radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Steeds meer musea willen af van roofkunst

Steeds meer musea willen af van roofkunst
Bron: EenVandaag

Steeds meer Nederlandse musea willen afstand doen van omstreden 'roofkunst'-stukken uit de collectie. In nog geen week tijd presenteren twee van de grootste musea van ons land concrete plannen voor het teruggeven van koloniaal erfgoed.

Vorige week publiceerde het Nationaal Museum van Wereldculturen (de koepelorganisatie van onder andere het Museum Volkenkunde en het Tropenmuseum) een richtlijn voor de teruggave van koloniaal erfgoed. Het Rijksmuseum laat vandaag weten in gesprek te gaan met Sri Lanka en Indonesië over omstreden stukken uit de collectie.

Het kanon van Kandy

Bovendien komt het museum met verder onderzoek naar de herkomst van sommige omstreden stukken uit de collectie. Het gaat dan niet om alle stukken uit het koloniale tijdperk, maar alleen om die stukken waar het vermoeden van bestaat dat die destijds op een omstreden manier in het bezit van het museum zijn gekomen.

Naar schatting gaat het om zo'n duizend kunstobjecten, waaronder een antiek kanon versierd met zilver en robijnen. Sri Lanka vroeg in 1980 al om de teruggave van dit kanon, dat Nederland in 1765 buit wist te maken.

Lees ook

'Eerst zien, dan geloven'

Volgens historicus Jos van Beurden is het in ieder geval een stap in de goede richting. Hij promoveerde met onderzoek naar kunstschatten met een dubieuze herkomst in Europese musea.

Toch is hij ook kritisch. "Nederland is natuurlijk veel te laat in deze hele discussie, in het geval van het kanon lag er al bijna veertig jaar geleden een verzoek van de Sri Lankaanse autoriteiten en al die tijd is daar niks mee gedaan. Voor mij is het dan nu ook wel 'eerst zien, dan geloven'."

Wie beslist?

Uiteindelijk is het niet aan de musea zelf om te beslissen of een kunststuk teruggaat naar de rechtmatige eigenaar. In alle gevallen is het uiteindelijk aan de de minister van Cultuur om een definitief oordeel te vellen. Dit komt omdat de kunst eigendom is van de Staat.

In een reactie aan EenVandaag laat een woordvoerder van de minister weten: "De teruggave van voorwerpen is rijksbeleid, waarin musea een belangrijke rol hebben. De musea voeren op dit moment een aantal pilots uit. Die pilots geven input voor de ontwikkeling van het huidige beleid. Binnenkort zal de minister de Tweede Kamer hierover inlichten."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Defensie huurt commerciële bedrijven in om militairen te trainen, maar officieren zijn kritisch: 'Je wil je rekruten zelf in de ogen kunnen kijken'

Defensie huurt commerciële bedrijven in om militairen te trainen, maar officieren zijn kritisch: 'Je wil je rekruten zelf in de ogen kunnen kijken'
Defensie huurt voor miljoenen militaire trainers in bij commerciële bedrijven
Bron: EenVandaag

Er is een groot tekort aan opleiders bij Defensie. Daarom worden commerciële bedrijven ingehuurd om nieuwe militairen op te leiden. Jean Debie, van de militaire vakbond VBM, is kritisch. "Officieren willen gewoon hun eigen mensen trainen."

Het moet de grootste uitbreiding van het leger worden sinds de Koude Oorlog: het kabinet wil dat de krijgsmacht in rap tempo naar 200.000 militairen groeit. Dat zijn er nu nog 76.663. Aan ambities dus geen gebrek bij staatssecretaris Gijs Tuinman van Defensie.

Tekort aan militaire trainers

Het goede nieuws is dat er heel veel jonge mensen staan te trappelen om militair te worden. Alleen is er één groot probleem: wie gaat al deze toekomstige militairen opleiden? Er is namelijk een enorm tekort aan militaire trainers bij Defensie.

Dit leidde ertoe dat het afgelopen jaar van de 4.000 jongeren die mee wilden doen aan het dienjaar, een kennismakingsjaar bij Defensie, er maar voor 438 studenten plek was.

Bekijk ook

Bezuinigingen

Het probleem zit vooral bij het aantal onderofficieren. Door jarenlange bezuinigingen zijn er daar veel te weinig van. Maar juist deze onderofficieren vormen de ruggengraat van het militaire apparaat en zijn verantwoordelijk voor het opleiden van rekruten.

Om dat tekort aan te vullen, zoekt Defensie nu zijn heil bij commerciële bedrijven om deze trainingstaken toch te kunnen uitvoeren.

Commerciële bedrijven

Een van die bedrijven is de Advanced Forces Group (AFG). Directeur Geert van Oosterhout, die 17 jaar gediend heeft als militair, is blij dat hij met zijn bedrijf Defensie uit de brand kan helpen. "Defensie heeft met name nu grote uitdagingen, als het om het opleiden van personeel gaat."

"Ik heb de gelegenheid gehad veel ervaring op te kunnen doen binnen het Corps Mariniers", vertelt Van Oosterhout. "In die rol heb ik vaak samengewerkt met Amerikaanse en Engelse collega's, waar ik heb gezien wat voor kennis en ervaring daar allemaal zit. En die expertise kan voor Defensie zeer waardevol zijn, denk ik."

Bekijk ook

Trainers uit VS en Engeland

Door zijn internationale ervaring heeft de oud-marinier en directeur van dichtbij kunnen ervaren hoe je je op 'complexe gevechten' voorbereidt. Die 'internationale mindset' wil hij graag op de nieuwe lichting militairen overbrengen. Hij werkt daarom veel met trainers uit de VS en Engeland.

"Zij zijn in grote oorlogen en conflictgebieden actief geweest", legt Van Oosterhout uit. "Zowel in Afrika als het Midden-Oosten. Dit zijn landen die weten hoe je een groot leger opzet, dus dat is kennis die ik graag via die internationale opleiders doorgeef aan nieuwe militairen die het vak nog moeten leren."

Niet iedereen blij

Toch klinkt er ook kritiek op de werkwijze van deze private bedrijven, met name bij de militaire vakbonden. Zo hoort de voorzitter van de militaire vakbond VBM, Jean Debie, dat er binnen militaire kringen zorgen zijn over die externe trainers.

"Wat ik terugkrijg van mijn mensen, dat zijn in dit geval groepscommandanten die soldaten opleiden, is glashelder", zegt Debie. "Zij zeggen heel duidelijk dat ze hun eigen mensen willen opleiden. Want ze moeten straks ook met die nieuwe lichting soldaten de oorlog in of op een andere gevaarlijke missie. Dus je wil die nieuwe lichting militairen zelf in de ogen kunnen kijken. Zodat je precies weet wat je aan ze hebt."

Bekijk ook

Blind vertrouwen

Het is volgens Debie namelijk essentieel dat je blind op elkaar kunt vertrouwen als je op missie bent. Dat daar hier nu minder zicht op lijkt te zijn, zorgt voor onrust bij onderofficieren. "Ze willen gewoon weten wat hun capaciteiten zijn. Om het simpel te zeggen: hoe goed kunnen deze rekruten schieten? Hoe opereren ze als ze onder zware druk staan?", legt hij uit. "Ze willen helder hebben wat voor vlees ze in de kuip hebben."

Van Oosterhout herkent zich, naar eigen zeggen, niet direct in deze kritiek en stelt dat "alles in nauwe samenwerking" met Defensie gebeurt. En dat zijn trainingen voldoen aan alle waarborgen van het ministerie.

'We vissen niet in dezelfde vijver'

Wel wil de oud-militair graag een andere veelgehoorde klacht tegenspreken, namelijk dat private partijen personeel zouden wegtrekken bij de krijgsmacht door betere arbeidsvoorwaarden aan te bieden aan militaire opleiders. "Dat wil ik even klip-en-klaar zeggen: wij werven niet binnen Defensie."

Hij gaat verder: "Dus er komen geen mensen vanuit Defensie naar ons toe, daar hebben we geen interesse in. In de zeven jaar dat we als bedrijf bestaan hebben we nog nooit een onderofficier weggehaald bij Defensie. Wij werken wel met Nederlandse instructeurs, maar dat zijn mensen die al lang weg zijn bij defensie en jaren actief zijn in het bedrijfsleven. Dus we vissen niet in dezelfde vijver als Defensie."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom de prijs van goud juist nu zoveel stijgt

Waarom de prijs van goud juist nu zoveel stijgt
Het smelten van ingekochte gouden sierraden bij het Goudwisselkantoor
Bron: ANP

Goud is nog nooit zo duur geweest als nu. Maar waarom is de prijs juist nu aan het stijgen? En moeten we daar iets aan doen? Hoogleraar Banken en Financiering aan Tilburg Universiteit Harald Benink legt het uit.

Het gaat al een aantal weken zo: de prijs van het edelmetaal bereikt elke dag een nieuw record. Vandaag was de prijs op z'n hoogtepunt en betaalde je zo'n 97.000 euro voor een kilo. Volgens hoogleraar Benink is dat logisch, gezien wat er op dit moment in de wereld gebeurt.

Onzekerheid en instabiliteit

"We zien heel grote onzekerheid en instabiliteit in de wereld", begint Benink. "En dat werkt door op de financiële markten. Denk bijvoorbeeld aan het nieuwe Amerikaanse beleid onder president Donald Trump, waar handelstarieven dreigen. Dat kan tot grote schade leiden, zowel voor de economie in de Verenigde Staten als in Europa. Wat betekent dat op de financiële markten erg veel onzekerheid heerst. Daarom gaan de aandelenkoersen naar beneden."

Op zulk soort momenten is vaak te zien dat het goed gaat met de prijs van goud, vertelt de hoogleraar. "Goud wordt toch gezien als 'risicoloos' in tijden van grote onzekerheid en spanningen."

Meer vermogende mensen

Toch is de goudprijs nu een stuk hoger dan tijdens andere onzekere periodes, bijvoorbeeld de crisis van 2008. Dat is volgens Benink op twee manieren te verklaren. Aan de ene kant is er de inflatie. "Alle prijzen zijn natuurlijk gestegen sinds 2008."

De andere reden is dat er veel meer vermogende mensen op de wereld zijn, legt Benink uit. "Ook in China en in de rest van Azië en het Midden-Oosten. Dus er is heel veel meer geld dat belegd kan worden. En op het moment dat die vermogende particulieren en bedrijven het gevoel hebben dat er onzekerheid is, en dat financiële markten naar beneden kunnen gaan, is er veel meer geld beschikbaar om een beperkte hoeveelheid goud op te kopen. Dan krijg je natuurlijk al snel hele flinke prijsstijging."

Bekijk ook

'Een 'echt' product'

Dat juist goud zo stijgt in waarde, heeft ermee te maken dat het een 'echt' product is, legt Benink uit. "De bitcoin is bijvoorbeeld helemaal door computers gecreëerd, maar goud is al eeuwenlang een soort metaal dat je altijd weer kan gebruiken om sieraden te maken. Of dat mensen willen hebben in andere toepassingen. Dus het is in dat opzicht een 'echt' product."

Maar dat betekent niet dat de prijs alleen maar omhoog zal blijven gaan. "De prijs kan natuurlijk ook weer dalen, bijvoorbeeld op het moment dat er veel meer rust zou komen in de internationale politiek en op de internationale financiële markten." Bijvoorbeeld als president Trump toch deals sluit met bepaalde landen, volgens Benink. "Dus het kan ook weer zijn dat die goudprijs over een maand veel lager is."

Beleggen in verschillende categorieën

Dus moeten we nu volop investeren in goud? Dat is volgens de hoogleraar moeilijk te zeggen, omdat het zo onzeker is wat er met de prijs van goud gaat gebeuren. "Het valt niet te voorspellen."

"Tegelijkertijd is het altijd goed is om in verschillende categorieën van beleggingen te zitten. Dus nooit in één categorie alleen, maar bijvoorbeeld in aandelen, vastgoed, obligaties en goud in een soort portefeuille, waardoor je eigenlijk de risico's spreidt", legt hij tot slot uit.

Waarom de goudprijs juist nu stijgt

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant