radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Jessica (24) ging naar speciaal onderwijs en wil niet dat het verdwijnt: 'Voelde me daar gezien, gehoord, gesteund'

Jessica (24) ging naar speciaal onderwijs en wil niet dat het verdwijnt: 'Voelde me daar gezien, gehoord, gesteund'
Jessica wil dat het speciaal onderwijs blijft
Bron: eigen beeld

Alle kinderen bij elkaar op school en geen onderscheid meer tussen speciaal en regulier onderwijs. Omdat iedereen gelijk is. Dat klinkt mooi, toch? Oud-leerling in het speciaal onderwijs Jessica Huttinga heeft grote twijfels bij dit plan.

Als het aan de overheid ligt, verdwijnt het speciaal onderwijs zoveel mogelijk en gaan de meeste leerlingen in 2035 naar een reguliere, inclusieve school. Ook kinderen die extra ondersteuning of zorg nodig hebben.

'Net als Máxima'

"In theorie klinkt dat als een hartstikke mooi plan, maar in de praktijk gaat het niet werken." Daar is de Noord-Groningse Jessica Huttinga (24) van overtuigd. Ze heeft een taalontwikkelingsstoornis (TOS), wat betekent dat haar hersenen taal minder goed verwerken.

Bij ieder persoon uit TOS zich op een andere manier, maar bij Jessica betekent het onder andere dat praten haar wat minder makkelijk afgaat. Ze praat met een accent, zoals ze dat zelf noemt. "Net als Máxima met een accent praat", voegt ze daar lachend aan toe.

Weinig woorden

Jessica begon als 4-jarige op het reguliere onderwijs, maar merkte al vrij snel dat ze op bepaalde vlakken niet meekwam.

"Op maandagochtend vertellen hoe mijn weekend was, dat lukte me bijvoorbeeld niet. Ik gebruikte wel wat woorden, maar was amper te verstaan." Hoewel ze zich weinig herinnert van die tijd, voelt Jessica als ze eraan terugdenkt de frustratie in haar buik. "De woorden wel in je hoofd hebben, maar ze niet kunnen uitspreken. Dat is zo lastig."

Bekijk ook

Cluster 2

Al vrij snel was de conclusie dat Jessica beter op haar plek zou zijn op een speciale school voor cluster 2-onderwijs. Dat is bedoeld voor dove of slechthorende leerlingen, of leerlingen met een taal-spraakontwikkelingsstoornis

"In het begin vond ik dat spannend, maar het duurde niet lang voordat ik het helemaal naar mijn zin had. Ik ging elke dag met veel plezier naar school. Voelde me gezien, gehoord, gesteund."

'Te goed'

En toen kreeg ze in groep 4 te horen dat ze het volgend leerjaar toch weer naar het regulier onderwijs zou moeten, naar haar oude basisschool in het dorp waar ze woonde. "Ik was 'te goed' voor het speciale onderwijs, werd er gezegd."

"Ik vond het in eerste instantie niet zo erg, want ik kende de kinderen natuurlijk al. Ik had geen slechte herinneringen aan ze." In het begin ging het goed op haar 'nieuwe' school. Ze kreeg een ambulante begeleider, die haar hielp met de vakken die ze moeilijk vond.

Geen begeleiding meer

Maar in groep 7 stopte die begeleiding en dat merkte Jessica. "In mijn klas was ik de enige die niet goed mee kon komen. Voor vakken als begrijpend lezen, spelling en Engels haalde ik onvoldoendes. Voor extra uitleg of ondersteuning had mijn leerkracht geen tijd, omdat er ook nog veertien andere leerlingen waren die aandacht nodig hadden."

Haar docenten zagen Jessica als een 'gewone' leerling, omdat ze op een 'gewone' basisschool zat. En zo werd ze ook behandeld. "Aan de ene kant snap ik dat, maar het was niet haalbaar voor me."

Jessica op de basisschool
Bron: eigen beeld
Jessica op de basisschool

Het label 'dom'

Het leidde ertoe dat ze werd buitengesloten, het label 'dom' kreeg, omdat ze tijdens lessen vaak haar hand opstak en om extra uitleg vroeg.

"Ik werd een buitenbeentje. Werd niet meer gevraagd voor gezamenlijke opdrachten, werd niet meer uitgenodigd op verjaardagsfeestjes. Vierde mijn eigen verjaardag alleen met mijn familie. Het was best wel een ding." Op het vmbo en vervolgens het mbo-3 werd het nog erger, vertelt ze.

'Ik zie het gewoon niet voor me'

Het zijn heftige ervaringen die haar gevormd hebben tot wie ze nu is. Ervaringen die ervoor zorgen dat ze op dit moment weinig vertrouwen heeft in het 'inclusief onderwijs', waar vanaf 2035 sprake van moet zijn.

"Ik zie het gewoon niet voor me dat leerlingen met en zonder een 'stempeltje' samen in een klas zitten. Dan heb je bijvoorbeeld iemand met ADHD, iemand met autisme, iemand met TOS. Hoe kun je die met een of twee docenten voor de klas allemaal de juiste begeleiding geven? Ze hebben allemaal iets anders nodig."

info

Inclusief onderwijs in 2035

De overheid streeft ernaar dat in 2035 zoveel mogelijk leerlingen van het speciaal onderwijs zijn ingestroomd in het regulier onderwijs. Het idee is dan om 'inclusief onderwijs' te bieden aan alle leerlingen. Er is dan geen verschil meer tussen speciaal en regulier onderwijs, is het plan.

'Binnen inclusief primair en voortgezet onderwijs zijn alle kinderen en jongeren welkom op een school dicht bij huis. Wie je ook bent en wat je talenten ook zijn. Iedereen telt mee, doet mee en is gelijkwaardig', schrijft de Rijksoverheid hierover op haar website.

Dit plan komt uit het VN-verdrag voor rechten van personen met een handicap. Nederland heeft dat ondertekend in 2016. Het idee achter dit plan is dat mensen met een beperking meer onderdeel worden van de samenleving.

'Leerlingen zullen verzuipen'

Jessica wijst op de huidige grootte van klassen in het regulier onderwijs. Die groepen zijn veel groter dan in het speciaal onderwijs, waar vaak een stuk of tien leerlingen zitten. "Bepaalde leerlingen zullen verzuipen in die grote klassen. Ze zullen te maken krijgen met pestgedrag, zoals ik zelf heb ervaren."

Ze noemt ook de vier clusters waarin het speciaal onderwijs nu verdeeld is. Kinderen met soortgelijke uitdagingen zitten binnen die clusters bij elkaar. "Zelfs bínnen het speciaal onderwijs wordt er dus voor gekozen onderscheid te maken tussen leerlingen met verschillende diagnoses en wat zij nodig hebben. In het nieuwe systeem moeten docenten op de hoogte zijn van elke diagnose. Hoe dan?"

Imagoprobleem

Directeur-bestuurder Alain van de Haar van de Sectorraad GO, de koepel voor gespecialiseerd onderwijs, kan zich goed voorstellen dat Jessica zich drukmaakt over het verdwijnen van het speciaal onderwijs. "We horen dat van meer leerlingen", vertelt hij.

"Wat je vaak hoort, is dat kinderen verdrietig zijn als ze naar het speciaal onderwijs moeten. Dit vanwege het slechte imago", denkt hij.

Niet meer 'speciaal'

"Maar als ze dan vervolgens op het speciaal onderwijs zitten en merken dat ze daar wél gezien worden, wél erkend. En zich realiseren dat ze niet meer zo 'speciaal' zijn, maar juist heel 'gewoon' zijn naast andere 'gewone' kinderen. Dan bloeien ze op. Logisch dus, dat ze verdrietig zijn dat het straks niet meer bestaat."

Het is precies daarom dat de koepel voor het speciaal onderwijs in principe positief staat tegenover één inclusief onderwijssysteem voor alle kinderen, maar dat ze ook vinden dat er voor 2035 nog veel moet gebeuren.

Bekijk ook

Groot lerarentekort

"Vanuit onze rol stellen wij steeds drie belangrijke vragen. Ten eerste: welke randvoorwaarden zijn nodig om reguliere scholen inclusiever te maken? Dan heb je het over het verkleinen van klassen. Maar ook over het feit dat er dan echt meer onderwijspersoneel voor de klas moet staan dan nu het geval is."

Dat is ook meteen een uitdaging. Eind 2023 was er volgens de Rijksoverheid in het basisonderwijs een landelijk lerarentekort van 9.800 voltijdbanen. En in het speciaal onderwijs nemen de wachtlijsten alsmaar toe. De kans dat dit probleem in 2035 is opgelost, is klein, denkt Van de Haar.

Jeugdzorg beter verbinden

"Ten tweede denken wij dat het alleen maar kan lukken als de jeugdzorg op een goede manier en formeler wordt verbonden met het onderwijs. Iets wat nu nog niet het geval is. De vraag is dan dus: hoe ga je dat doen? Een duidelijk plan ontbreekt nu nog."

De Tweede Kamer heeft bij de behandeling van de plannen rond inclusief onderwijs gezegd dat het een goed idee is, maar dat er wel vormen van speciaal onderwijs moeten blijven bestaan.

Voorstander, maar...

"De Kamer denkt dat er altijd leerlingen zullen zijn die beter af zijn in een heel gespecialiseerde setting. Dus dan komt de derde vraag: als je vindt dat er voor specifieke groepen speciaal onderwijs moet blijven bestaan, over welke groepen gaat het dan?" Dat is Van de Haar nu niet duidelijk.

"Kortom: wij zijn absoluut voorstander van inclusief onderwijs, waarin alle kinderen het bij hun passende onderwijs krijgen. Maar de randvoorwaarden die ervoor zorgen dat alle kinderen goed onderwijs krijgen, moeten wel op orde zijn. En dat zien we nog niet met het huidige lerarentekort, de klassengrootte en de andere uitdagingen in het onderwijs. En dan komt 2035 toch ineens wel in de buurt."

Bekijk ook

Alle gebouwen aanpassen

Van de Haar wijst ook op huisvesting: "Alle scholen moeten dan overal brede deuren en gangen creëren. Trapliften, extra verwarmde zwembaden en gymzalen. Het is een mega-operatie om dat voor elkaar te krijgen."

Hij ziet wel dat het ministerie van Onderwijs hard bezig is met het uitwerken van concrete plannen voor al die uitdagingen. De directeur-bestuurder hoopt dat die binnenkort naar buiten komen.

Italië als voorbeeld

Of het echt voor 2035 allemaal lukt, dat betwijfelt Van de Haar. Maar het kan wél, besluit hij. Of in elk geval tot op zekere hoogte. In Italië, waar hij onlangs op bezoek was met collega's, bestaat het inclusief onderwijs al sinds de jaren 70.

"Dat gaat in principe goed, maar daar denken ze ook wel na om kleine stukjes van het speciaal onderwijs toch terug te brengen. Het blijkt namelijk dat kinderen met een ernstige beperking lang niet altijd beter af zijn in een inclusieve setting."

Petitie

Jessica is intussen een petitie gestart om het speciaal onderwijs te behouden. Inmiddels hebben 330 mensen die ondertekend. En ze hoopt op meer. Ze gunt andere kinderen die dat nodig hebben een plek in het speciaal onderwijs.

Zelf wil ze vooral vooruit kijken. Ze volgt nu een mbo 4-opleiding, waar ze vanwege haar TOS hier en daar extra ondersteuning krijgt. Dat helpt. Ook bericht ze als ervaringsdeskundige op social media en op haar eigen website, in de hoop dat anderen daar iets aan hebben. "Ik ben best trots op wat ik tot nu toe heb bereikt en wat ik hopelijk nog ga bereiken."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Hoe bendes via nepagenten senioren beroven: 'Ze trekken met zeep de ringen van hun handen'

Hoe bendes via nepagenten senioren beroven: 'Ze trekken met zeep de ringen van hun handen'
Nepagenten maken ouderen waardevolle spullen afhandig. Foto ter illustratie
Bron: EenVandaag

Op meedogenloze wijze beroven criminele bendes nepagenten door het hele land ouderen. Met alleen een telefoon, een script en een vlotte babbel laten ze gedupeerden totaal geruïneerd achter. "Vier jaar cel doet geen recht aan de slachtoffers."

Ze spreken over slachtoffers als 'lekkere dikke vis', moedigen elkaar aan om complete woonplaatsen te ruïneren en willen zoveel mogelijk geld verdienen. De politie heeft verschillende bendes in het vizier die op grote schaal ouderen beroven met nepagenten, zegt cyberspecialist bij de Politie Oost-Nederland Yoanne Spoormans, die onderzoek doet naar het fenomeen.

Babbeltruc

"Het maakt ze niet uit hoeveel schade ze aanrichten", ziet ze. Afgelopen zomer kwam een zaak aan het rollen na een melding van een slachtoffer die gebeld was door nep-politiemensen.

"De mevrouw vertelde dat ze wilden langskomen om waardevolle spullen veilig te stellen, omdat er inbrekers actief zouden zijn in de omgeving", vertelt Spoormans.

Bende opgerold

De vrouw vertrouwde het terecht niet. Het telefoontje werd het startpunt voor de zoektocht naar de personen achter deze belletjes. "Uiteindelijk hebben we bij een nieuw slachtoffer twee nepagenten kunnen onderscheppen."

Tegelijkertijd werd op een andere plek in het land een woning binnengevallen waar mensen op dat moment met het slachtoffer aan de telefoon hingen. De politie wist de hele bende op te rollen.

Bekijk ook

Telefoon, simkaart en een paar mensen

Ze vermoeden dat de groep misschien wel 50 belletjes per dag pleegde. "En dit is nog maar één groepering die zich hiermee bezighoudt. We weten dat het er veel meer zijn", zegt Spoormans. Op het moment lopen er verschillende onderzoeken naar nepagenten. "Hier zullen uiteindelijk meer aanhoudingen uit volgen."

Criminelen hebben niet veel nodig om dit misdrijf te plegen, schetst de specialist. "Je hebt alleen maar een telefoon, een simkaart en een paar mensen die de spullen ophalen nodig."

Volgens script

De nummers van potentiële slachtoffers worden van internet gehaald. Ze worden geselecteerd op kwetsbaarheid en of ze spullen van waarde hebben, maar: "Ze bellen soms ook gewoon op alfabetische volgorde", vertelt Spoormans.

De rollen binnen de groep zijn strak verdeeld. Iemand belt met het slachtoffer en praat op ze in, vrijwel altijd volgens hetzelfde script. "Er zijn inbrekers actief in uw buurt, we hebben er een paar aangehouden, maar een paar wisten te ontsnappen en we vonden een briefje met adressen en uw adres stond daarop, dus we vrezen dat de inbrekers die nog vrij rondlopen het op u gemunt hebben."

Bekijk ook

Strakke rolverdeling

Dat roept natuurlijk direct angst op bij mensen, stelt Spoormans. Als er beet is, moet de chauffeur direct op pad. Een coördinator stuurt de bende aan. "Die zorgt ervoor dat de mensen op straat, een chauffeur en een ophaler (degene die naar de deur gaat), weten waar ze moeten zijn, wanneer ze daar moeten zijn en ook wat ze moeten zeggen."

Daders gebruiken vaak de naam van de plaatselijke wijkagent. Dat wordt allemaal onderling afgesproken, net als wat de buit moet zijn. Als de chauffeur onderweg is, moet de beller aan de lijn blijven met het slachtoffer om de telefoonverbinding bezet te houden. Het slachtoffer moet alvast alle waardevolle spullen klaarleggen voor de nepagent.

Tasje vragen

Aan de deur komt soms iemand (gedeeltelijk) in uniform, maar soms ook in normale kleding. Dan zeggen ze bijvoorbeeld voor de recherche te werken, zegt Spoormans.

Eenmaal binnen willen ze ramen en deuren controleren op inbraakbeveiliging, om te kijken of er meer te halen is. "Vervolgens vragen ze dan een tasje aan het slachtoffer om al die spulletjes netjes in te doen en vertrekken ze met de buit."

Bekijk ook

Misbruik maken van vertrouwen

Deze werkwijze is helaas succesvol. In het afgelopen jaar registreerde de politie in totaal 8.329 incidenten met nepagenten. Dat zijn er vijftien keer meer dan het jaar ervoor. Er werden ruim 350 verdachten aangehouden. "We zien dit jaar dat de aantallen nog absoluut niet aflopen", zegt Spoormans.

Met name ouderen trappen in deze truc, omdat zij veel vertrouwen hebben in de politie, ziet ze. "Dat zorgt ervoor dat je direct al een voet tussen de deur hebt."

Vrijwillig overhandigen

En het is een eenvoudig misdrijf. "Mensen geven vrijwillig hun spullen weg, dus je hoeft er niet eens wapens voor mee te nemen of geweld te gebruiken: mensen doen zelf de deur open en geven al hun spullen aan je mee", ziet Spoormans. "Hoe mooi wil je het hebben als crimineel?"

De nepagenten halen ontzettend veel kostbaarheden op. "We hebben regelmatig mensen die meerdere duizenden euro's overhandigen." En dan gaat het niet alleen om contanten, maar ook om kostbare sieraden. "De oudere generatie heeft natuurlijk ook vaak juwelen, gouden sieraden, waar daders naar op zoek zijn."

Bekijk ook

Urn van de schoorsteenmantel

In sommige gevallen gaat het ook om spullen die ze gewoon mooi vinden. "We hebben zelfs een geval waarbij ze een urn van de schoorsteenmantel meenamen, gewoon omdat ze die er leuk uit vinden zien."

Het is een koelbloedige, geraffineerde vorm van criminaliteit. "Ik hoor soms mensen zeggen: daar trap je toch niet in? Dat wil ik echt uit de wereld halen, want dat is absoluut niet waar."

Schrijnende situaties

Spoormans noemt de situatie waarin de slachtoffers komen schrijnend. Ze moet denken aan een vrouw waarvan de partner net was overleden. "En dat zo'n oplichter dan zegt: god, wat erg voor u, maar dan zult u nu wel extra bang zijn voor inbrekers."

Er zijn slachtoffers waarbij oplichters met zeep de ringen van hun handen halen. "Het maakt ze niet uit hoeveel schade ze aanrichten", vertelt ze. "Ze zijn alleen maar gericht op snel geld verdienen. En dat zie je ook in de manier waarop ze onderling met elkaar communiceren over dit soort criminaliteit: het is laatdunkend en kleinerend richting slachtoffers, echt verschrikkelijk."

Bekijk ook

Recht doen aan slachtofferschap

Nepagenten kunnen worden vervolgd voor oplichting. "Daarvoor staat in de basis maximaal vier jaar gevangenisstraf. Dat doet natuurlijk totaal geen recht aan het slachtofferschap wat dit veroorzaakt", vindt Spoormans. "We zouden eigenlijk die slachtoffers ook daarin veel meer genoegdoening willen geven."

Ze vergelijkt nepagenten liever met een woningoverval, waar negen tot twaalf jaar cel voor staat. "We zien ook dat slachtoffers vergelijkbare klachten melden." Om iemand te vervolgen voor een overval is het gebruik van of dreigen met geweld nodig. "En daar is hier geen sprake van, omdat die slachtoffers zo ingepalmd zijn dat ze zelf de spullen vrijwillig afgeven."

Oproep: praat erover en wees alert

Het fenomeen is lastig te bestrijden, vreest Spoormans. "Ik kan niet verbieden dat iemand een telefoon heeft."

De politievrouw wil waarschuwen. "Wees alert en praat hier ook over met je ouders, grootouders of misschien een buurvrouw op leeftijd. Vertel ze dat dit gebeurt en geef ook aan wat ze kunnen doen."

Bekijk ook

Omgeving beschermen

De politie hoort het graag als iets opvalt in de wijk. "Twee jonge mensen die aan de deur staan bij je seniore buurvrouw: ook voor dit soort situaties mag je 112 bellen als dit ongebruikelijk is."

Ze merkt dat niet iedereen een melding maakt en drukt mensen op het hart dat wel te doen. "Ook als je alleen maar gebeld bent en je zelf al opgehangen hebt. Laat het ons weten. We kunnen je omgeving helpen beschermen door waarschuwingsberichten te versturen."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom zorgreservisten zoals Bart hard nodig zijn om medische tekorten in tijden van crisis op te vangen

Waarom zorgreservisten zoals Bart hard nodig zijn om medische tekorten in tijden van crisis op te vangen
Zorgreservist Bart Hilt
Bron: EenVandaag

Bij een crisis of ramp kan medisch personeel schaars zijn. Om dat op te vangen, gaat Defensie samenwerken met de Nationale Zorgreserve. Hoe versterken dit soort initiatieven de weerbaarheid van Nederland? "Overheid kan het niet meer alleen aan."

Zorgreservisten kunnen nu worden ingezet als Defensiepersoneel naar het buitenland moet, bijvoorbeeld bij een oorlogsdreiging. Het zijn gediplomeerde vrijwilligers, vaak oud-zorgmedewerkers, die zichzelf aanmelden en op momenten van crisis worden opgeroepen om bij te springen.

Coronacrisis

Bart Hilt is zo'n zorgreservist. Hilt heeft onder andere bij de brandweer, ambulance en huisartsenpost gewerkt. Hij werd voor het eerst ingezet tijdens de coronacrisis.

"Toen was er een oproep via Facebook en daar heb ik toen op gereageerd", legt hij uit. "Er werd gekeken in welke regio je woonde en welke ziekenhuizen mensen nodig hadden. En toen ben ik ondersteunend geweest aan de verpleging."

'Samenwerking goed idee'

De samenwerking tussen Defensie en de Nationale Zorgreserve is volgens Hilt dan ook een goed idee. "Als je kijkt naar alle brandhaarden die we in de wereld hebben, kan je er op deze manier echt voor elkaar zijn."

Middenin de coronacrisis wordt het Nationale Zorgreserve opgericht, als burgerinitiatief, legt directeur Charlotte de Schepper uit. "Een aantal burgers dacht toen, 'goh, steeds meer mensen worden ziek, maar ook steeds meer hulpverleners worden ziek. Hoe kunnen wij helpen?' En die hebben de handen ineengeslagen." Inmiddels wordt het gefinancierd door het Ministerie van Volksgezondheid.

Bekijk ook

Tekort opvullen

Mocht Defensie beroep doen op de zorgreservisten, zijn ze puur bedoeld als achtervang.

"Wij worden dan niet uitgezonden naar het buitenland. Maar de medisch specialisten van het leger wel, waardoor er een tekort is aan medisch personeel in de bases van Defensie. En die plaatsen gaan wij dan opvullen", legt Hilt uit.

Voordelen burgerinitiatief

Ook Jaap Donker, directeur van de veiligheidsregio Utrecht, ziet de voordelen van het initiatief.

"Als Defensie in het buitenland meer moet doen en de situatie hier schaars is, of als we bijvoorbeeld slachtoffers vanuit het buitenland moeten verzorgen, hebben we iedereen keihard nodig."

'Overheid kan het niet meer alleen'

Het is volgens Donker duidelijk waarom dit nu van belang is. Het gaat daarbij ook niet om de zorg alleen, legt hij uit.

"Op dit moment zie je dat de kans op een lange stroomuitval, of een natuurbrand heel reëel is. Dat willen we niet, maar we moeten ons voorbereiden." En dat kan de overheid niet meer alleen. "We staan voor ongekende uitdagingen, daarbij hebben we mensen nodig die initiatief nemen."

Waarom zorgreservisten zoals Bart hard nodig zijn om medische tekorten in tijden van crisis op te vangen

Bekijk ook

Zelfredzaam worden

De samenwerking is één stap richting het verbeteren van onze zelfredzaamheid. Maar er is werk aan de winkel op het gebied van weerbaarheid, ziet Donker.

"We zijn gewend dat als er iets misgaat, dat de overheid komt helpen. Maar we zien dat de risico's die we lopen zo groot zijn, dat kan de overheid niet aan. We moeten zelf en samen redzaam worden."

Onvoldoende voorbereid op crisis

Nederlanders voelen de urgentie nog onvoldoende, volgens Donker. "We zijn opgevoed met het idee dat het nooit meer oorlog zou worden en dat alles goed gaat, maar we moeten ons voorbereiden op andere scenario's."

Vandaag presenteerde de Europese Commissie plannen die ertoe moeten leiden dat de Europese Unie voorbereid is op verschillende soorten crises.

Krachten lokaal bundelen

Maar hoe? Volgens Donker ligt de kracht ook vooral in dit soort initiatieven. "Gelukkig zijn er veel instanties die daarbij helpen. Mochten mensen willen bijdragen, meld je dan, zodat we de initiatieven aan elkaar knopen en ons kunnen voorbereiden op iets wat hopelijk nooit voorkomt."

Donker zet zich vooral op lokaal niveau in. "Als de stroom er bijvoorbeeld lang af ligt, hebben mensen behoefte aan informatie." Dat zou in de vorm van lokale 'noodsteunpunten' gerealiseerd kunnen worden. "We willen op logische plekken in de samenleving, zoals brandweerkazernes, een stemlokaal of een buurthuis, dat mensen daar terecht kunnen in nood."

Bekijk ook

Kijk naar elkaar om

We zullen het uiteindelijk vooral met elkaar moeten doen, zegt zorgreservist Bart Hilt. "Ik zie het als een soort roeping. Elkaar ondersteunen en elkaar helpen. Daar waar het tekort is, moet je elkaar aanvullen."

Ook Jaap Donker zegt: "We moeten ook kijken hoe het met de buurman of kwetsbaren in de straat is. Hoe kunnen we samen de schouders eronder zetten? Hoe kunnen we in donkere periodes elkaar hier doorheen loodsen?"

Beter voorbereid dan achteraf problemen

Toch hoopt Hilt binnenkort nog niet ingezet te worden. "Dat zou het mooiste zijn. Hoe minder dat we nodig zijn, hoe beter het eigenlijk is. Maar ja, je kan beter zorgen dat je iets achter de hand hebt, als dat je te laat bent en je in de problemen raakt."

Tot nu toe hebben 4.000 zorgprofessionals zich gemeld bij de Nationale Zorgreserve. Ze hopen te groeien naar een bestand van zo'n 5.000 mensen.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant