Kinderen bewegen te weinig en dit heeft gevolgen voor hun motorische ontwikkeling. Volgens lector Gezonde Leefstijl van de Haagse Hogeschool Sanne de Vries moet de politiek hier meer aandacht aan besteden. "Het is 5 voor 12."

In het hoofdlijnenakkoord is er geen aandacht besteed aan bewegingsonderwijs. Maar uit onderzoekt blijkt al jaren dat de motorische vaardigheden van kinderen afnemen. Bijna 1 op de 5 kinderen ontwikkelt zich motorisch niet goed. Een zorgelijke ontwikkeling volgens De Vries. "Je ziet een groot verschil met bijvoorbeeld 20 jaar geleden en nu."

Steeds minder naar buiten

De lector van de Haagse Hogeschool spreekt van een 'zorgwekkende trend' waarbij meerdere onderzoeken erop wijzen dat kinderen minder lenig zijn, minder kracht hebben en de balanceer vaardigheden 'echt achteruit gaan'. Een belangrijke oorzaak is volgens Sanne dat kinderen steeds minder naar buiten gaan en veel tijd besteden aan elektronische apparaten.

Ook de faciliteiten buiten de deur zijn niet altijd optimaal benadrukt de lector. "Je ziet dat er daar ook minder ruimte is om te bewegen. De gevolgen van digitalisering en verstedelijking zie je terug in het beweeggedrag van de kinderen." Volgens De Vries worden ze steeds vaker in de bakfiets gebracht of met de auto. Maar ook de fatbikes en elektrische fietsen dragen niet bij aan de fietsvaardigheid van de kinderen.

Kans op ziektes kleiner

De lector benadrukt dat het 'heel belangrijk is' om te investeren in de motorische ontwikkeling van kinderen. "40 procent haalt de beweegrichtlijnen niet, een op de tien kinderen speelt nooit buiten. Het is echt 5 voor 12."

Bovendien hebben kinderen die op vroege leeftijd veel bewegen er later ook profijt van. "Je ziet dat kinderen die nu meer bewegen op latere leeftijd ook meer gaan bewegen. Dat is natuurlijk goed voor het voorkomen van hart- en vaatziekten, suikerziekte, diabetes, maar ook vormen van kanker. Op korte termijn is het gewoon ontzettend leuk om te doen en goed voor de ontwikkeling van kinderen."

Bekijk ook

Taalontwikkeling

Fysieke activiteit speelt niet alleen een cruciale rol in de lichamelijke gezondheid van kinderen, maar heeft ook een aanzienlijke impact op hun taalontwikkeling. Volgens de hoogleraar werkt dit ook door in de sociale vaardigheden.

"Als kinderen met elkaar aan het bewegen zijn, dan communiceren ze natuurlijk ook onderling met elkaar. Ze geven elkaar bijvoorbeeld aanwijzingen en juichen. Bewegen, praten en juichen gaan heel vaak samen."

Extra gymles

Ook op de openbare basisschool Polygoon in Almere wordt aandacht besteed aan de motorische ontwikkeling van 5.000 kinderen. Dit gebeurt door middel van het leerlingenvolgsysteem 'VolgMij'. Kinderen die meer moeite hebben met bewegen krijgen een extra gymles ter ondersteuning.

En dat is hard nodig, zegt gymdocent Kim Voogt. "Dit zijn kinderen die extra ondersteuning krijgen, wat in hun eigen gymles niet mogelijk is, omdat ze gewoon uitvallen op niveau."

Bewegingsonderwijs ontbreekt in hoofdlijnenakkoord ondanks afnemende motorische vaardigheden bij kinderen

Angsten

Maar bij wie ligt de verantwoordelijkheid eigenlijk? Volgens De Vries zijn dat verschillende partijen. "Je ziet kinderen van ouders die bewegen dit heel erg stimuleren vergeleken met kinderen van ouders die dat minder stimuleren of die heel erg bang zijn." Kinderen kunnen daardoor ook angsten ontwikkelen voor bijvoorbeeld het verkeer, vallen of vreemden.

Volgens de lector moeten we daar iets aan doen. "Het is ontzettend belangrijk om kinderen te helpen om het zelfvertrouwen in bewegen terug te krijgen en die angst weg te nemen. Dat is echt zonde."

'Handen ineenslaan'

Naast ouders vindt De Vries dat ook gemeenten zich meer moeten inzetten. "Het moet mogelijk zijn om in je buurt buiten te kunnen spelen, te kunnen sporten, veilig op de stoep te lopen of fietsend ergens naartoe te gaan."

Volgens haar is dat lang niet in elke gemeente het geval. "Dan zijn ze toch afhankelijk, zeker op bepaalde leeftijd, dat ze door hun ouders gebracht worden. Je ziet gelukkig dat ouders zich steeds bewuster zijn van gezondheid en bewegen. Maar zowel ouders, scholen, gemeenten als sportverenigingen moeten de handen ineenslaan", benadrukt ze.

Naar kinderen luisteren

Het nieuwe kabinet moet de motorische ontwikkeling van basisschoolkinderen dus meer prioriteit geven, stelt de lector. In sommige gemeenten is al een kinderraad of een kinderburgemeester. Zij worden dan meegenomen in vraagstukken die hen direct aangaan. Maar dat zou volgens De Vries op een breder niveau kunnen worden ingezet.

"Er is relatief weinig aandacht voor preventie en bewegingsonderwijs. Daar maak ik mij wel zorgen om. Kinderen moeten echt gehoord worden. Heel vaak zijn het volwassenen die met goede bedoelingen programma's of faciliteiten realiseren voor de kinderen. Maar de huidige generatie kinderen heeft soms net andere wensen, behoeften en leefwereld dan wij als volwassenen."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.