radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Omstreden landbouwgif gevonden in wijn van Nederlandse supermarkten

Omstreden landbouwgif gevonden in wijn van Nederlandse supermarkten
Wijnschap in de supermarkt
Bron: EenVandaag

In flessen rode Bordeauxwijn van Albert Heijn, Jumbo en Lidl zit het bestrijdingsmiddel glyfosaat. Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag. Ook zijn restanten van pesticiden ontdekt op tien van twaalf onderzochte fruitsoorten.

Voor het onderzoek kocht EenVandaag bij Albert Heijn, Jumbo en Lidl vier stuks groente (chilipepers, uien, sperziebonen en aubergines), vier stuks fruit (aardbeien, mandarijnen, galiameloen en tafeldruiven) en een fles rode Bordeauxwijn. Een onafhankelijk laboratorium onderzocht de producten op de aanwezigheid van in totaal 31 bestrijdingsmiddelen.

Bestrijdingsmiddelen op aardbeien

Op de groenten werd geen van de 31 bestrijdingsmiddelen gevonden. Op alle geteste mandarijnen en meloenen zat het antischimmelmiddel imazalil. Twee van de drie bakjes aardbeien (Jumbo en Albert Heijn) en tafeldruiven (Jumbo en Lidl) bevatten een of meerdere pesticiden.

De aanwezigheid van ethirimol, op de aardbeien van Albert Heijn, valt het meeste op. Dat mag volgens toxicoloog Paul Scheepers van het Radboudumc niet zelfstandig gebruikt worden. Dat de stof toch is ontdekt, komt mogelijk doordat het als afbraakproduct ontstaat na het gebruik van het middel bupirimaat. Dat is wel toegestaan. Volgens Albert Heijn is dat laatste inderdaad het geval. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert dit, maar zegt niet te onderzoeken hoe ethirimol op aardbeien komt. "Bij de toetsing aan de Maximale Residu Limiet wordt hier geen onderscheid in gemaakt." De aardbeienteler is ook om een reactie gevraagd, maar heeft tot op heden geen nadere toelichting gegeven.

Beeld van het lab-onderzoek
Bron: EenVandaag
Beeld van het onderzoek in het laboratorium

Lees ook

Glyfosaat in wijn

In alle onderzochte wijnen is het onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat gevonden, in de Lidlwijn zat het meeste. In de Bordeauxwijnen van Jumbo en Lidl zat ook nog pyrimethanil.

Volgens de normen, zoals deze door de Europese voedselwaakhond EFSA en het Nederlandse College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) zijn vastgesteld, zijn er geen overschrijdingen. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) ziet daarom ook geen reden voor maatregelen naar aanleiding van dit onderzoek. Voor de wijn is geen aparte Europese norm, maar alleen voor wijndruiven. Die norm wordt volgens de NVWA toegepast op wijn en met dat in acht genomen is er geen sprake van overschrijdingen.

info

Verantwoording onderzoek

Voor het onderzoek zijn vier soorten fruit, vier soorten groente en één soort wijn van supermarkten Albert Heijn, Jumbo en Lidl geanalyseerd. Alle producten in het onderzoek werden genummerd en gefotografeerd, voordat ze werden onderzocht. De 31 bestrijdingsmiddelen zijn een beperkt aantal, want er worden honderden stoffen gebruikt.

De resultaten van het onderzoek zijn vastgelegd in negen verschillende documenten, die hier per product in kijken zijn: chilipepers, uien, sperziebonen, aubergines, aardbeien, mandarijnen, galiameloen, tafeldruiven en rode Bordeauxwijn. Voor de documenten geldt: A is Jumbo, B is Albert Heijn, C is Lidl.

Diverse producten van de Lidl
Bron: EenVandaag
Diverse producten van de Lidl

'Geschrokken van het resultaat'

"Mijn oog viel meteen op die drie Franse wijnen waar glyfosaat in is aangetroffen", zegt neuroloog Bas Bloem van het Radboudumc in Nijmegen. Hij is gespecialiseerd in de ziekte van Parkinson. "In een Frans epidemiologisch onderzoek wordt blootstelling aan glyfosaat geassocieerd met een hoger risico op sterfte door Parkinson."

Bloem is geschrokken van de resultaten en drinkt nu niet meer voor zijn plezier een glas rode wijn uit Frankrijk, zegt hij.

Ook glyfosaat in Nederland

Niet alleen in Frankrijk wordt glyfosaat gebruikt. Volgens recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) werd in 2019 in Nederland 600.000 kilogram glyfosaat verkocht. Er is wel sprake van een daling. Glyfosaat staat ook op de lijst van stoffen die in een te hoog gehalte in drinkwaterbronnen wordt aangetroffen.

Wat de gevolgen voor de gezondheid en het milieu zijn in Nederland, is nog onvoldoende bekend. In Frankrijk is al wel meer bekend. Bloem: "Als je in Frankrijk kijkt naar het gebruik van bestrijdingsmiddelen, met name in de wijnteelt, en je maakt ook een soort landkaart waar Parkinson veel voorkomt, dan passen die twee landkaarten precies over elkaar heen."

De rode wijn van de Jumbo
Bron: EenVandaag
De rode wijn van de Jumbo bevatte zowel glyfosaat als pyrimethanil

'Geen glaasje rode wijn voor plezier meer'

In Frankrijk is al volop aandacht voor en discussie over de gezondheidsgevolgen van pesticidengebruik voor boeren en omwonenden. "Het beroep van wijnboer geeft een verhoogd risico op de ziekte van Parkinson. Sterker nog, de Fransen erkennen de ziekte van Parkinson als een officiële beroepsziekte bij wijnboeren."

Bloem start binnenkort met een voor Nederland uniek onderzoek naar de relatie tussen het gebruik van bestrijdingsmiddelen en Parkinson, zo maakt hij bij EenVandaag bekend. "We hebben een grote schenking gekregen, waarmee we vanaf september in Nederland het Franse onderzoek gaan herhalen."

Verband met Parkinson

Bij Parkinsonpatiënten worden bloed, urine en haren afgenomen, waarna wordt gekeken naar de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen. De uitslagen zal hij vergelijken met gebieden waar veel bestrijdingsmiddelen worden gebruikt.

"We hebben nu dankzij het onderzoek van EenVandaag kunnen zien dat het ook in supermarkten in allerlei producten zit. Met dat onderzoek willen we aantonen of en hoe het zijn weg vindt naar de mens én of het ook echt bij mensen met Parkinson in hun lijf zit."

Lees ook

Milieu grootste zorgen

"We onderzoeken wat de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen betekent voor de gezondheid van mens, dier en het milieu", zegt toxicoloog Martin van de Berg. Daarbij wordt onder meer gekeken naar de combinatie van verschillende middelen.

Van de Berg heeft vooral zorgen over de milieu-effecten: "Het grootste probleem van stoffen als glyfosaat is het effect op het milieu, je creëert er monoculturele ecologische woestijnen mee."

Veel bestrijdingsmiddelen voor kleine steekproef

Volgens doelstellingen van de overheid moet het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in 2030 fors gereduceerd zijn, om zo 'risico's voor mens, dier en milieu te verminderen'. Op de Hollandse aardbeien na, komen veel van de onderzochte levensmiddelen uit het buitenland. Daar heeft het Nederlands beleid geen invloed op.

"Ik vind het heel opmerkelijk dat in een relatief kleine steekproef toch nog zo'n aanzienlijk aantal bestrijdingsmiddelen is aangetroffen", zegt toxicoloog Martin van de Berg van de Universiteit Utrecht. "Dit past in het plaatje van wat bekend is. Wat jullie hebben gedaan, doen de Nederlandse overheid (NVWA) en de Europese Unie (EFSA) ook", zegt collega-toxicoloog Paul Scheepers van het Radboudumc.

'Strengere eisen dan nodig'

De Jumbo laat in een schriftelijke reactie weten dat de wet- en regelgeving wordt gevolgd. Zelf hanteert de supermarkt nog strengere eisen als het gaat om de hoeveelheid bestrijdingsmiddelen die op producten mogen zitten: maximaal 50 procent van wat wettelijk is toegestaan. "Alle leveranciers van Jumbo zijn bekend met de vereisten die Jumbo stelt en we voeren continu controles uit om vast te stellen dat de eisen worden nageleefd." De supermarkt zegt ernaar te streven het middelengebruik te verminderen.

Over de uitkomsten van het onderzoek zegt de supermarkt: "Alle metingen vallen (ruim) binnen de wettelijke en onze bovenwettelijke vereisten." Op de aanwezigheid van glyfosaat in de wijn wordt niet nader ingegaan, behalve dan dat wordt bevestigd dat er geen aparte norm is.

Lees ook

'Zoeken naar alternatief voor glyfosaat'

Albert Heijn geeft een vergelijkbare reactie. De Zaanse supermarktketen zegt strenge eisen te stellen aan leveranciers met wie vaak langlopende contracten zijn. "We werken er dan ook al jaren aan om in samenwerking met telers het gebruik van de meest schadelijke gewasbeschermingsmiddelen te verminderen, we controleren en monitoren." Naar buitenlandse producten doet de AH zelf ook ter plekke onderzoek, zegt een woordvoerder.

Zorgen over de in het onderzoek gevonden hoeveelheden bestrijdingsmiddelen in hun producten heeft de Albert Heijn niet. Alles is binnen de wettelijk en ook zelf vastgestelde normen. Dat geldt ook voor de glyfosaat in de rode wijn. "Met onze leveranciers zijn wij in gesprek over dit onderwerp en uiteraard willen we dat er gezocht wordt en gebruik wordt gemaakt van alternatieven en er geen residu (ook al valt het binnen wettelijke grenzen) in wijn wordt teruggevonden."

'Derde van wettelijke norm'

Lidl zegt te streven naar de hoogste kwaliteit voor al haar producten. "Wij stellen dan ook de strengste eisen aan de hoeveelheid ingezette gewas beschermingsmiddelen en gaan hierbij veel verder dan de wet- en regelgeving. Producten bij Lidl mogen maximaal een derde van de wettelijke norm bevatten." Ook mogen er maximaal vijf stoffen per product opzitten. Daarmee hanteert Lidl naar eigen zeggen de allerhoogste eis in de Nederlandse markt. "Om dit te kunnen realiseren hebben we hier samen met onze leveranciers en telers van groente en fruit afspraken over gemaakt."

De onderzochte producten en de onderzoeksresultaten vallen volgens Lidl dan ook ruim binnen de wet- en regelgeving. Dat er glyfosaat in hun wijn zit, is volgens de supermarkt mogelijk niet het gevolg van eigen gebruik maar het kan ook zijn komen aanwaaien van een ander veld. "Dit is naar verwachting geen systematisch probleem." Lidl zit geen reden te zien om de wijn nu uit de schappen te halen, omdat alles binnen de norm is.

Bekijk hier de tv-reportage over dit onderwerp.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Hoe deze dorpen in Friesland tijdens de Tweede Wereldoorlog een 'veilige haven' werden voor Amsterdamse Joden

Friese verzetstrijders brachten tijdens de Tweede Wereldoorlog talloze, vaak Amsterdamse, Joden naar de dorpen Bontebok en De Knipe. 80 jaar later leeft de geschiedenis daar nog enorm, vooral bij mensen die de oorlog zelf hebben meegemaakt.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

In gesprek gaan over het oorlogsverleden van je familie: waarom dat moeilijk is en hoe je daar hulp bij kunt krijgen

In gesprek gaan over het oorlogsverleden van je familie: waarom dat moeilijk is en hoe je daar hulp bij kunt krijgen
Bron: ANP

Op 4 mei herdenken we oorlogsslachtoffers. Ook komen pijnlijke erfenissen van oorlog naar boven. Hoewel de Tweede Wereldoorlog 80 jaar geleden eindigde, werkt de nasleep in veel families nog altijd door. Maar daarover praten, kan moeilijk zijn.

Begin 2025 werden historische dossiers openbaar over mensen die na de Tweede Wereldoorlog werden verdacht van collaboratie. Sindsdien krijgt EenVandaag berichten van mensen die worstelen met het oorlogsverleden van hun familie. Een verleden dat soms beladen is door stilte en schaamte, en dat generaties lang kan doorwerken.

Oorlog werkt door in volgende generaties

"Je kan oorlog zien als een serie schokkende gebeurtenissen in een context zonder ruimte om daarvan te herstellen. Het is zo heftig om mee te maken dat mensen het de rest van hun leven meedragen en vaak doorgeven aan volgende generaties", vertelt psycholoog Anne Marthe van der Bles.

Van der Bles houdt zich bij ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum bezig met de psychosociale impact van oorlog, vervolging en geweld.

In de opvoeding

"Oorlogservaringen kunnen doorwerken in families op een manier die niet meteen problematisch hoeft te zijn. Zo leren mensen die de Hongerwinter meemaakten hun kinderen soms om zuinig te zijn met eten", vertelt Van der Bles verder.

"Maar oorlogservaringen kunnen ook negatieve sporen nalaten in de opvoeding. Ouders met trauma's zijn vaak minder emotioneel beschikbaar voor hun kinderen. Ik hoor van mijn behandelende collega-psychologen bijvoorbeeld dat Holocaustoverlevenden emotioneel vlak kunnen zijn. Niks is voor hen meer zo erg als dat wat ze hebben meegemaakt. Dus als een kind dan bijvoorbeeld een knie stoot, kunnen ze niet meer invoelen dat dat voor het kind erg is."

Bekijk ook

'Mijn ouders hebben het al zo zwaar, ik moet niet teveel zijn'

"Kinderen van oorlogsgetroffenen gaan soms zorgen voor hun ouders, vanuit het idee: er moet geen aandacht naar mij uit gaan, want mijn ouders hebben het al zo zwaar. Ik moet vooral niet teveel zijn."

"Het lastige is alleen dat een kind zelf niet doorheeft dat het zich zo gedraagt, en waar dat vandaan komt. Vaak komen kinderen in de naoorlogse generatie er pas later in hun leven achter dat hun gedrag in relatie tot de ouders gevormd is door het oorlogsverleden waar de ouders mee worstelden."

Identiteit: wie ben ik in relatie tot mijn ouders?

"Niet iedereen uit de naoorlogse generatie krijgt psychische klachten, maar veel mensen uit de naoorlogse generatie worstelen met vragen over hun identiteit: wie ben ik in relatie tot mijn ouders? Het verschilt dan per persoon of en in hoeverre die identiteitsvragen leiden tot bijvoorbeeld angst, depressieve gevoelens of psychosomatische klachten."

"Het is daarbij ook belangrijk om te beseffen dat het best een diverse groep is die last kan krijgen van het oorlogsverleden van de ouders", gaat de psycholoog verder. "Het gaat om mensen die zelf kind waren in de oorlog en daar ervaringen hebben, maar ook om wie decennia later is geboren en zich op een andere manier tot dat verleden moest verhouden."

Bekijk ook

'Fout zijn'

Onlangs onderzocht Van der Bles samen met collega-psychologen en historici hoe een familiegeschiedenis van collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog doorwerkt op kinderen en kleinkinderen van (vermeende) collaborateurs. Zij hielden interviews, en namen vragenlijsten af bij een panel van bijna 6.000 Nederlanders.

"Het grote verschil in hoe oorlog bij hen doorwerkt: het gaat om mensen die 'fout' waren of zo werden gezien. Een kind is niet verantwoordelijk voor de daden van de ouders, maar worstelt wel met het gevoel zelf ook 'fout' te zijn. Hoe verhoudt je je tot je ouders als zij dingen hebben gedaan waar jij moreel niet achter kunt staan?"

Verzwegen familiegeschiedenis en angst om veroordeeld te worden

"In gezinnen werd vaak gezwegen over de collaboratiegeschiedenis. Kinderen groeien dan op mét de ervaring van emoties - angst, boosheid of stress - maar zónder kader om te verklaren waar die emoties vandaan komen. Een kind internaliseert dan de gedachte: het zal wel aan mij liggen, er is iets mis met mij. En draagt dat gevoel met zich mee."

Je ziet ook dat veel kinderen van collaborateurs - zodra ze hun familiegeschiedenis weten - een angst houden om veroordeeld of buitengesloten te worden, vertelt Van der Bles. "Die angst is niet geheel onterecht, want in onderzoek zagen we dat 18 procent van de deelnemers zich niet prettig voelt bij het idee dat mensen in publieke functies, zoals politici of burgemeesters, het kind van een collaborateur zouden zijn. Dat is een minderheid, maar wel een met een sterk oordeel."

Meer begrip voor ingewikkelde last

Toch is er in de maatschappij meer begrip gekomen voor de ingewikkelde last die kinderen van collaborateurs ervaren. "Wij zijn al jarenlang welkom bij de Nationale Dodenherdenking", vertelt bestuurslid Hulpverlening bij de Stichting Werkgroep Herkenning José van de Kerkhof. Die stichting zet zich in voor nakomelingen van personen die verdacht werden van collaboratie met de bezetter.

"Er zijn mensen die niet aan ons gelieerd willen zijn, want dan erkennen ze dat ze deel uitmaken van die groep", vertelt Van de Kerkhof. "Het opengaan van de archieven heeft ook tot veel onrust geleid: oude pijn en ervaringen komen naar boven. Toch komen er sinds die opening wel veel verhalen naar buiten en is er meer aandacht."

info

Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR)

Sinds januari 2025 kunnen dossiers van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) worden bekeken in de studiezaal van het Nationaal Archief. De digitale openbaarheid van archief is voorlopig uitgesteld, na dwingend advies van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP).

"Als stichting zijn wij van mening dat openbaarheid goed is", zegt Van de Kerkhof hierover, "want het archief geeft inzicht in de geschiedenis en naoorlogse rechtspraak. Wel zetten wij ons in voor zorgvuldigheid in het digitaal beschikbaar maken van informatie: zonder enige bescherming en voorwaarden is dat verre van wenselijk."

Dubbel gevoel

Tegelijkertijd blijft er een dubbel gevoel, zeggen Van de Kerkhof en Van der Bles. Hoe kan het praten over de last die kinderen van (vermeende) collaborateurs ervaren, samengaan met het herdenken van de slachtoffers in de oorlog en met het verdriet van hún kinderen?

"Sommige kinderen van collaborateurs voelen die spanning zeker", zegt Van der Bles. "Ze vragen zich af: heb ik wel recht op hulp, want het zou eigenlijk moeten gaan om de slachtoffers en hun kinderen. Maar leed vergelijken, helpt niet. Op een maatschappelijke dag als 4 mei is dat ingewikkeld, maar psychologisch gezien kun je ieder mens als individu benaderen en aandacht geven aan diens pijn zonder die steeds af te zetten tegen het leed van anderen."

Leed niet vergelijken, maar dialoog aangaan

"De nabestaanden van onder meer Joodse mensen hebben ontzettend veel pijn, en dat is heel evident", zegt Van de Kerkhof hierover. "En ook de nabestaanden van mensen die in het verzet zaten, kunnen een grote psychologische last ervaren. Je kunt en mag leed niet vergelijken maar je kunt wel naar elkaar luisteren en elkaar zien."

"Juist daarom proberen we een dialoog te starten in de samenleving", gaat ze verder. "Zo organiseerden we in het najaar een symposium, waar naast wijzelf ook mensen uit de Joodse gemeenschap en mensen met een familiegeschiedenis in het verzet aanwezig waren. We stoken de hand uit naar elkaar."

info

Wie herdenken we op 4 mei?

De Nationale Dodenherdenking is zowel een aanjager van discussies, als onderhevig aan discussie over wie herdacht moet worden en welke verhalen verteld moeten worden. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft de taak om hier richting aan te geven.

Volgens de officiële tekst herdenken wij 'tijdens de Nationale Herdenking alle burgers en militairen die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord; zowel tijdens de Tweede Wereldoorlog en de koloniale oorlog in Indonesië, als in oorlogssituaties en bij vredesoperaties daarna.'

Praten zet dingen in beweging

"Praten over het oorlogsverleden kan spannend zijn, zeker binnen de familie", zegt Van der Bles. "Toch raden we het vanuit ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum sterk aan. Er is zoveel gezwegen: praten zet iets in beweging."

Algemene tips zijn er niet, want elke familiegeschiedenis is anders. "Maar luisteren zonder oordeel is altijd belangrijk", zegt ze. "We zien ook dat kleinkinderen het gesprek vaak makkelijker openen. De afstand helpt: het is toch anders als je opa 'fout' was dan je vader. Zij voelen meer ruimte om nieuwsgierig te vragen: wie staat er op deze foto? Of: wat weet u over dat NSB-verleden?"

Hulplijnen

Lukt praten met familie niet meteen, dan zijn er verschillende plekken waar je terechtkunt, zegt Van der Bles. "De Luisterlijn is 24/7 bereikbaar. Het Contactpunt Naoorlogse Generaties kent de historische context goed. En bij de Stichting Werkgroep Herkenning zit veel ervaringsdeskundigheid."

Van de Kerkhof van die stichting: "Mensen kunnen bij ons terecht met algemene vragen, wij bieden een luisterend oor. Over je gevoelens en ervaringen praten helpt. Als kinderen van collaborateurs advies zoeken hoe ze met hun ouders kunnen praten, dan vraag ik bijvoorbeeld of ze al precies weten wat er destijds gebeurd is. We geven ook altijd het advies het dossier te lezen, zodat je zo min mogelijk verrast wordt."

Bekijk ook

Doorverwijzen en gespreksgroepen

"Wij kunnen geen therapeutische behandeling bieden, maar als in het telefoongesprek blijkt dat je meer hulp zoekt, kunnen we je verwijzen naar de juiste plekken", gaat Van de Kerkhof verder. Bij behoefte aan meer zorg en hulp, kan dit ook besproken worden met de huisarts.

Ook organiseert de stichting gespreksgroepen en contactmiddagen. "Daar is steeds meer behoefte aan. Vaak kunnen kinderen moeilijk praten met ouders die collaboreerden of daarvan verdacht werden. Families vallen ook uit elkaar: de een wil het er wel over hebben, de ander niet. Dan is het fijn om je schaamte, schuld en andere gevoelens te kunnen delen met andere lotgenoten. Dan krijg je herkenning in elkaar."

Waarom het zwijgen doorbreken

"Ik hoor dat mensen het onwijs spannend vinden om te praten over het oorlogsverleden met familie, maar weet ook dat veel mensen die het tóch hebben gedaan daar heel blij mee zijn", zegt Van der Bles. "Zij zeggen dat het veel rust geeft om de feiten te kennen, dat het puzzelstukjes op zijn plek kan laten vallen."

Van de Kerkhof: "Kinderen van collaborateurs vinden het heel erg als er in de familie nooit over gesproken is, en ze er dan pas na overlijden van de ouders achterkomen wat er is gebeurd. Dan blijf je met vragen achter, die je niet meer kunt stellen. Als je dus nu al met vragen zit, kan het toch fijn zijn om daar antwoorden op te zoeken."

Dichter bij elkaar komen

"Wat je soms ook ziet gebeuren, en wat je ook hoopt, is dat mensen dichter bij elkaar komen", zegt Van der Bles tot slot.

"Dat ze begrijpen waarom dingen zo gelopen zijn, waar bepaalde houdingen of gedrag vandaan komen. En op een groter maatschappelijk niveau: dat we lessen kunnen leren uit het samen praten over verschillende ervaringen met de oorlog."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant