meer NPO start

Strijd om behoud van laatste biologische akker van Amsterdam

Wat gaat er gebeuren met de laatste biologische akker van Amsterdam? Blijft het groen, of gaat de grond naar luchthaven Schiphol? Vrijwilligers van een biologische boerderij en een projectontwikkelaar staan lijnrecht tegenover elkaar. 

Aan de westelijke rand van Amsterdam ligt de oude Lutkemeerpolder met daarin het enige nog overgebleven biologische akkerbouwbedrijf dat Amsterdam rijk is: De Boterbloem. De gemeente Amsterdam wil in samenwerking met een projectontwikkelaar een bedrijventerrein bouwen ten koste van de biologische akkers.

Boze buurtbewoners organiseren komend weekend een protestactie tegen de dreigende ontruiming. Ze willen de polder behouden voor hun natuurrecreatie en gezonde voeding: "Laat die linkse coalitie het laatste stukje biologische groen van Amsterdam behouden, ze maken een historische fout als ze dit weggooien."  Het lot van de Lutkemeerpolder lijkt al een tijdje bezegeld. Tenzij de nieuwe wethouder van GroenLinks alsnog beslist dat de akkers groen mogen blijven.

Tekst gaat verder onder de afbeelding. 

'Onbegrijpelijk dat dit gebied is uitgekozen'

Volgens Alies Fernhout, woordvoerster van De Boterbloem, wordt nu precies het gebied gesloopt waar de akkers van een aantal negentiende-eeuwse boerderijen en een monumentale fruitboomgaard liggen. “Onbegrijpelijk dat juist dit gebied is gekozen. Dit is voor de landbouw unieke, vruchtbare kleigrond. De projectontwikkelaar waar de gemeente en Schiphol eigenaar van zijn, heeft honderden hectares landbouwgrond in bezit, hier vlak om de hoek. Wat je daar ziet? Leegstand."

Platform Behoud Lutkemeerpolder onderstreept de symbolische waarde van de Lutkemeerpolder, in een tijd dat mensen meer biologisch voedsel willen en zich meer bewust zijn van de gevolgen van klimaatveranderingen.

Tekst gaat verder onder de afbeelding. 

Spaarzaam omgaan met groen

"Dit is wat je krijgt als alleen geld een rol speelt", zegt emeritus hoogleraar planologie Arnold van der Valk van de Wageningen University & Research Centre (WUR) en mede-oprichter van de Food Council MRA een steenworp verderop. Dat deel van de Lutkemeerpolder is een paar jaar geleden omgetoverd tot een bedrijventerrein. Slootjes en weides die anderhalve eeuw terug zijn drooggelegd hebben een nieuwe bestemming, met kaarsrechte wegen en grote grijze gebouwen.

Sinds de economie weer aantrekt ziet Van der Valk het overal gebeuren. Grond is een schaars goed en bedrijventerreinen leveren meer geld op dan landbouwgrond. Volgens de planoloog moeten we zuinig zijn op het spaarzame groen in de randstad. "Als we zo doorgaan is Nederland over vijftig jaar één grote dunbevolkte stad."

Speculatie met landbouwgrond

Hoogleraar Van der Valk kwam februari 2018 in het nieuws met een opzienbarend filmpje. Tijdens een online college wijdt hij uit over grondspeculatie in de Lutkemeerpolder. Hij gebruikte het woord 'corruptie' en dat viel niet goed bij vastgoedbedrijf SADC. De Universiteit van Wageningen verwijderde het filmpje en zette het daarna toch weer online.

In maart dit jaar nam de gemeenteraad een motie aan die bepaalt dat gekeken moet worden naar alternatieven met behoud van de boerderij en de akkers, maar dan in combinatie met een bedrijventerrein. De gemeente werkt nu aan de financiële onderbouwing van de varianten. Wanneer de motie wordt besproken in de gemeenteraad is vooralsnog niet bekend

'Verbouwen in de berm'

Toekomstig uitbater van de boerderij Alies Fernhout blijft bezorgd: "Alles lijkt erop dat we straks met een kluitje in het riet gestuurd worden, dat we een klein stukje grond aangeboden krijgen waarmee we geen akkerbouw kunnen uitoefenen. We mogen verbouwen in de berm, zeggen ze dan." 

Op 17 juli heeft de rechter in hoger beroep uitspraak gedaan en is De Boterbloem in het ongelijk gesteld. De projectontwikkelaar kan met de bouw beginnen. Ook met de motie is nog niets gebeurd, zegt een verontruste Alies. 

Dubieuze rol van de gemeente

Volgens planoloog van der Valk zit de gemeente Amsterdam klem door een lastige privaat-publieke samenwerking. "Daardoor heeft ze twee petten op: enerzijds het algemeen belang dienen via bestemmingsplannen, anderzijds is de gemeente ook eigenaar van grote lappen grond, die ontwikkeld moeten worden en die veel gekost hebben." De gemeente kan het project in de Lutkemeerpolder niet zomaar afblazen, uit angst voor een schadeclaim, zegt van der Valk.

Volgens Alies heeft de gemeente zich in 2008 in het pak laten naaien door met een slimme vastgoedondernemer een deal te sluiten over de grondaankoop. "Nu moeten ze die afspraak nakomen. Als je je als overheid al op de markt begeeft, dan heb je een slechte onderhandelingspositie." 

Lees hier de reactie van de wethouder van Ruimtelijke Ordening en Duurzaamheid:

reactie

Reactie van de projectontwikkelaar

Business Park Amsterdam Osdorp fase 2 wordt ontwikkeld door GEM Lutkemeer: een samenwerking tussen Gemeente Amsterdam en SADC. Zowel de gemeente Amsterdam als SADC hebben de GEM Lutkemeer opdracht gegeven om het gebied (groen, water en wegen) volgens principes van de circulaire economie te ontwikkelen. De gemeente Amsterdam heeft fase 2 in dat kader aangewezen als voorbeeldproject Amsterdam Circulair. En daarbovenop stelt de GEM als gebiedsontwikkelaar bovenwettelijke duurzaamheidseisen aan de partijen die het vastgoed zullen gaan realiseren. In dit kader hanteert GEM Lutkemeer de volgende principes:

• Het nieuwe business park wordt zorgvuldig ingebed in haar omgeving, onder andere op het gebied van water, bodem en natuur.

Op het gebied van water sluiten we de kringlopen, zowel voor regenwater als grijs water (water uit afwasbakken, wasmachine, etc). GEM Lutkemeer streeft ernaar de bodemkwaliteit op minimaal hetzelfde niveau te houden en de vrijgekomen grond te hergebruiken binnen het gebied. Zo sluiten we de kringloop. Ook realiseren we binnen het business park doorlopende groenverbindingen met de naastliggende natuur en de Tuinen van West. Het groen dat we binnen het business park planten vergroot de biodiversiteit, trekt insecten aan en is oogstbaar.

• Het nieuwe business park wordt toekomstbestendig, doordat het o.a. multifunctioneel bruikbaar is en er gebruik gemaakt wordt van duurzame energie. Het wordt een gasloos terrein, we passen Warmte- en Koude opslag toe en we stimuleren zonnepanelen op daken. In het business park realiseren we langzaam verkeersroutes voor fietsers en voetgangers, om duurzaam en gezond vervoer te stimuleren.

• Het nieuwe business park wordt een plek waar iedereen zich welkom voelt: bedrijven, werknemers, bewoners, recreanten.

• Bij de inrichting van het nieuwe business park worden zoveel mogelijk materialen toegepast die op een hoogwaardige manier hergebruikt kunnen worden (sluiten van de materialenkringloop).

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

In gesprek gaan over het oorlogsverleden van je familie: waarom dat moeilijk is en hoe je daar hulp bij kunt krijgen

In gesprek gaan over het oorlogsverleden van je familie: waarom dat moeilijk is en hoe je daar hulp bij kunt krijgen
Bron: ANP

Op 4 mei herdenken we oorlogsslachtoffers. Ook komen pijnlijke erfenissen van oorlog naar boven. Hoewel de Tweede Wereldoorlog 80 jaar geleden eindigde, werkt de nasleep in veel families nog altijd door. Maar daarover praten, kan moeilijk zijn.

Begin 2025 werden historische dossiers openbaar over mensen die na de Tweede Wereldoorlog werden verdacht van collaboratie. Sindsdien krijgt EenVandaag berichten van mensen die worstelen met het oorlogsverleden van hun familie. Een verleden dat soms beladen is door stilte en schaamte, en dat generaties lang kan doorwerken.

Oorlog werkt door in volgende generaties

"Je kan oorlog zien als een serie schokkende gebeurtenissen in een context zonder ruimte om daarvan te herstellen. Het is zo heftig om mee te maken dat mensen het de rest van hun leven meedragen en vaak doorgeven aan volgende generaties", vertelt psycholoog Anne Marthe van der Bles.

Van der Bles houdt zich bij ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum bezig met de psychosociale impact van oorlog, vervolging en geweld.

In de opvoeding

"Oorlogservaringen kunnen doorwerken in families op een manier die niet meteen problematisch hoeft te zijn. Zo leren mensen die de Hongerwinter meemaakten hun kinderen soms om zuinig te zijn met eten", vertelt Van der Bles verder.

"Maar oorlogservaringen kunnen ook negatieve sporen nalaten in de opvoeding. Ouders met trauma's zijn vaak minder emotioneel beschikbaar voor hun kinderen. Ik hoor van mijn behandelende collega-psychologen bijvoorbeeld dat Holocaustoverlevenden emotioneel vlak kunnen zijn. Niks is voor hen meer zo erg als dat wat ze hebben meegemaakt. Dus als een kind dan bijvoorbeeld een knie stoot, kunnen ze niet meer invoelen dat dat voor het kind erg is."

Bekijk ook

'Mijn ouders hebben het al zo zwaar, ik moet niet teveel zijn'

"Kinderen van oorlogsgetroffenen gaan soms zorgen voor hun ouders, vanuit het idee: er moet geen aandacht naar mij uit gaan, want mijn ouders hebben het al zo zwaar. Ik moet vooral niet teveel zijn."

"Het lastige is alleen dat een kind zelf niet doorheeft dat het zich zo gedraagt, en waar dat vandaan komt. Vaak komen kinderen in de naoorlogse generatie er pas later in hun leven achter dat hun gedrag in relatie tot de ouders gevormd is door het oorlogsverleden waar de ouders mee worstelden."

Identiteit: wie ben ik in relatie tot mijn ouders?

"Niet iedereen uit de naoorlogse generatie krijgt psychische klachten, maar veel mensen uit de naoorlogse generatie worstelen met vragen over hun identiteit: wie ben ik in relatie tot mijn ouders? Het verschilt dan per persoon of en in hoeverre die identiteitsvragen leiden tot bijvoorbeeld angst, depressieve gevoelens of psychosomatische klachten."

"Het is daarbij ook belangrijk om te beseffen dat het best een diverse groep is die last kan krijgen van het oorlogsverleden van de ouders", gaat de psycholoog verder. "Het gaat om mensen die zelf kind waren in de oorlog en daar ervaringen hebben, maar ook om wie decennia later is geboren en zich op een andere manier tot dat verleden moest verhouden."

Bekijk ook

'Fout zijn'

Onlangs onderzocht Van der Bles samen met collega-psychologen en historici hoe een familiegeschiedenis van collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog doorwerkt op kinderen en kleinkinderen van (vermeende) collaborateurs. Zij hielden interviews, en namen vragenlijsten af bij een panel van bijna 6.000 Nederlanders.

"Het grote verschil in hoe oorlog bij hen doorwerkt: het gaat om mensen die 'fout' waren of zo werden gezien. Een kind is niet verantwoordelijk voor de daden van de ouders, maar worstelt wel met het gevoel zelf ook 'fout' te zijn. Hoe verhoudt je je tot je ouders als zij dingen hebben gedaan waar jij moreel niet achter kunt staan?"

Verzwegen familiegeschiedenis en angst om veroordeeld te worden

"In gezinnen werd vaak gezwegen over de collaboratiegeschiedenis. Kinderen groeien dan op mét de ervaring van emoties - angst, boosheid of stress - maar zónder kader om te verklaren waar die emoties vandaan komen. Een kind internaliseert dan de gedachte: het zal wel aan mij liggen, er is iets mis met mij. En draagt dat gevoel met zich mee."

Je ziet ook dat veel kinderen van collaborateurs - zodra ze hun familiegeschiedenis weten - een angst houden om veroordeeld of buitengesloten te worden, vertelt Van der Bles. "Die angst is niet geheel onterecht, want in onderzoek zagen we dat 18 procent van de deelnemers zich niet prettig voelt bij het idee dat mensen in publieke functies, zoals politici of burgemeesters, het kind van een collaborateur zouden zijn. Dat is een minderheid, maar wel een met een sterk oordeel."

Meer begrip voor ingewikkelde last

Toch is er in de maatschappij meer begrip gekomen voor de ingewikkelde last die kinderen van collaborateurs ervaren. "Wij zijn al jarenlang welkom bij de Nationale Dodenherdenking", vertelt bestuurslid Hulpverlening bij de Stichting Werkgroep Herkenning José van de Kerkhof. Die stichting zet zich in voor nakomelingen van personen die verdacht werden van collaboratie met de bezetter.

"Er zijn mensen die niet aan ons gelieerd willen zijn, want dan erkennen ze dat ze deel uitmaken van die groep", vertelt Van de Kerkhof. "Het opengaan van de archieven heeft ook tot veel onrust geleid: oude pijn en ervaringen komen naar boven. Toch komen er sinds die opening wel veel verhalen naar buiten en is er meer aandacht."

info

Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR)

Sinds januari 2025 kunnen dossiers van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) worden bekeken in de studiezaal van het Nationaal Archief. De digitale openbaarheid van archief is voorlopig uitgesteld, na dwingend advies van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP).

"Als stichting zijn wij van mening dat openbaarheid goed is", zegt Van de Kerkhof hierover, "want het archief geeft inzicht in de geschiedenis en naoorlogse rechtspraak. Wel zetten wij ons in voor zorgvuldigheid in het digitaal beschikbaar maken van informatie: zonder enige bescherming en voorwaarden is dat verre van wenselijk."

Dubbel gevoel

Tegelijkertijd blijft er een dubbel gevoel, zeggen Van de Kerkhof en Van der Bles. Hoe kan het praten over de last die kinderen van (vermeende) collaborateurs ervaren, samengaan met het herdenken van de slachtoffers in de oorlog en met het verdriet van hún kinderen?

"Sommige kinderen van collaborateurs voelen die spanning zeker", zegt Van der Bles. "Ze vragen zich af: heb ik wel recht op hulp, want het zou eigenlijk moeten gaan om de slachtoffers en hun kinderen. Maar leed vergelijken, helpt niet. Op een maatschappelijke dag als 4 mei is dat ingewikkeld, maar psychologisch gezien kun je ieder mens als individu benaderen en aandacht geven aan diens pijn zonder die steeds af te zetten tegen het leed van anderen."

Leed niet vergelijken, maar dialoog aangaan

"De nabestaanden van onder meer Joodse mensen hebben ontzettend veel pijn, en dat is heel evident", zegt Van de Kerkhof hierover. "En ook de nabestaanden van mensen die in het verzet zaten, kunnen een grote psychologische last ervaren. Je kunt en mag leed niet vergelijken maar je kunt wel naar elkaar luisteren en elkaar zien."

"Juist daarom proberen we een dialoog te starten in de samenleving", gaat ze verder. "Zo organiseerden we in het najaar een symposium, waar naast wijzelf ook mensen uit de Joodse gemeenschap en mensen met een familiegeschiedenis in het verzet aanwezig waren. We stoken de hand uit naar elkaar."

info

Wie herdenken we op 4 mei?

De Nationale Dodenherdenking is zowel een aanjager van discussies, als onderhevig aan discussie over wie herdacht moet worden en welke verhalen verteld moeten worden. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft de taak om hier richting aan te geven.

Volgens de officiële tekst herdenken wij 'tijdens de Nationale Herdenking alle burgers en militairen die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord; zowel tijdens de Tweede Wereldoorlog en de koloniale oorlog in Indonesië, als in oorlogssituaties en bij vredesoperaties daarna.'

Praten zet dingen in beweging

"Praten over het oorlogsverleden kan spannend zijn, zeker binnen de familie", zegt Van der Bles. "Toch raden we het vanuit ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum sterk aan. Er is zoveel gezwegen: praten zet iets in beweging."

Algemene tips zijn er niet, want elke familiegeschiedenis is anders. "Maar luisteren zonder oordeel is altijd belangrijk", zegt ze. "We zien ook dat kleinkinderen het gesprek vaak makkelijker openen. De afstand helpt: het is toch anders als je opa 'fout' was dan je vader. Zij voelen meer ruimte om nieuwsgierig te vragen: wie staat er op deze foto? Of: wat weet u over dat NSB-verleden?"

Hulplijnen

Lukt praten met familie niet meteen, dan zijn er verschillende plekken waar je terechtkunt, zegt Van der Bles. "De Luisterlijn is 24/7 bereikbaar. Het Contactpunt Naoorlogse Generaties kent de historische context goed. En bij de Stichting Werkgroep Herkenning zit veel ervaringsdeskundigheid."

Van de Kerkhof van die stichting: "Mensen kunnen bij ons terecht met algemene vragen, wij bieden een luisterend oor. Over je gevoelens en ervaringen praten helpt. Als kinderen van collaborateurs advies zoeken hoe ze met hun ouders kunnen praten, dan vraag ik bijvoorbeeld of ze al precies weten wat er destijds gebeurd is. We geven ook altijd het advies het dossier te lezen, zodat je zo min mogelijk verrast wordt."

Bekijk ook

Doorverwijzen en gespreksgroepen

"Wij kunnen geen therapeutische behandeling bieden, maar als in het telefoongesprek blijkt dat je meer hulp zoekt, kunnen we je verwijzen naar de juiste plekken", gaat Van de Kerkhof verder. Bij behoefte aan meer zorg en hulp, kan dit ook besproken worden met de huisarts.

Ook organiseert de stichting gespreksgroepen en contactmiddagen. "Daar is steeds meer behoefte aan. Vaak kunnen kinderen moeilijk praten met ouders die collaboreerden of daarvan verdacht werden. Families vallen ook uit elkaar: de een wil het er wel over hebben, de ander niet. Dan is het fijn om je schaamte, schuld en andere gevoelens te kunnen delen met andere lotgenoten. Dan krijg je herkenning in elkaar."

Waarom het zwijgen doorbreken

"Ik hoor dat mensen het onwijs spannend vinden om te praten over het oorlogsverleden met familie, maar weet ook dat veel mensen die het tóch hebben gedaan daar heel blij mee zijn", zegt Van der Bles. "Zij zeggen dat het veel rust geeft om de feiten te kennen, dat het puzzelstukjes op zijn plek kan laten vallen."

Van de Kerkhof: "Kinderen van collaborateurs vinden het heel erg als er in de familie nooit over gesproken is, en ze er dan pas na overlijden van de ouders achterkomen wat er is gebeurd. Dan blijf je met vragen achter, die je niet meer kunt stellen. Als je dus nu al met vragen zit, kan het toch fijn zijn om daar antwoorden op te zoeken."

Dichter bij elkaar komen

"Wat je soms ook ziet gebeuren, en wat je ook hoopt, is dat mensen dichter bij elkaar komen", zegt Van der Bles tot slot.

"Dat ze begrijpen waarom dingen zo gelopen zijn, waar bepaalde houdingen of gedrag vandaan komen. En op een groter maatschappelijk niveau: dat we lessen kunnen leren uit het samen praten over verschillende ervaringen met de oorlog."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant