Alexander Pechtold heeft het moeilijk. Meeregeren of een rol in de oppositie? Een concessie op ethische kwesties of vasthouden aan idealen? Een ministerspost of oppositieleider?
Pechtold wikt en weegt. Wat is wijsheid?
Na de mislukte formatie tussen VVD-CDA-D66 en GroenLinks ligt alles weer open. Edith Schippers heeft alle fractievoorzitters opnieuw ontvangen en zegt dat de enige mogelijke combinatie nu is VVD-CDA-D66 en ChristenUnie.
Maar Pechtold vindt dat helemaal niet; hij vindt deze combinatie ‘onwenselijk’. Hij wil niet met de ChristenUnie in een kabinet en doet er alles aan om een andere combinatie voor elkaar te boksen. Samenwerking liefst met GroenLinks of anders met de SP of PvdA, geen enkel probleem, maar de ChristenUnie? Liever niet.
Waarom?
Al een aantal jaar werkt hij samen met de ChristenUnie, in de zogenaamde C3, om akkoorden met het kabinet te sluiten. Volgens de ChristenUnie ging die samenwerking in goede harmonie en naar volle tevredenheid. Waarom nu ineens al deze bezwaren?
Volgens Alexander Pechtold is daar een simpele verklaring voor: “met de C3 gingen we over het kasboek, niet over de bijbel”. Oftewel: onderhandelingen voor een kabinet gaan verder dan een onderhandeling voor een akkoord op één bepaald thema.
Nu staat er volgens Pechtold meer op het spel en vooral de ‘ethische kwesties’ spelen daarin een rol. D66 heeft zich de afgelopen jaren gemanifesteerd op deze thema’s, door onder andere wetsvoorstellen in te dienen over de legalisering van wiet, een actief donorregistratiesysteem, en het wetsvoorstel 'Waardig levenseinde', in de volksmond de zogeheten ‘voltooid leven-kwestie’.
Laatste twee voorstellen zijn van de hand van D66-Kamerlid Pia Dijkstra. In de campagne speelde zij een belangrijke rol en prijkte haar gezicht op de campagnebus, naast die van Alexander Pechtold. Pia Dijkstra werd voor haar voorstellen beloond met 120.000 voorkeursstemmen.
Deze kwesties lijken de nieuwe kroonjuwelen van D66 te zijn. Maar zo ziet de ChristenUnie ze allerminst. Met name de voltooid-leven kwestie is CU-voorman Gert-Jan Segers een doorn in het oog, hoewel hij maandag liet weten dat dit punt niet meer een breekpunt is; tijdens de verkiezingscampagne was het dat nog wel.
Maar naast de ChristenUnie is ook het CDA niet echt gecharmeerd van Pechtold’s ethische kroonjuwelen. De partij gruwelt van legaliseren van wiet en ziet niets in het voorstel voltooid leven en heeft tegen de D66-wietwet gestemd.
De kans dat D66 deze punten in een nieuw kabinet gesteund ziet worden is dus bijzonder klein. En de keuze ligt nu voor of D66 in een nieuw kabinet stapt met twee partijen die, vanuit Pechtold’s gezichtspunt, mijlenver van zijn idealen afstaat. Die afstand wordt nog groter door de mogelijke steun van de mannenbroeders van de SGP.
Een coalitie VVD-CDA-D66-CU telt 76 stemmen, een krappe meerderheid. Om een brede steun te verwerven voor nieuwe kabinetsplannen wordt al met een schuin oog naar de partij van Kees van der Staaij gekeken. Ook dat zal door Pechtold’s hoofd gaan, en staat hij dus straks als enige links-liberale partij in een rechts christelijk kabinet met beleid van een soortgelijke strekking. De kritiek van oppositie en achterban kan hij nu al uittekenen.
En dat baart de partijleider ongetwijfeld zorgen, want de gemeenteraadsverkiezingen staan voor de deur. Het lijkt nog ver weg, maar op 21 maart 2018 mogen we weer naar de stembus; voor de gemeenteraad dit keer. De afgelopen jaren boekte D66 bij iedere verkiezing winst, maar deelname aan een kabinet met VVD-CDA-CU en op de achterbank SGP, kan tot electoraal verlies leiden. De concurrenten GroenLinks, SP en PvdA zien hun kans schoon en staan dan vast klaar in de startblokken.
Vanuit dat oogpunt lijkt kabinetsdeelname niet erg aanlokkelijk. Maar aan de andere kant dringt de tijd. Pechtold heeft haast. Het is nu of nooit.
Hij is al elf jaar fractievoorzitter van D66 en klaar voor de volgende stap: het ministerschap. Onder zijn leiding is de partij gegroeid van drie zetels naar de huidige negentien en zijn ze de grootste partij in de steden Amsterdam, Den Haag en Utrecht.
Na elf jaar is de partij klaar voor regeringsdeelname; zitting hebben in een kabinet. Pechtold zelf ook. Voor zijn fractievoorzitterschap was hij kortstondig minister, maar dat verliep toen niet zo best.
Dit keer is ook hij er klaar voor. Minister. En vice-premier. De mooiste post? Ongetwijfeld Buitenlandse Zaken. Een speler op het internationale toneel omgeven door veel ceremonieel. Een post op Pechtold’s lijf geschreven.
Dat ministerschap lonkt toch wel heel erg mooi. Maar dan moet eerst de inhoudelijk-ethische hobbel worden genomen. Als voorman van een partij die zelfbeschikking hoog in het vaandel heeft staan is dat even slikken. Is de draai te maken? Jawel, maar daar is tijd voor nodig.
Tijd om je bezwaren groot uit te meten, zowel naar je mede-onderhandelaars als je achterban, in de hoop op meer wisselgeld en compassie. Tijd om te laten zien dat het je niet meevalt om te ‘dealen’ met de grote verschillen op ethisch gebied. Door bijvoorbeeld D66-wethouder van Amsterdam Kajsa Ollongren in de media te laten zeggen dat samenwerking met de ChristenUnie toch echt, echt heel erg moeilijk ligt. En in feite is daar niets aan gelogen, want het ligt ook moeilijk. De verschillen zijn ook groot. Maar onoverkomelijk?
Die tijd wordt geschapen door eerst met andere opties te komen. Een voorstel tot samenwerking met PvdA en SP bijvoorbeeld. Die optie werd door die partijen echter gisteren al van tafel geveegd. Dus ligt de bal nu weer bij Pechtold.
Wat gaat hij doen? Hij heeft gisteren gezegd dat de bal nu bij de fracties ligt. Vandaag zullen we het weten welke keuze hij maakt. Wordt het toch de oppositie, of toch minister van Buitenlandse Zaken en vice-premier?
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.