radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Tweede Kamer eist opheldering over werkwijze NFI

Er is flinke kritiek op het besluit van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) om voortaan een deel van de secties op lichamen in België te laten uitvoeren. Door een gebrek aan forensisch pathologen is die maatregel noodzakelijk, zegt het NFI. Vijf tot tien lijken per maand worden voortaan naar Antwerpen gebracht voor onderzoek.

Tweede Kamerleden hebben vandaag opheldering geëist van de minister van Veiligheid en Justitie. CDA-Kamerlid Chris van Dam vindt de maatregel zeer ongelukkig. “Als je als nabestaande hoort dat je geliefde is omgebracht door een misdrijf en dan ook nog een gerechtelijke sectie krijgt in een ander land, dan vind ik dat teveel van het goede.”  Ook PvdA-Kamerlid Attje Kuiken is kritisch. “Het is heel zorgelijk dat deze noodgreep noodzakelijk is. Ik kan me de kritiek voorstellen en dat is precies de reden dat ik de minister vraag waarom dit besluit is genomen.”

Ook in Nederland

Onderzoeksprogramma Argos onthulde dit weekend dat er ook in Nederland onafhankelijke pathologen zijn die de secties kunnen doen. Ook het personeel van het NFI zou veel liever zien dat de lichamen bij het NFI in Den Haag worden onderzocht, in plaats van Antwerpen. De voorzitter van de ondernemingsraad (OR) van het NFI, Marnix Hoitink, spreekt van een onzorgvuldig besluit. “Je zou kunnen zeggen: als je een tekort hebt aan forensisch pathologen, waarom huur je die dan niet in? Dat kunnen die twee Nederlandse pathologen zijn of bijvoorbeeld Belgische. Maar door die secties in België te laten doen, zadelen we onze ketenpartners weer op met een transport en een andere manier van communiceren. Dit besluit is onzorgvuldig genomen.”

De kwestie met de gerechtelijke secties is zeker niet het eerste incident bij het NFI. Al jaren heerst er chaos bij het instituut. Een extern bureau constateerde dit voorjaar al in een kritisch rapport dat de werkcultuur bij het NFI zeer ongezond is. Deels veroorzaakt door een chronisch gebrek aan capaciteit en een hoge werkdruk, leidt dit tot een slechte relatie tussen personeel en leidinggevenden. En dat allemaal bij een gerenommeerd staatslab waar zeer belangrijk onderzoek wordt gedaan naar bewijsmateriaal en DNA-sporen. Het einde van het NFI in z’n huidige vorm is in zicht, waarschuwt de voorzitter van de ondernemingsraad: “In het ergste geval betekent dat een hele grove ingreep met veel schade.”

Monopoliepositie

Het NFI heeft min of meer ‘n monopoliepositie als het gaat om forensisch onderzoek. Het uitbesteden aan andere onafhankelijke laboratoria ligt bovendien zeer gevoelig. Er is maar weinig vertrouwen bij NFI-medewerkers in andere laboratoria, blijkt uit onderzoek. Maar de belangrijkste klant van het NFI, de politie, heeft veel klachten over het gezaghebbende instituut. NFI-rapporten zijn vaak veel te ingewikkeld. Rechercheteams wachten bovendien lang op de analyses van bewijsmateriaal. OR-voorzitter Hoitink: “Als je kijkt hoe ontevreden de politie is over ons werk – dan is dat niet langer acceptabel.”

Richard Eikelenboom is een DNA-deskundige die na een carrière bij het NFI z’n eigen lab is begonnen: Independent Forensic Services, IFS. Internationaal wordt hij zeer gewaardeerd omdat Eikelenboom DNA in complexe sporen weet te vinden. Ook hij is kritisch over de werkwijze van het NFI. “Het NFI draait nu als een soort fabriek. Ik ben niet tegen dat systematische werken, maar voor sommige zaken werkt dat niet. Zoals ingewikkelde cold cases. Die worden nu in Nederland te weinig opgelost. Terwijl wij in dat soort zaken een doorbraak kunnen forceren.”

'Te systematisch'

Critici roepen het al jaren: de manier van werken bij het NFI is veel te systematisch. Het gevolg: ingewikkelde zaken worden niet opgelost. De oplossing? Meer concurrentie en in sommige zaken juist niet werken met traditionele methodes, zegt Ton Broeders, emeritus hoogleraar criminologie en oud-medewerker van het NFI. “Je ziet soms zaken waarbij het bewijs toch in overvloede aanwezig is. Waarbij mensen wel worden vrijgesproken. Dat is een kwalijke ontwikkeling omdat mensen recidiveren. Als mensen schuldig zijn, dan is dit niet de bedoeling van het strafrecht.” 

De ondernemingsraad van het NFI is voorstander van meer samenwerking met externe onderzoekers. Maar zou liever zien dat juist de standaardzaken worden uitbesteed. Zodat het NFI zich kan specialiseren in de ingewikkeldere zaken. “Ik zou het eerder willen omdraaien. Het NFI richt zich nu teveel op de standaardzaken. Dat geeft een probleem voor de meer ingewikkeldere zaken, het maatwerk. Het doel zou juist moeten zijn om die meer ingewikkeldere zaken te doen. Nu maakt het NFI geen keuze, dus gaat het altijd ten koste van een van die twee”, aldus OR-voorzitter Marnix Hoitink.

Het NFI heeft laten weten niet te willen meewerken aan onze uitzending.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Luchtkwaliteit flink verbeterd in Nederland, maar we zijn er nog niet: 'De landbouw blijft uitstoten'

Luchtkwaliteit flink verbeterd in Nederland, maar we zijn er nog niet: 'De landbouw blijft uitstoten'
Tata Steel in IJmuiden stoot veel vervuilende stoffen uit
Bron: ANP

Door alle problemen met stikstof zou je denken dat de luchtkwaliteit in Nederland er slecht voor staat. Maar de lucht in Nederland wordt steeds schoner. Dat concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving. "Maar we kunnen nog niet achterover leunen."

"Er ligt een deken van luchtvervuiling over Europa, en die wordt veroorzaakt door verschillende chemische stoffen die worden uitgestoten", licht Marko Hekkert, directeur van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) toe. Het inademen van die stoffen is schadelijk voor onze gezondheid.

Europese afspraken

Stoffen als zwaveldioxide, stikstofoxide, ammoniak en fijnstof zijn een stuk minder aanwezig in de lucht dan jaren geleden, zo concludeert het PBL, dat de luchtkwaliteit samen met het RIVM onderzocht.

Dat komt doordat Europa eerder afspraken heeft gemaakt om die uitstoot te verminderen en de lucht weer schoner te krijgen. Auto's, schepen en stallen moesten minder vervuilend worden gemaakt. Afspraken met de industrie spelen een belangrijke rol. "Ze hebben nieuwe technieken ontwikkeld en geïmplementeerd, en dat heeft gewerkt. De auto's die we nu kopen zijn een stuk schoner dan 20 jaar geleden", zegt Hekkert.

Bekijk ook

Emissiedoelen in zicht

Onze lucht is nu dus een stuk schoner dan decennia geleden. En wordt ook nog schoner, zo is de verwachting. Bijvoorbeeld doordat we meer elektrisch gaan rijden. Het PBL denkt dat de kans groot is dat we de Europese emissiedoelen in 2030 gaan halen.

Waar vroeger bijvoorbeeld zwavel een groot probleem was, speelt die stof nu nauwelijks nog een rol, merkt Hekkert op. "Dat leidde tot zure regen, waardoor bossen doodgingen. Maar nu hebben we het niet eens meer genoemd in onze presentatie."

Schonere kachels

Fijnstof is nog wel een punt van aandacht. Daar is volgens het PBL wel een daling te zien, maar veel minder scherp dan bij andere stoffen. "Van fijnstof worden mensen echt ziek, maar we hebben er ook zelf veel invloed op", zegt Hekkert.

Het gebruik van houtkachels stoot bijvoorbeeld veel fijnstof uit. Wie iets aan zijn vervuiling wil doen kan een schonere kachel aanschaffen.

Bekijk ook

Levensverwachting 8 maanden korter

Voor onze gezondheid en kwaliteit van leven is de luchtkwaliteit van groot belang. De levensverwachting in Nederland wordt door de luchtvervuiling gemiddeld 8 maanden ingekort. Als deze verbetering zich doorzet, kan dit teruglopen tot 4 maanden.

"Dat klinkt misschien niet als een groot verschuil, maar het is een gemiddelde voor heel Nederland. Veel mensen overlijden hier gewoon jaren eerder door."

Landbouwsector blijft vervuilen

Maar ondanks een forse daling van de ammoniakuitstoot, liggen de landelijke doelen voor stikstofdepositie op de natuur nog ver buiten bereik. "De landbouw is de sector die nog relatief veel blijft uitstoten", zegt Hekkert.

Als het gaat om de gezondheid van de mens gaat het nu een stuk beter, maar de natuur heeft het nog zwaar. Daar zal dan ook nog hard aan gewerkt moeten worden om aan de normen te voldoen. "We kunnen nog niet achterover leunen."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Iedereen een noodpakket en cash in huis: zo kun je volgens minister Van Weel de eerste 72 uur in een crisissituatie zelf 'overleven'

Iedereen een noodpakket en cash in huis: zo kun je volgens minister Van Weel de eerste 72 uur in een crisissituatie zelf 'overleven'
Minister van Justitie & Veiligheid David van Weel (VVD)
Bron: ANP

Nog geen 1 op de 3 Nederlanders heeft een noodpakket thuis, blijkt uit onderzoek van het EenVandaag Opiniepanel. Veel te weinig, zegt minister David van Weel. "Dat moet naar 100 procent. Iedereen moet zichzelf 72 uur kunnen redden."

Minister van Justitie & Veiligheid David van Weel vindt dat elke Nederlander zich 72 uur moet kunnen redden in geval van een crisissituatie. "Denk aan communicatie, voor als er geen mobiel netwerk is. Denk aan voedsel en drinkwater, als er geen supermarkten open zijn. Al dit soort zaken, die moet je 72 uur kunnen volhouden bij een crisis."

Van 48 naar 72 uur

Eerder was het advies om 48 uur zelfredzaam te zijn, maar dat is dus nu verhoogd met een extra dag. "Sinds de Koude Oorlog hebben we hier eigenlijk weinig aandacht aan besteed", vertelt de minister over het aanpassen van dit advies.

"Maar na Europees onderzoek waarin de 72 uur zelfredzaamheid wordt geadviseerd, hebben we besloten dat over te nemen", legt hij uit.

Bekijk ook

'Het is een kleine moeite'

Van Weel geeft als voorbeeld een crisissituatie waarin deze voorbereiding nodig is: "Ik hoop niet dat we te maken krijgen met een conflict morgen. Maar we kunnen wel te maken krijgen met rampen, met energie-uitval."

"De kans is misschien niet heel erg groot. Maar op het moment dat het zich voordoet, dan is het een hele kleine moeite om zo'n pakket aan te schaffen en heb je er veel plezier van", zegt hij.

Niet bij de buren aankloppen

28 procent van de leden van het EenVandaag Opiniepanel heeft nu een noodpakket in huis, en dat is volgens de minister te weinig. "Want iedereen die geen noodpakket heeft en wel te maken krijgt met zo'n situatie, die gaat aankloppen bij de buren."

En dat heeft gevolgen. "Als dat nu betekent dat maar een in de vier buren zo'n noodpakket heeft, dan kun je je voorstellen dat de 72 uur heel snel naar beneden gaat als je spullen moet delen met anderen. Dus als iedereen voor zichzelf zorgt, zorgen we ook voor elkaar. Daarom moet die 28 procent omhoog naar de 100 procent."

Bekijk ook

Burgers en overheid samen verantwoordelijk

Nu burgers langer voor zichzelf moeten zorgen, betekent dit dan dat de overheid zich terugtrekt? Van Weel begrijpt het sentiment, maar benadrukt dat ook de overheid aan de slag gaat. "Ik leg niet alles neer bij de burger. Het geldt ook voor lokale overheden, het geldt voor bedrijven."

"We roepen ook gemeenten op: ga je verzamelpunten inrichten, hoe je zorg je voor kwetsbare bewoners. Moet je misschien noodvoorzieningen opslaan op bepaalde locaties?", gaat hij verder. "Dus al die trajecten gaan we ook doen."

500 euro contant geld

Naast een noodpakket adviseert Van Weel burgers ook om contant geld in huis te hebben in het geval van een ramp of crisis. Banken en maatschappelijke organisaties overleggen al maanden over hoeveel cash geld mensen moeten aanhouden.

De minister doet een voorstel: "laat ik een voorschot geven. Ik denk dat met 500 euro in cash u echt ruim voldoende heeft om tijdens die 72 uur aan te schaffen wat u echt nodig heeft", zegt Van Weel tot slot.

Iedereen een noodpakket en cash in huis: zo kun je volgens minister Van Weel de eerste 72 uur in een crisissituatie zelf 'overleven'

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant