In Myanmar, voormalig Birma, voltrekt zich een humanitaire ramp. Tienduizenden Rohingya moslims zijn op de vlucht geslagen voor geweld in de provincie Rahkine.
Ruim 27 duizend zijn de grens met Bangladesh over gevlucht, en daar zitten al ongeveer 400 duizend gevluchte Rohingya’s. Nog zo’n 20 duizend mensen zitten vast in een soort niemandsland aan de grens, omdat Bangladesh ze daar nu tegenhoudt.
De VN is vanochtend in spoedzitting bijeen gekomen. Via sociale media komen er dit soort dramatische beelden naar buiten:
Waar komt die stroom vluchtelingen ineens vandaan? Vorige week vielen Islamitische milities, die opkomen voor de Rohingya’s, politieposten aan. In reactie daarop begon het leger naar verluid met grote zogeheten ‘opruimacties’. Daarvoor zijn mensen op de vlucht geslagen.
Aung San Suu Kyi
Op sociale media vragen veel mensen zich af waarom Aung San Suu Kyi niks doet. Zij zette zich jarenlang in voor mensenrechten en democratie in het land. Ze werd daarvoor vervolgd maar zette haar strijd ook in gevangenschap door. In 1991 won ze daarvoor de Nobelprijs voor de Vrede. Na het verdwijnen van het militaire regime in 2011 werd zij de grote kracht achter de regeringspartij in Myanmar.
Nobelprijs inleveren
Elf andere Nobelprijswinnaars schreven haar daarom deze brief waarin ze haar zwaar bekritiseren. En op sociale media vinden veel mensen dat ze haar Nobelprijs in zou moeten leveren. Maar kan dat eigenlijk? Ja, het Nobelprijscomité heeft ooit ook Obama vriendelijk verzocht de prijs in te leveren.
Oorzaak geweld
Er bestaat al tientallen jaren een enorme spanning tussen de grotendeels Boeddhistische bevolking van Myanmar, en de Rohyinga moslims. Op ongeveer 50 miljoen inwoners zijn er 800 duizend Rohyinga’s en zij zijn rechteloos: zij worden niet erkend door de regering.
De bom barstte in 2012. Een groep Rohingya-moslims verkrachtte toen een Boedhistische meisje. Daarop braken jaren van grootschalig geweld uit tegen de Rohingya’s. Dat varieert van verkrachtingen, het platbranden van hele dorpen tot grote moordpartijen. Er werden massagraven gevonden en diverse mensenrechtenorganisaties spreken daarom van etnische zuiveringen, van misdaden tegen de menselijkheid.
De spanningen tussen deze groepen worden onder andere aangewakkerd door ophitsende berichten en nepnieuws op sociale media. Want tot 2011 werd internet in Myanmar nauwelijks toegestaan, maar sinds het militaire bewind is opgeheven heeft inmiddels 20 procent van de bevolking internet. En de rest leest bladen die artikelen rechtstreeks van Facebook op papier afdrukken.
Daardoor circuleren vooral de meest extreme verhalen en worden bijvoorbeeld de ideeën van de Boeddhistische monnik Ashin Wirathu verspreidt.