De VN Veiligheidsraad komt vandaag bijeen na de Russische aanval op Oekraïne waarbij een kinderziekenhuis is verwoest. Verschillende landen hebben veiligheidsovereenkomsten gesloten om Oekraïne te steunen. Maar Polen gaat zelfs een stap verder.
Volgens de Oekraïense president Volodymyr Zelensky heeft Rusland maandag meer dan veertig raketten op Oekraïne afgevuurd. In Kyiv vielen zeker 27 doden en meer dan 100 gewonden. Ook het grootste kinderziekenhuis van het land werd daarbij doelwit. Zelensky wil daarom strengere maatregelen, zoals een no-fly zone waarbij het luchtruim dichtgaat. De Baltische Staten zijn welwillend, maar de NAVO blijft terughoudend.
Poolse luchtruim
Hoogleraar oorlogsstudies aan de Universiteit Leiden Frans Osinga legt uit dat het westerse landen 'volledig vrijstaat' om te helpen bij de verdediging van Oekraïne. "Diverse landen, waaronder de Baltische Staten en Polen maar ook Engeland, hebben gezegd misschien moeten we Oekraïne nu actiever gaan helpen met de luchtverdediging."
Enerzijds zou dit kunnen door het Poolse luchtruim actiever in te zetten om Russische aanvallen te weren, anderzijds door dat landen in het westen van Oekraïne eenheden gaan plaatsen om te helpen bij de luchtverdediging. "Oekraïne zal hierdoor in staat zijn om de schaarse middelen die ze daar hebben naar het front te brengen om daar de steden en frontlinie te gaan verdedigen", legt Osinga uit.
NAVO vreest escalatie
Ook vertelt de hoogleraar dat het niet de eerste keer zou zijn als de NAVO besluit het luchtruim te sluiten. Dit is in het verleden wel eens eerder gebeurd. Osinga noemt als voorbeeld de Balkan in de jaren 90 waar toen een no-fly-zone werd ingesteld. Maar tot nu toe heeft de NAVO zich hier altijd van weerhouden.
Osinga begrijpt de voorzichtigheid van de NAVO: "Het Westen was bang voor het provoceren van Rusland en de escalatie-dreiging."
Bekijk ook
Signaal afgeven
Het besluit van Polen om voortaan Russische raketten af te schieten als deze richting het Poolse luchtruim vliegen, staat volgens Osinga niet op zichzelf. De hoogleraar oorlogsstudies ziet dat er nu in westerse landen meer bereidheid is ontstaan om Oekraïne actiever te helpen in de oorlog met Rusland.
"Het besluit van Polen is een nieuwe steen in de diplomatieke vijver waarbij het land, samen met een paar andere landen, duidelijk een signaal wil sturen aan Poetin: 'Er zijn echt limieten aan wat wij accepteren.'"
Druk van de oorlog
Bovendien voelen de Baltische Staten en Polen door hun geografische ligging ook de druk van de oorlog. Volgens Osinga is het daarom ook logisch dat zij zich actiever inzetten. "Polen, maar ook de Baltische Staten beseffen wat er op het spel staat."
"Je ziet dat de Baltische Staten, zeker toen de Amerikaanse steun wat achterbleef, de afgelopen 6 maanden voortdurend hebben geroepen naar Europese landen om hier robuust in te gaan staan. De Baltische Staten hebben al 50 procent van hun zware wapens geleverd aan Oekraïne, omdat ze beseffen dat, mocht Rusland succesvol zijn in Oekraïne, zij wel eens de volgende zijn die aan de beurt zijn voor een Russische agressie."
Bekijk ook
Weinig draagvlak
Ondanks de druk, verwacht Osinga niet dat er snel een no-fly-zone zal komen. "Dat is voorlopig echt nog niet in beeld. Als je kijkt naar het draagvlak in Europese landen, dan is dat echt nog een stap te ver."
Volgens hem zou een eerdere logische stap zijn om luchtafweersystemen in te zetten die bediend worden door westerse landen. Osinga voorziet dat deze afweersystemen vooral in het westen van Oekraïne komen. "Daar kan het luchtruim van Polen bedreigd worden als Russische raketten het luchtruim daar schenden", legt hij uit.
Druk op Witte Huis
Door de aanval op het kinderziekenhuis in Kyiv is volgens de hoogleraar ook de druk op de Amerikaanse president Biden toegenomen om de beperkingen vanuit het Witte Huis op te heffen. "Nu mag Oekraïne Russische vliegvelden niet aanvallen met het raketsysteem dat Amerika geleverd heeft. Je ziet dat de druk toeneemt vanuit Europese landen om dat op te heffen", zegt Osinga. Tot nu toe heeft Amerika Oekraïne altijd geweigerd om met hun wapens Russische doelen te beschieten.
Uiteindelijk stelt Osinga dat luchtverdediging hand in hand gaat met aanvallen op doelen waar de Russische raketten worden afgeschoten. "Luchtverdediging is één ding, het is uitermate cruciaal maar nooit 100 procent waterdicht. Wil je dit probleem echt structureel aanpakken, dan moet je ook aanvallend te werk gaan tegen lanceerplatforms van deze raketten."
Bekijk ook
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.