radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Nóg een kabinet Rutte? Meer dan de helft vindt het acceptabel als de premier doorgaat

 Nóg een kabinet Rutte? Meer dan de helft vindt het acceptabel als de premier doorgaat
Mark Rutte in 2010 en in 2020
Bron: ANP

Weer een kabinet met Rutte als premier? 53 procent van de mensen in het land zou dat acceptabel vinden. Ook zouden de meeste kiezers ermee instemmen als hun voorkeurspartij coalitiepartner wordt met Rutte als premier.

Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder 27.000 leden van het Opiniepanel. Op de dag dat Rutte zijn 10-jarig jubileum als premier viert, zou een ruime helft het acceptabel vinden als hij ook in het volgende kabinet minister-president wordt. Zij zien in Rutte een voorman die rust, stabiliteit en ervaring brengt: "Alles om ons heen is al zo heftig in beweging, Rutte zorgt tenminste voor kalmte en stabiliteit", aldus een ondervraagde.

De meeste kiezers houden er sterk rekening mee dat Rutte na de verkiezingen van maart weer zijn intrek neemt in het Torentje. 58 procent verwacht dat dit gaat gebeuren en Rutte de langstzittende minister-president van Nederland wordt. Op dit moment is Ruud Lubbers dat nog, met 11 jaar en 291 dagen aan de macht.

Samenwerkingen

Ook regeren met de premier is blijkbaar nog geen taboe voor de meeste kiezers. 63 procent vindt het acceptabel als hun partij aan een volgend kabinet zou deelnemen met daarin Rutte als premier. Bij huidige coalitiekiezers ligt dat cijfer nog veel hoger. Minstens 85 procent van de CDA-, D66- en CU-kiezers zou dat oké vinden.

Maar ook grote groepen oppositiekiezers kunnen ermee leven als hun partij toetreedt tot een volgend kabinet met Rutte als voorman. Zelfs een meerderheid van de FVD- en PVV-kiezers, op dit moment Ruttes grootste criticasters, zou daarmee instemmen. Enerzijds hopen zij dat Rutte dan opschuift naar rechts, maar deze kiezers noemen het ook 'ondemocratisch om een partij of politicus van tevoren uit te sluiten. Dat gebeurt nu al te vaak', aldus een FVD-stemmer. Alleen voor een meerderheid van de SP- en PvdD-kiezers is deelname van hun partij aan Rutte IV een 'no go'.

10 jaar pieken en dalen

Kiezers zijn niet alleen positief over de toekomst van Rutte. Een ruime meerderheid (63 procent) vindt dat hij het de afgelopen 10 jaar goed heeft gedaan. Gemiddeld krijgt de premier een 6,2 als eindcijfer. En Rutte doet het nog altijd goed bij veel mensen.

57 procent heeft op dit moment vertrouwen in de premier. Een bovengemiddelde score, is te zien in de draagvlakcijfers van de afgelopen 10 jaar. Alleen vlak na de MH17-ramp in 2014 en, recenter, in de eerste golf van de coronacrisis kende zijn imago hogere pieken. Op beide meetmomenten stond driekwart achter de premier.

Mark Rutte is precies 10 jaar lang onze premier. Al vanaf dag één werd het vertrouwen in hem gepeild onder het Opiniepanel. En dat vertrouwen ging alle kanten op. Wat waren de pieken en dalen van onze minister-president? Gijs Rademaker neemt ze door.

Eerste kabinet-Rutte minst populair

De diepste deuk in zijn imago loopt hij op in 2013 tijdens kabinet-Rutte 2, als hij bekendmaakt de financiële crisis van die tijd te lijf te willen gaan door miljarden te bezuinigen. Resultaat: slechts 16 procent steunt hem nog. Een valse start voor zijn tweede kabinet.

Maar het is kabinet-Rutte 1 dat het minst populair is bij mensen in het land. Een samenwerking met het CDA en gedooghulp van Wilders zijn PVV, dat geen lang leven beschoren was. Kabinet-Rutte 3 heeft het volgens de meesten beste gedaan.

info

Over dit onderzoek

Het onderzoek is gehouden van 8 tot en met 13 oktober 2020. Aan het onderzoek deden 27.286 leden van het EenVandaag Opiniepanel mee. Het onderzoek is na weging representatief voor zes variabelen, namelijk leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2017. Het Opiniepanel bestaat uit 70.000 leden.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Bezuiniging wijkverpleging leidt volgens vakbond tot extra problemen: 'Verpleegkundigen weer de dupe'

Bezuiniging wijkverpleging leidt volgens vakbond tot extra problemen: 'Verpleegkundigen weer de dupe'
Bron: EenVandaag

Minister Agema van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) kondigt aan 165 miljoen euro te bezuinigen op wijkverpleegkundige zorg. Maar volgens de branche komt daarmee de wijkzorg onder verdere druk te staan.

Je kunt er van alles van betalen - zoals salarissen of opleidingen voor mensen in de wijkverpleging - maar omdat er onvoldoende personeel is, wordt een bedrag van 165 miljoen euro al jaren niet 'opgemaakt' door de wijkzorg. Nu zorgminister Agema op zoek is naar geld om een eerdere bezuiniging op de ziekenhuiszorg ongedaan te maken, is ze uitgekomen bij de wijkzorg. Maar of dit verstandig is daar wordt verschillend over gedacht.

Verpleegkundigen sluitpost

Volgens vakbond Nu'91 zijn wijkverpleegkundigen hiervan de dupe. Voorzitter van de vakbond Femke Merel van Kooten zegt: "De minister draait een eerdere bezuiniging op verpleegkundigen in ziekenhuizen terug, maar legt nu de rekening neer bij zorgprofessionals in de wijk. Hiermee worden verpleegkundigen opnieuw de sluitpost van de begroting en verlegt ze het probleem."

Wat Van Kooten zegt, klopt: minister Agema wil namelijk per se een eerder aangekondigde bezuiniging op opleidingen van verpleegkundig personeel in de ziekenhuizen terugdraaien. En inderdaad gaat de oplossing ten koste van opleidingen voor wijkverpleegkundig personeel, waar deze 165 miljoen voor bedoeld is.

'Veel mensen zijn boos'

Van Kooten gaat verder: "De minister heeft gezegd dat ze niet weer een nieuwe groep in de zorg boos wil maken, maar ik denk dat dat niet gelukt is, dat er veel mensen boos zijn."

"In het recente akkoord over de zorg is juist afgesproken om dit geld wel te besteden aan wijkzorg en ook echt uit te geven, dat het geld dat op de plank blijft liggen komt bij de mensen in de wijkverpleging en ten goede komt aan de mensen die zorg krijgen", legt ze uit.

Bekijk ook

'Spoedeisende Hulp loopt vol'

Het ministerie van VWS zegt dat het schrappen van de 165 miljoen kan omdat het bedrag al jaren blijft liggen. Het is speciaal bestemd voor wijkzorg, specifiek voor het opleiden van wijkverpleegkundigen, maar wordt niet opgemaakt. De minister laat bij Nu.nl weten dat dat vooral te maken heeft met personeelstekort.

Maar dat betekent volgens Nu'91 niet dat je het zomaar kunt schrappen. "Ook onder minister De Jonge werd al gezegd: het geld blijft liggen want er is te weinig personeel om het aan uit te geven. Maar in het zorgakkoord dat pas is gesloten was juist afgesproken dat het eindelijk uitgegeven zou worden. En dat is ook belangrijk want je krijgt met dat geld betere wijkverpleegkundigen en meer valpreventietraining voor ouderen. Dat moet je gewoon gaan doen, anders loopt ook de Spoedeisende Hulp vol."

'Wereld op zijn kop'

Niet iedereen is tegen het plan, zo steunt zorgondernemer Jos de Blok het wel. Hij is voor minister Agema dan ook een sparringspartner geweest. Volgens De Blok is het heel goed mogelijk om dezelfde zorg te leveren met minder uren en laat zijn bedrijf Buurtzorg dat al jaren zien. Buurtzorg gaat uit van zelfstandig werkende teams van verpleegkundigen en ziekenverzorgenden en weinig managers.

Maar zo'n organisatievorm is niet overal mogelijk, zegt voorzitter Van Kooten. Ze benadrukt: "Al jaren stellen we vast dat salarissen in de wijkverpleging flink achterlopen op vergelijkbare publieke sectoren. Zorgprofessionals in de wijk verdienen beter, maar krijgen minder. En nu beweert de minister dat er geld over zou zijn. Dat is de wereld op zijn kop."

Minder geld voor wijkverpleging gaat problemen veroorzaken, volgens vakbond

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom vochtige doekjes met plastic het riool verstoppen

Waarom vochtige doekjes met plastic het riool verstoppen
Ter illustratie: Wateroverlast door problemen met het riolering
Bron: ANP

Een meerderheid van de Tweede Kamer stemde gisteren tegen een verbod op vochtige doekjes met kunststof erin. Volgens tegenstanders van de motie is het te kort door de bocht om te zeggen dat ze verstoppingen veroorzaken. Afvalwaterbedrijven beweren anders.

Doekjes met plastic erin zijn niet of nauwelijks afbreekbaar en zorgen daarmee voor problemen in het riool. Staatssecretaris Chris Jansen van Infrastructuur en Waterstaat wil daarom een Europees verbod op vochtige doekjes met plastic.

Vochtig toiletpapier geen probleem

"Van vochtig toiletpapier is al Europees bepaald dat het geen plastics mag bevatten", vertelt directeur bij Stichting Rioned Hilde Niezen. Maar het probleem zit juist in andersoortige vochtige doekjes, weet zij.

Voor andere witte wegwerpdoekjes, zoals babydoekjes en schoonmaakdoekjes, zijn die regels er niet. Mensen spoelen juist ook deze doekjes door het toilet. En het zijn deze doekjes die voor verstopping zorgen.

Bekijk ook

Handmatig verwijderen

"Tussen alle rioolbuizen zitten gemalen, een soort pompen. Die doekjes blijven daarin hangen. Ze vormen een soort klont, een prop. Die moet er handmatig uitgetrokken worden", licht Niezen toe. "Dat is niet alleen een vies klusje, het kost ook een hoop geld."

Rioned becijfert de jaarlijkse kosten daarvan op 26 miljoen euro per jaar. "En dat zijn alleen nog maar de kosten van het verhelpen van storingen door vochtige doekjes in de pompen." De doekjes die wel door de pompen heen komen, moeten ook nog uit het water gezuiverd worden bij de afvalwaterzuiveringsbedrijven. Daar komen ook kosten bij kijken.

Helft van de verstoppingen

De Unie van Waterschappen hield een enquête onder gemeenten en waterschappen om het probleem met de vochtige doekjes te inventariseren. "Gemiddeld genomen wordt ruim 50 procent van de verstoppingen bij pompen veroorzaakt door vochtige doekjes", vertelt Michael Bentvelsen. Ze schatten de kosten op 17 tot 28 miljoen euro per jaar.

En volgens Van Bentvelsen klopt er nog meer niet aan de motie. PVV en VVD stellen namelijk dat Nederland met een verbod strenger zou zijn dan Europese wetgeving, "maar de minister pleit voor een Europees verbod. Dus dat is helemaal niet aan de orde. Andere Europese landen kampen namelijk met dezelfde problemen in het riool."

Bekijk ook

Niet zaligmakend

Wouter van Aggelen is directeur bij Remondis, dat onder andere afvalwaterbeheer doet. Hij beaamt dat vochtige doekjes veelal het probleem zijn bij verstoppingen. "Maar," waarschuwt hij, "een verbod op doekjes met plastic erin gaat niet alles oplossen."

De varianten zonder plastics erin lossen wellicht wel op in water, maar ook niet meteen. "Dat duurt soms wel een week. In die tijd kunnen ze nog steeds voor verstoppingen zorgen. Het is vooral belangrijk dat mensen deze doekjes gewoon niet meer door het toilet spoelen." Desalniettemin ziet Van Aggelen wel heil in het verbod.

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant