meer NPO start

Oekraïense Anastasiya (14) kwam door de oorlog bij pleeggezin in België terecht: 'Inmiddels kan ik ze familie noemen'

Oekraïense Anastasiya (14) kwam door de oorlog bij pleeggezin in België terecht: 'Inmiddels kan ik ze familie noemen'
Anastasiya en Anna
Bron: EenVandaag

Hoe creëer je een onbezorgde jeugd voor kinderen uit de omgeving van Boetsja in Oekraïne? De Belgische overheidsorganisatie 'Agentschap Opgroeien' bracht 1 jaar geleden 55 minderjarigen onder bij Vlaamse pleeggezinnen. Anastasiya is een van hen.

Ruim een jaar geleden verliet de toen 13-jarige Anastasiya huis en haard. Ze stapte op de bus in het Oekraïense Boetsja, op weg naar het voor haar onbekende België. Vlak daarvoor hadden de Russen de stad verlaten. Daarbij werden honderden burgers vermoord door het Russische leger en op straat achtergelaten.

'Had mijn vader nog nooit verdrietig gezien'

"Dat was een moeilijk moment", vertelt Anastasiya geëmotioneerd over het moment van vertrek. "Want ik wist niet wanneer ik mijn ouders weer zou zien. Ik ging naar België zonder mijn familie. Mama huilde en papa was ook verdrietig. Het was de eerste keer dat ik zag dat hij verdrietig was. Maar hij snapte dat het moest gebeuren."

Toen ze in België aankwam, werd ze ondergebracht in het gezin van de Russische Anna en haar Belgische man Stijn. Dat ze bij een Russische vrouw terecht kwam, was wel even een schok. "Ik wilde weer naar huis. Maar daarna sprak ik met Anna en zij zei: 'Ik leef al bijna 18 jaar in België, dus je moet niet bang zijn.' Daarna was het normaal."

Met wiskunde trauma verwerken

In het begin was Anastasiya volgens Anna heel bleek en in zichzelf gekeerd. "Haar manier om stress te verwerken, was met wiskunde. Ze zat constant op zo'n online platform om wiskunde-opgaven te maken. Oplossen, oplossen, oplossen. Echt uren aan een stuk." Daarna bloeide ze op. "Ze was heel nieuwsgierig naar het leven, had liefde voor nieuwe dingen. Ze was heel open, heel actief. Eigenlijk heel gemakkelijk."

In België gaat Anastasiya naar school en daar heeft ze veel vrienden gemaakt. Ook rijdt ze graag paard en ze danst graag. "Dansen: dat ben ik. Wanneer ik dans, voel ik me echt goed, voel ik me op mijn plaats. Dan voel ik me blij. Dan voel ik dat ik voeten heb, dat ik handen heb, dat ik iets kan doen. Als ik niet kan dansen, dan ga ik dood."

Bekijk ook

Internationale reddingsmissie

Van de 55 kinderen die vorig jaar naar België werden gehaald, is het grootste deel weer teruggekeerd naar Oekraïne of met familie herenigd in een ander Europees land. Niels Heselmans van Agentschap Opgroeien kijkt met trots terug op de reddingsoperatie.

"Op deze schaal was het - in de moderne tijd - de allereerste internationale reddingsmissie van kinderen uit een oorlogsgebied ooit. En ik denk dat als je kijkt naar het welzijn van kinderen, dat dit gewoon ongelooflijk belangrijk was", vertelt hij.

info

Oekraïense kinderen zonder ouders in Nederland

Volgens voogdij-organisatie NIDOS zijn in Nederland geen grote groepen kinderen georganiseerd opgehaald uit Oekraïne. Maar er komen wel degelijk jongeren zonder ouders naar ons land.

Die worden hier in de gemeente geregistreerd waar ze worden opgevangen. En als er sprake is van een minderjarige zonder ouders, gaat NIDOS onderzoeken of ze een voogd nodig hebben. "Ze checken of hun ouders nog gezag kunnen voeren over het kind ook al zijn ze in Oekraïne", licht Elsbeth Faber namens NIDOS toe.

"Daarna worden ze in een gemeentelijke opvang of in een pleeggezin ondergebracht." Daarnaast is er in Nederland ook een speciale opvanglocatie voor Oekraïense jongeren. In Nederland staan er volgens het NIDOS zo'n 130 kinderen onder de voogdij van de organisatie.

'Keus die geen ouder wil maken'

Dat ouders in Oekraïne de keus moesten maken om hun kinderen naar een veilig land te sturen, duizenden kilometers verderop, moest volgens Heselmans ontzettend zwaar zijn geweest: "Dat is een keus die geen ouder wil maken. Tegelijk voelen we hier wel dat kinderen tot rust kunnen komen."

"Wat we heel belangrijk vinden, is dat zij contact blijven houden met het thuisfront. We zien dat die kinderen altijd heel veel videobelmomentjes hebben met hun ouders, dat is ook iets wat we echt wel stimuleren vanuit de pleeggezinnen."

Bekijk ook

Zo'n normaal mogelijke jeugd

Alle kinderen zijn volgens Heselmans in België naar school gegaan. "Ze hebben hobby's gekregen, hebben kunnen aarden in een heel gewoon gezin", vult hij aan. "En dat zorgeloze is gewoon ongelooflijk belangrijk. Het blijft wel relatief natuurlijk, want hun mama of papa blijven natuurlijk wel in Oekraïne en in die conflictsituatie zitten."

"Dus natuurlijk maken ze zich zorgen, maar we proberen die zorgen zo klein mogelijk te houden zodat ze een zo'n normaal mogelijke jeugd, of een stukje van hun jeugd, hier konden doorbrengen."

Bijna elke maand feest

Ondanks haar nieuwe thuis, mist Anastasiya Oekraïne. "Het eten, onze traditie en de feestjes. Dat is ook echt belangrijk voor mij. In Oekraïne is het bijna elke maand feest. Dan zijn we allemaal samen en zingen we en dansen we."

Ze is dan ook van plan - als het veilig genoeg is - om na de zomer weer terug te gaan. "Dan kan ik verder studeren, reizen en goed werk vinden. En misschien ook dansen. Dat is ook een goede carrière, waarmee ik tegelijkertijd kan reizen. Eigenlijk best een goed idee."

Elkaar opzoeken

Anastasiya en Anna gaan elkaar wel missen. "Ja echt, daar ben ik 100 procent zeker van", zegt de 14-jarige Oekraïense. Pleegmoeder Anna is zeker van plan om haar op te zoeken in Oekraïne: "Ik wil zien waar Anastasya vandaan komt. En we hebben goed contact met haar moeder en oma."

Anastasiya voelt inmiddels als familie: "Ik zou dat zo noemen ja. Ja, dat is het wel."

Bekijk hier het gesprek met Anastasiya en Anna

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Meer maatregelen, of is de zwaar beveiligde EBI in Vught al streng genoeg? Jullie vragen beantwoord

Meer maatregelen, of is de zwaar beveiligde EBI in Vught al streng genoeg? Jullie vragen beantwoord
Beveiliging bij de extra beveiligde inrichting (EBI) in Vught
Bron: ANP

Taghi, Holleeder, Razzouki: de gevaarlijkste Nederlandse criminelen verblijven allemaal in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught, oftewel de EBI. De inrichting heeft het hoogste beveiligingsniveau. We vroegen wat jullie erover willen weten.

Vlakbij de zwaar beveiligde gevangenis in Vught is afgelopen vrijdag een zittingszaal geopend voor strafzaken. Het is een maatregel om vluchtgevaarlijke gedetineerden minder vaak te hoeven vervoeren, want dat is peperduur en heeft grote risico's voor de veiligheid.

Beveiliging aanscherpen

"Tijdens een verplaatsing is er het risico dat een gedetineerde een ontsnappingsmogelijkheid vindt, meer dan wanneer iemand binnen de gevangenismuren blijft", verklaart woordvoerder Charlotte Hees van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI).

De opening van de zittingszaal past in een bredere politieke beweging om de beveiliging rond zware criminelen verder aan te scherpen. Het is onder meer een reactie op incidenten waarbij criminelen ondanks hun detentie vermoedelijk toch contact onderhielden met de buitenwereld.

Is er wel personeel voor een nieuwe EBI?

Tweede EBI in Vlissingen

De afgelopen jaren hebben we gemerkt dat er meer hoogrisico-gedetineerden zijn die hun criminele handelen proberen voort te zetten vanuit hun cel, zegt de woordvoerder van de Dienst Justiële Inrichtingen. Het is ook de reden dat er een extra EBI wordt gerealiseerd op het nieuwe Justitieel Complex in Vlissingen, dat naar verwachting in 2030 klaar is.

Advocaat Geert-Jan Knoops, die vaak in de EBI is geweest, stelt vast: "Er is in de samenleving een toenemende toestroom aan georganiseerde criminaliteit, de aard van het strafrecht is veranderd. Er is daardoor meer behoefte ontstaan aan een tweede EBI."

Druk op capaciteit

Op dit moment is er één EBI in Nederland, in de Penitentiaire Inrichting (PI) in Vught. Die heeft plek voor 24 gedetineerden, verdeeld over verschillende afdelingen. Naast de geplande bouw van een nieuwe EBI in Vlissingen wordt ook de capaciteit in Vught uitgebreid, met twaalf extra cellen.

Er is veel druk op de capaciteit in het gevangeniswezen, zowel wat betreft personeelstekorten als celtekorten, maar op deze groep wordt niet bezuinigd, laat de woordvoerder van de DJI weten.

Wat maakt de EBI anders dan een gewone gevangenis?

Afgezonderd van elkaar

Wat maakt zo'n EBI nu anders dan andere plekken waar gedetineerden verblijven? Het belangrijkste verschil is de doelgroep die erin zit, legt de woordvoerder uit. In de EBI komen vooral gedetineerden terecht die een grote rol speelden in georganiseerde criminaliteit, en die bijvoorbeeld een crimineel netwerk aanstuurden.

"Hierdoor zijn we er in de EBI niet alleen mee bezig dat deze gedetineerden - plat gezegd - achter slot en grendel blijven, maar willen we ook voorkomen dat ze hun criminele netwerk vanuit de gevangenis blijven aansturen."

Volledig afgezonderd

Om dat te voorkomen, is er strenge controle op de gedetineerden. "Het meest essentiële verschil is dat een gedetineerde in de EBI volledig afgezonderd is van andere gedetineerden", vertelt Knoops.

"In gewone gevangenissen mogen gedetineerden met elkaar socialiseren. Bijvoorbeeld gezamenlijk naar de luchtplaats gaan of sporten. Dat is in de EBI vrijwel niet het geval."

Hoe wordt hulp van buitenaf tegengegaan?

Contact met buitenwereld

Woordvoerder Hees legt verder uit dat gedetineerden in de EBI absoluut niet samen in één cel geplaatst worden, zoals dat in andere gevangenissen soms wel gebeurt. De gedetineerden in de EBI kunnen heel soms even samen koken of tegelijkertijd sporten. Maar dan wordt er goed gekeken wie met wie mag, en wie zeker niet.

De afgelopen jaren is er ook meer afstand gekomen in het contact tussen de bewaarders en de gedetineerden. Om bewaarders zelf beter te beschermen.

Controle bij telefoongesprekken

Telefoongesprekken met de buitenwereld zijn bovendien streng geregeld. In andere gevangenissen is er vaak een grotere belzaal en algemenere controle. Maar bij de EBI is die controle één-op-één: om te bellen met een gedetineerde in de EBI, moet de beller onder begeleid toezicht naar een andere gevangenis komen. Zodat nauw in de gaten kan worden gehouden wie met wie belt.

Ook zijn de bezoekregels streng: je kunt niet zomaar even op bezoek bij iemand in de EBI.

Bekijk ook

'Bizar streng'

Volgens Hees is de EBI 'bizar streng'. Ze zegt: "Niemand wordt een momentje losgelaten. De gedetineerden zijn helemaal in hun eentje. En hoewel het natuurlijk terecht is dat ze daar verblijven, is het een heel naar regime om in te zitten."

In 2023 stelde het anti-foltercomité van de Raad van Europa dat de veiligheidsmaatregelen in de EBI 'buitensporig' streng waren.

Ieder jaar opnieuw beoordeeld

De woordvoerder benadrukt dat goed verantwoord moet blijven waarom maatregelen in de EBI nodig zijn. "Dienst Justitiële Inrichtingen staat ook voor een humaan detentiebeleid. Dus bij zo'n streng regime als in de EBI moet je verantwoorden of het noodzakelijk is dat iemand daar verblijft. En als iemand er al langer verblijft: of het niet afgebouwd kan worden. Soms kunnen gedetineerden naar een iets minder zwaar beveiligde inrichting, de Afdeling Intensief Toezicht (AIT)."

Ieder jaar worden de gedetineerden daarom opnieuw beoordeeld. Dat gebeurt onder meer op basis van adviezen van de gevangenisdirecteur.

info

EenVandaag Vraagt

Bij EenVandaag heb je de mogelijkheid om vragen en ideeën in te sturen. Dat kan altijd in onze chat, of je kunt meedoen aan de gerichte EenVandaag Vraagt-oproepen die wij zo'n twee keer per week plaatsen in de Peiling-app. De Peiling-app is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

Cameratoezicht op advocaten

Dan zijn er nog de advocaten die contact hebben met gedetineerden. Ook op dat contact is het toezicht strenger geregeld dan in andere gevangenissen. "In een gewone gevangenis kun je als advocaat gewoon met je cliënt aan een tafeltje zitten, kun je dossiers over en weer uitwisselen, zodat de gedetineerde kan meelezen", weet Knoops uit eigen ervaring.

"In de EBI wordt een gesprek streng gemonitord", zegt Knoops. "Dat is ook altijd zo geweest, voor zover ik weet. Toen ik ruim 10 jaar geleden iemand in de EBI als cliënt had, was dit ook al zo."

Naar de Eerste Kamer

Onder het vorige kabinet stelde minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) nog scherpere maatregelen in de EBI voor. Hieronder was ook het voorstel om cameratoezicht in te stellen bij gesprekken tussen gedetineerden en advocaten.

In februari 2025 stemde de Tweede Kamer in met de wetswijziging die hiervoor nodig was. Het voorstel moet nu nog langs de Eerste Kamer.

Bekijk ook

Verdediging moeilijker

Eerder stemde de Tweede Kamer in met wijzigingen die verder gingen dan enkel cameratoezicht, en ook auditief toezicht mogelijk maakte. Na een spoedadvies van de Raad van State werd hiervan afgezien.

"Het scherpe toezicht in de EBI maakt het werk van de verdediging al een stuk moeilijker", zegt Knoops hierover. "Als het toezicht óók nog eens gepaard zou gaan met geluid opnemen en kunnen terugluisteren. Dan zou een advocaat nooit vertrouwelijk informatie kunnen uitwisselen."

'Grenzen van toelaatbare zijn bereikt'

"Dat zou in strijd zijn met het Europese Mensenrechtenverdrag. Zelfs het belang van de veiligheid van de samenleving kan niet opwegen tegen het grote belang dat de wetgever heeft gecreëerd voor ongestoord vrij verkeer tussen advocaat en cliënt", zegt hij.

"Ik denk dat de grenzen van het toelaatbare nu al zijn bereikt met het huidige EBI-regime."

Nog strenger?

De Dienst Justitiële Inrichtingen ziet in principe geen heil in een nog strengere beveiliging in de EBI. "Bij incidenten moet je natuurlijk kijken: hoe wil je dit voorkomen in de toekomst?", zegt de woordvoerder. "En het is goed dat er voor de capaciteit een tweede EBI-vestiging gepland staat. Maar wij zitten niet op de route dat het dagelijks regime van de gedetineerden nu nog strenger moet."

"Het is in de EBI echt al heel streng. Dus de indruk die mensen soms hebben van 'het kan nog wel wat strenger', die klopt niet", zegt ze. "Bovendien moet je ook denken aan wat zo'n extreem streng beleid doet met mensen, wat voor mensen je daarmee maakt. Daar los je niks mee op, zeg maar. Het baat niet."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Brabantse worstenbroodjes tijdens het Suikerfeest? Kadir zorgt met zijn halal snacks dat iedereen mee kan eten

Brabantse worstenbroodjes tijdens het Suikerfeest? Kadir zorgt met zijn halal snacks dat iedereen mee kan eten
Kadir in de testfase van zijn halal-worstenbroodjes
Bron: Mark Bolk

Vandaag begint Eid al-Fitr, oftwel het Suikerfeest. En dat betekent voor veel mensen: samen zijn én samen eten. De Brabantse Kadir Ahmed probeert daar een rol in te spelen met zijn Kadir's snacks. "Happy halal voor iedereen."

Denk je aan Brabant, dan denk je aan worstenbroodjes, weet ook de van oorsprong Somalische Kadir Ahmed, die in Den Bosch opgroeide. Vroeger kwam hij ze vaak genoeg tegen op kinderfeestjes, als traktaties op school of tijdens een dagje weg. Maar als moslim 'hapte hij dan mis' zoals hij het zelf omschrijft.

'Ik wilde ook'

"Tijdens de kerstbrunch en -diner op school zag ik mijn vriendjes worstenbroodjes eten. Ik had zoiets van: ja, maar dit wil ik ook", vertelt Kadir. "Het zorgde er ook voor dat ik het gevoel had dat ik erbuiten viel, dat ik niet mee kon doen." Als moslim moet je halal eten. Varkensvlees, dat in worstenbroodjes zit, is dat niet.

"Al moslim krijg je van jongs af aan mee dat je halal eet, al snap je als kind misschien niet helemaal waarom", legt Kadir uit. Zijn Nederlandse vriendjes en vriendinnetjes hadden er begrip voor als hij niet alles mee kon eten. "Maar toch had ik vaak het gevoel: waarom jullie wel en ik niet? Waarom is dit er nog niet voor mij?"

Vraag om halal saucijzenbroodjes

Eten verbindt, vindt Kadir, en dan is het ook fijn om alles samen te kunnen eten. Maar pas jaren later kwam hij op het idee om niet-halal producten, zoals worstenbroodjes, voor iedereen beschikbaar te maken.

"Ik werkte bij de klantenservice van Bakkersland (een industrieel bakkersbedrijf, red.) en kreeg de vraag of we halal saucijzenbroodjes hadden. Toen ik daarmee naar mijn baas ging, zei hij: 'Kadir, richt je op brood, we doen niet aan halal.' Maar het gevoel dat ik als kind had, dat gemis, dat bleef aan me knagen."

Bekijk ook

'Brabants worstenbroodje evenaren'

Zo ontstond het idee om aan de slag te gaan met een halal worstenbroodje. Maar dat ging niet zonder slag of stoot: Kadir was een jaar bezig met het zoeken naar de goede samenstelling voor het deeg en de juiste kruidenmix voor in het gehakt. En werken met rundvlees, wat Kadir gebruikt, gaat anders dan met varkensvlees. "Dat laatste kan een stuk meer aan."

Vergelijkingsmateriaal op het gebied van smaak had hij zelf niet, want een traditioneel worstenbroodje - meestal gemaakt met varkensgehakt, en anders niet halal geslacht vlees - had hij natuurlijk nog nooit geproefd. Dus om de juiste smaak te creëren, kreeg hij hulp van anderen. "Het is echt een specifieke smaak, het was onze uitdaging om het Brabantse worstenbroodje te evenaren."

Hulp van moeder

Met het vinden van de juiste kruidenmix heeft, naast kruidenbedrijf Verstegen, vooral Kadirs moeder geholpen. "Die weet alles van smaken en proeven", vertelt Kadir.

Dat terwijl ze in eerste instantie niet enthousiast was over het idee. "Ze had zoiets van: 'Maak gewoon je studie af en hou op met dat worstenbrood.' Ze begreep niet zo goed wat ik aan het doen was." Maar uiteindelijk ging ook zij erin mee. "Ze zei: 'Je bent zo eigenwijs, ik ga toch maar helpen", zegt Kadir lachend.

Groot verschil

Al lijkt het kunnen eten van een worsten- of frikandelbroodje misschien klein, volgens Kadir kan het een groot verschil maken.

"Het doet mensen enorm veel dat ze het nu ook kunnen eten", merkt Kadir. "Je zorgt met een klein product dat mensen eindelijk kunnen mee-eten, dat ze denken: het is er nu eindelijk ook voor ons."

Steeds meer halal

En dat is belangrijk, want er zijn steeds meer mensen in Nederland die halal eten. In 2023 was 6 procent van de Nederlandse bevolking moslim.

Dat is ook terug te zien in de supermarkten. Er zijn steeds vaker halal-vakken en volgens cijfers van onderzoeksbureau Circana is de omzet van halal-producten in 2024 in 3 jaar tijd verdubbeld: van 23,2 miljoen euro in 2021 naar 53,4 miljoen in 2024. Daarbij zijn het niet alleen moslims, maar ook niet-Islamitische mensen die halal kopen, bijvoorbeeld als ze stoppen met het eten van varkensvlees.

'Zowel Fatima als Dirk-Jan'

Dat ziet Kadir ook weer terug in zijn klanten. "Het is niet alleen een Fatima of Kadir die het koopt, maar ook een Dirk-Jan of een Fleur. Iedereen heeft tegenwoordig wel een schoondochter of -zoon, vriend, buurman of -vrouw die halal eet, en iedereen wil ook voor hen iets op tafel kunnen zetten. Daardoor verkopen we niet alleen veel met Suikerfeest of tijdens de ramadan, maar ook met kerst of Pasen." Vorig jaar verkocht Kadir in totaal 1,7 miljoen snacks.

"Er komen steeds meer mensen uit verschillende landen naar Nederland, en daardoor zie je steeds meer verschillend eten, en meer mensen die halal eten. Tegelijkertijd is er in Nederland nog veel onwetendheid over halal." Al ziet Kadir dat wel langzaam veranderen. "We zijn er nog niet helemaal, maar langzaam gaan we vooruit. In Deurne, waar onze bakkerij laatst geopend is, wisten ze eerst niet eens wat halal was. En nu zijn ze hartstikke positief."

Bekijk ook

Geen niche

"Het wordt nog vaak gezien als een niche", gaat Kadir verder. "Als een hype die weer voorbij gaat. Maar het is juist iets wat de komende jaren alleen nog maar blijft groeien. En hoe fijn is het dan dat we kunnen helpen om het voor mensen beschikbaar te maken?"

"Het gaat erom dat iedereen mee kan eten, want iedereen kan het eten, ook als je niet alleen halal eet. Vandaar dat mijn slogan ook is: eten dat je deelt is twee keer zo lekker."

'Eten waar je blij van wordt'

Waar het begon met puur Brabantse worstenbroodje, heeft Kadir nu ook saucijzen- en frikandelbroodjes en bapao in de supermarkten liggen. En er komt nog meer aan. Maar wat precies blijft nog even geheim, laat Kadir weten.

"Onze missie is om mensen en culturen samen te brengen met eten waar je blij van wordt. Als ik daaraan bij kan dragen met mijn eten, vind ik dat mooi", sluit Kadir af.

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant