radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Tientallen klachten van werknemers die toch naar kantoor moeten van hun baas, vakbond FNV pleit voor 'thuiswerkrecht'

Tientallen klachten van werknemers die toch naar kantoor moeten van hun baas, vakbond FNV pleit voor 'thuiswerkrecht'
Beeld ter illustratie
Bron: Pexels

Van de werknemers die thuis kunnen werken, wordt 27 procent tóch gevraagd naar kantoor te komen. Dat blijkt uit onderzoek van vakbond CNV. De vraag is nu of thuiswerken verplicht moet worden.

Wat vice-voorzitter Kitty Jong van vakbond FNV betreft gaat een verplichting te ver, "maar ik doe een dringend beroep op werkgevers om hun personeel thuis te laten werken."

Thuiswerkrecht

Net als CNV kreeg FNV de afgelopen tijd tientallen klachten van werknemers die wel thuis willen en kunnen werken, maar dat niet mogen van hun werkgever. "We kregen meldingen als: 'mijn werkgever gelooft niet in thuiswerken' en mensen vertelden ons dat er gedreigd werd met contractbeëindiging als ze niet naar kantoor kwamen."

FNV denkt dat die tientallen klachten slechts het topje van de ijsberg zijn. Veel mensen durven niet te melden, zegt De Jong. "We pleiten daarom voor een 'thuiswerkrecht', zodat werknemers die het niet veilig vinden op hun werplek en prima thuis aan de slag kunnen, zich daarop kunnen beroepen."

Lees ook

Evenveel verkeer als in 2019

Het kabinet roept al sinds de eerste lockdown in maart 2020 op om zoveel mogelijk thuis te werken. In het begin werd dat strikt opgevolgd. Denk aan de beelden van lege straten en snelwegen van het voorjaar. Dat is nu heel anders.

Het Nationaal Dataportaal Wegverkeer (NDW) monitort het verkeer op de weg en ziet dat na een daling in de eerste twee kwartalen van 2020 van 15 en 35 procent, het verkeer in het derde kwartaal alweer bijna op hetzelfde niveau zit als in 2019.

Niet verplichten

Hoewel het kabinet mensen dringend kan oproepen om niet naar kantoor te gaan, kan ze het niet verplichten", vertelt stelt hoogleraar arbeidsrecht Evert Verhulp. "Werkgevers mogen zelf bepalen hoe ze het werk inrichten. En als je goed kunt onderbouwen waarom het nodig is dat je personeel op kantoor werkt, sta je in je recht."

Arbeidseconoom Ton Wilthagen beaamt dat. Hij wijst ook op de handhaving. "Als je dit verplicht, zul je ook moeten handhaven. Hoe ga je dat doen? Daarvoor beschikt de Arbeidsinspectie niet over voldoende mensen en middelen." Wilthagen wijst ook op een praktisch probleem: "Als je dit per se wettelijk wil vastleggen, dan kost dat tijd. Dat is een tijdrovend en ingewikkeld proces."

Lees ook

Werkgever sturend

Dat het ons in maart wel lukte om massaal thuis te werken en nu minder verrast Wilthagen niet. "Werkgevers willen hun personeel weer zien en het personeel is het beu om thuis te zitten. De interactie levert meer creativiteit en energie op en komt het werk ten goede. De lockdown duurt gewoon lang."

Want niet alleen werkgevers vragen hun personeel soms naar kantoor te komen, werknemers gaan vaak ook uit eigen beweging. Even weg van de eeuwige keukentafel met thuis lerende kinderen. "Maar ook daar moet de werkgever sturend in zijn", vindt FNV-voorzitter Jong. "Als een werknemer naar kantoor wil, dan moet hij of zij eerst de noodzaak aantonen. De werkgever is eindverantwoordelijk en geeft wel of geen toestemming."

Een uitzondering wil de werknemersbond voor mensen met een klein huis en mensen met kleine kinderen. "Voor hen zou er wel de mogelijkheid moeten zijn om af en toe op kantoor te kunnen werken. Maar ik roep het kabinet op om bij de volgende persconferentie de werkgevers aan te spreken op de noodzaak van thuiswerken."

Bekijk hier de tv-reportage over dit onderwerp.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Heeft het nut als ik geen Amerikaanse producten meer koop? En andere vragen over boycots beantwoord

Heeft het nut als ik geen Amerikaanse producten meer koop? En andere vragen over boycots beantwoord
Amerikaanse Bourbon, beeld ter illustratie
Bron: ANP/AFP

Soms laat je een product in de winkel liggen. Niet om de prijs, maar uit protest tegen het bedrijf of land erachter. Nu Trump importheffingen oplegt, merken we in de chat discussie over Amerikaanse producten. We beantwoorden jullie vragen over boycots.

Jullie vragen worden beantwoord door hoogleraar Internationale Economie Harry Garretsen (Rijksuniversiteit Groningen) en historicus Maartje Janse (Universiteit Leiden).

1. Heeft het nut als ik als consument producten niet meer koop?

"Ja, een spontane consumentenboycot kan bedrijven of landen wel degelijk raken: in reputatie en in de portemonnee", begint hoogleraar Garretsen. "Je ziet dat nu bijvoorbeeld gebeuren met Tesla. Omdat sommige consumenten het niet eens zijn met het gedachtegoed van Elon Musk, keldert de verkoop van Tesla-auto's in Europa."

"Consumenten hebben een bijzonder soort macht", antwoordt historicus Janse. "Als individuele consument heb je niet zoveel invloed, maar als collectief wel. Zeker wanneer een overtuiging om producten niet te kopen breed gedeeld wordt, in Europa of zelfs wereldwijd."

Het idee achter een boycot is simpel, vervolgt ze: "Als wij samen onze krachten bundelen door dit product niet meer kopen, dan kan het bedrijf of land daar zoveel last van hebben dat ze hun strategie wijzigen. Het is een manier om invloed proberen te krijgen op beleid. En de geschiedenis laat zien dat dit kan slagen."

Janse doet als historicus onderzoek naar protesten, waaronder boycots. Ze wijst op het oudste voorbeeld dat bekend is van een grootschalige boycot. "In 1791 besloten een half miljoen Britten geen suiker meer te kopen die afkomstig was van plantages waar tot slaaf gemaakten onder dwang werkten. Mensen realiseerden zich: 'Als ik suiker koop die in zulke omstandigheden is geproduceerd, ben ik medeverantwoordelijk.' Het parlement wilde niet luisteren, dus namen burgers zelf het initiatief," vertelt ze. "Het was best een succesvolle actie: de verkoop van deze suiker daalde met een derde."

info

Waar komt de term 'boycot' vandaan?

"De term komt uit 1880, toen de Ierse Charles Boycott slachtoffer werd van een collectieve actie", weet historicus Janse. "Meneer Boycott moest huren innen, en wilde die niet verlagen. Daarom keerde het hele dorp zich tegen hem, en negeerde hem."

"Tegenwoordig boycotten we niet meer één persoon. Het kan dat iemand geen zaken weer wil doen met een ander, maar dit noemen we geen boycot meer. Een boycot is nu gericht tegen een product of land."

2. Hoeveel consumenten moeten een product boycotten voordat die zinvol is?

"In hoeverre een bedrijf of land precies geraakt wordt, hangt af van het type boycot", zegt econoom Garretsen. "In principe is een boycot een actie vanuit consumenten die het niet eens zijn met beleid, en daarover zeggen: 'Dit willen we niet meer.' Als zij besluiten producten niet meer te kopen, kan dit bedrijven of landen zeker raken."

"Daarvoor is het niet per se nodig dat miljoenen mensen stoppen met het kopen van een bepaald product", zegt hij. "Vaak blijken lagere percentages al genoeg. Net als bij protesten en demonstraties, kunnen kleinere groepen al iets in beweging zetten."

"Een kleinere groep kan de reputatie van een bedrijf of land al beïnvloeden", verklaart de hoogleraar. "Social media spelen hierin natuurlijk een rol. Daar verspreiden acties zich snel. Zelfs wanneer de omzet van een bedrijf nog niet gekelderd is, kan een bedrijf dan toch al angst voelen voor imagoschade. Het voelt zich aangesproken of genoodzaakt om beleid te veranderen, zeker wanneer het bedrijf veel concurrentie heeft."

Toch is een boycot nog effectiever als die niet alleen gebaseerd is op de vrijwilligheid van consumenten, maar ook formeel via politiek en wetgeving wordt afgedwongen, legt Garretsen uit. "Wanneer een overheid zegt: dit product mag het hele land niet meer in. Dat gebeurt bijvoorbeeld met Russische producten. Daar trekt de overheid een grens in hoe we met die producten omgaan. En is er in feite een formele boycot."

Bekijk ook

3. Is een boycot niet gewoon om jezelf beter te voelen?

"Consumenten boycotten inderdaad omdat ze zich daar beter bij voelen. Als je iets doet waarvan jij denkt dat het zin heeft, dan voel je je daar goed over", zegt Janse. Maar dit vindt ze geen reden om boycots af te schrijven. Integendeel.

"Het is wat simplistisch enkel te kijken naar het directe effect van een boycot op beleid. Want het heeft ook een grote waarde voor individuen en groepen, en die is ook belangrijk. In plaats van je machteloos te voelen, heb je het idee dat je gedrag ertoe doet."

"Een boycot gaat ook over ergens voor staan, laten zien wat je waarden zijn. Het is een expressie van wie jij als consument wil zijn", licht ze toe. "Ook kan het het groepsgevoel versterken. Een beweging om meer Europees te kopen, versterkt bijvoorbeeld niet alleen de economie, maar versterkt ook het Europese wij-gevoel."

info

Wat vinden panelleden van Amerikaanse producten?

De importheffingen die de Amerikaanse president Donald Trump wil invoeren, maken dat het imago van de Verenigde Staten een stuk slechter is geworden in Nederland. Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder bijna 24.000 leden van het Opiniepanel, gepubliceerd op 8 april 2025.

De helft (51 procent) kijkt negatiever naar Amerikaanse supermarktproducten dan een jaar geleden. Het boycotten van Amerikaanse producten doen een stuk minder mensen. 1 op de 5 (20 procent) zegt geen Amerikaanse producten meer te kopen.

4. Hoe moeilijk of makkelijk is het om een volledige boycot van de Verenigde Staten te realiseren?

Een volledige boycot lijkt Garretsen moeilijk te realiseren. "Oproepen om te boycotten richten zich vaak op de typisch Amerikaanse producten, zoals whiskey. Maar er zijn natuurlijk heel veel dingen die we uit de Verenigde Staten halen. Bijvoorbeeld halffabrikaten die in producten verwerkt zijn, of diensten van Google of Apple. Een volledige boycot zou ook daarover moeten gaan, maar dat wordt al snel ingewikkelder. En dan rijst de vraag of we dat wel willen."

"Een volledige boycot is bovendien niet alleen economisch, maar gaat ook over sport en cultuur", zegt Janse. Ze geeft het voorbeeld van de anti-apartheidboycots van Zuid-Afrika in de jaren 70 en 80. "Dat waren niet alleen economische acties om bijvoorbeeld geen Zuid-Afrikaanse sinaasappelen meer te consumeren."

Al vanaf 1964 mocht Zuid-Afrika niet meer meedoen aan de Olympische Spelen. "Later drongen de Verenigde Naties erop aan om alle culturele en sportieve banden met het land te verbreken. Artiesten traden er niet meer op."

"Je ziet dat er nu ook zo'n oproep tot culturele boycot is tegen Israël. Mensen zeggen: ook daar is een apartheidsregime aan het ontstaan. Universiteiten moeten niet meer met het land samenwerken. Het land moet niet meer mee mogen doen aan het Songfestival. Dit gaat dus ook verder dan het niet meer kopen van Israëlische producten."

"Ik zie Amerika nog niet zo snel in die hoek van Zuid-Afrika en Israël belanden", vervolgt ze. "Maar Amerika is zichzelf wel aan het isoleren. En de vraag is of dit ook invloed gaat hebben op culturele uitwisseling. Je hoort bijvoorbeeld al wel van mensen dat ze niet meer naar Amerika op vakantie willen gaan. Dat is ook een vorm van boycot."

Bekijk ook

5. Gaan winkels aangeven uit welke landen producten komen, bijvoorbeeld met stickers?

"Traditioneel is een boycot gericht op een product of bedrijf. Maar je ziet ook dat een boycot breder gericht kan zijn op een land: er wordt dan wel een product gekozen, maar het is eigenlijk niet om dat specifieke product te doen. Dat product staat symbool voor iets groters." Dit zie je nu met Amerikaanse producten gebeuren, volgens Garretsen.

"Het is consumenten niet per se te doen om bijvoorbeeld Amerikaanse whiskey, of McDonalds, maar dit soort producten of bedrijven symboliseren hun opvatting over waar Amerika onder Trump mee bezig is", zegt hij. "Consumenten willen een signaal afgeven tégen Trump: 'Er zijn grenzen, we pikken niet alles.'", zegt Janse hierover.

Er zijn landen waar labels op producten worden geplakt om hun herkomst aan te geven. Zo heeft Denemarken stickers die wijzen op Europese herkomst, en wordt in Canada opgeroepen om Canadian First - producten gemaakt in Canada - te kopen. "Dit zijn eigenlijk voorbeelden van een soort omgekeerde boycots, om producten uit eigen regio te kopen."

Een meerderheid van de deelnemers aan het Opiniepanel-onderzoek wil dat Nederlandse supermarkten labels plakken op Europese producten. Twee derde van de deelnemers (68 procent) lijkt dat een goed idee.

Bekijk ook

Supermarktbranche: 'Consument moet weloverwogen kunnen kiezen'

Vermelding van het land van herkomst is niet op elk product verplicht. Volgens Europese en Nederlandse regels moet de herkomst op het etiket staan in een paar situaties, bijvoorbeeld bij onbewerkt vlees, eieren, vis en zeevruchten, groente en fruit, olijfolie en honing. Ook geldt deze verplichting wanneer het ontbreken van herkomstinformatie de consument kan misleiden, bijvoorbeeld bij producten met geografische aanduidingen zoals vlaggen.

Volgens supermarktbranchevereniging Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) moeten consumenten 'weloverwogen kunnen kiezen welk product met welke herkomst zij kopen. Het juist en volledig etiketteren van producten is daarom van belang'.

Het CBL laat weten dat supermarkten zelf verantwoordelijk zijn voor de juiste etikettering van huismerkproducten. Bij A-merken ligt die verantwoordelijkheid bij de fabrikant. Het CBL heeft verder geen informatie over individuele assortimentskeuzes en voorkeuren van consumenten in het koopgedrag wat betreft herkomst van producten.

info

EenVandaag Vraagt

Bij EenVandaag heb je de mogelijkheid om vragen en ideeën in te sturen. Dat kan altijd in onze chat, of je kunt meedoen aan de gerichte EenVandaag Vraagt-oproepen die wij zo'n twee keer per week plaatsen in de Peiling-app. De Peiling-app is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

6. Hoe raakt een boycot een land anders dan tegenheffingen?

"Importheffingen zijn minder moreel geladen dan een boycot", zegt Garretsen. "Die hoeven niet per se iets goeds of fouts te betekenen. Landen kunnen gewoon blijven handelen. Alleen maakt een van de twee, of beide, het duurder. Het is van een andere orde wanneer een land zegt: 'Ik wil jouw producten helemaal niet meer.'"

"De laatste stand van zaken is dat het voor Europa misschien toch lijkt mee te vallen met de Amerikaanse importheffingen. Maar wat Amerika en China nu onderling doen - steeds hogere en hogere importheffingen - gaat op den duur in de praktijk over in een boycot. Dan kunnen Chinese producten niet meer naar Amerika geëxporteerd worden, en Amerikaanse producten niet meer naar China. Als dat doorgaat, escaleert een handelsoorlog in een handelsboycot."

"De impact van boycotacties tegen Amerika lijkt op de korte termijn misschien gering", zegt Janse. "Maar als je het bredere plaatje bekijkt, dan besef je dat een boycot onderdeel is van het grotere fenomeen dat een land z'n status verliest. Amerika verliest een deel van de invloedsfeer die het na de Tweede Wereldoorlog heeft gekregen. En mensen zien Amerika niet langer vanzelfsprekend als een betrouwbaar land."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Merijn begint gesprekken met onbekenden in de trein om eenzaamheid tegen te gaan: 'Blijft spannend, maar geeft veel mensen hoop'

Merijn begint gesprekken met onbekenden in de trein om eenzaamheid tegen te gaan: 'Blijft spannend, maar geeft veel mensen hoop'
Merijn (rechts) in de trein met een medereiziger
Bron: Eigen foto

Een gesprek starten met een onbekende in de trein of bij de bushalte? Dat gebeurt steeds minder. Velen doden hun tijd liever door te scrollen op hun telefoon of met een koptelefoon op. Niet Merijn, hij praat juist graag met mensen die hij niet kent.

"Ik denk dat ik er 7 jaar geleden mee begon", vertelt de 32-jarige Merijn Ruis over de gesprekken die hij aangaat met zijn medereizigers. Af en toe deelt hij hier verhalen over op zijn LinkedIn-pagina. "Dat doe ik nu ongeveer 1 jaar, en de reacties zijn heel erg warm. Het raakt heel veel mensen."

'Het geeft hoop'

Merijns reisverhalen worden door duizenden mensen gelezen. "Ze zeggen dat het ze een beetje hoop geeft en geven aan hoe belangrijk ze het vinden om met onbekenden in gesprek te blijven gaan."

Want tegenwoordig is het aanknopen van een gesprek met iemand die je niet kent niet meer zo vanzelfsprekend. Uit verschillende studies blijkt dat mensen steeds minder met elkaar praten vanwege de onzekere en ongemakkelijke gevoelens die hierbij komen kijken: we zijn bang voor afwijzingen en willen anderen niet storen.

Niemand durft

Een zo'n onderzoek werd afgenomen door de Universiteit van Chicago en belandde 7 jaar geleden in Merijns schoot. "Het heet 'Mistakenly Seeking Solitude' en gaat over het voeren van gesprekken in het openbaar vervoer", vertelt hij. "Daaruit bleek dat mensen vaak denken dat ze er niet blij van worden. De meest gehoorde reden dat we het niet doen, is dat we denken dat anderen er niet op zitten te wachten. Het voelt misschien een beetje ongemakkelijk."

"Maar het blijkt ook dat, als ze het eenmaal wél doen, iedereen er eigenlijk blij van wordt." Toen Merijn dat las, ging hij daar zelf mee experimenteren. "Ik sprak allemaal mensen aan die mij aardig leken, maar ook mensen die me niet aardig leken. Veruit de meerderheid is superleuk en vriendelijk."

Verbinding maakt gelukkig

Als spreker over de wetenschap van geluk ziet hij ook de 'noodzaak' van dit soort gesprekken in, vertelt Merijn. "Het in contact blijven met elkaar is belangrijk, want de gelukkigste mensen investeren in relaties, in het contact", weet hij. "Verbinding is een grote voorspeller van geluk."

Volgens de meest recente cijfers van de Rijksoverheid voelt zo'n 48 procent van de volwassenen in Nederland zich eenzaam. Dat heeft invloed op de kwaliteit van leven. "Als ik dat lees, vind ik dat gewoon heel verdrietig. En daarom is het belangrijk om dit te doen", vertelt Merijn over zijn gesprekken.

Bekijk ook

'Dit is mijn tegengif'

Hij ziet het aanknopen en voeren van deze gesprekken als een oplossing voor de toenemende eenzaamheid in de maatschappij. "Dit is voor mij een beetje het tegengif voor polarisatie en voor eenzaamheid. Ik geloof echt dat dit heel veel kan veranderen."

"Want echt, mensen van wie je denkt dat ze heel anders zijn dan jij, die zijn dan zoveel aardiger en leuker. En dat is echt heel tof om te merken."

Mensen zijn aardiger dan gedacht

Door de gesprekken ontdekt Merijn ook welke vooroordelen hij als mens met zich meedraagt. Vaak zijn die, naar eigen zeggen, niet terecht. "Als ik dan met iemand een gesprek voer, dan blijkt die persoon heel anders te zijn dan ik dacht."

"Dan zie je eigenlijk dat heel veel mensen heel aardig zijn, en het beste met je voor hebben", vertelt hij. Dat geeft hem een vertrouwd gevoel. "Je voelt dan dat er overal gewoon vriendelijke mensen rondlopen. En daar mag je dus ook op vertrouwen."

'Spanning gaat nooit helemaal weg'

Maar toch blijft het spannend, afstappen op een onbekende. Ook voor Merijn. "In het begin zei ik vaak iets als er dan iets opviel of zo. Bijvoorbeeld een vertraging met de trein, want dan kun je makkelijk een gesprek beginnen. Maar ik vond het wel heel spannend om uit het niets te beginnen", vertelt hij.

Ondertussen is hij daar overheen gestapt. Nu vraagt hij anderen hoe hun dag beviel. "En dat vind ik nog steeds wel spannend hoor. Dat gevoel gaat niet helemaal weg. Alleen, soms zit ik dan naast iemand en denk ik: 'Ik probeer het maar gewoon'."

Liever kletsen dan scrollen

"Ik heb zelf soms de overtuiging dat mensen er niet op zitten te wachten, maar ik merk toch ook vaak dat mensen juist leuk reageren", gaat Merijn verder. "Zelfs mensen die een koptelefoon op hebben."

En het loopt vaak uit tot een gezellig gesprek. "Voor je het weet ben je een uur met iemand aan het kletsen in de trein. De tijd gaat dan zo snel. Terwijl in het andere geval zou ik gewoon op mijn telefoon hebben zitten scrollen. En die andere persoon trouwens ook, dus dat is ook grappig."

Het lukt niet altijd

Maar het gaat niet altijd goed. Soms hebben andere reizigers geen behoefte aan een gesprek, vertelt Merijn. "Zo zat ik laatst tegenover een jongen en die zat echt in zijn eigen wereld. Ik vond hem er een beetje verdrietig uitzien, dus ik probeer dan toch een gesprekje."

Helaas gaf zijn gesprekspartner mondjesmaat antwoord. "Het gesprek slaat dan helemaal dood. Ik had vier vragen gesteld, had heel even een klein lachje gezien, maar ik merkte gewoon: als ik nu ga doorvragen, wordt het een soort interview. Dus dan laat ik het ook maar."

'Het is ook weer niet zo erg'

De twee zaten daarna nog een tijdje in stilte naast elkaar. "Dat is dan wel echt een beetje ongemakkelijk. Maar uiteindelijk staat die persoon op en dan is het weer klaar. Dan is dat gevoel ook weer weg."

"In je hoofd is dat eigenlijk het ergste wat er kan gebeuren, maar als je het dan ervaart, merkt je eigenlijk dat het ook weer niet zo erg is", heeft Merijn geleerd van die ervaring. "En het gebeurt niet vaak. Ik schat dat dat maar in 5 procent van de gevallen voorkomt."

Levenslessen

Hij leert ook van de positieve ervaringen, vertelt hij. Het zijn dan vaak levenslessen, die hij wel kent maar die hij toch vaak weer vergeet. "Bijvoorbeeld een buschauffeur die het dan heeft over dat hij veel stress ervaart en dan vertelt dat hij de tijden op zijn scherm afplakt."

"Hij zei: 'Want ik heb er uiteindelijk geen controle over en ga slechter rijden door de stress. En zo ga ik gewoon lekker relaxed door de dag heen. Als ik ergens te laat aankom, dan is dat dan maar zo. Je kunt niet veel aan omstandigheden doen. Maar je reactie, daar kan je wel iets aan doen'. En daar denk ik nog wel eens aan."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant