Ridouan T., de meest gezochte crimineel van Nederland, meldt zich niet vrijwillig bij de politie vanwege gebrek aan vertrouwen in een eerlijk proces. Dat zegt zijn advocaat Inez Weski.

T. zou opdrachtgever zijn van meerdere liquidaties. De gouden tip naar zijn verblijfplaats levert inmiddels een recordbeloning van 100.000 euro op. Niet eerder loofde het Openbaar Ministerie zo'n hoog bedrag uit om een voortvluchtige op te sporen.

Dat komt omdat het voor justitie een heel belangrijke zaak is, zegt officier van justitie Jirko Patist. "Het gaat om liquidaties in de Nederlandse maatschappij die ongelooflijke impact hebben, waarvan we dus denken dat zij de opdrachtgevers zijn geweest," zegt de persofficier.

T. betwist 'de vele' beschuldigingen

De Rotterdamse advocate Inez Weski staat T. bij. Zij reageert voor het eerst op de verdenkingen en zegt dat haar cliënt 'de vele beschuldigingen betwist'. "Dat zijn beschuldigingen die vooral via de media tot ons komen. En ik denk niet dat het bedoeling is dat ik dan ook eens, bij wijze van spreken, op de stoep namens hem dit allemaal moet gaan weerleggen", zegt Weski, die dit betoog het liefst in de rechtbank zou willen houden.

Op de vraag waarom T. zich dan niet gewoon bij de politie meldt, zegt Weski dat zij geen vertrouwen heeft in een eerlijk proces: "De verdediging ziet wat hier nu de afgelopen tijden gebeurt met grote zorg aan." Ook maakt ze zich zorgen over de recordbeloning die op het hoofd van haar cliënt is gezet. "Tot nu toe lijkt het alsof dit Openbaar Ministerie eerst cliënt afgebrand wenst te hebben zonder recht. Rechteloos dus, terug naar het Wilde Westen."

Inez Weski legt uit waarom haar cliënt zich niet vrijwillig meldt bij de politie.

Het Openbaar Ministerie vindt het gerechtvaardigd de privacy van de verdachte T. en zijn handlanger Said R. te schenden. "Ze worden verdacht van meerdere opdrachten tot liquidaties. Dat zijn dusdanig ernstige feiten, dat hun privacy schenden voor de opsporing gerechtvaardigd is", zegt officier van justitie Patist.

Blanco strafblad

Ridouan T. was geen bekende van politie en justitie en heeft zelfs een blanco strafblad. Hij start zijn criminele carrière als verkoper van wiet op het schoolplein, zegt NRC-misdaadjournalist Jan Meeus. T. krijgt een hasj-transportlijn vanuit Marokko in handen, waarmee hij later cocaïne is gaan smokkelen. De omvang van de groep rondom T. is enorm door politie en justitie onderschat, zegt Meeus. Hij doet onderzoek naar de Nederlandse cocaïnemaffia.

"Het lijkt erop dat hij betrokken is bij grootschalige cocaïnesmokkel. En dat hij betrokken is bij een serie liquidaties," zegt de misdaadjournalist. "Maar is hij de enige maffiabaas in Nederland? Daar geloof ik niks van. Want er zijn er velen en de markt voor cocaïne is helaas zo groot dat er heel veel verschillende groepen heel veel geld kunnen verdienen met die handel."

PGP-bewijs

Ridouan T. is in maart samen met zijn vermoedelijke rechterhand Said R. op de Nationale Opsporingslijst geplaatst. Het duo werd al langer gezocht, maar de zoektocht kwam in een stroomversnelling toen kroongetuige Nabil B. zeer belastende verklaringen over hen aflegde. B's onschuldige broer werd kort na die bekendmaking geliquideerd.

Daarnaast zegt het OM verschillende vertrouwelijke berichten in handen te hebben waaruit zou blijken dat T. opdracht geeft voor liquidaties. Het gaat om zogenoemde PGP-berichten, die via een gekraakte server in handen zijn gekomen van het OM. T. uit hierin bedreigingen aan het adres van de kroongetuige maar zelfs ook aan officier van justitie Koos Plooij.

Volgens advocaat Weski zijn de berichten niet te gebruiken als bewijsmateriaal. "Ik neem aan van niet. En het zou mooi zijn als je dat ook nog eens kan aantonen door de stukken te hebben en terug te kunnen redeneren of die berichten zo bestaan. Dus hoe die identificatie tot stand is gekomen, of dat technisch betrouwbaar is, van welk toestel en of dat juridisch mogelijk is", zegt Weski.

Buitenland

Justitie verwacht dat T. en R. onder verschillende identiteiten in het buitenland verblijven. Vermoed wordt dat ze lange tijd in Dubai hebben gezeten. Maar ook Zuid- Amerika wordt genoemd als schuilplaats. Strafpleiter Weski zegt niets over het contact met haar cliënt.

"Ik kan niet zeggen of en wanneer en in welke zin ik contact met hem heb," zegt Weski. "Dus ook niet wanneer voor het laatst, als dat al heeft plaatsgevonden." Zijn verblijfplaats kent ze niet en wil ze ook niet weten. "En al zou ik dat weten, dan kan ik daar niets over aangeven", voegt ze eraan toe.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.