De smartphone heeft een hele generatie verwoest. Volgens de Amerikaanse demograaf Jean Twenge is de generatie iGen angstiger, depressiever, en eerder geneigd tot het plegen van zelfmoord. Ook zou de jeugd minder goed voorbereid zijn op volwassenheid, stelt ze in haar artikel dat een hoop stof deed opwaaien.
Twenge heeft het in haar stuk over de generatie ‘iGen’, geboren in het tijdperk van 1995 tot 2012. Een generatie die met de smartphone is opgegroeid en niet weet hoe het leven is zonder het ding. Ze gaan ermee naar bed en staan ermee op. Volgens de demograaf balanceert deze generatie op het randje van een mentale-gezondheidscrisis.
Psychische problemen
Er is al langer aandacht voor de negatieve effecten van de smartphone in ons leven, zo zouden mobieltjes een slechte invloed hebben op onze nachtrust. Maar volgens Twenge heeft smartphonegebruik (in combinatie met sociale media) verderstrekkende gevolgen, schrijft ze in haar boek over dit onderwerp. Zo heeft de iGen minder seks, minder dates, ze gaan minder uit, drinken minder en pakken minder de auto. Fysiek gezien is deze generatie dus eigenlijk veiliger dan voorgaande generaties. Maar het probleem ligt op het mentale vlak: ze ontmoeten vrienden minder vaak, zijn vaker depressief en plegen zelf veel vaker zelfmoord. En dat allemaal door de smartphone en social media.
Psychiater en publicist Bram Bakker herkent de problemen die Twenge aandraagt. “Jongeren hebben veel vaker psychische problemen dan vroeger. Dat is verontrustend.” Maar volgens Bakker is dat niet allemaal direct te linken aan de mobiele telefoon. “Je kan nooit in algemene termen stellen dat een generatie kapot gaat aan de smartphone”
Onpersoonlijkheid
De oorzaak is volgens Bakker breder. “Het is technologie in het algemeen. Dat zorgt ervoor zorgt dat we steeds minder echt contact hebben met elkaar.” De onpersoonlijkheid die daar het gevolg van is, is volgens Bakker de kern van het probleem. “Deze generatie lijkt achter te blijven door onpersoonlijkheid.”
In haar artikel heeft Twenge het over het achterblijven van sociale vaardigheden bij jongeren. Doordat ze de hele dag op hun schermpje kijken en zitten te Facebooken, leren ze minder in het echt te communiceren. Bakker is dat met haar eens. “Wat je niet gebruikt, dat raak je kwijt, of leer je niet. Als je je hersenen niet leert om gezichtsuitdrukkingen te herkennen, dan blijven dat soort sociale vaardigheden achter.” Maar de discussie is ongenuanceerd als we niet ook de voordelen van sociale media en smartphones benoemen, vindt Bakker. “Mijn dochter heeft via het internet vriendinnen gemaakt, en bij die meisjes gaat ze ook weleens logeren. Mensen kunnen nog steeds gezellig met elkaar omgaan.”
Minder empathisch
Wouter van Noort, technologieredacteur van NRC is auteur van het boek Is daar iemand? over hoe smartphones ons leven beheersen. Voor dat boek sprak hij veel deskundigen over de impact van mobiele telefoons op ons leven. Wat sociale vaardigheden betreft zegt Van Noort dat “uit behoorlijk stevige onderzoeken blijkt dat we minder empathisch worden als we de hele dag naar ons schermpje kijken.”
Volgens Van Noort zet de Amerikaanse Twenge het wel heel dik aan. “Maar er zitten elementen in die gestaafd zijn in andere onderzoeken.” Volgens Twenge zou de iGen angstiger zijn. Daar zit volgens Van Noort wel wat in. “Het non-stop bereikbaar moeten zijn en sociale media leiden tot meer stress. Angst is daaraan gekoppeld.”’
De stress die constante bereikbaarheid oplevert bemerkt Van Noort ook bij zichzelf. Het idee om een boek te schrijven over smartphonegebruik ontstond toen Van Noort merkte dat hij wel heel afhankelijk was van zijn telefoon. “Ik merkte dat het me niet lukte hem weg te leggen, terwijl ik dat wel wilde.” Ook herkent de technologieredacteur de bewezen effecten die smartphones op het concentratievermogen hebben. “Wanneer lees je nog eens een boek uit?”
Leven zonder smartphone
Nauwelijks, weten leerlingen uit VWO-5 van scholengemeenschap Jacobus Fruytier in Apeldoorn. Verslaggever Harm van Atteveld sprak met twee van hen, vlak nadat ze mee hadden gedaan met een ‘challenge’: een week lang leven zonder smartphone. Voor beiden was dat flink wennen. Laura Jansen: “De eerste dag voelde ik me heel erg afgeschermd van de rest. Ik wist dat iedereen met elkaar zat te praten op WhatsApp enzo, en dat ik dat allemaal miste.” Constantijn Karels: “Normaal pak je ‘m als je een kwartiertje niets te doen hebt om een videootje te kijken ofzo, maar toen ik hem niet had moest ik iets anders gaan bedenken.”
Onrust
Klaas Tippe is al meer dan twintig jaar docent op de school. Hij merkt dat de VWO-leerling van nu een ander is dan vijftien jaar geleden. “Diep lezen, echt leren, blokken, vinden ze lastiger. Leerlingen hebben concentratieproblemen.” Hij ziet een hoop onrust bij zijn leerlingen, doordat zij altijd bereikbaar (moeten) zijn.
Constantijn en Laura hielden tijdens hun week zonder smartphone allebei opeens een hoop tijd over. Laura stak die tijd bijvoorbeeld in haar hobby’s. Constantijn heeft ‘zelfs een boek gelezen’. Laura: “Het geeft heel veel rust.”
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.