Wat voor nut heeft een loopgraaf nog in 2022? Oekraïne en Rusland leggen ze in hoog tempo aan. De omstandigheden aan het front lijken steeds meer op die in de Eerste Wereldoorlog.

Rondom de plaats Bachmut in de regio Donetsk in het oosten van Oekraïne wordt al 6 maanden hevig gevochten. Soms winnen de Russen terrein, maar in de meeste gevallen wordt dat vervolgens weer heroverd door de Oekraïners.

Tafereel uit de Eerste Wereldoorlog

De strijd heeft al duizenden levens gekost. Volgens schattingen vallen er aan beide kanten van het front tot wel 800 doden per dag. Om zichzelf te beschermen graven ze zich in.

Inmiddels lijkt het landschap rondom Bachmut op een tafereel uit de Eerste Wereldoorlog: een volledig kapotgeschoten landschap, met aan beide zijden netwerken van loopgraven. Een doorbraak in zo'n verdediging kan alleen plaatsvinden met veel bloedvergieten. Duizenden soldaten kunnen zo sneuvelen om een paar vierkante kilometer grond.

Innovaties vooral in de lucht

De vraag rijst wat voor nut zoiets primitiefs als een loopgraaf heeft met de komst van nieuwe technologie, zoals warmtezoekende raketten, GPS-gestuurde bommen en drones. Carel Sellmeijer docent 'genie' aan de Koninklijke Defensie Academie wordt wel 'Mr. Loopgraaf' genoemd.

Hij vindt het helemaal niet verrassend dat we de loopgraaf nu terugzien: "De meeste innovaties hebben te maken met wat vliegt, zoals drones. Maar uiteindelijk gaat het om land, territorium. Daar wonen mensen en dat land zal je ook met mensen moeten veroveren. Op dat gebied is er veel minder veranderd."

Een loopgraaf in de Eerste Wereldoorlog
Bron: EenVandaag
Een loopgraaf in de Eerste Wereldoorlog

'Drone geen gamechanger'

"Je ziet wel veel filmpjes van drones die van bovenaf explosieven in een loopgraaf laten vallen. De artillerie is nu vele malen preciezer. Je ziet dat ze vooral commandocentra en wapendepots proberen te raken om de vijand te ontregelen. Maar de drone is wat mij betreft geen gamechanger."

Een drone is een van de nieuwe middelen waarvan we nog moeten zien hoe effectief die is. Net als de 'drakentanden' die ze nu inzetten in de 'Wagner-linie', de nieuwe verdedigingslinie van de Russen. De witte, piramidevormige betonblokken in de linie zouden tanks moeten stoppen. Maar het is de vraag of dat zo is. Ze worden nu vooral voor de show neergelegd en niet diep in de grond verankerd.

Soldaten in een loopgraaf in de Eerste Wereldoorlog
Bron: EenVandaag
Soldaten in een loopgraaf in de Eerste Wereldoorlog

Mensenwerk

Kolonel Han Bouwmeester die strategie en landoptreden doceert aan de Militaire Academie in Breda, benadrukt net als Sellmeijer dat oorlog voeren toch vooral mensenwerk blijft. "De motivatie van de militairen, de vastberadenheid van de manschappen is vaak bepalend voor de uitkomst van de strijd."

Hij ziet daarin grote verschillen bij de Russen en Oekraïners. "Bij de Russen worden nu gemobiliseerde burgers met nauwelijks training naar het front gestuurd. Vaak hebben die mannen geen idee waar ze terechtkomen of wat hun rol is. Ze worden soms letterlijk als een soort kanonnenvlees gebruikt. Dat voelen ze ook."

Bekijk ook

'Bij Oekraïners meer ruimte voor initiatief'

De Oekraïners weten op hun beurt waarvoor ze vechten, zegt Bouwmeester. "Hun commandostructuur doet zijn best om iedereen ervan te overtuigen dat ze nooit mensen voor niets opofferen."

"De officieren hebben daar in het veld ook veel ruimte voor eigen initiatief. Iets wat je bij de Russen juist niet ziet, daar wordt iedereen die bevelen niet strikt opvolgt letterlijk afgeschoten."

'Weinig veranderd'

Hoewel de Eerste Wereldoorlog inmiddels meer dan een eeuw geleden is, is er sindsdien in veel opzichten weinig veranderd. Dat zegt de Belgische historicus Pieter Serrien, auteur van verschillende boeken over die oorlog. "In de Eerste Wereldoorlog zag je dat de Duitsers, net als de Russen nu, verwachtten dat ze met hun hoofdmacht vrij makkelijk door België konden walsen."

Maar de Belgen boden, net als de Oekraïners, wel degelijk verzet. "Ze vertraagden de opmars, zodat die aan het begin van de winter vastliep."

info

Pieter Serrien is Belgisch historicus en auteur. Hij schreef verschillende boeken over de Eerste Wereldoorlog, waaronder Het elfde uur, over de laatste maanden van de Eerste Wereldoorlog. Recent verscheen van zijn hand In Opstand, een geschiedenis van de Geuzen die vanuit Vlaanderen en Holland de Tachtigjarige Oorlog in gang zetten.

'Slachting aan beide kanten'

"In een vlak landschap zie je dan dat partijen zich ingraven, vertelt Serrien. "Eerst provisorisch, door letterlijk met een schep een geul te graven. Daarna wordt dat uitgebreid tot een hele linie met versterkingen en vertakkingen." Zo'n linie is voor beide partijen heel moeilijk te doorbreken, legt de historicus uit.

Nieuwe uitvindingen, zoals de mitrailleur en het prikkeldraad maakten dat tijdens de Eerste Wereldoorlog nog moeilijker. "Het werd een slachting aan beide kanten waarbij soms een miljoen levens werden geofferd voor een paar kilometer terreinwinst. Aan het einde van de oorlog werd pas de eerste tank ontwikkeld die dwars door het prikkeldraad en over loopgraven kon rijden."

'Ijskoud, modderig en nat'

Ruim 100 jaar later zijn er weer nieuwe, veel effectievere wapens om zo'n tank uit te schakelen. Het voordeel van nieuwe uitvindingen wordt zo altijd weer teniet gedaan omdat de tegenpartij er iets op verzint.

Han Bouwmeester: "Je ziet nu dat de Amerikanen bij hun steun aan Oekraïne focussen op goede winteruitrusting. Een loopgraaf is namelijk nog altijd ijskoud, modderig en nat. Wie daar lang rondloopt, en nooit droge voeten heeft, loopt risico op een 'loopgraafvoet'. Een klein wondje leidt dan tot een vorm van gangreen (een infectie, red.) die een soldaat kan uitschakelen. Iets simpels als goede schoenen en een grote voorraad droge sokken kan dan essentiëel zijn."

Bekijk ook

Bekijk de reportage.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.