Er zijn in Nederland steeds minder weidevogels, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Sinds 1960 is het aantal boerenlandvogels met 60 tot 70 procent teruggelopen. Vogelsoorten als patrijzen en ringmussen komen in grote delen van Nederland bijna niet meer voor. Op sommige plekken lukt het wél om deze dramatische afname af te remmen.
Natuurorganisaties werken daar samen met boeren om weilanden op een vogelvriendelijke manier te beheren. Dat betekent anders bemesten, minder maaien en nattere velden. Even wennen voor de boer, maar het resultaat mag er zijn, de weidevogel voelt zich in die gebieden weer thuis.
EenVandaag trekt met boswachter Jenny van Leeuwen van Staatsbosbeheer het natuurgebied De Wilck in, waar veel weidevogels zitten. De afname is daar minder sterk. Boer Jan Rutte uit de Zaanstreek laat zien hoe hij bij het beheren van zijn land rekening houdt met broedende vogels.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.