De verhuizing naar Zeeland had een 'welkom thuis' moeten worden, want het Korps Mariniers werd in 1665 door Michiel de Ruyter in Vlissingen opgericht. Maar de mariniers willen niet terug naar de plek waar het ooit voor hen begon. En dat steekt de Zeeuwen.
Historicus Ruud Paesie staat bij de kanonnen van de Zeeuwse Admiraliteit bij de abdij in Middelburg. Ze herinneren aan de tijd dat Zeeland nog een grote zeemacht was. "Tijdens de 80-jarige oorlog had Zeeland een belangrijke rol op het gebied van oorlogsvoering ter zee. Zeeland was een eiland omringd door de Schelde en grote schepen werden hier gebouwd voor de kaapvaart, een vorm van piraterij in oorlogstijd. De Zeeuwen stonden bekend als strijd-en slagvaardig."
Thuiskomen
De stamvader van de marine is admiraal Michiel de Ruyter. Tijdens de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog richtte hij in 1665 het korps mariniers op, die toen nog scheepssoldaten werden genoemd. "Hoe mooi was het geweest als de mariniers nu waren teruggekeerd naar de plek waar het allemaal ooit begon, in Vlissingen. Hun wapenspreuk is 'Qua Patet orbis': zo wijdt de wereld strekt. Ze gaan de hele wereld over, maar Zeeland is voor de mariniers helaas te ver."
Paesie is boos, en teleurgesteld. Teleurgesteld in de mariniers, en boos toch vooral op de overheid. "Zo ebt je vertrouwen wel weg in het politieke beleid. We hadden een afspraak, maar we zijn acht jaar aan het lijntje gehouden. Vier jaar geleden is er een contract ondertekend door minister Hennis, en nu krijgen we via de media te horen dat het niet doorgaat. Dat kan gewoon niet. Als overheid hoor je natuurlijk het goede voorbeeld geven."
Een grote kleuterschool
Een voorbijganger vult aan: "De overheid hoort eerlijk te zijn. Ik weet zeker dat Michiel de Ruyter zijn afspraken wèl was nagekomen. Het is een schande wat er nu gebeurt." Een andere passant windt zich vooral op over de houding van de mariniers. "Ik had wel iets anders van deze mannen verwacht. Deze mensen kunnen nog geen dag van huis want ze moeten thuis zijn, zeggen ze. Je dacht dat mariniers mannen met ballen waren, maar het is een grote kleuterschool."
Oud-marine officier Leo van der Meer kijkt met mildere blik naar zijn oud-collega's. Hij begrijpt de weerzin om te verhuizen. Tijdens de veertig jaar dat hij in dienst was bij de marine woonde hij op de kazerne van maandag tot en met vrijdag, gescheiden van zijn gezin.
Grote sociale impact
"Ik wilde mijn gezin niet laten meeverhuizen, vanwege de grote sociale impact. Het is een soort emigreren met onbekende bestemming. De mariniers hebben nu alles opgebouwd rondom Doorn, hun partners werken ook en veel mensen hebben tegenwoordig mantelzorgplichten. Dus ik neem het de mariniers niet kwalijk."
Van der Meer is vooral boos op de overheid. "Het is onbehoorlijk bestuur. Het kabinet schuift deze beslissing al acht jaar voor zich uit. Het is al heel lang duidelijk dat de gezinnen niet willen verhuizen. Ondertussen is er een heleboel geld en energie in de realisatie van het terrein gestoken. Afspraak is afspraak en daar kun je niet eenzijdig op terugkomen. Er mag niet zo gesold worden met Vlissingen."
Marinekazerne in het bos
Het argument dat een marinekazerne bij de zee hoort te staan en niet in een bos vindt Van der Meer minder valide. "In 1665 was dat logisch, maar in 2020 niet. De mariniers kunnen tegenwoordig overal oefenen waar water is. Daarvoor hoef je niet naar Vlissingen te komen."
Maar er zijn genoeg andere mooie dingen om wèl voor naar Vlissingen te verhuizen, zegt historicus Ruud Paesie. "Zeeland heeft zoveel te bieden. Een prachtige omgeving, scholen, goedkope huizen en de meeste zon-uren van Nederland. Zelf verhuisde Paesie zestien jaar geleden naar Middelburg. "Het enige waar ik spijt van heb is dat ik niet eerder ben gekomen."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.