radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Oud-Kamerlid Duivesteijn tegen afschaffen vrije artsenkeuze: 'Was die keuze er niet geweest, dan was ik allang dood'

Oud-Kamerlid Duivesteijn tegen afschaffen vrije artsenkeuze: 'Was die keuze er niet geweest, dan was ik allang dood'
Adri Duivesteijn zat van 2013 tot 2015 voor de PvdA in Eerste Kamer
Bron: ANP

Als het aan het kabinet ligt, wordt de vrije artsenkeuze ingeperkt. Een vergelijkbaar voorstel haalde het in 2014 niet, mede dankzij PvdA'er Adri Duivesteijn. Nog altijd maakt hij zich hard voor keuzevrijheid in de zorg: "Het gaat om een recht."

De keuze door welke arts of verpleegkundige je behandeld wordt, staat onder druk. Het kabinet wil dit recht namelijk inperken. Kies je toch een andere arts, dan moet je een groot deel van de rekening zelf betalen. En dit zou al heel snel geregeld moeten worden, want met Prinsjesdag wil het kabinet hier een akkoord over hebben.

Stap terug in de tijd

Een vergelijkbaar voorstel van oud-minister Edith Schippers om deze vrije artsenkeuze in te perken, sneuvelde in 2014 in de Eerste Kamer. Voormalig PvdA-senator Duivesteijn was en is principieel tegen het plan om de vrije artsenkeuze in te perken.

De politicus vreest dat Nederland met de wetswijziging een stap terug in de tijd maakt. "Vroeger hadden we een ziekenfonds en een particulier zorgstelsel. Dat was eigenlijk een klassensysteem waarbij degenen met een ziekenfonds minder rechten hadden dan zij die particulier waren."

Bekijk ook

'Niet voor niks een grondrecht'

Met de komst van de nieuwe zorgwet uit 2006 is de zorgmarkt geprivatiseerd. Zorgverzekeraars moeten nu met elkaar concurreren op voorwaarde van een acceptatieplicht: verzekeraars moeten iedere burger verzekeren. "En wat je ziet, is dat er voortdurend weer gepoogd wordt terug te keren naar een klassensysteem, waarbij er onderscheid gemaakt wordt tussen mensen met een hoog inkomen en een laag inkomen."

Naast de dreiging van een klassensysteem, raakt de vrije artsenkeuze volgens Duivesteijn ook het individuele welzijn. "Het hebben van een goede huisarts, uroloog of een oncoloog, dat zijn persoonlijke relaties. Die zijn zo ongelofelijk belangrijk, zeker als je in een proces zit waarin je kwetsbaar wordt. Het is niet voor niks dat het een grondrecht is."

Duivesteijn was uitbehandeld

Zelf ondervond het oud-Kamerlid hoe belangrijk de vrije artsenkeuze is, toen bij hem in 2006 prostaatkanker werd geconstateerd. "Ik was in Den Haag uitbehandeld. En dat betekent dus in mijn geval dat ik alleen nog maar toegang had tot hormonen waardoor de ziekte onder controle werd gebracht voor een bepaalde periode."

Duivesteijn weigerde op te geven en ging op zoek naar andere behandelmogelijkheden. Zo kwam hij uiteindelijk terecht in Nijmegen, waar hij op nieuwe methode stuitte die hem in leven heeft gehouden.

Bekijk ook

In leven dankzij vrije artsenkeuze

"Feit is dat ik er nog ben. En dat is te danken aan het feit dat ik het heft in eigen handen heb genomen en gelukkig ook artsen tegen ben gekomen die bereid waren om mij de kans te geven om opnieuw behandeld te worden via een andere methode", vertelt de oud-politicus.

"Voor mij is het heel eenvoudig: als die vrije artsenkeuze er niet geweest zou zijn, dan zou ik allang dood zijn."

Politici moeten individuele afweging maken

In 2014 was er dus geen meerderheid voor het wetsvoorstel. Dat was toentertijd deels te danken aan het CDA. "Want het CDA zat toen in de oppositie en was eigenlijk tegen alles wat het kabinet deed." Maar volgens Duivesteijn is het verleden geen garantie voor de toekomst. "Je moet niet uitsluiten dat zij nu ook heel pragmatisch en opportunistisch meegegaan met een D66-voorstel."

Hij hoopt vooral dat, omdat het echt gaat om een principiële ingreep in het zorgstelsel, Kamerleden een individuele afweging maken. "Zoals ik dat ook gemaakt heb. En dat ze zich losmaken van die coalitie en dat ze zeggen: 'Dit is voor mij een persoonlijke grens.'"

Luisteren

Oud-Kamerlid Adri Duivesteijn in EenVandaag over de plannen van het kabinet om de vrije artsenkeuze af te schaffen

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Afgelopen maanden gingen zeker 3.000 azc-plekken toch niet door, vaak na protesten: 'Gemeenten komen zo tegenover inwoners te staan'

Afgelopen maanden gingen zeker 3.000 azc-plekken toch niet door, vaak na protesten: 'Gemeenten komen zo tegenover inwoners te staan'
Spandoek tegen de komst van een asielzoekerscentrum in Berlicum
Bron: ANP

Uit een inventarisatie van EenVandaag blijkt dat aanhoudende protesten er vaak toe leiden dat de geplande opvangplekken voor asielzoekers tijdelijk of definitief worden geschrapt.

Door deze aanhoudende en succesvolle protesten raakt het Centraal Opvang Asielzoekers (COA) steeds verder af van het doel van 101.000 opvangplekken. Dit zijn het aantal plekken dat de spreidingswet voorschrijft en moet voor 1 juli worden behaald.

Ophef om azc

In zeker veertien gemeenten, die samen goed zijn voor de opvang van bijna 3.000 vluchtelingen, is de afgelopen maanden een tijdelijke of definitieve streep gezet door de plannen voor een asielzoekerscentrum.

Deze inventarisatie is gedaan op basis van berichtgeving van de afgelopen maanden over opvang die geannuleerd is. Er is gekeken naar de protesten en de daaropvolgende reactie vanuit het gemeentebestuur.

Zoeken naar nieuwe opvanglocaties

Het werkelijke aantal kan nog hoger liggen, omdat ook veel gemeenten waar protest is geweest nog geen besluit hebben genomen. Zoals bijvoorbeeld in de gemeente Maashorst, waar een informatieavond over drie mogelijke opvanglocaties uit de hand liep. De avond werd beëindigd met charges van de mobiele eenheid.

De locatie in Maashorst moest in totaal 750 asielzoekers opvangen. Of dit plan kan worden doorgezet is nu nog maar de vraag. Uit de inventarisatie van EenVandaag blijkt dat er de komende weken op nog meer plekken wordt gesproken over nieuwe opvanglocaties.

Bekijk ook

Geen azc na protesten

In sommige gevallen zegt de gemeente zelf dat ze de beoogde locatie voor een azc annuleren vanwege de protesten. Dit was bijvoorbeeld het geval in de gemeente Sint Michelsgestel.

"Na de maatschappelijke en politieke onrust die is ontstaan in de gemeente, is de primaire inzet van het college gericht op nazorg en depolarisering", schrijft de gemeente op hun website.

'We zijn niet gezwicht'

In andere gevallen zijn er wel protesten geweest, maar ontkennen raadsleden daar aan toe te hebben gegeven. Zo kondigde de gemeente Hardenberg in maart aan te kijken naar zeven potentiële locaties voor een nieuwe opvang. Na dit bericht volgde er twee informatieavonden en protest.

Daarna maakte de coalitie bekend de zoektocht naar een locatie te staken. Raadslid Simone Hof (Christenunie) zei toen tegenover RTV Oost: "We zijn niet gezwicht voor de druk van een luidruchtige groep tegenstanders." Zij wijst juist naar het wankelende beleid van asielminister Marjolein Faber. Ook blijkt dat stikstof besluitvorming in de weg zit, of als argument wordt gebruikt om een azc niet te gaan bouwen.

In deze gemeenten werd een asielopvang geannuleerd

Weinig draagvlak

Verschillende gemeenten geven na het schrappen van een locatie wel aan verder te zoeken naar een andere locatie. Dat moet ook volgens de spreidingswet. Toch hebben ze nog weinig tijd om dit voor 1 juli te regelen, omdat ze vaak al veel locaties in beeld hebben gehad.

In de gemeente Dinkelland is de beoogde locatie van de baan, maar zegt de gemeente wel verder te zoeken naar een andere locatie. CDA-raadslid Marc Smelink hoopt dat dat voor 1 juli nog lukt, maar merkt ook weinig draagvlak. Het helpt volgens hem niet mee dat Faber geen regie pakt op de spreidingswet.

Asielminister Faber moet regie pakken

Op vragen - die EenVandaag eerder aan de asielminister stelde - over de consequenties die het heeft als gemeenten geen opvang regelen, zegt Faber dat op 1 juli opnieuw te bekijken.

"Maar als de landelijke overheid geen regie pakt dan staan we als gemeente tegenover de inwoner, terwijl we daar juist naast willen staan", reageerde Smelink toen.

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Een derde van 55-plussers vindt dat ze te groot wonen, maar zoektocht naar toekomstbestendig huis duurt vaak jaren

Een derde van 55-plussers vindt dat ze te groot wonen, maar zoektocht naar toekomstbestendig huis duurt vaak jaren
Bron: ANP

Een derde van 55-plussers vindt hun woning te groot voor wat ze nodig hebben. Veel van hen willen wel ruimte maken voor jonge huizenzoekers, maar doorstromen blijkt lastig: 30 procent zoekt al ruim 2 jaar naar een geschikte woning.

Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder bijna 30.000 leden van het Opiniepanel. Onder alle ondervraagde 55-plussers zoekt 15 procent op dit moment naar een toekomstbestendige woning, en wil nog eens 27 procent dat op termijn gaan doen. Onder de 55-plussers die op dit moment te groot wonen, is dat aandeel nog groter.

'Gezinnen kunnen ruimte beter gebruiken'

Een derde (33 procent) van alle 55-plussers in het onderzoek laat weten op dit moment meer woonruimte in gebruik te hebben dan nodig. Voor de meesten van hen gaat dat om een woning van 100 vierkante meter of groter. Sommigen willen graag naar een woning met minder trappen, minder tijd kwijt zijn aan de schoonmaak, of ruimte bieden aan jonge huizenzoekers.

"Ik ben alleenstaand in een eengezinswoning, het onderhoud wordt me een beetje te veel", vertelt een gepensioneerde deelnemer. "Er zijn gezinnen die de ruimte veel beter kunnen gebruiken."

Hoe denken jongeren en 55-plussers over de grootte van hun woning?

Jongeren komen ruimte tekort

Die opvatting kunnen veel jongeren beamen. Waar 55-plussers vaker woonoppervlakte over hebben, moet een vijfde (21 procent) van 18- tot en met 34-jarigen het doen met een woning die te klein is voor hun situatie. Van hen woont 40 procent momenteel in een woning van minder dan 50 vierkante meter.

"We willen eigenlijk kinderen, maar stellen dat al jaren uit omdat we geen geschikte woning kunnen vinden", laat een jongere in zo'n woning weten. "Ik ben bang dat het voor ons al te laat is tegen de tijd dat de woningmarkt weer hersteld is."

Zijn 55-plussers van plan te verhuizen naar een toekomstbestendige woning?

Zoektocht naar woning

Een flinke groep van 55-plussers met een te grote woning is best bereid om plaats te maken voor woningzoekende jongeren en daarbij ruimte in te leveren.

Een derde van hen (34 procent) is op dit moment al op zoek naar een woning die beter geschikt is om op latere leeftijd in te wonen. Nog eens 40 procent zou dat op termijn willen.

Minder woning, hogere huur

Toch is het voor een ruime meerderheid (85 procent) van de 55-plussers die nu op zoek zijn, lastig om iets te vinden. 30 procent geeft aan al minstens 2 jaar bezig te zijn met het vinden van de juiste woning. Zij zien weinig geschikte opties en lange wachttijden in de sociale huur, maar zouden er vaak ook financieel flink op achteruit gaan.

"Ik wil graag kleiner wonen, maar kan alleen een appartement krijgen van 1.500 euro", laat iemand weten. "Dan zou ik een tuin én ruimte inleveren voor ruim 500 euro per maand meer."

Hoe lang zijn 55-plussers al op zoek naar toekomstbestendige woning?

Niet iedereen wil verhuizen

Bovendien zou ongeveer een vijfde (21 procent) van 55-plussers ondanks een te grote woning helemaal niet willen verhuizen. Voor sommigen is hun woning al voldoende geschikt om ook later nog te kunnen wonen.

Anderen hebben daarvoor aanpassingen laten doen, zoals het plaatsen van een traplift of het bouwen van een badkamer op de begane verdieping om langer in hun huis te kunnen blijven.

Gehecht aan woning

Daarnaast spelen er, ook onder ouderen die hun huidige woning eigenlijk te groot vinden, sentimentele redenen mee om niet weg te willen.

Bijvoorbeeld omdat ze gehecht zijn aan hun huis of niet weg willen uit hun sociale omgeving. "Een fijne buurt en een riant huis, daar kan geen appartement tegenop", besluit een deelnemer.

Bekijk ook

info

Over dit onderzoek

Het onderzoek is gehouden van 14 maart tot en met 3 april 2025. Er deden in totaal 29.827 leden van het EenVandaag Opiniepanel mee, onder wie 3.490 deelnemers van 55 jaar en ouder, die een woning voor latere leeftijd zoeken. Het onderzoek is na weging representatief voor zes variabelen, namelijk: leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur, gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2023.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant