De bouw van nieuwe huizen loopt steeds meer vertraging op. 50 middelgrote gemeenten vinden dat ze buiten de boot vallen bij subsidie voor nieuwbouw en trekken aan de bel. Experts denken dat er vooral andere oorzaken en oplossingen zijn voor het tekort.
Dit jaar en volgend jaar komen er - door verschillende oorzaken - 30.000 minder woningen dan gepland. Onderzoek door het Economisch Instituut voor de Bouw laat zien dat er vorig jaar 12,5 procent minder vergunningen zijn afgegeven voor de bouw van nieuwe woningen dan een jaar eerder.
Woningen niet meer door te verkopen
Woningmarktexpert Johan Conijn legt uit waar dat aan ligt. "Je ziet al anderhalf jaar dat het terugloopt in de nieuwbouw-koopwoningmarkt", vertelt hij. "De stijgende rente speelt hierbij een belangrijke rol. Er worden in Nederland relatief dure koopwoningen gebouwd die vanaf de tekening op dit moment moeilijk te verkopen zijn. En dat terwijl een ontwikkelaar een plan maakt en pas gaat bouwen als 70 procent is verkocht."
"Heel veel potentiële kopers zien er op dit moment tegenop om vanaf de tekening te kopen. Voorheen ging dat nog goed omdat iedereen dacht de eigen woning toch wel binnen 2 jaar door te kunnen verkopen, maar nu is daar meer onzekerheid over."
Beleggers aan banden
Een andere oorzaak is dat nieuwbouw vooral plaatsvindt door grote institutionele beleggers, zegt Conijn. "Omdat die beleggers door nieuwe regels minder hoge huren mogen vragen, neemt het enthousiasme voor nieuwbouw daar af."
"En woningbouwcorporaties hebben wel de ambitie om veel nieuwbouw te realiseren, maar worden belemmerd door het feit dat ze geen grond in eigendom hebben. Daardoor zijn ze afhankelijk van projectontwikkelaars." Conijn denkt dat de teruglopende nieuwbouw niet zozeer met ander beleid bestreden kan worden, omdat de oorzaken deels ongrijpbaar zijn.
Bekijk ook
Kleine gemeenten boos over nieuwbouwsubsidie
Een samenwerkingsverband van 50 middelgrote gemeenten denkt daar anders over. Zij trokken vandaag aan de bel over het nadeel dat zij ondervinden bij de subsidieregeling 'bouwimpuls'. Die regeling is veel te veel gericht op grote gemeenten waardoor de kleinere er geen aanspraak op kunnen maken, zeggen zij.
Zo hebben middelgrote gemeenten vaak niet voldoen expertise in huis om een subsidie-aanvraag te doen. Daar zijn te weinig ambtenaren voor. Een andere eis waar kleinere gemeenten niet goed aan kunnen voldoen is de 'geografische samenhang'. Het criterium is dat je minimaal 200 woningen moet bouwen om in aanmerking te komen voor de subsidie, maar daar is in die gemeenten vaak geen ruimte voor.
Woningbouwimpuls
Het kabinet stelde in 2019 met de Woningbouwimpuls 1 miljard euro beschikbaar voor de bouw van ten minste 65.000 betaalbare woningen in regio's waar de schaarste het grootst is.
Gemeenten kunnen een beroep doen op de Woningbouwimpuls voor het versnellen van de bouw, het vergroten van het aantal nieuwbouwwoningen in een project of het vergroten van de betaalbaarheid van die woningen voor starters en mensen met een middeninkomen. Inmiddels zijn er subsidies verstrekt aan 93 projecten.
Grotere gemeente, meer woningen
Conijn begrijpt de wens van de kleinere gemeenten. "Maar als je bijvoorbeeld kijkt naar die grens van 200 woningen, die heeft men juist ingesteld om met het beschikbare geld zoveel mogelijk woningen te realiseren, dan kun je beter grotere gemeenten kiezen, dan heb je meer massa."
Als je de kleinere gemeenten toch wil laten meedoen, dan moet er hoe dan ook meer geld bij, omdat al het geld voor de subsidieregeling volgens Conijn al wordt uitgegeven.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.