel en ik niet? Waarom is dit er nog niet voor mij?"

Vraag om halal saucijzenbroodjes

Eten verbindt, vindt Kadir, en dan is het ook fijn om alles samen te kunnen eten. Maar pas jaren later kwam hij op het idee om niet-halal producten, zoals worstenbroodjes, voor iedereen beschikbaar te maken.

"Ik werkte bij de klantenservice van Bakkersland (een industrieel bakkersbedrijf, red.) en kreeg de vraag of we halal saucijzenbroodjes hadden. Toen ik daarmee naar mijn baas ging, zei hij: 'Kadir, richt je op brood, we doen niet aan halal.' Maar het gevoel dat ik als kind had, dat gemis, dat bleef aan me knagen."

Bekijk ook

'Brabants worstenbroodje evenaren'

Zo ontstond het idee om aan de slag te gaan met een halal worstenbroodje. Maar dat ging niet zonder slag of stoot: Kadir was een jaar bezig met het zoeken naar de goede samenstelling voor het deeg en de juiste kruidenmix voor in het gehakt. En werken met rundvlees, wat Kadir gebruikt, gaat anders dan met varkensvlees. "Dat laatste kan een stuk meer aan."

Vergelijkingsmateriaal op het gebied van smaak had hij zelf niet, want een traditioneel worstenbroodje - meestal gemaakt met varkensgehakt, en anders niet halal geslacht vlees - had hij natuurlijk nog nooit geproefd. Dus om de juiste smaak te creëren, kreeg hij hulp van anderen. "Het is echt een specifieke smaak, het was onze uitdaging om het Brabantse worstenbroodje te evenaren."

Hulp van moeder

Met het vinden van de juiste kruidenmix heeft, naast kruidenbedrijf Verstegen, vooral Kadirs moeder geholpen. "Die weet alles van smaken en proeven", vertelt Kadir.

Dat terwijl ze in eerste instantie niet enthousiast was over het idee. "Ze had zoiets van: 'Maak gewoon je studie af en hou op met dat worstenbrood.' Ze begreep niet zo goed wat ik aan het doen was." Maar uiteindelijk ging ook zij erin mee. "Ze zei: 'Je bent zo eigenwijs, ik ga toch maar helpen", zegt Kadir lachend.

Groot verschil

Al lijkt het kunnen eten van een worsten- of frikandelbroodje misschien klein, volgens Kadir kan het een groot verschil maken.

"Het doet mensen enorm veel dat ze het nu ook kunnen eten", merkt Kadir. "Je zorgt met een klein product dat mensen eindelijk kunnen mee-eten, dat ze denken: het is er nu eindelijk ook voor ons."

Steeds meer halal

En dat is belangrijk, want er zijn steeds meer mensen in Nederland die halal eten. In 2023 was 6 procent van de Nederlandse bevolking moslim.

Dat is ook terug te zien in de supermarkten. Er zijn steeds vaker halal-vakken en volgens cijfers van onderzoeksbureau Circana is de omzet van halal-producten in 2024 in 3 jaar tijd verdubbeld: van 23,2 miljoen euro in 2021 naar 53,4 miljoen in 2024. Daarbij zijn het niet alleen moslims, maar ook niet-Islamitische mensen die halal kopen, bijvoorbeeld als ze stoppen met het eten van varkensvlees.

'Zowel Fatima als Dirk-Jan'

Dat ziet Kadir ook weer terug in zijn klanten. "Het is niet alleen een Fatima of Kadir die het koopt, maar ook een Dirk-Jan of een Fleur. Iedereen heeft tegenwoordig wel een schoondochter of -zoon, vriend, buurman of -vrouw die halal eet, en iedereen wil ook voor hen iets op tafel kunnen zetten. Daardoor verkopen we niet alleen veel met Suikerfeest of tijdens de ramadan, maar ook met kerst of Pasen." Vorig jaar verkocht Kadir in totaal 1,7 miljoen snacks.

"Er komen steeds meer mensen uit verschillende landen naar Nederland, en daardoor zie je steeds meer verschillend eten, en meer mensen die halal eten. Tegelijkertijd is er in Nederland nog veel onwetendheid over halal." Al ziet Kadir dat wel langzaam veranderen. "We zijn er nog niet helemaal, maar langzaam gaan we vooruit. In Deurne, waar onze bakkerij laatst geopend is, wisten ze eerst niet eens wat halal was. En nu zijn ze hartstikke positief."

Bekijk ook

Geen niche

"Het wordt nog vaak gezien als een niche", gaat Kadir verder. "Als een hype die weer voorbij gaat. Maar het is juist iets wat de komende jaren alleen nog maar blijft groeien. En hoe fijn is het dan dat we kunnen helpen om het voor mensen beschikbaar te maken?"

"Het gaat erom dat iedereen mee kan eten, want iedereen kan het eten, ook als je niet alleen halal eet. Vandaar dat mijn slogan ook is: eten dat je deelt is twee keer zo lekker."

'Eten waar je blij van wordt'

Waar het begon met puur Brabantse worstenbroodje, heeft Kadir nu ook saucijzen- en frikandelbroodjes en bapao in de supermarkten liggen. En er komt nog meer aan. Maar wat precies blijft nog even geheim, laat Kadir weten.

"Onze missie is om mensen en culturen samen te brengen met eten waar je blij van wordt. Als ik daaraan bij kan dragen met mijn eten, vind ik dat mooi", sluit Kadir af.

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant