Dat de gevolgen van de aanslag op Amsterdam Centraal vrijdag in verhouding beperkt bleven, blijkt te danken aan een zogenoemde spotter van de politie. Die had de verdachte Jawed S. al in het vizier nog voordat hij twee Amerikaanse toeristen neerstak. Maar wat als er geen spotter in de buurt is? Volgens ex-undercoveragent Ran Cohen kan iedereen worden getraind om verdacht gedrag te herkennen.
Hoofdcommissaris van de Amsterdamse politie Pieter-Jaap Aalbersberg zegt in het programma Pauw dat de ‘spotters’, politieagenten in het gewone uniform die zijn getraind opvallend of afwijkend gedrag te spotten, S. in het oog kregen nadat hij ‘doelloos rond aan het lopen was’. In een eerdere uitzending van EenVandaag vertelt Ran Cohen, die onder andere een methode ontwikkelde om afwijkend gedrag te herkennen, dat ‘onlogisch wandelgedrag’ verdacht kan zijn. “Op mensen die langs winkeletalages slenteren na, is iedereen die niet uitstraalt dat hij echt op weg is van A naar B, is verdacht”, zegt Cohen.
Op een station kunnen vaak mensen rondlopen die de weg niet weten of zoekende zijn naar het juiste perron. Volgens Aalbersberg vallen deze niet in de categorie ‘doelloos rondlopen’. “Dan loop je wél met een doel: zoeken waar je heen moet. Dan kijk je naar borden, zoek je waar je heen moet”, zegt de hoofdcommissaris in Pauw. “Deze man was niet aan het zoeken. Deze man keek anders en liep anders.”
KIJK & LEES OOK:
Cohen ontwikkelde de SDR-methode, waarmee burgers zowel theoretische kennis als praktische vaardigheden kunnen verwerven om afwijkend gedrag te herkennen en te kunnen aanwijzen of iemand kwaad in de zin heeft. Naast het doelloze rondlopen, is een van de indicatoren volgens Cohen ‘achterom kijken’. “De meeste mensen zullen, voor ze tot actie overgaan, achterom kijken. Instinctief check je achter je voordat je steelt of aanvalt. Mensen herinneren zich nooit dat ze dat doen. Je doet het dus onbewust.”
‘Spanning op het lichaam’
Zijn methode is gebruikt om trainingen te geven aan de NS, de politie en de Koninklijke Marechaussee. Voor Cohen zijn de ‘nieuwe’ groepen waar dit aan geleerd moet worden de sociaal werkers, BOA’s, wijkagenten et cetera. Er worden cursussen gegeven aan onder andere buurtpreventieteams. Daar wordt onder andere gewezen op een derde indicator: spanning op het lichaam. “Bij mensen kan je, net als dieren, zien dat de spanning op het lichaam toeneemt wanneer die gaat jagen”, zegt een van de cursus-leiders Rob Verhoeven.
Twijfel over wetenschappelijke basis
De methode wordt grootschalig ingezet, iets waar gedragswetenschapper Ewout Meijer nog vraagtekens bij zet. “Het is een methode die op geen enkele manier onderbouwd is met wetenschappelijk onderzoek”, zegt Meijer in een eerdere uitzending van EenVandaag. “Ik ken geen studies die aantonen dat het kan en ik vind het ook niet heel aannemelijk.” Ook roept het bij Meijer vragen op of de methode wel wegblijft van etnische profilering, omdat de methode uit Israël komt waar etnisch profileren volgens Meijer geaccepteerd is.
'Trots op agenten'
De spotters op Amsterdam Centraal baseerden zich wel op een aantal indicatoren van afwijkend gedrag. Kort nadat Jawed S. twee Amerikaanse toeristen neerstak op Amsterdam Centraal, werd hij zelf in zijn onderlichaam geschoten. Aalbersberg zegt trots te zijn op de agenten, hij denkt dat het veel mensen levens heeft gespaard.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.