radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Lerarentekort? Zet 83.000 ex-leerkrachten weer voor de klas

Luisteren

Ze worden de ‘stille reserve’ van het onderwijs genoemd: de 83.000 mensen die wél een onderwijsdiploma hebben, maar niet voor de klas staan. Als het aan onderwijsminister Arie Slob ligt, moet deze reserves worden aangeboord om het lerarentekort te lijf te gaan.

Na afronding van zijn studie stond Sjors Stassen drie jaar voor de klas in Nijmegen. Hij haalde voldoening uit het contact met kinderen, maar de werkdruk in het onderwijs was hem veel te hoog. “Mijn werk begint pas als de kinderen uit zijn", zegt Stassen. “Dan ga ik hun werk nakijken, de administratie doen en lessen voorbereiden. Door uitbreiding van de klassen nam de administratie toe, en was er nauwelijks tijd om contact te hebben met de kinderen.”

Hoewel Stassen lesbevoegdheid heeft, werkt hij nu als auteur van software voor digi-borden op scholen. En hij is niet de enige: in het basisonderwijs hebben 31.000 mensen wel de juiste papieren, maar werken zij buiten de onderwijssector. Voor het voortgezet onderwijs zijn dat er zelfs 52.000.

10.000 leraren te weinig

Aan het begin van het nieuwe schooljaar lijken de meeste scholen nog voor elke klas een leerkracht te hebben gevonden, maar de ministers houden hun hart vast voor de eerste de beste griepgolf.

Over twee jaar zijn er naar schatting 4.000 leraren te weinig, en nog eens vijf jaar later is het tekort gestegen naar 10.000. Er gaan de komende jaren veel leraren met pensioen en de concurrentie van andere sectoren met veel vacatures is moordend.

Werkloze docenten

Onderwijsministers Arie Slob en Ingrid van Engelshoven willen daarom de ‘stille reserves’ weer in gaan zetten. Ook trekt het kabinet wat geld uit om ieder jaar vijftig onderwijsassistenten om te scholen tot leraar. Ze kunnen daarvoor ieder 20.000 euro krijgen. Slob en Van Engelshoven verwachten verder veel van het terughalen van werkloze leraren.

Ondanks alle vacatures zitten er nog duizenden thuis, omdat juist in hun buurt minder banen zijn en ze niet graag verhuizen. Of ze zien een terugkeer na een burn-out niet zitten of zijn al zo lang weg dat ze zich niet meer thuis voelen op de school van nu. De ministers hopen niettemin dat er de komende twee jaar duizend werklozen de draad weer oppakken. Als leerkrachten minder vaak ziek thuis belanden en parttimers meer uren gaan werken, maakt dat ook al veel verschil.

600 miljoen extra

De Algemene Onderwijsbond (AOb) noemt de ideeën van Slob en Engelshoven “volstrekt onvoldoende”. Voorzitter Liesbeth Verheggen: “Er zijn stille reserves die wel terug het onderwijs in willen, mits de arbeidsomstandigheden verbeteren. Om het werk weer aantrekkelijk te maken is het nodig dat leraren beter gaan verdienen en minder stress ervaren.”

Verheggen vindt dat minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs) al op Prinsjesdag over de brug moet komen met meer geld. “Om de salarissen in het primair onderwijs gelijk te trekken met de salarissen in het voortgezet onderwijs is nog 600 miljoen euro nodig. De huidige maatregelen van het kabinet pakken de kern van het probleem niet aan.”

Meer uitdaging

“Ergens voel ik een plicht om weer voor de klas te staan”, zegt Anne Spoelstra. Ze stond vijf jaar voor de klas, maar vond als vestigingsmanager op een kinderdagverblijf meer uitdaging in haar werk. “Er wordt vanuit de overheid gestimuleerd om verder te studeren. Dat heb ik ook gedaan. Mijn hart ligt bij het onderwijs, maar als er niets verandert dan is dat voor mij reden om een andere baan te zoeken.”

Anouk Overman is 27 jaar en nog niet zo lang afgestudeerd aan de Pabo. Ook zij maakt deel uit van de 'stille reserve' die wél bevoegd zijn om les te geven in het primair onderwijs, maar toch niet voor de klas staan. Ze voelt niets voor het plan van Arie Slob. "Nee, ik ga niet meer voor de klas staan", zegt ze. "Het geeft geen voldoening en ik word geremd in mijn creativiteit."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

'Overgebleven' stroom van trams en metro's ergens anders gebruiken om elektriciteitsnet te ontlasten? 'Deel van oplossing'

'Overgebleven' stroom van trams en metro's ergens anders gebruiken om elektriciteitsnet te ontlasten? 'Deel van oplossing'
Een metro-toestel van vervoersbedrijf RET
Bron: ANP

Om het overvolle stroomnetwerk te ontlasten, wordt gezocht naar creatieve oplossingen. Minister Sophie Hermans en staatssecretaris Chris Jansen sluiten vandaag een 'netcongestiedeal' met de ov-sector om netcongestie tegen te gaan.

Elektrische auto's, zonnepanelen, warmtepompen: ons stroomnetwerk is overvol. Netcongestie wordt dat genoemd.

File op het net

"We kunnen spreken van file op het elektriciteitsnet", zegt energieanalist Sanne de Boer van de Rabobank. "Vergelijk het met de de snelweg. Als iedereen tegelijk wil invoegen, dan kan dat niet."

"Hetzelfde gebeurt op het stroomnet. De afgelopen jaren heeft iedereen meer elektriciteit verbruikt, en vaker op hetzelfde moment. Dat past niet."

Deal met de ov-sector

Om deze zogenoemde netcongestie te bestrijden, is de komende 15 jaar een investering van 195 miljard euro nodig, volgens het Rijk. In de tussentijd wordt er gezocht naar creatieve oplossingen.

Minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei en staatssecretaris Chris Jansen van Openbaar Vervoer en Milieu sluiten daarom vandaag een 'netcongestiedeal' met de openbaar vervoerssector. Het idee is dat het openbaar vervoer gaat helpen om de druk op het elektriciteitsnet te verminderen.

Bekijk ook

Efficiënter gebruikmaken van infrastructuur

"Op deze manier kunnen we efficiënter gebruikmaken van de infrastructuur die er al is", legt De Boer uit. "Openbare vervoersbedrijven maken gebruik van hun eigen elektriciteitsnetten. Op sommige momenten zijn die kabels hard nodig, bijvoorbeeld in de ochtend- en avondspits", legt ze uit.

"Maar wanneer er minder openbaar vervoer rijdt, kunnen de kabels gebruikt worden om auto's of elektrische bussen op te laden. Hier hoef je dus geen extra kabels voor in de grond te leggen."

Idee op een bierviltje

Het Rotterdamse ov-bedrijf RET is al volop bezig met duurzaam gebruik van energie. "Naast het delen van ons stroomnet, hebben we nu ook een batterij in de buurt van de Erasmusbrug geplaatst", vertelt technicus Leo Vliegenthart van de RET.

"5 jaar geleden heb ik het idee op een bierviltje geschreven. Het woord 'netcongestie' bestond toen nog niet eens."

Bekijk ook

Batterij die werkt als powerbank

"Op het moment dat er een tram voorbij rijdt, en die remt, dan levert die tram energie terug aan de batterij. De batterij wordt op deze manier continu opgeladen en werkt kostenefficiënt", legt Vliegenthart uit. "De batterij fungeert als powerbank."

De opgeslagen stroom kan weer gebruikt worden om andere voertuigen op te laden. "Op deze manier proberen wij de 'file' op het stroomnet te omzeilen en dragen wij 20 tot 25 procent bij aan de laadsector van Rotterdam."

Alleen geschikt voor kleine hoeveelheden

Maar ondanks de voordelen van zo'n batterij blijft energieanalist De Boer sceptisch. "Batterijen zijn zeker functioneel", zegt ze. "Maar ze nemen ook veel ruimte in."

"Bovendien zijn batterijen alleen geschikt om kleine hoeveelheden energie voor korte tijd op te slaan", vervolgt ze. "Helaas kunnen we de overtollige zonnestroom van de zomer niet bewaren tot aan de winter."

Bekijk ook

Klein deel van de oplossing

Volgens De Boer is het getekende convenant tussen het Rijk en de ov-sector niet de hele oplossing voor netcongestie. "We moeten niet verwachten dat we hierdoor uit de problemen zijn. Het is ook nodig om de netten te verzwaren, maar dit kost veel tijd en geld."

"Slimmer gebruikmaken van de infrastructuur die we hebben, is een 'no-brainer'. Maar het blijft een klein deel van de oplossing."

'Overgebleven' stroom van trams en metro's ergens anders gebruiken om elektriciteitsnet te ontlasten? 'Deel van oplossing'
'Overgebleven' stroom van trams en metro's ergens anders gebruiken om elektriciteitsnet te ontlasten? 'Deel van oplossing'

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom het zo uitzonderlijk is dat Marjolein Faber als minister weigert handtekening te zetten voor koninklijke onderscheiding

Waarom het zo uitzonderlijk is dat Marjolein Faber als minister weigert handtekening te zetten voor koninklijke onderscheiding
Ter illustratie: een koninklijke onderscheiding
Bron: ANP

Asielminister Faber wil geen handtekening zetten onder koninklijke onderscheidingen voor vijf oud-COA-medewerkers, werd gisteren bekend. Kan dat zomaar? Historicus Kemal Rijken zet de feiten over onderscheidingen voor ons op een rij.

Rijken noemt het 'zeer uitzonderlijk' dat de minister de voordracht voor een koninklijke onderscheiding niet wil ondertekenen. "We hebben dit in de parlementaire geschiedenis in de laatste 80 jaar niet gezien." Hij beantwoordt vier vragen over wat er komt kijken bij het krijgen van een koninklijke onderscheiding en deze situatie.

1. Hoe gaat het toekennen van onderscheidingen in zijn werk?

Voordat de minister een handtekening moet zetten, is daar al een heel proces aan voorafgegaan, weet Rijken. "Een voorbeeld: iemand heeft 40 jaar lang vrijwillig voor de tennisvereniging gewerkt en de mensen op de tennisvereniging vinden dat deze persoon een lintje verdient. Dan gaan die mensen in eerste instantie brieven schrijven over die persoon", vertelt de historicus.

"Die aanbevelingsbrieven worden gestuurd naar de desbetreffende gemeente waar die persoon woont, en die worden allemaal gecontroleerd." Vervolgens maakt de burgemeester de beslissing of iemand in aanmerking komt. "Dan tekent de Commissaris van de Koning en daarna de Kanselarij der Nederlandse Orden." Die beheert de registers van onderscheiden personen en regelt de lintjes.

"En daarna pas gaat het naar het ministerie en de bewindspersoon. Die tekent dan ook. In de meeste gevallen. Vervolgens zet de koning nog zijn handtekening." Nadat de koning de onderscheiding heeft getekend, kan het lintje door de burgemeester worden uitgereikt.

info

Premier Schoof en minister Uitermark willen tekenen voor lintjes vrijwilligers

Maandagmiddag werd bekend dat premier Dick Schoof en minister Judith Uitermark van Binnenlandse Zaken wel bereid zijn om te tekenen voor de lintjes die de vijf vrijwilligers in de vluchtelingensector zouden krijgen.

2. Waarom is hier een minister voor nodig?

"In principe is de minister altijd verantwoordelijk en dat heeft te maken met de ministeriële verantwoordelijkheid", vertelt Rijken.

Hij legt uit: "De koning is niet verantwoordelijk voor zijn inhoudelijke daden. Dat zijn de ministers volgens de Grondwet. In dit geval, als de koning tekent, dan betekent dat dat er een minister of een staatssecretaris ook al moet hebben getekend."

"Dus als de koning uiteindelijk een handtekening moet zetten op de koninklijke onderscheiding dan moet dat gedekt zijn, zoals dat heet, door een minister of een staatssecretaris. En daarom is die handtekening nodig."

3. Waarom is het zo uitzonderlijk dat minister Faber weigert?

"De minister mag het doen, maar het is wel uitzonderlijk", vertelt Rijken. "Wat de minister in principe heeft gedaan, is een pure politieke daad. Gewoon om een frame neer te zetten: 'Ik ben tegen deze medewerkers en ik ben tegen asielzoekers en het is mijn beleid niet.'" Ze zet het weigeren dus in om te communiceren waar ze tegen is, volgens de historicus.

En dat is nog niet eerder op deze manier gebeurd, weet Rijken. "Er zijn geen gevallen bekend waarbij de minister zo nadrukkelijk naar buiten trad en zei: 'Ik teken niet omdat het niet mijn politiek is.' En dat komt ook omdat de lintjes zijn staatsonderscheidingen neutraal zijn."

"Die worden gegeven aan mensen die zich meestal decennia lang, vaak vrijwillig, hebben ingezet voor andere mensen. Het is in Nederland dus zo dat de regering en politici niet bepalen wie wel of geen lintje krijgt. Het komt vanuit de samenleving. En dat gegeven wordt dan beloond namens de Staat", legt Rijken uit. "Een koninklijke onderscheiding is dus neutraal en is daardoor ook geen politieke beslissing."

Bekijk ook

4. Wat betekent het volgens jou dat Faber weigert?

Hierdoor kan een precedent ontstaan, vertelt Rijken. "Het risico dat je nu krijgt, is dat er in de toekomst kabinetten zullen zijn en ministers zullen zijn die zeggen: 'Dit is in het verleden zo gegaan met mevrouw Faber, en deze persoon bevalt mij niet, dus ik ga daarvoor liggen en ik teken niet.' Dat kan nooit de bedoeling zijn van een neutrale staatsonderscheiding, die de koninklijke onderscheidingen toch zijn."

Betekent het dat deze mensen hun lintje niet krijgen? "Nee", zegt Rijken. "Het is namelijk zo dat een andere bewindspersonen ook kan tekenen. Dat zal gewoon ook gebeuren en deze vijf mensen krijgen gewoon een lintje."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant