Het is 15 jaar geleden dat Ammar en Sara, de kinderen van Janneke Schoonhoven, door hun vader werden ontvoerd naar Syrië. Nog altijd heeft die periode een enorme impact op hun leven.
Van de meeste gevallen van kinderontvoering horen we weinig. Terwijl vorig jaar in Nederland nog zo'n 221 kinderen werden ontvoerd, blijkt uit recente cijfers van het Centrum Internationale Kinderontvoering. De ontvoering van Sara en Ammar werd wél internationaal nieuws, toen de kinderen naar de ambassade in Damascus vluchtten om aan hun vader te ontsnappen.
Bijna 3 jaar weg
Janneke was haar kinderen bijna 3 jaar kwijt, nadat ze in 2004 ontvoerd werden. 40 tot 50 procent van de kinderen die over de grens ontvoerd worden, komen nooit meer terug. Ook Janneke wist lang niet of haar kinderen ooit weer naar Nederland zouden komen. In de jaren dat Sara en Ammar in Syrië zaten, ging het met haar snel bergafwaarts.
Door het gemis van haar oudste twee kinderen werd ze zwaar depressief en verloor ze haar baan. De relatie met de vader van haar jongste twee kinderen, een tweeling, liep stuk nadat hij haar voor een keuze stelde. "Hij zag mijn verdriet en dat van zijn kinderen en stelde me voor een 'Sophie's choice' tussen mijn kinderen. Maar ik kon niet zeggen: 'Ik geef de strijd op, dan zie ik mijn oudste 2 kinderen misschien over 20 jaar wel weer.'"
Trauma gaat nooit over
Toen Ammar en Sara in 2006 terugkwamen, nadat ze eerst maanden op de Nederlandse ambassade in Damascus hadden verbleven, was de nachtmerrie nog niet over. "Ik had jarenlang moeten overleven. Toen ze terug kwamen, kwam voor mij ook de klap. We durfden niemand meer te vertrouwen. We waren steeds bang dat hun vader op zou duiken om ze weer mee terug te nemen."
Haar andere twee kinderen herkenden Ammar en Sara niet meteen. "Die hadden ze bijna 3 jaar niet gezien. Dat was heel pijnlijk. We zijn allemaal zwaar getraumatiseerd, en dat gaat nooit over."
Lees ook
'Een andere Ammar en Sara kwamen terug'
Ook voor Ammar en Sara was de terugkeer in Nederland zwaar, vertelt hun moeder. "Iedereen had gewacht op de Ammar en Sara die zijn weggegaan, maar ze kwamen niet als hen terug. Iedereen in Nederland was doorgegaan, terwijl voor hen de klok had stilgestaan. Hun vriendjes zaten op andere scholen, zaten niet meer op voetbal. Ze konden de aansluiting niet meer vinden."
Dat ze maar weinig onderwijs hadden gekregen in Syrië, maakte de terugkeer ook ingewikkeld. Ze hadden daardoor een achterstand, waarvoor soms weinig begrip was. "Nog steeds is het voor Ammar bijvoorbeeld ingewikkeld om een baan te vinden."
Sara: 'Je gunt het niemand'
Ook Sara, de dochter van Janneke, vertelt haar kant van het verhaal. Hoe zij en haar broer erachter kwamen dat ze niet op vakantie vertrokken waren naar Frankrijk, maar voor lange tijd naar Syrië gingen. Hoe ze het hebben gehad in de ruim 2 jaar dat ze daar verbleven. En vooral hoe zwaar het was toen ze eenmaal terug waren in Nederland.
"Je gunt het niemand", zegt ze. "Een kind is nooit schuldig. Maar als een ouder er voor kiest om zoiets te doen, is het kind altijd de dupe. En hoewel ik zowel de kant van mijn moeder als mijn vader begrijp, heeft mijn vader niet in de gaten hoeveel het kapot heeft gemaakt. Ik heb nog steeds moeite om mensen te vertrouwen. En waar ik nog altijd mee zit is; ik mis mijn vader wel. En ik zou hem wel weer in mijn leven willen, maar ik weet niet hoe."
Moeilijke band met hun vader
Ammar en Sara hebben, volgens hun moeder, het leven met vallen en opstaan inmiddels weer opgepakt. Toch ziet ook zij dat de relatie met hun vader enorm moeilijk blijft. "Er spelen zoveel emoties. Ammar voelt het nog altijd als verraad naar zijn vader dat hij en zijn zusje naar de ambassade zijn gevlucht. Hij staat daar nog altijd heel dubbel in. Ze misten hem ook erg toen ze weer in Nederland waren."
"Nu hebben ze wel weer contact, via de app, maar ook dat is een paar jaar geleden beter geweest. Ze vertrouwen hem nu niet meer, doordat hij zijn beloftes om hen op te zoeken steeds verbrak."
Afsluiting
Dat ze hem nog een keer moeten zien, om dingen te kunnen afsluiten, staat voor Janneke wel als een paal boven water. "Ammar kan zijn stem nu niet eens horen. Hij is 26, dus fysiek kan zijn vader hem niets meer doen, maar mentaal kan hij hem breken. Hun vader dobbert nog steeds tussen ons door. Als het rustig is, dobbert hij wat verder weg, maar als er dingen spelen op emotioneel of relationeel gebied dan komt het weer heel dichtbij."
Het doet Janneke veel verdriet om haar kinderen daar nog zo mee te zien worstelen. "Ik denk vaak: waarom moeten jullie dit allemaal meemaken en waarom houdt het niet gewoon op? Maar als ik naar mijn kinderen kijk, dan voel ik mij zo trots. Het hadden namelijk ook heel nare, passieve mensen kunnen worden. Maar het zijn mooie mensen. En zo zonder vader en alles wat daarbij komt, denk ik toch dat we het heel goed hebben gedaan."
Weinig steun van de overheid
Janneke heeft zich weinig gesteund gevoelt door de overheid toen haar kinderen weg waren. "Ze gaven mij het advies om het maar op te geven. Dat wil je als ouder echt niet horen. Ik vind dat er beter geluisterd moet worden naar de achtergebleven ouder."
De directeur van het Centrum Internationale Kinderontvoering Coskun Çörüz erkent dat het voor Nederland heel ingewikkeld is om een kind terug te halen uit een land als dat niet is aangesloten bij het Haags kinderontvoeringsverdrag. "Wij mogen het kind dan niet gaan ophalen in dat land. Daarom is het van belang om vooral in te zetten op preventie. Want eenmaal over de grens, wordt het heel moeilijk."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.