De Amsterdamse krakersgroep We Are Here weigert de strijd op te geven. De ongedocumenteerde vluchtelingen moesten maandag om 12:00 uur de gekraakte huizen in de Rudolf Dieselstraat in Amsterdam-Oost verlaten, maar dat gaat niet zonder slag of stoot.
Bij de poging van maandagochtend op de Weesperzijde vonden volgens de politie binnen “wat schermutselingen'' plaats. Daarbij liep een persoon een schram op, die daarvan aangifte gaat doen. Ook zijn er binnen enkele deuren vernield. De politie onderzoekt momenteel wie daarvoor verantwoordelijk is. Zondag probeerden de krakers een ander pand in Amsterdam te kraken, maar dat mislukte omdat het pand toch bewoond bleek.
Wat is #WeAreHere?
De ongedocumenteerde vluchtelingen betrokken eind maart de leegstaande woningen. De kraakactie leidde tot veel ophef door enkele incidenten die ermee gepaard gingen. Zo werd tot twee keer toe een zogenoemde 'vergiskraak' gedaan in een bewoonde woning.
Bij een daarvan stond een bewoonster onder de douche. Ook zouden medewerkers van Ymere, eigenaar van de panden, en leegstandsbeheerder Camelot zijn bedreigd en ontstond er een conflict tussen leden van Identitair Verzet en een groep antifascisten.
Nieuwe opvang in Amsterdam
Het nieuwe stadsbestuur van Amsterdam wil op korte termijn een 24 uursopvang openen voor uitgeprocedeerde asielzoekers, maar die laat nog even op zich wachten. De ongedocumenteerden van We Are Here hebben aangegeven dat ze hier geen gebruik van willen maken. Tweede Kamerleden hebben geen goed woord over voor de plannen van de nieuwe Amsterdamse coalitie. Het is ze vooral een doorn in het oog dat illegale krakers beloond worden met huisvesting.
Ook VVD Amsterdam is kritisch. De partij vindt het niet nodig om een 24-uursopvang te openen. “Dit is een groep uitgeprocedeerde asielzoekers. Als je uitgeprocedeerd bent, moet je Nederland verlaten.”, aldus Marianne Poot. “Als je aan het proces meewerkt om terug te keren, wordt er opvang geregeld. Dan is het niet nodig dat de gemeente Amsterdam alternatieve opvang gaat regelen.”
Poot is blij dat de Tweede Kamer een motie heeft aangenomen. “Het voelt als steun voor ons VVD-standpunt in Amsterdam: het is niet nodig om extra opvang te maken. Want de extra opvang is er al. Ik ga er dan ook vanuit dat de gemeente zich daaraan houdt: de wethouders moeten zich aan de wet houden.”
Volgens Het Parool biedt de nieuwe opvang voor maximaal anderhalf jaar een oplossing. Daarna moeten asielzoekers meewerken aan een terugkeer naar het land van herkomst, terwijl dat juist niet is wat We Are Here wil.
Sylvana Simons
Bij1 (de partij van Sylvana Simons) steunt de krakers. Jazie Veldhuyzen van die partij zegt tegen De Telegraaf het normaal te vinden dat er gekraakt wordt. “Ik snap het concept van bezit niet zo”, aldus Veldhuyzen over het feit dat eigenaren in de stad soms meer dan honderd huizen bezitten. De krakers hebben op dit moment nog geen nieuw onderdak gevonden.
Wat is het gesprek van de dag op social media, welke beelden gaan de wereld rond en wat bespreekt werkend Nederland aan het koffiezetapparaat op kantoor? Elke doordeweekse dag is dat het uitgangspunt van de rubriek de Nieuwstrend.
De presentatie is in handen van Rob Hadders en Lammert de Bruin.
De cryptomunt zit in zwaar weer. Door tegenvallende beloftes van Donald Trump en speculatieve beleggingen is de digitale munt in waarde gezakt. Vrijdag bereikte het zelfs het laagste niveau sinds 10 november, vlak na de Amerikaanse presidentsverkiezingen.
Er is de komende jaren zo'n 195 miljard euro nodig om het stroomnet goed te laten werken
Bron:
ANP
Het prijskaartje om de problemen op het te krappe stroomnetwerk in Nederland op te lossen is bekend: 195 miljard euro. Dat geld is nodig om de transitie van gas naar elektriciteit mogelijk te maken. Maar wie gaat dat betalen? "Er is geen gratis geld."
Er zijn steeds meer elektrische auto's, zonnepanelen, warmtepompen. Het zit wel goed met de energietransitie, zou je denken. Maar het stroomnet kan het niet aan. Dat moet worden uitgebreid. En om al die extra transformatorhuisjes, kabels en masten te bouwen is de komende 15 jaar bijna 200 miljard euro nodig. Dat blijkt vandaag uit een onderzoek van het Rijk dat volgende week wordt gepresenteerd, maar waarvan De Telegraaf al de conclusie heeft.
'Verbaast mij niet'
"Het is natuurlijk een enorm bedrag", zegt energie-econoom bij de Rijksuniversiteit Groningen Machiel Mulder. "Maar dat het veel zou zijn, is niet verbazingwekkend. Omdat we weten dat er heel veel moest gebeuren met het elektriciteitsnetwerk."
Dat heeft volgens de hoogleraar alles te maken met de energietransitie. "We gaan over van het gebruik van olie en gas naar elektriciteit. Maar dat netwerk is helemaal niet ontworpen voor deze transitie. We moeten veel meer energie gaan vervoeren via dat netwerk en daarom moet het worden uitgebreid."
Geen commerciële bedrijven
En daar is dus bijna 200 miljard euro voor nodig. Dat bedrag wordt in eerste instantie opgebracht door gemeentes, provincies, het Rijk en de banken. Zij zijn namelijk de aandeelhouders van netbeheerders zoals Liander, Enexis en Stedin. Maar die rekening komt uiteindelijk wel bij de stroomgebruiker terecht. Mulder: "Zo is het nu eenmaal in heel Europa geregeld, dat de stroomgebruikers betalen voor de kosten."
Netbeheerders zijn namelijk publieke bedrijven die geen winst mogen maken en kunnen de investeringen alleen maar bekostigen via de tarieven die zij in rekening brengen bij gebruikers. Dat zijn in Nederland bedrijven en huishoudens. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) bepaalt hoeveel netbeheerders maximaal mogen vragen. "Zij zien erop toe dat de netbeheerders niet te veel kosten in rekening brengen en efficiënt werken. Dat ze niet teveel geld over de balk smijten", weet Mulder.
info
Hoe ziet de Nederlandse energierekening eruit?
De elektriciteitsrekening bestaat uit drie hoofdelementen.
Leveringskosten: dit is het bedrag dat je betaalt aan je energieleverancier voor de hoeveelheid elektriciteit en gas die je daadwerkelijk verbruikt. Deze kosten zijn afhankelijk van het verbruik, het tarief en de vaste leveringskosten. Dit deel van de rekening kun je beïnvloeden door te kiezen voor een goedkopere energieleverancier of minder energie te verbruiken.
Netbeheerkosten: dit zijn de kosten voor transport en onderhoud van het energienetwerk. Je betaalt deze aan je regionale netbeheerder (bijvoorbeeld Liander, Enexis of Stedin). De netbeheerder wordt bepaald door je woonadres en je kunt deze niet zelf kiezen. Dit deel van de rekening kun je niet beïnvloeden want de tarieven worden vastgesteld door de Autoriteit Consument & Markt.
Overheidsheffingen en belastingen: de overheid heft belastingen op energieverbruik en gebruikt deze deels om duurzame energie te stimuleren. Dit beslaat ongeveer een derde van de totale energierekening.
Netbeheerkosten gaan over de kop
Huishoudens betalen dit jaar zo tussen de 400 en 520 euro per jaar aan netbeheerkosten, afhankelijk van de netbeheerder in die regio. Dat bedrag kan de komende jaren gaan verdubbelen, zegt de energie-econoom.
"Het kan wel oplopen tot 1.000 euro. Maar dan moet je je wel goed realiseren: tegenover deze hogere netwerkkosten, heb je een verlaging van energiekosten. Want als we onze gasketel eruit gooien en gaan vervangen door een warmtepomp, dan hebben we geen gasrekening meer."
Rekening naar Brussel kan niet
En Brussel dan? Kan die de investeringen niet betalen? "De rekening doorsturen naar Brussel, dat is een beetje vreemd, eigenlijk", vertelt Mulder.
Hij legt uit: "Nederland is niet het enige land, alle landen hebben hiermee te maken. Alle landen hebben te maken met de energietransitie, dus overal gaat de rekening omhoog. Dus als wij dat zouden doen, dat doorsturen naar Brussel, dan willen andere landen dat ook. Dus daar schieten we niet zoveel mee op."
Er is volgens Mulder wel discussie over de manier waarop het onderhoud van het elektriciteitsnetwerk wordt betaald, en of dit anders zou moeten.
"Sommigen willen de stroomproducenten meer laten betalen. Dat de rekening wat minder naar de consument toe gaat en iets meer naar de bedrijven die elektriciteit opwekken."
'Er is geen gratis geld'
Een ander alternatief waar over wordt nagedacht, is om de rekening niet neer te leggen bij de elektriciteitsgebruiker, maar bij de belastingbetaler. Dat de overheid investeert in netwerken en dat alle kosten ook daar terechtkomen. En dan betaalt de netgebruiker misschien een vast bedrag en dat kan hetzelfde blijven.
Maar ook dan komt uiteindelijk de rekening toch weer terug bij de burgers terecht, zegt Mulder. "Want ja, de overheid heeft geld nodig om dat te kunnen betalen. Dus dat leidt dan tot hogere belastingen of minder geld beschikbaar voor onderwijs of zorg. Er is geen gratis geld."
Ook het uitstellen van de investering zou allerlei nadelige gevolgen hebben, zegt Mulder. "Je ziet nu al dat heel veel bedrijven tegen de grenzen van het elektriciteitsnetwerk aanlopen. Ze willen graag uitbreiden, ze willen graag verduurzamen maar dat gaat niet omdat er te weinig capaciteit op het netwerk is."
Daarnaast blijft Nederland dan langer afhankelijk van het gebruik van aardgas. "En de prijzen daarvan zijn heel hoog en afhankelijk van geopolitieke omstandigheden. En die zijn heel onzeker. Dus het is beter om zo snel mogelijk van het gas af te gaan, dan hebben we dat risico niet meer."
Energierekening voorspelbaarder
Als we onze energie zelf gaan opwerken, wordt de energierekening veel voorspelbaarder. "En dat is een groot voordeel. Bij uitstel blijven we afhankelijk van de onzekere gasprijzen", gaat Mulder verder.
"En dan heb je nog het milieuaspect, hè? Want daar gaat het uiteindelijk ook om, dat we gewoon minder fossiele energie gaan gebruiken. Dan stoten we meer C02 uit en dan heb je allerlei nadelige gevolgen voor het klimaat."