radio LIVE
meer NPO start

Schoorsteenvegers willen meer controle om verkeerd hout stoken tegen te gaan

Schoorsteenvegers willen meer controle om verkeerd hout stoken tegen te gaan
Schoorsteenveger Nino van Dam
Bron: EenVandaag

'Onruststokers' beter kunnen aanpakken, dat is wat de Algemene Schoorsteenvegers Patroon Bond wil. Vandaag vragen ze in een brandbrief aan de Tweede Kamer voor meer bevoegdheden om verkeerde houtstook tegen te gaan.

"Veel mensen stoken op de verkeerde manier," legt de 29-jarige Nino van Dam uit. Hij is al vanaf zijn 16e schoorsteenveger. "Het is het mooiste vak wat er is. Ik ben gek op houtstook, vuur en alles wat daarmee te maken heeft."

Gevaarlijke situaties

Juist vanwege zijn liefde voor houtstook vraagt Van Dam nu samen met zijn collega's de Tweede Kamer om hulp. Volgens hem zijn er teveel mensen die niet weten wat ze aan het doen zijn. "Deze onruststokers verpesten het voor de anderen."

"We zien regelmatig dat mensen nat hout, geverfd hout of zelfs afvalhout verbranden. Dat is ronduit gevaarlijk. Of ze gebruiken oude kachels en de verkeerde technieken, waardoor er veel roet en fijnstof vrij komt. Dit is niet alleen schadelijk voor het milieu, maar vergroot ook het risico op schoorsteenbranden."

Brandbrief

In de brandbrief pleiten schoorsteenvegers voor strengere regelgeving. "Wij komen jaarlijks bij klanten thuis, maar op dit moment kunnen we weinig doen om slecht stookgedrag aan te pakken," zegt Van Dam.

Hij gaat verder: "Er zou een systeem moeten komen waarbij we mensen niet alleen adviseren, maar waar ook consequenties aan vastzitten als mensen verkeerd blijven stoken."

Bekijk ook

Duitsland als voorbeeld

De Algemene Schoorsteenvegers Patroon Bond (ASPB) denkt aan boetes of zelfs een stookverbod voor ernstige gevallen, zoals in Duitsland. "Daar kunnen schoorsteenvegers bewoners verplichten om aanpassingen te doen", vertelt Van Dam.

Pas wanneer een kachel voldoet aan de regels, krijgt de bewoner opnieuw toestemming om te stoken, voegt hij eraan toe. "In Nederland kan in principe iedereen een kachel installeren en gebruiken zonder enige controle. Je kunt zelfs een oud olievat ombouwen tot kachel en niemand die daar iets van zegt. Wie gaat dat controleren?"

Meldpunt voor onruststokers

Nu vindt Van Dam niet dat het Duitse model een-op-een moet worden overgenomen. "Duitsers zitten toch wel wat anders in elkaar dan Nederlanders. Duitsers zijn gezagsgetrouwer, maar Nederlanders laten zich niet zomaar iets vertellen."

De schoorsteenveger wil daarom geen strenge handhaver worden, maar een rol spelen in de signalering. "Als wij constateren dat iemand herhaaldelijk verkeerd stookt, moet dit gemeld kunnen worden bij een overheidsinstantie die dan verdere stappen onderneemt." Van Dam en zijn collega's pleiten daarom voor een meldpunt. "Anders blijven we tegen dezelfde problemen aanlopen: luchtvervuiling, overlast en brandgevaar."

Bekijk ook

Allemaal stoken op z'n Zwitsers

Met deze maatregelen hoopt Van Dam een totaalverbod op houtstook in de toekomst te voorkomen. In Utrecht wordt zo'n totaalverbod overwogen, maar dat vindt hij een te rigoreuze maatregel. In plaats van praten over een algeheel verbod, wil Van Dam liever aan de slag met betere voorlichting voor het stoken van hout.

"Veel mensen weten helemaal niet dat hout een vochtigheidsgraad lager dan 20 procent moet hebben. Iets wat je heel eenvoudig kan meten met een hydrometer. En weinig mensen kennen de Zwitserse aansteekmethode waarbij het hout van boven naar beneden opbrandt in plaats van andersom. Dat is veel schoner en efficiënter dan de traditionele methode. Maar dat is in Nederland nog lang niet algemeen bekend."

Problematisch stookgedrag

Meteoroloog Bert Heusinkveld vindt de oproep van de schoorsteenvegers een stap in de goede richting. "Nederland heeft zich gecommitteerd aan strengere EU-normen voor luchtkwaliteit in 2030. Maar als we zo doorgaan, halen we die niet."

Het stookgedrag in Nederland is ronduit problematisch, stelt de onderzoeker luchtkwaliteit aan de Wageningen University & Research (WUR). "En de situatie wordt alleen maar erger door ongereguleerde verbrandingsmethoden, zoals vuurkorven en houtgestookte hottubs. Mensen hebben weinig kennis over hoe ze schoner kunnen stoken, en zelfs als ze die kennis wel hebben, wordt die lang niet altijd toegepast."

Bekijk ook

Hoge gezondheidsrisico's

Meer voorlichting en betere controle zijn volgens Heusinkveld dus hard nodig. Hij spreekt over immense gezondheidsrisico's door de langdurige blootstelling aan fijnstof. Dit leidt volgens de onderzoeker tot longkanker, ademhalingsproblemen en vroegtijdige sterfte.

"De uitstoot van fijnstof door houtverbranding is bijna drie keer hoger dan die van al het wegverkeer. Dat komt omdat we wél streng reguleren hoeveel auto's mogen uitstoten, maar de houtstook grotendeels ongemoeid hebben gelaten. Het is hoog tijd om die nu eindelijk eens serieus te nemen."

Staatssecretaris ziet niets in meldpunt

De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Chris Jansen laat in een reactie weten dat hij vindt dat de voorgestelde maatregelen te ver ingrijpen op de privacy van mensen. "Het initiatief van de Algemene Schoorsteenvegers Patroon Bond reikt tot in de woonkamer van mensen met strafmaatregelen erbij. Dat ga ik niet doen. Ik investeer liever in het verbeteren van de Stookwijzer en in landelijke campagnes om mensen bewuster te maken van de schadelijke gezondheidseffecten van houtstook."

Bovendien is overlast door houtstook volgens de staatssecretaris een lokaal probleem dat ook om lokale oplossingen vraagt. "Een oplossing die voor een grote stad werkt, is mogelijk niet geschikt voor een landelijke gemeente of voor het landelijk gebied. De Rijksoverheid ondersteunt daarom de gemeenten in dit dossier, om lokaal de afweging te maken welke maatregelen te treffen."

Schoorsteenvegers willen meer controle om verkeerd hout stoken tegen te gaan

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Hebben meer mensen moeite met het lezen en begrijpen van informatie? En andere vragen over laaggeletterdheid beantwoord

Hebben meer mensen moeite met het lezen en begrijpen van informatie? En andere vragen over laaggeletterdheid beantwoord
Iemand leest een boek
Bron: ANP

Het is Boekenweek, en die draait om leesplezier. Maar voor zo'n 3 miljoen laaggeletterde Nederlanders is lezen niet leuk. Zij hebben dagelijks moeite met dingen als bijsluiters, menukaarten of belastingaangiftes. We vroegen wat jullie wilden weten.

Jullie vragen over laaggeletterdheid worden beantwoord door onderzoeker Annemarie Groot van het Expertisecentrum Beroepsonderwijs (ECBO) en directeur-bestuurder Hanneke Propitius van Stichting Lezen en Schrijven.

1. Wat is laaggeletterdheid nu precies?

"Simpel gezegd noemen we volwassenen 'laaggeletterd' als ze een beperkte taalvaardigheid hebben, waardoor ze niet goed kunnen meedoen in de maatschappij", begint onderzoeker Groot.

"'Laaggeletterd' betekent dus niet dat iemand geen letter kan lezen. Maar dat iemand moeite heeft om taal en informatie te begrijpen", vervolgt Groot. "Om zelfstandig te kunnen functioneren in de samenleving, wordt ervan uitgegaan dat iemand de taal minimaal op het Europese B1-niveau of het vergelijkbare Nederlandse 2F-niveau beheerst."

2. Kan er niet een makkelijker woord verzonnen worden voor 'laaggeletterdheid'? Dit is zo'n bekkenbreker.

"Het is inderdaad nogal een mond vol", zegt Groot. "En het is ook een woord dat niet de lading dekt. In de media wordt het vaak als overkoepelende term gebruikt voor moeite met tekst, maar vallen tegelijkertijd 'laaggecijferdheid' en 'moeite met digitale vaardigheden' eronder. Terwijl het dus om drie vaardigheden gaat, waar geletterdheid er één van is", legt ze uit.

Het is ook wel logisch dat de termen door elkaar zijn gaan lopen, "want in de praktijk wordt in onze samenleving steeds meer een combinatie van vaardigheden verwacht", zegt directeur-bestuurder Propitius van Stichting Lezen en Schrijven. "Om bijvoorbeeld de bus te pakken, moet je een ov-app snappen, moet je kunnen berekenen hoe lang het duurt om naar de bushalte te lopen, etcetera. Het gaat dus echt om meerdere vaardigheden die nodig zijn om informatie snel te scannen en eruit te halen wat belangrijk is voor jou."

Ook zij gebruikt het woord vanwege de verwarring liever niet. "Bovendien is het woord 'laaggeletterdheid' vervelend, omdat er 'laag' in zit", zegt ze. "Mensen hebben allerlei talenten, maar met 'laag' wordt de nadruk gelegd op wat mensen niet zo goed kunnen."

Hanneke Propitius en Annemarie Groot
Bron: EenVandaag
Hanneke Propitius (links) en Annemarie Groot

3. Hoe breed is discriminatie op laaggeletterdheid?

Propitius spreekt vaak met mensen die laaggeletterd zijn. Ze hoort vooral dat zij zich buitengesloten voelen, omdat ze informatie niet goed snappen. "Ze voelen zich dom omdat ze denken dat taal iets is wat iedereen kan. En daardoor ondernemen ze ook minder dingen. Ze durven soms bijvoorbeeld niet naar de dokter te gaan, of te solliciteren op een baan. Dat kan eenzaam voelen."

"Vaak zijn we er ons bij nieuwe digitale apparaten of systemen wel van bewust dat die niet voor iedereen meteen te begrijpen zijn. Er wordt dan op de werkvloer bijvoorbeeld een cursus ontwikkeld om ermee te leren werken", vertelt ze. "Maar het feit dat er ook veel mensen zijn die de informatie op een salarisstrookje of in een rooster totaal niet begrijpen, daar is minder bewustwording over."

"Laaggeletterde mensen zijn niet allemaal ziek, leven van een uitkering of zitten te wachten tot iemand ze komt helpen", benadrukt Groot. "Het kan ook zijn dat iemand eigenlijk niet veel last heeft van zijn beperkte taalvaardigheid, en gewoon z'n leventje kan leiden, totdat er opeens iets verandert in dat leven: een bedrijf gaat failliet, een partner overlijdt, er komen kleinkinderen. Door die omstandigheden word je geconfronteerd met de beperkingen die je kunt ervaren als je moeite hebt met het begrijpen van informatie."

Bekijk ook

info

Zo'n 3 miljoen Nederlanders hebben beperkte taal- en cijfervaardigheden

Eens in de 10 jaar wordt een grootschalig internationaal onderzoek uitgevoerd dat het niveau en gebruik van 'kernvaardigheden' onder 16- tot 65-jarigen in kaart brengt. Op basis van de onderzoeksgegevens uit 2012 maakte de Algemene Rekenkamer voor Nederland een schatting, waarin ook mensen ouder dan 65 jaar werden meegenomen. Dat totaal aantal mensen met beperkte taal- en cijfervaardigheden werd geschat op 2,5 miljoen.

In december 2024 werden de nieuwste resultaten van het internationale onderzoek gepubliceerd. Daaruit blijkt dat de groep in Nederland is gegroeid. Het gaat nu om bijna 3 miljoen volwassenen van 16 tot 75 jaar.

Volgens een schatting van Stichting Lezen en Schrijven kom je met 75-plussers meegerekend zelfs op 3,3 miljoen. Die schatting is niet wetenschappelijk onderbouwd, maar is volgens de stichting wel nodig om een eerlijke vergelijking te kunnen maken met de eerdere schatting van de Algemene Rekenkamer.

4. Hoe kan het dat meer mensen laaggeletterd zijn dan jaren geleden?

De toename komt vooral doordat de bevolking verandert, zegt Groot. "Er zijn meer migranten, van wie het logisch is dat ze meer moeite hebben met vaardigheden die nodig zijn om in de Nederlandse samenleving te kunnen functioneren."

"Maar laaggeletterdheid neemt vooral ook toe bij mensen die in Nederland zijn opgegroeid met Nederlandssprekende ouders. Een belangrijke verklaring daarvoor is de vergrijzing. Er komen meer oudere mensen, en die groep loopt het risico vaardigheden kwijt te raken als ze die lang niet hebben gebruikt."

info

EenVandaag Vraagt

Bij EenVandaag heb je de mogelijkheid om vragen en ideeën in te sturen. Dat kan altijd in onze chat, of je kunt meedoen aan de gerichte EenVandaag Vraagt-oproepen die wij zo'n twee keer per week plaatsen in de Peiling-app. De Peiling-app is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

5. Ik zie bij ouderen - al dan niet door dementie - laaggeletterdheid ontstaan. Benoemen we dat ook zo en hoe gaan we ermee om?

"Ik zou dat niet zo benoemen", zegt Propitius. "Als iemand dementie krijgt, dan heeft diegene hulp nodig om überhaupt gezond en veilig te leven. Dan is laaggeletterdheid niet het hoofdprobleem."

"Wat we wel zeggen: lezen, schrijven en rekenen werkt als een spier die je moet blijven gebruiken. Als je ouder wordt en dat minder doet, dan kunnen die vaardigheden afnemen. 'Use it or lose it', wordt vaak gezegd."

Bekijk ook

6. Wat gaat er fout in het onderwijs aan jongeren?

"Ik denk dat het zeker goed zou zijn als het onderwijs minder wordt aangeboden als een veredelde examentraining", zegt Groot. "Nu leren jongeren soms om door een hoepeltje te springen zodat ze het examen halen, in plaats van dat een brede taalontwikkeling wordt gestimuleerd."

"Tegelijkertijd: als alle jongeren met genoeg bagage het onderwijs uitstromen, is het probleem van laaggeletterdheid nog steeds niet weg. Het is vooral ook een probleem onder oudere volwassenen, die weinig met taal hoefden te doen en daarom op latere leeftijd minder vaardig zijn geworden. Het is daarom prioriteit om ook te investeren in volwassenen, om te voorkomen dat zij laaggeletterd blijven of worden."

"Voor volwassenen heeft het geen zin om iedereen terug naar de schoolbanken te sturen. Jarenlang was dit wel de gedachte: als we nou maar al die 3 miljoen laaggeletterde Nederlanders een cursus geven, dan zijn ze daarna geletterd en is het probleem opgelost. Maar de meeste volwassenen zitten daar niet op te wachten. Zo'n intensieve cursus past ook niet bij hoe je als volwassene wil leren. Je wil dat je wegkomt uit de situatie waarin jij klem zit. Maar daarvoor zijn kleine stappen soms genoeg."

Bekijk ook

7. Iedereen vindt dat er iets aan gedaan moet worden, maar verder dan kleinschalige initiatieven is het volgens mij nooit gekomen. Waarom niet?

Propitius is het er niet helemaal mee eens, dat het nooit verder is gekomen dan kleinschalige initiatieven. "De afgelopen 4 jaar was er nog het programma 'Tel mee met Taal', waarin vanuit verschillende ministeries werd samengewerkt met gemeenten, bibliotheken en met onze stichting, bijvoorbeeld."

"Er gebeurt echt wel veel in gemeenten, zoals in wijkcentra, bibliotheken en taalscholen. Alleen is laaggeletterdheid best een groot en versnipperd probleem, dus daarom zijn de initiatieven misschien minder zichtbaar. Ook kan dat komen doordat de initiatieven verschillend worden ingevuld, omdat ze persoonlijk worden afgestemd op wat een volwassene zelf wil", denkt Propitius.

Onderzoeker Groot ziet wel dat veel regio's er tegenaan lopen dat lesprogramma's en initiatieven vaak tijdelijk zijn. "Ze zijn afhankelijk van investeringen en subsidies, waardoor het niet mogelijk is om structureel vrijwilligers en docenten op plekken neer te zetten. Zij kunnen hierdoor ook niet goed het eigen aanbod evalueren en verder ontwikkelen, want dat heeft doorlooptijd nodig."

"Structurele investeringen zijn wel mogelijk", voegt ze daaraan toe. "In Vlaanderen worden veel meer volwassenen bereikt, omdat er meer is geïnvesteerd in een structurele infrastructuur van plekken waar mensen kunnen helpen en kunnen inschatten waar iemand behoefte aan heeft. Zo'n aanjagende rol zouden ministers in Nederland ook meer op zich kunnen nemen."

Bekijk ook

8. Wat kan ik doen om zelf beter leesbare teksten voor laaggeletterden te maken?

"Als je zelf teksten schrijft die bedoeld zijn voor grote groepen mensen, dan kun je proberen makkelijke woorden te gebruiken, geen afkortingen, geen vaktaal, korte zinnen. En wees voorzichtig met spreekwoorden en cryptische omschrijvingen. Er zijn ook veel websites, zoals ishetb1.nl die je daarbij kunnen helpen", antwoordt Propitius. Verder is het belangrijk te beseffen dat het niet alleen om taal gaat, vult Groot aan. "Het zit 'm ook in bijvoorbeeld grafiekjes waarin informatie wordt gepresenteerd."

Het kan best lastig zijn om laaggeletterde volwassenen te herkennen. "Er worden trainingen gegeven aan bijvoorbeeld huisartsen, werkgevers, schuldhulpmaatjes en verloskundigen om deze groep te herkennen. Maar zeker als volwassenen het Nederlands als moedertaal hebben, is de kans best groot dat zij schaamte ervaren, of negatieve schoolervaringen hebben gehad, waardoor ze zichzelf niet zo snel vrijwillig melden", zegt Propitius.

"Wat je dan zelf kunt doen, als jij in je familie of bij je buren iemand kent van wie je denkt 'goh, die zou het misschien moeilijk kunnen vinden': kijk of je het bespreekbaar kunt maken. Het zou minder een taboe moeten zijn als je moeite hebt met taal, cijfers en digitale vaardigheden, en als je je daarin wil ontwikkelen", vervolgt Propitius.

Tegelijkertijd moeten we ervan af dat dit zielige mensen zijn die geholpen moeten worden, zegt Groot. "Stel dat je in je omgeving iemand kent voor wie de basisvaardigheden misschien lastig zijn, dan hoef je ook niet meteen door te verwijzen naar een cursus. Maar maak het bespreekbaar en zorg dat er in ieder geval rekening mee wordt gehouden. Er komt misschien een moment waarop diegene dan denkt 'ik wil hier wat mee', maar dat is niet per definitie op het moment dat jij het opmerkt."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant