radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Milieuorganisaties ruiken bloed in verzet tegen nieuw asfalt: stikstofberekeningen autoverkeer rammelen

Milieuorganisaties ruiken bloed in verzet tegen nieuw asfalt: stikstofberekeningen autoverkeer rammelen
Aanleggen van nieuw asfalt (archief)
Bron: ANP

De stikstofneerslag van autoverkeer in de natuur is veel hoger dan officieel wordt berekend. Dat claimen milieu- en bewonersorganisaties. Zij krijgen bijval van een commissie die de rekenmethode van het RIVM onder de loep nam.

Minder files rond Arnhem, minder sluipverkeer op lokale wegen en een nieuwe doorgaande verbinding tussen de Rotterdamse haven en Duitsland. Het zijn beloften die horen bij het verlengen van de A15 tussen knooppunt Ressen en Zevenaar. Nog dit jaar hoopt Rijkswaterstaat de eerste schep in de grond te kunnen zetten. De eerste auto's moeten over een paar jaar over het 12 kilometer nieuwe asfalt gaan rijden.

Schadelijke stikstofuitstoot

Maar helemaal zeker is dat nog niet. Rijkswaterstaat en bewoners- en milieuorganisaties staan deze week tegenover elkaar bij de Raad van State. Eén van de bezwaren van tegenstanders: de stikstofuitstoot van het wegverkeer over het nieuwe traject, die schadelijk is voor de natuur.

In de officiële berekeningen die Rijkswaterstaat liet maken blijkt die schade relatief mee te vallen. Ja, er daalt wel extra stikstof neer, maar die schade wordt elders gecompenseerd: door de snelheid op de aangrenzende A50 te verlagen naar 100 kilometer per uur én nieuwe natuur aan te leggen.

Bekijk ook

Alleen stikstof binnen 5 kilometer

Maar hoe betrouwbaar zijn die berekeningen? Voor elke nieuwe activiteit waarbij stikstof vrij komt, moet worden nagegaan hoeveel stikstof er in Natura2000-gebieden neerdaalt. Dat gebeurt in het rekensysteem Aerius van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). De uitkomst van de berekeningen bepaalt of een boer zijn stal mag uitbreiden en of de overheid een weg mag aanleggen.

Opmerkelijk: de stikstofneerslag van autoverkeer wordt op een andere manier berekend dan die van andere stikstofbronnen, zoals een veehouderij, een fabriek of een spoorweg. Zo wordt er een ander rekenmodel gebruikt én wordt alleen de stikstofneerslag meegerekend van auto's die zich binnen 5 kilometer van een natuurgebied bevinden. Bij andere projecten wordt over veel grotere afstanden gerekend.

Bekijk ook

'Een verschil van een factor 5 tot 6'

Rekenkundige Sieward Nijhuis deed voor de Vereniging Natuur en Milieu Gelderland onderzoek naar het verlengen van de A15. In het RIVM-rekensysteem Aerius rekende hij de stikstofneerslag van het project uit met de twee beschikbare modellen. Met het model dat níet voor wegverkeer wordt gebruikt, kwam hij aan een veelvoud aan stikstof in de natuur, in vergelijking met het model dat voor wegverkeer wordt voorgeschreven.

Nijhuis maakte ook berekeningen voor gebieden op de Veluwe en in de Flevopolder en kwam tot identieke uitkomsten. Zijn conclusie: de stikstofneerslag van wegverkeer wordt fors onderschat. "Dan moet je denken aan een verschil van een factor 5 tot 6. Dat is enorm."

info

Het kabinet besloot eind vorig jaar de maximumsnelheid op alle snelwegen naar 100 kilometer per uur te verlagen. Die maatregel zou de uitstoot en daarmee ook de hoeveelheid stikstof in de natuur verlagen.Het was nodig om, midden in de stikstofcrisis, ruimte te scheppen om de bouw van 70.000 woningen en 7 grote infra-projecten vlot te trekken.Het RIVM berekende de stikstofwinst van de 100-maatregel óók voorbij de 5 kilometer. Dat leverde daarmee méér op, dan wanneer de afstandsgrens wel in acht zou zijn genomen. Maar bij het afgeven van vergunningen voor de 7 wegprojecten wordt de stikstofneerslag vervolgens wel weer tot een afstand van 5 kilometer gerekend. Een dubbele boekhouding, stelt Nijhuis: "Er wordt dus veel ruimte berekend, maar bij het uitgeven ervan gebruik je weer het model dat weinig stikstof in de natuur oplevert. Je onderschat daardoor de werkelijke schade aan de natuur en die gaat er uiteindelijk alsnog op achteruit."

Afstandsgrens logischer bij een stal

Ook een commissie die in opdracht van het kabinet onderzoek deed naar de rekenmethodiek van het RIVM, hekelde vorige week de ongelijke behandeling tussen auto's en koeien. "Een boer in de buurt van De Peel moet de stikstof afkomstig van zijn bedrijf tot in Drenthe uitrekenen", aldus commissievoorzitter Leen Hordijk. "En voor een weg stop je na 5 kilometer met rekenen. Dat is in onze ogen niet verdedigbaar."

Als je al een afstandsgrens zou toepassen, zegt Hordijk, zou het eigenlijk logischer zijn dat bij een stal te doen in plaats van een weg. "Van ammoniak weten we dat het dichter bij de bron neerslaat. Terwijl de stikstofoxiden van autoverkeer heel grote afstanden kunnen afleggen."

Moeilijker een vergunning

Wanneer het advies van Hordijk wordt opgevolgd en ook andere mogelijke onderschattingen in het model worden gerepareerd, kan dat grote gevolgen hebben. Dan is het nog maar zeer de vraag of allerlei wegverbredingen zomaar door kunnen gaan.

"De vergunningverlening aan wegen zal dan minder kansrijk worden", erkent Hordijk diplomatiek. Niet alleen nieuwe wegen of wegverbredingen zullen dan moeilijker een vergunning krijgen, ook andere projecten met veel autoverkeer, zoals bedrijventerreinen of bijvoorbeeld Lelystad Airport, kunnen dan worden geraakt.

Voorkeurspositie

Het RIVM verdedigt in een reactie het gebruik van het rekenmodel voor wegverkeer. Volgens het instituut is het betrouwbaar en nauwkeurig. De grens van 5 kilometer geldt omdat voorbij die afstand onduidelijk wordt of de stikstof die neerdaalt nog van die ene weg afkomstig is, of van andere bronnen. De keuze voor het afwijkende model en de 5 kilometer afstandsgrens was bovendien een beleidskeuze, gemaakt door de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en Economische Zaken, zegt het RIVM.

"Er is dus bewust gekozen voor een model dat wegenprojecten bevoordeelt", aldus Nijhuis. "Ze hebben een voorkeurspositie willen creëren. En dat moeten we niet willen." Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zegt in een reactie de adviezen van de Commissie Hordijk nog te bestuderen en wil niet vooruit lopen op eventuele gevolgen voor concrete projecten.

Bekijk hier de tv-reportage over dit onderwerp.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom zorgreservisten zoals Bart hard nodig zijn om medische tekorten in tijden van crisis op te vangen

Waarom zorgreservisten zoals Bart hard nodig zijn om medische tekorten in tijden van crisis op te vangen
Zorgreservist Bart Hilt
Bron: EenVandaag

Bij een crisis of ramp kan medisch personeel schaars zijn. Om dat op te vangen, gaat Defensie samenwerken met de Nationale Zorgreserve. Hoe versterken dit soort initiatieven de weerbaarheid van Nederland? "Overheid kan het niet meer alleen aan."

Zorgreservisten kunnen nu worden ingezet als Defensiepersoneel naar het buitenland moet, bijvoorbeeld bij een oorlogsdreiging. Het zijn gediplomeerde vrijwilligers, vaak oud-zorgmedewerkers, die zichzelf aanmelden en op momenten van crisis worden opgeroepen om bij te springen.

Coronacrisis

Bart Hilt is zo'n zorgreservist. Hilt heeft onder andere bij de brandweer, ambulance en huisartsenpost gewerkt. Hij werd voor het eerst ingezet tijdens de coronacrisis.

"Toen was er een oproep via Facebook en daar heb ik toen op gereageerd", legt hij uit. "Er werd gekeken in welke regio je woonde en welke ziekenhuizen mensen nodig hadden. En toen ben ik ondersteunend geweest aan de verpleging."

'Samenwerking goed idee'

De samenwerking tussen Defensie en de Nationale Zorgreserve is volgens Hilt dan ook een goed idee. "Als je kijkt naar alle brandhaarden die we in de wereld hebben, kan je er op deze manier echt voor elkaar zijn."

Middenin de coronacrisis wordt het Nationale Zorgreserve opgericht, als burgerinitiatief, legt directeur Charlotte de Schepper uit. "Een aantal burgers dacht toen, 'goh, steeds meer mensen worden ziek, maar ook steeds meer hulpverleners worden ziek. Hoe kunnen wij helpen?' En die hebben de handen ineengeslagen." Inmiddels wordt het gefinancierd door het Ministerie van Volksgezondheid.

Bekijk ook

Tekort opvullen

Mocht Defensie beroep doen op de zorgreservisten, zijn ze puur bedoeld als achtervang.

"Wij worden dan niet uitgezonden naar het buitenland. Maar de medisch specialisten van het leger wel, waardoor er een tekort is aan medisch personeel in de bases van Defensie. En die plaatsen gaan wij dan opvullen", legt Hilt uit.

Voordelen burgerinitiatief

Ook Jaap Donker, directeur van de veiligheidsregio Utrecht, ziet de voordelen van het initiatief.

"Als Defensie in het buitenland meer moet doen en de situatie hier schaars is, of als we bijvoorbeeld slachtoffers vanuit het buitenland moeten verzorgen, hebben we iedereen keihard nodig."

'Overheid kan het niet meer alleen'

Het is volgens Donker duidelijk waarom dit nu van belang is. Het gaat daarbij ook niet om de zorg alleen, legt hij uit.

"Op dit moment zie je dat de kans op een lange stroomuitval, of een natuurbrand heel reëel is. Dat willen we niet, maar we moeten ons voorbereiden." En dat kan de overheid niet meer alleen. "We staan voor ongekende uitdagingen, daarbij hebben we mensen nodig die initiatief nemen."

Waarom zorgreservisten zoals Bart hard nodig zijn om medische tekorten in tijden van crisis op te vangen

Bekijk ook

Zelfredzaam worden

De samenwerking is één stap richting het verbeteren van onze zelfredzaamheid. Maar er is werk aan de winkel op het gebied van weerbaarheid, ziet Donker.

"We zijn gewend dat als er iets misgaat, dat de overheid komt helpen. Maar we zien dat de risico's die we lopen zo groot zijn, dat kan de overheid niet aan. We moeten zelf en samen redzaam worden."

Onvoldoende voorbereid op crisis

Nederlanders voelen de urgentie nog onvoldoende, volgens Donker. "We zijn opgevoed met het idee dat het nooit meer oorlog zou worden en dat alles goed gaat, maar we moeten ons voorbereiden op andere scenario's."

Vandaag presenteerde de Europese Commissie plannen die ertoe moeten leiden dat de Europese Unie voorbereid is op verschillende soorten crises.

Krachten lokaal bundelen

Maar hoe? Volgens Donker ligt de kracht ook vooral in dit soort initiatieven. "Gelukkig zijn er veel instanties die daarbij helpen. Mochten mensen willen bijdragen, meld je dan, zodat we de initiatieven aan elkaar knopen en ons kunnen voorbereiden op iets wat hopelijk nooit voorkomt."

Donker zet zich vooral op lokaal niveau in. "Als de stroom er bijvoorbeeld lang af ligt, hebben mensen behoefte aan informatie." Dat zou in de vorm van lokale 'noodsteunpunten' gerealiseerd kunnen worden. "We willen op logische plekken in de samenleving, zoals brandweerkazernes, een stemlokaal of een buurthuis, dat mensen daar terecht kunnen in nood."

Bekijk ook

Kijk naar elkaar om

We zullen het uiteindelijk vooral met elkaar moeten doen, zegt zorgreservist Bart Hilt. "Ik zie het als een soort roeping. Elkaar ondersteunen en elkaar helpen. Daar waar het tekort is, moet je elkaar aanvullen."

Ook Jaap Donker zegt: "We moeten ook kijken hoe het met de buurman of kwetsbaren in de straat is. Hoe kunnen we samen de schouders eronder zetten? Hoe kunnen we in donkere periodes elkaar hier doorheen loodsen?"

Beter voorbereid dan achteraf problemen

Toch hoopt Hilt binnenkort nog niet ingezet te worden. "Dat zou het mooiste zijn. Hoe minder dat we nodig zijn, hoe beter het eigenlijk is. Maar ja, je kan beter zorgen dat je iets achter de hand hebt, als dat je te laat bent en je in de problemen raakt."

Tot nu toe hebben 4.000 zorgprofessionals zich gemeld bij de Nationale Zorgreserve. Ze hopen te groeien naar een bestand van zo'n 5.000 mensen.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Amerika blijft druk op Groenland opvoeren met bezoek vicepresident JD Vance: 'Er is angst voor wat er gaat komen'

Amerika blijft druk op Groenland opvoeren met bezoek vicepresident JD Vance: 'Er is angst voor wat er gaat komen'
De Amerikaanse vicepresident JD Vance brengt deze week een bezoek aan Groenland.
Bron: AFP

De Amerikaanse president Trump voert de druk rondom de koop van Groenland op. Hij wil het eiland vanwege de strategische ligging en bodemschatten en stuurt daarom vicepresident JD Vance op pad voor een bezoek. "Dit is voor de meeste Denen een shock."

"Het is een grote stressfactor en je mag het niet onderschatten", zegt Clingendael-onderzoeker Karen van Loon over de huidige situatie.

Bondgenootschap onder druk

Van Loon is gespecialiseerd in geopolitiek in het Noordpoolgebied en bredere veiligheids- en defensievraagstukken en ziet hoe Donald Trump met zijn uitspraken en het bezoek van vicepresident JD Vance, het bondgenootschap tussen Amerika en Denemarken onder druk zet.

Groenland valt op dit moment, tot hun grote ongenoegen, nog onder het Deense koninkrijk.

Denen in schok door bezoek Vance

Het had een bezoek moeten zijn waarbij alleen de vrouw van JD Vance, Second Lady Usha Vance, aanwezig zou zijn. "Ze zou bezoekjes afleggen aan verschillende Groenlandse gemeenschappen, maar die bezoeken zijn nu afgelast. Het blijft nu bij een bezoek aan de Amerikaanse luchtmachtbasis", zegt Van Loon.

"Wat er nu gebeurt is voor de meeste Denen echt een schok. Je kan wel spreken van een ernstige vertrouwensbreuk", vertelt de onderzoeker.

Bekijk ook

'Groenland niet te koop'

Vicepresident Vance zal nu namelijk wel aanwezig zijn bij het bezoek en hoogstwaarschijnlijk gesprekken voeren met diplomaten.

En dat terwijl Denemarken al meerdere keren heeft aangegeven geen interesse te hebben in het verzoek van Trump. Ze zijn niet van plan om Groenland 'over te dragen' aan de Verenigde Staten.

'Hij wil niet loslaten'

Toch blijft Trump aandringen. De uitspraken die vanuit de Verenigde Staten blijven komen hebben een impact op zowel de Denen als Groenlanders. Ze zijn niet gewend dat een president blijft aandringen.

"Vroeger hebben ze het ook wel eens gevraagd, maar werd het losgelaten", zegt Van Loon. Volgens de onderzoeker werd Trump tijdens zijn eerste termijn zelfs uitgelachen toen hij het balletje opgooide. "Het leek toen absurd, maar sinds hij voor de tweede keer president is, is het duidelijk dat hij het niet wil loslaten."

Bekijk ook

Toch onderhandelen

Maar juist door die houding moeten Deense en Amerikaanse onderhandelaren nu toch met elkaar om tafel gaan zitten. "Om een consensus te vinden en niet te vergeten om Groenland bij dit proces te betrekken", legt de onderzoeker uit.

"Want", vervolgt Van Loon, "Groenland is wel een regio die in zeer grote mate zelfbestuur heeft binnen het Koninkrijk Denemarken." De twee landen kunnen dus niet zonder inspraak van het hoofd van het eiland een beslissing maken. Dit vooral omdat Groenland onafhankelijk wil zijn, ook van Denemarken.

Angst in Groenland

De angst in Groenland is op dit moment dus groot, weet Van Loon. Ze willen hun onafhankelijkheid van Denemarken niet inruilen voor afhankelijkheid van Amerika. "Het gevoel is daar heel sterk. Er is angst voor wat er komen gaat."

"Ze hebben al een heel lang proces afgelegd met Denemarken en dat dekolonisatieproces is nog steeds bezig", gaat de onderzoeker verder.

Bekijk ook

Respectloos

"Ze zijn er heel duidelijk in dat ze geen Amerikanen willen worden." En dat is vooral te zien aan alle standpunten die hun regering op dit moment inneemt.

Zo liet de Groenlandse premier Múte Bourup Egede de afgelopen maanden al publiekelijk weten dat het eiland niet te koop is, en dat hij Trump respectloos vindt.

'Rol van de EU is beperkt'

Kan de Europese Unie nog iets betekenen in deze noodgedwongen onderhandelingen, aangezien Denemarken een lidstaat is? "Dat is een lastig verhaal", antwoordt Van Loon. "Denemarken is lid van de EU maar Groenland niet. Ze hebben in de jaren 80 een opt-out gehad."

Maar aangezien de EU wel nog steeds investeert in Groenland - onder andere in onderwijs en gezondheid - én een paar jaar geleden een mineralendeal heeft gesloten, zou de EU wel een bemiddelende rol kunnen spelen, denkt de onderzoeker. "Dus er is een rol voor de EU, maar die blijft wel beperkt."

Amerika blijft druk op Groenland opvoeren met bezoek vicepresident JD Vance: 'Er is angst voor wat er gaat komen'

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant