radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Patiënt Hans heeft zijn leven terug na 'simpele' behandeling tegen duizeligheid

Patiënt Hans heeft zijn leven terug na 'simpele' behandeling tegen duizeligheid
Duizeligheidspatiënt Hans tijdens een behandeling van zijn fysiotherapeut
Bron: EenVandaag

Hans (49) zat op de bank toen het ineens begon te draaien in zijn hoofd. Maandenlang hield die duizeligheid aan. Tot hij na lang zoeken een gespecialiseerde fysiotherapeut vond: "De eenvoud van de behandeling heeft me verbaasd."

"Ik had er heel veel moeite mee dat ik slingerde alsof ik dronken was." Hans Venerius kan er nog steeds niet bij hoe zijn lijf hem ineens in de steek liet, nu een jaar geleden "Mijn hele stabiliteit was weg en dat is eng. Het is net alsof er iets in je hoofd is gebeurd, alsof er iets is geknapt."

Draaiduizeligheid

Hij denkt even aan het ergste, een hersentumor bijvoorbeeld, maar zijn huisarts stelt hem aan de telefoon al snel gerust. Het zal wel draaiduizeligheid zijn, mogelijk als nasleep van corona.

Twee weken later voelt Hans zich nog net zo beroerd. Hij gaat naar zijn huisarts toe. Zij doet een draai-kiep oefening met hem, die haar bevestigt in de diagnose. Een fysiotherapeut helpt hem vervolgens met oefeningen tegen draaiduizeligheid, maar helaas: Hans gaat zich niet beter voelen.

Duizeligheid
Bron: EenVandaag
Hans Venerius

Behoorlijk somber

Wanneer hij drie maanden later bij een keel-neus-oorarts komt, blijkt dat hij een ontsteking heeft aan zijn evenwichtsorgaan. "De KNO-arts dacht meteen aan een virus en een ontsteking en heeft dat getest. Daar kwam uit dat ik een acute uitval had van 100 procent op de linkerkant."

De KNO-arts gaf Hans mee dat hij veel moest bewegen, verder was er weinig aan te doen. "Ondertussen waren we al maanden verder. Ik was wel weer aan het werk, maar het kostte zoveel moeite om recht te lopen. Als ik me niet goed op een punt fixeer met mijn ogen, heb ik een afwijking naar links. Dat kostte zoveel energie dat ik 's avonds moe was en weinig plezier meer had. Ik werd behoorlijk somber."

Bekijk ook

'Voor 80 procent mijn leven terug'

Via een collega van zijn vrouw hoort Hans over een therapie in Hengelo door twee fysiotherapeuten die een duizeligheidscentrum waren begonnen. "Eigenlijk geloofde ik daar niet zo heel erg in, maar ik heb toch een afspraak gemaakt."

En het blijkt te helpen: "Ik kreeg eerst een intake en hele simpele oefeningen om mijn blik te stabiliseren wat maakt dat je je ogen kunt trainen om beter in balans te blijven. Die eenvoud daarvan heeft mij verbaasd. Na vier of vijf keer langskomen, had ik voor 80 procent mijn leven weer terug."

10 procent heeft last van duizeligheid

Afgelopen mei begonnen fysiotherapeuten Mike Hilverink en Jeroen Wesselkamp Duizeligheidstherapie Twente. Ze werken samen met KNO-artsen van het ziekenhuis ZGT in Almelo. Kennelijk is er behoefte aan het duizeligheidscentrum, want inmiddels hebben ze al meer dan 200 patiënten met duizeligheid behandeld.

Dat aantal verbaast Mike Hilverink niets. "Ongeveer 10 procent van de bevolking lijdt aan duizeligheidsklachten. Wij denken dat er op dit moment onvoldoende bekendheid is over de behandelmogelijkheden. En dat is waar wij ons sterk voor willen maken, dat het in ieder geval ook voor deze regio goed op de kaart komt te staan."

Bekijk hier de reportage over het verhaal van Hans en zijn behandeling tegen duizeligheid

Lange wachttijden

Volgens Hilverink moeten we de impact die duizeligheid kan hebben niet onderschatten. "Hoe langer het duurt, hoe meer angst de boventoon krijgt. Mensen kunnen zelfs angststoornissen ontwikkelen." Daarom is het ook belangrijk dat patiënten snel terecht kunnen.

En dat kan niet altijd, er zijn duizeligheidscentra met lange wachttijden. "Het kan niet zo zijn dat iemand een jaar moet wachten op een fatsoenlijke diagnose. Wij vinden het belangrijk dat mensen in een eerder stadium op een tussenstation terecht komen of in ieder geval al gehoord worden in hun klachten. En dan zouden wij al kunnen starten met therapie."

Meer behandelaars

Tjasse Bruintjes is bijzonder hoogleraar KNO aan de Universiteit Leiden en daarnaast werkzaam als KNO-arts in het Apeldoorns Duizeligheidscentrum, het landelijk expertisecentrum op het gebied van duizeligheid. Hij ziet ook dat wachttijden vaak lang zijn. "Wij zien zo'n 1.000 nieuwe patiënten per jaar bij ons in Apeldoorn en de wachttijd is een jaar."

Dat er meer behandelaars komen, vindt Bruintjes positief. "25 jaar geleden was het niet echt hot. Nu zie je een wildgroei aan poli's en zorgstraatjes. Dat bedoel ik niet negatief, voor de duizelige patiënt is dat geweldig. Het was lange tijd een veronachtzaamde groep." Maar, zo waarschuwt hij: "Mensen kunnen zonder verwijzing een afspraak maken bij een fysiotherapeut, dat zou ik in het geval van duizeligheid niet doen. Het is raadzaam om eerst een specialist te zien om duidelijkheid te krijgen wat er precies aan de hand is."

Bekijk ook

Schaamte

Hans is nog altijd niet helemaal van zijn duizeligheidsklachten verlost. Als hij met zijn ogen dicht loopt, heeft hij een flinke afwijking naar links, terwijl hij zelf denkt dat hij rechtdoor loopt. Maar de fixatie-oefeningen helpen hem enorm en dat lucht op. "Er zat ook schaamte bij. Ik had er heel veel moeite mee dat ik slingerde alsof ik dronken was. Het is niet fijn als je zigzag loopt. Dat werkt belemmerend, voelt niet prettig."

Nu loopt hij stukken beter als hij zich goed concentreert. En dat voelt als een wereld van verschil. "Mijn zelfvertrouwen, mijn leefplezier en kwaliteit van leven zijn echt een stuk beter geworden door hele simpele handvaten die ik heb gekregen."

In de studio vertelt bijzonder hoogleraar Keel-, Neus- en Oorheelkunde Tjasse Bruintjes meer over duizeligheidsklachten

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Afgelopen maanden gingen zeker 3.000 azc-plekken toch niet door, vaak na protesten: 'Gemeenten komen zo tegenover inwoners te staan'

Afgelopen maanden gingen zeker 3.000 azc-plekken toch niet door, vaak na protesten: 'Gemeenten komen zo tegenover inwoners te staan'
Spandoek tegen de komst van een asielzoekerscentrum in Berlicum
Bron: ANP

Uit een inventarisatie van EenVandaag blijkt dat aanhoudende protesten er vaak toe leiden dat de geplande opvangplekken voor asielzoekers tijdelijk of definitief worden geschrapt.

Door deze aanhoudende en succesvolle protesten raakt het Centraal Opvang Asielzoekers (COA) steeds verder af van het doel van 101.000 opvangplekken. Dit zijn het aantal plekken dat de spreidingswet voorschrijft en moet voor 1 juli worden behaald.

Ophef om azc

In zeker veertien gemeenten, die samen goed zijn voor de opvang van bijna 3.000 vluchtelingen, is de afgelopen maanden een tijdelijke of definitieve streep gezet door de plannen voor een asielzoekerscentrum.

Deze inventarisatie is gedaan op basis van berichtgeving van de afgelopen maanden over opvang die geannuleerd is. Er is gekeken naar de protesten en de daaropvolgende reactie vanuit het gemeentebestuur.

Zoeken naar nieuwe opvanglocaties

Het werkelijke aantal kan nog hoger liggen, omdat ook veel gemeenten waar protest is geweest nog geen besluit hebben genomen. Zoals bijvoorbeeld in de gemeente Maashorst, waar een informatieavond over drie mogelijke opvanglocaties uit de hand liep. De avond werd beëindigd met charges van de mobiele eenheid.

De locatie in Maashorst moest in totaal 750 asielzoekers opvangen. Of dit plan kan worden doorgezet is nu nog maar de vraag. Uit de inventarisatie van EenVandaag blijkt dat er de komende weken op nog meer plekken wordt gesproken over nieuwe opvanglocaties.

Bekijk ook

Geen azc na protesten

In sommige gevallen zegt de gemeente zelf dat ze de beoogde locatie voor een azc annuleren vanwege de protesten. Dit was bijvoorbeeld het geval in de gemeente Sint Michelsgestel.

"Na de maatschappelijke en politieke onrust die is ontstaan in de gemeente, is de primaire inzet van het college gericht op nazorg en depolarisering", schrijft de gemeente op hun website.

'We zijn niet gezwicht'

In andere gevallen zijn er wel protesten geweest, maar ontkennen raadsleden daar aan toe te hebben gegeven. Zo kondigde de gemeente Hardenberg in maart aan te kijken naar zeven potentiële locaties voor een nieuwe opvang. Na dit bericht volgde er twee informatieavonden en protest.

Daarna maakte de coalitie bekend de zoektocht naar een locatie te staken. Raadslid Simone Hof (Christenunie) zei toen tegenover RTV Oost: "We zijn niet gezwicht voor de druk van een luidruchtige groep tegenstanders." Zij wijst juist naar het wankelende beleid van asielminister Marjolein Faber. Ook blijkt dat stikstof besluitvorming in de weg zit, of als argument wordt gebruikt om een azc niet te gaan bouwen.

In deze gemeenten werd een asielopvang geannuleerd

Weinig draagvlak

Verschillende gemeenten geven na het schrappen van een locatie wel aan verder te zoeken naar een andere locatie. Dat moet ook volgens de spreidingswet. Toch hebben ze nog weinig tijd om dit voor 1 juli te regelen, omdat ze vaak al veel locaties in beeld hebben gehad.

In de gemeente Dinkelland is de beoogde locatie van de baan, maar zegt de gemeente wel verder te zoeken naar een andere locatie. CDA-raadslid Marc Smelink hoopt dat dat voor 1 juli nog lukt, maar merkt ook weinig draagvlak. Het helpt volgens hem niet mee dat Faber geen regie pakt op de spreidingswet.

Asielminister Faber moet regie pakken

Op vragen - die EenVandaag eerder aan de asielminister stelde - over de consequenties die het heeft als gemeenten geen opvang regelen, zegt Faber dat op 1 juli opnieuw te bekijken.

"Maar als de landelijke overheid geen regie pakt dan staan we als gemeente tegenover de inwoner, terwijl we daar juist naast willen staan", reageerde Smelink toen.

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Een derde van 55-plussers vindt dat ze te groot wonen, maar zoektocht naar toekomstbestendig huis duurt vaak jaren

Een derde van 55-plussers vindt dat ze te groot wonen, maar zoektocht naar toekomstbestendig huis duurt vaak jaren
Bron: ANP

Een derde van 55-plussers vindt hun woning te groot voor wat ze nodig hebben. Veel van hen willen wel ruimte maken voor jonge huizenzoekers, maar doorstromen blijkt lastig: 30 procent zoekt al ruim 2 jaar naar een geschikte woning.

Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder bijna 30.000 leden van het Opiniepanel. Onder alle ondervraagde 55-plussers zoekt 15 procent op dit moment naar een toekomstbestendige woning, en wil nog eens 27 procent dat op termijn gaan doen. Onder de 55-plussers die op dit moment te groot wonen, is dat aandeel nog groter.

'Gezinnen kunnen ruimte beter gebruiken'

Een derde (33 procent) van alle 55-plussers in het onderzoek laat weten op dit moment meer woonruimte in gebruik te hebben dan nodig. Voor de meesten van hen gaat dat om een woning van 100 vierkante meter of groter. Sommigen willen graag naar een woning met minder trappen, minder tijd kwijt zijn aan de schoonmaak, of ruimte bieden aan jonge huizenzoekers.

"Ik ben alleenstaand in een eengezinswoning, het onderhoud wordt me een beetje te veel", vertelt een gepensioneerde deelnemer. "Er zijn gezinnen die de ruimte veel beter kunnen gebruiken."

Hoe denken jongeren en 55-plussers over de grootte van hun woning?

Jongeren komen ruimte tekort

Die opvatting kunnen veel jongeren beamen. Waar 55-plussers vaker woonoppervlakte over hebben, moet een vijfde (21 procent) van 18- tot en met 34-jarigen het doen met een woning die te klein is voor hun situatie. Van hen woont 40 procent momenteel in een woning van minder dan 50 vierkante meter.

"We willen eigenlijk kinderen, maar stellen dat al jaren uit omdat we geen geschikte woning kunnen vinden", laat een jongere in zo'n woning weten. "Ik ben bang dat het voor ons al te laat is tegen de tijd dat de woningmarkt weer hersteld is."

Zijn 55-plussers van plan te verhuizen naar een toekomstbestendige woning?

Zoektocht naar woning

Een flinke groep van 55-plussers met een te grote woning is best bereid om plaats te maken voor woningzoekende jongeren en daarbij ruimte in te leveren.

Een derde van hen (34 procent) is op dit moment al op zoek naar een woning die beter geschikt is om op latere leeftijd in te wonen. Nog eens 40 procent zou dat op termijn willen.

Minder woning, hogere huur

Toch is het voor een ruime meerderheid (85 procent) van de 55-plussers die nu op zoek zijn, lastig om iets te vinden. 30 procent geeft aan al minstens 2 jaar bezig te zijn met het vinden van de juiste woning. Zij zien weinig geschikte opties en lange wachttijden in de sociale huur, maar zouden er vaak ook financieel flink op achteruit gaan.

"Ik wil graag kleiner wonen, maar kan alleen een appartement krijgen van 1.500 euro", laat iemand weten. "Dan zou ik een tuin én ruimte inleveren voor ruim 500 euro per maand meer."

Hoe lang zijn 55-plussers al op zoek naar toekomstbestendige woning?

Niet iedereen wil verhuizen

Bovendien zou ongeveer een vijfde (21 procent) van 55-plussers ondanks een te grote woning helemaal niet willen verhuizen. Voor sommigen is hun woning al voldoende geschikt om ook later nog te kunnen wonen.

Anderen hebben daarvoor aanpassingen laten doen, zoals het plaatsen van een traplift of het bouwen van een badkamer op de begane verdieping om langer in hun huis te kunnen blijven.

Gehecht aan woning

Daarnaast spelen er, ook onder ouderen die hun huidige woning eigenlijk te groot vinden, sentimentele redenen mee om niet weg te willen.

Bijvoorbeeld omdat ze gehecht zijn aan hun huis of niet weg willen uit hun sociale omgeving. "Een fijne buurt en een riant huis, daar kan geen appartement tegenop", besluit een deelnemer.

Bekijk ook

info

Over dit onderzoek

Het onderzoek is gehouden van 14 maart tot en met 3 april 2025. Er deden in totaal 29.827 leden van het EenVandaag Opiniepanel mee, onder wie 3.490 deelnemers van 55 jaar en ouder, die een woning voor latere leeftijd zoeken. Het onderzoek is na weging representatief voor zes variabelen, namelijk: leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur, gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2023.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant