radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Tekort aan leraren Duits, maar is het vak niet aan verandering toe? 'Minder tijd besteden aan grammatica'

Tekort aan leraren Duits, maar is het vak niet aan verandering toe? 'Minder tijd besteden aan grammatica'
Sommige scholen schrappen het vak Duits
Bron: ANP

In Amsterdam krijgen steeds meer leerlingen geen Duits meer door een tekort aan docenten. Sommige scholen schrappen zelfs leerjaren. Is het vak niet toe aan wat verandering om de populariteit te vergroten? Wel als het aan de huidige docenten ligt.

Over een tekort aan docenten hoort het Duitsland Instituut al langer, want niet alleen in de hoofdstad speelt dit probleem. Dat zegt Trixie Hölsgens van het Instituut. "Schoolleiders proberen uiteraard een oplossing te vinden, maar we horen het steeds vaker."

Het is meer dan rijtjes

Het instituut deed onderzoek onder 300 docenten, onder meer met de vraag: "Waarom is er nu een tekort?" Uit dat onderzoek blijkt dat leraren vooral willen dat hun vak verandert: er moet minder aandacht voor grammatica zijn, en juist meer voor spreekvaardigheid.

"Het uit je hoofd stampen van grammatica-rijtjes is niet wat Duits moet zijn", zegt Hölsgens. "Docenten hebben behoefte om meer cultuur, actualiteit en spreekvaardigheid terug te zien in het curriculum." Een ommekeer in het lesprogramma kan volgens haar dé omslag bieden om het vak aantrekkelijker te maken voor nieuwe docenten.

Bekijk ook

Jonge docent afschrikken

Hölsgens vreest dat het docententekort in de komende jaren alleen maar verder gaat oplopen. Ook omdat jonge docenten flink wat voor de kiezen krijgen en daardoor eerder het vak verlaten. "Zo horen we dat zij vaker een klas voor de neus krijgen die een halfjaar geen Duits heeft gehad, waardoor de uitdaging als beginnend docent flink is."

"En daarnaast krijgen ze ook weinig begeleiding- juist door dat personeelstekort." Ook is volgens het Instituut een kwart van de leraren Duits 55 jaar of ouder: een vergrijzende beroepsgroep.

Tekort zal verder oplopen

Het Duitsland Instituut verwacht dat het lerarentekort in hun vakgebied toeneemt, tot 15 procent in 2025. En dat terwijl het vak volgens Hölsgens juist zo belangrijk is voor scholieren.

"Het is de meest gesproken moedertaal van de Europese Unie, en een heel belangrijke handelspartner van Nederland. Ik hoop dat er iets verandert", sluit ze af.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom rijksweg N36 in Twente, ondanks beloftes uit politiek Den Haag, een 'dodenweg' is én blijft

Waarom rijksweg N36 in Twente, ondanks beloftes uit politiek Den Haag, een 'dodenweg' is én blijft
Op de rijksweg N36 tussen Ommen en Almelo vallen jaarlijks veel verkeersslachtoffers
Bron: Persbureau Meter/EenVandaag

'Dodenweg' wordt hij genoemd, de rijksweg N36 tussen Ommen en Almelo. Jaarlijks vallen er slachtoffers. Ook deze maand kwamen er twee mensen om het leven. Wat maakt de N36 zo gevaarlijk?

Deze week was het opnieuw raak op de N36. Een bestuurder raakte gewond bij een botsing tussen een busje en een vrachtwagen. Twee weken geleden verongelukten bij een frontale botsing tussen een auto en een kleine vrachtwagen twee mannen. Eind februari viel er een zwaargewonde op de weg. In nog geen half jaar tijd vielen er 3 doden en 7 gewonden op de 36 kilometer lange weg.

Gevaarlijke situaties met inhalen

De lijst met (ernstige) ongevallen is nog veel langer. Vrachtwagenchauffeur Gert van het Almelose Bolk Transport snapt wel waarom de N36 een 'dodenweg' genoemd wordt. Hij zit zo'n 3 keer per week op de weg en ziet het vaak misgaan.

De gevaarlijke situaties ontstaan met name wanneer mensen gaan inhalen. "Dat mag niet, maar mensen proberen het toch, vooral als ze achter een vrachtauto zitten."

'Het gaat vaak nét goed'

Een vrachtwagen is lang en gaat niet snel. Een ander probleem op de weg is dat je geen kant op kunt als er plots een tegenligger is. "Je hebt niet veel ruimte om uit te wijken hier."

Zo zat hij een keer achter een personenauto die heel langzaam reed. De persoon die weer achter Gert reed dacht dat hij alleen de vrachtwagen moest inhalen waardoor hij én de vrachtwagen én de auto moest inhalen. Het gaat vaak maar nét goed, zegt hij.

info

Burgemeester Almelo: kunnen zoveel ongelukken niet meer accepteren

In februari dit jaar schreven de gemeenten langs de N36 opnieuw een brandbrief aan minister Barry Madlener (IenW). "Zo gaat dit niet langer", zegt burgemeester Korteland van Almelo. Volgens hem erkent de minister dit, maar heeft hij geen geld. "Maar ik ben overtuigd, waar een wil is, is een weg", zegt Korteland. "Omdat we niet meer kunnen accepteren dat er zoveel ongelukken gebeuren."

Volgens de burgemeester ontstaan de ongelukken niet alleen door gedrag. "Je moet wel op een veilige weg rijden, om je veilig te kunnen gedragen. En als je je veilig gedraagt op een onveilige weg, kan dat nog steeds tot hele gevaarlijke situaties leiden." Korteland wil overal middengeleiders en de weg verbreden. Minister Madlener geeft aan volgende week op de oproep van de gemeenten te reageren. Een besluit over het budget valt over een paar weken.

Een fout kan fataal zijn

Wat ook een probleem is, zijn de te korte op- en afritten op sommige plekken. "Dat maakt invoegen moeilijk." En vooral in de ochtend en avond is het 'gigantisch druk', vertelt chauffeur Gert. Maar ondanks die drukte zijn ze ook bezig met hun telefoon.

Het is overigens niet zo dat mensen gevaarlijker rijden op een N-weg, zegt Fieke van Schaik van de ANWB. "Wat je op de N36 ziet, en ook op andere N-wegen, is dat op stukken waar geen middenberm is, je heel snel op de andere kant van de weg kan komen. En dan is een fout fataal."

Bekijk ook

Relatief veel doden

Op N-wegen vallen relatief gezien de meeste verkeersdoden, zo'n 20 procent van de verkeersdoden valt op een rijksweg. Dat zit hem dus met name in hoe de wegen zijn ingericht, legt Van Schaik van de ANWB uit. Ze zijn vaak tweebaans, met beide rijbanen een andere richting op.

De wegen zijn daarnaast vaak smal en er zijn weinig uitwijkmogelijkheden in de berm. "Als er een korte berm naast zit en je raakt van de weg, dan beland je bijvoorbeeld snel in een sloot." Een ander probleem wat op veel N-wegen speelt, is een korte invoegstrook, er is vaak weinig ruimte om in te voegen.

Alle N-wegen een middengeleider

Niet alleen op de N36 maar op alle N-wegen zouden de rijbanen gescheiden moeten worden. "Dus zo'n geleiderail op de middenberm, is is daar heel belangrijk voor", zegt Van Schaik. De politiek heeft 200 miljoen gereserveerd om alle gevaarlijke N-wegen aan te pakken. "Daarmee kun je maar een heel klein stukje weg aanpakken, terwijl daar eigenlijk veel meer voor nodig is."

Alleen al voor het aanpakken van de hele N36 is 300 miljoen euro nodig, becijferde Rijkswaterstaat. Volgens Van Schaik lijkt verkeersveiligheid geen prioriteit voor dit kabinet. In deze kabinetsperiode is geen extra geld vrijgemaakt voor verkeersveiligheid, die 200 miljoen stamt al uit 2022, legt ze uit. "Er is nu geld nodig."

Bekijk ook

Minister heeft plan voor rijbaanscheiding N36

In een reactie op uitspraken van de gemeente Almelo laat minister van Infrastructuur en Waterstaat, Barry Madlener, weten nog voor de zomer met een plan te komen voor de N36. Madlener zegt dat nu wordt gekeken hoe de weg op korte termijn over de gehele lengte veiliger kan worden gemaakt. "Ik ben nu aan het kijken of we toch over de hele lengte de rijbaanscheiding kunnen aanleggen", zegt hij tegen EenVandaag.

Extra wensen, zoals verbreding of het aanpassen van viaducten, kunnen niet worden ingewilligd. De minister noemt dat 'luxe' waar op dit moment geen geld voor is. "We moeten echt binnen het budget werken, dat is een slechte boodschap aan de gemeente, maar het is niet haalbaar." Madlener zegt voor de zomer met een plan te komen.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Minderheid GroenLinks-PvdA-kiezers wil dat Frans Timmermans weer lijsttrekker wordt, ook imagoproblemen Pieter Omtzigt

Minderheid GroenLinks-PvdA-kiezers wil dat Frans Timmermans weer lijsttrekker wordt, ook imagoproblemen Pieter Omtzigt
Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA) en Pieter Omtzigt (NSC) tijdens het wekelijkse vragenuurtje in de Tweede Kamer.
Bron: ANP

Nog niet de helft van de GroenLinks-PvdA-kiezers (44 procent) vindt dat Frans Timmermans weer lijsttrekker moet worden bij de volgende verkiezingen. VVD-kiezers zijn iets positiever. Maar ze zijn er niet van overtuigd dat Dilan Yeşilgöz moet blijven.

Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder kiezers die bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen op die partijen hebben gestemd.

'Sorry Frans'

Opvallend is dat kiezers van GroenLinks-PvdA en de VVD nu nog best vertrouwen hebben in hun partijleider. 88 procent van de GroenLinks-PvdA-kiezers staat achter Timmermans als huidige leider van de partij. Driekwart (76 procent) van de VVD-kiezers vindt dat Yeşilgöz het op dit moment goed doet.

Maar of ze ook lijsttrekker moeten worden bij de volgende verkiezingen? Daarover is twijfel. Zo vindt nog niet de helft van de kiezers van Timmermans dat hij dan de kar moet trekken. Een GroenLinks-PvdA-kiezer verwoordt het als volgt: "Hoe goed hij ook is ingevoerd, hoeveel ervaring hij ook heeft, hoezeer zijn hart ook op de goede plek zit. Het is tijd voor nieuw elan. Sorry, Frans."

Welke partijleiders mogen van kiezers weer lijsttrekker worden bij de volgende Tweede Kamerverkiezingen?

VVD-kiezers niet overtuigd van Yeşilgöz

63 procent van de VVD-stemmers vindt dat de partij weer met Yeşilgöz de campagne in moet. De rest vindt van niet (22 procent) of weet het niet (16 procent).

"Ze doet het nu best aardig, maar heeft in korte tijd al te veel fouten gemaakt. Juist in de campagne heeft ze laten zien dat ze rare sprongen kan maken", schrijft een VVD-kiezer.

Vertrouwen van eigen kiezers in de leider van ‘hun’ partij
info

Over dit onderzoek

Het onderzoek is gehouden van 24 en 25 maart 2025. Er deden in totaal 25.233 leden van het EenVandaag Opiniepanel mee. Het onderzoek is na weging representatief voor zes variabelen, namelijk: leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur, gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2023.

Imagoproblemen Omtzigt

Pieter Omtzigt staat er bij zijn kiezers nog een stuk slechter op. Niet alleen denken de meeste NSC-kiezers, die veelal zijn afgehaakt, dat hij geen lijsttrekker moet zijn bij de volgende verkiezingen. Ook is hij de enige partijleider met minder dan de helft vertrouwen van zijn eigen kiezers.

Veel NSC-kiezers vinden dat hij goede eigenschappen heeft, maar dat die hem niet geschikt maken als politicus. Een kiezer zegt daarover: "Qua kennis en integriteit is hij de juiste persoon. Maar juist die kenmerken zorgen ervoor dat hij in de Haagse slangenkuil opbrandt. En dat is een heel trieste constatering."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant