radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Handdoekje leggen voor een campingplek: seizoensplaatsen zijn in trek

Handdoekje leggen voor een campingplek: seizoensplaatsen zijn in trek
De Nederlandse camping is populair dit jaar
Bron: ANP

Vanwege corona blijft een zomervakantie in Frankrijk, Spanje of Italië nog onzeker. Daarom kiezen mensen massaal voor een seizoensplek op een Nederlandse camping. "Als je me dit voor corona had verteld, had ik je uitgelachen."

De vraag naar een seizoensplek op een camping of vakantiepark neemt dit jaar toe, melden tientallen Nederlandse campings en vakantieparken aan EenVandaag. Zo ziet Landal Camping, waar vier Nederlandse campings onder vallen, een stijging van 40 procent. De zes vakantieparken van Succes Holidayparcs hebben 20 tot 30 procent meer aanvragen ontvangen.

Herontdekking van Nederland

"Wij zien een toename in het aantal Nederlandse gasten dat een seizoensplaats wil, en een afname van het aantal Duitse gasten", vertelt Tim Slager van Molecaten, een exploitant van achttien vakantieparken.

Bij Molecaten park Wijde Blick in Renesse hebben bijvoorbeeld vrijwel alle Duitse gasten hun seizoensplek geannuleerd. Deze plekken zijn last minute overgenomen door Nederlandse families. Dit heeft volgens Slager waarschijnlijk te maken met corona en de herontdekking van Nederland als vakantiebestemming.

Lees ook

'Mensen zijn het zat om thuis te zitten'

Het kabinet roept op om in elk geval tot en met 15 mei niet naar het buitenland te reizen, tenzij het noodzakelijk is. Een vakantie valt daar niet onder. Of het daarna wel kan, is nog onzeker. Voor veel Nederlanders is deze onzekerheid de reden om een vakantie dichterbij huis te zoeken.

Bij Succes Holidayparcs is een flinke toeloop op de seizoensplaatsen: "Mensen die normaal gesproken misschien toch naar het buitenland gaan en een caravan hebben, zetten hem in Nederland neer voor het seizoen." In de weekenden staat het al aardig vol op de parken. En met de feestdagen in het vooruitzicht wordt het alleen maar drukker. "Mensen zijn het zat om thuis te zitten."

Aanvragen afwijzen

Ook de familiecampings die zijn aangesloten bij Ardoer zien een stijging naar de vraag van seizoensplaatsen. Lilian van Selm van Camping De Zandhegge in Emst vertelt dat ze gemiddeld twee of drie aanvragen per dag krijgen die ze moeten afwijzen. "Wij hebben een beperkt aantal seizoensplaatsen en we gaan daar niet overheen."

Op verschillende campings en vakantieparken zijn de seizoensplekken al uitverkocht, zoals bij Camping De Heldense Bossen in Helden. "De afgelopen jaren was er nog wel ruimte voor het seizoen, nu niet meer. Op het moment hebben we zelfs enkele lege jaarplekken voor een seizoen verhuurd", vertelt eigenaar Marcel Timmermans.

Van verre reizen naar een camping om de hoek

Judith (31) is zo iemand, die door corona een seizoensplaats heeft genomen op een camping, slechts 15 minuten van haar woonplaats. "Als je me dit had verteld voor corona, dan had ik je uitgelachen. Zelfs kamperen in Frankrijk vond ik niet ver genoeg."

Judith ging met haar gezin vaak ver op vakantie. "Alleen een reisgids mee en door Thailand backpacken met twee t-shirts, twee broeken, een vest en een bikini. Juist met kinderen is dat leuk." Maar vorige zomer vonden ze het door corona niet nodig om in het vliegtuig te stappen. Daarom brachten ze 3 weken door op een camping in Heeg.

Camping Heeg
Bron: Eigen foto
Judith heeft een seizoensplek op watersportcamping Heeg

Wachtlijst voor seizoensplek

"Het was daar zo fijn. We zaten op het dijkje met een wijntje terwijl ons ene kind aan het zeilen was, en de andere heerlijk speelde op het strand." Na een gesprek met een stel dat ook een seizoensplek had, besloten Judith en haar vriend om een camper te kopen en een seizoensplek te nemen op Watersportcamping Heeg.

"We informeerden gelijk naar een seizoenplek, maar ze hadden al een wachtlijst. Ons geluk was dat er een aantal Duitsers zijn weggevallen", vertelt Judith. Ook het aanschaffen van een camper bleek nog een hele uitdaging. "Wij hebben in deze drukke tijd een tweedehandscaravan kunnen kopen. Een jaar eerder hadden we er 2.000 euro minder voor betaald."

Hele zomer op de camping

Het jonge gezin verhuurt de caravan aan anderen wanneer ze er niet zijn. "Maar we hebben al wel besloten dat we deze hele zomer op de camping zullen zijn. Het is dichtbij huis, maar toch wel een hele andere omgeving. Er is geen internet, dus je bent ook niet aan het werk. En de kindjes vermaken zich wel."

Het gezin heeft zich voorgenomen om deze zomer zoveel mogelijk plekken in Nederland te bezoeken waar iedere buitenlandse toerist altijd naartoe gaat, maar waar zij nog nooit zijn geweest. "Het is best wel erg, ik ben nog nooit op de Waddeneilanden geweest, maar wel op Curaçao en Aruba." Er valt dus nog genoeg te ontdekken.

Lees ook

Anders naar Spanje

Ook Wendy (40) en haar gezin hebben dit jaar een seizoensplek genomen. Zij verblijven op camping 't Stien'nboer in Haaksbergen. "Een redelijk grote camping met zwembaden en veel animatie voor de kinderen." Ze stonden vorig jaar ook al een paar weken op de camping, maar zijn daarnaast nog op vakantie geweest naar Spanje.

"Omdat reizen naar het buitenland dit jaar nog onzeker is, hebben we besloten dat we deze zomer lekker naar de camping gaan in Nederland." Niet alleen Wendy, maar haar hele familie heeft een seizoensplek genomen op dezelfde camping. "Iedereen dacht, we kunnen niet op vakantie naar het buitenland, laten we ook maar een stacaravan kopen."

Wendy op de camping
Bron: Eigen foto
Wendy in haar stacaravan

Gepimpte caravans

"Normaal gesproken zijn caravans vies, bruin en oubollig", zegt Wendy. Ze vond dat daar verandering in moest komen en heeft sinds corona een nieuwe hobby: het pimpen van caravans. "Wij maken ze weer fris en hip door ze te verven en door een leuk behangetje."

Wendy heeft haar eigen caravan al gepimpt en ook nog een andere caravan gekocht voor de verhuur. "Die caravan is voor aanstaande zomer volledig verhuurd. Dat ging heel erg snel." Toch blijft het voor Wendy wel bij een hobby. "Het is een beetje uit de hand gelopen, het moet wel leuk blijven."

De gepimpte caravan van Wendy
Bron: Eigen foto
De gepimpte caravan van Wendy

Tijdelijke oplossing

De 68-jarige Ruud Vorstermans heeft vorige week zijn toercaravan neergezet op Natuurkampeerterrein Harskamperdennen in Kootwijk. "Ik ga normaal gesproken minimaal een keer per jaar naar Frankrijk en Italië. Maar nu is er weer zoveel onzekerheid over wat wel en niet mag. Niet alleen in Nederland, maar ook in de landen waar ik naartoe wil en doorheen reis."

Vorig jaar had hij precies hetzelfde probleem. "Toen ben ik voor het eerst in 25 jaar niet naar Italië op vakantie geweest." Ook dit jaar blijft hij in ieder geval de komende maanden in Nederland en dat bevalt hem prima.

Ruud op de camping
Bron: Eigen foto
Normaal gesproken gaat Ruud naar het buitenland, nu blijft hij dichter bij huis

'Ik geniet van elke dag'

Ruud: "Ik vermaak me wel. Ik heb mijn fiets bij me, en wandel en puzzel graag. Het is toch wel even iets anders dan je eigen vertrouwde omgeving, dus ik geniet van iedere dag. Er zijn veel ergere dingen dan niet op vakantie kunnen naar het buitenland." Het enige wat hij mist, is een terrasje. "Maar daar kun je zelf ook wel weer wat van maken."

Toch pakt hij zodra het kan zijn toercaravan in en vertrekt hij naar Italië. Ruud denkt dat het nog wel moet lukken dit jaar. En als het toch niet lukt? "Dan boek ik op deze camping nog een plek voor het naseizoen. Ik zie het wel en maak me niet druk over de dingen die ik niet kan veranderen."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Hoe deze dorpen in Friesland tijdens de Tweede Wereldoorlog een 'veilige haven' werden voor Amsterdamse Joden

Friese verzetstrijders brachten tijdens de Tweede Wereldoorlog talloze, vaak Amsterdamse, Joden naar de dorpen Bontebok en De Knipe. 80 jaar later leeft de geschiedenis daar nog enorm, vooral bij mensen die de oorlog zelf hebben meegemaakt.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

In gesprek gaan over het oorlogsverleden van je familie: waarom dat moeilijk is en hoe je daar hulp bij kunt krijgen

In gesprek gaan over het oorlogsverleden van je familie: waarom dat moeilijk is en hoe je daar hulp bij kunt krijgen
Bron: ANP

Op 4 mei herdenken we oorlogsslachtoffers. Ook komen pijnlijke erfenissen van oorlog naar boven. Hoewel de Tweede Wereldoorlog 80 jaar geleden eindigde, werkt de nasleep in veel families nog altijd door. Maar daarover praten, kan moeilijk zijn.

Begin 2025 werden historische dossiers openbaar over mensen die na de Tweede Wereldoorlog werden verdacht van collaboratie. Sindsdien krijgt EenVandaag berichten van mensen die worstelen met het oorlogsverleden van hun familie. Een verleden dat soms beladen is door stilte en schaamte, en dat generaties lang kan doorwerken.

Oorlog werkt door in volgende generaties

"Je kan oorlog zien als een serie schokkende gebeurtenissen in een context zonder ruimte om daarvan te herstellen. Het is zo heftig om mee te maken dat mensen het de rest van hun leven meedragen en vaak doorgeven aan volgende generaties", vertelt psycholoog Anne Marthe van der Bles.

Van der Bles houdt zich bij ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum bezig met de psychosociale impact van oorlog, vervolging en geweld.

In de opvoeding

"Oorlogservaringen kunnen doorwerken in families op een manier die niet meteen problematisch hoeft te zijn. Zo leren mensen die de Hongerwinter meemaakten hun kinderen soms om zuinig te zijn met eten", vertelt Van der Bles verder.

"Maar oorlogservaringen kunnen ook negatieve sporen nalaten in de opvoeding. Ouders met trauma's zijn vaak minder emotioneel beschikbaar voor hun kinderen. Ik hoor van mijn behandelende collega-psychologen bijvoorbeeld dat Holocaustoverlevenden emotioneel vlak kunnen zijn. Niks is voor hen meer zo erg als dat wat ze hebben meegemaakt. Dus als een kind dan bijvoorbeeld een knie stoot, kunnen ze niet meer invoelen dat dat voor het kind erg is."

Bekijk ook

'Mijn ouders hebben het al zo zwaar, ik moet niet teveel zijn'

"Kinderen van oorlogsgetroffenen gaan soms zorgen voor hun ouders, vanuit het idee: er moet geen aandacht naar mij uit gaan, want mijn ouders hebben het al zo zwaar. Ik moet vooral niet teveel zijn."

"Het lastige is alleen dat een kind zelf niet doorheeft dat het zich zo gedraagt, en waar dat vandaan komt. Vaak komen kinderen in de naoorlogse generatie er pas later in hun leven achter dat hun gedrag in relatie tot de ouders gevormd is door het oorlogsverleden waar de ouders mee worstelden."

Identiteit: wie ben ik in relatie tot mijn ouders?

"Niet iedereen uit de naoorlogse generatie krijgt psychische klachten, maar veel mensen uit de naoorlogse generatie worstelen met vragen over hun identiteit: wie ben ik in relatie tot mijn ouders? Het verschilt dan per persoon of en in hoeverre die identiteitsvragen leiden tot bijvoorbeeld angst, depressieve gevoelens of psychosomatische klachten."

"Het is daarbij ook belangrijk om te beseffen dat het best een diverse groep is die last kan krijgen van het oorlogsverleden van de ouders", gaat de psycholoog verder. "Het gaat om mensen die zelf kind waren in de oorlog en daar ervaringen hebben, maar ook om wie decennia later is geboren en zich op een andere manier tot dat verleden moest verhouden."

Bekijk ook

'Fout zijn'

Onlangs onderzocht Van der Bles samen met collega-psychologen en historici hoe een familiegeschiedenis van collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog doorwerkt op kinderen en kleinkinderen van (vermeende) collaborateurs. Zij hielden interviews, en namen vragenlijsten af bij een panel van bijna 6.000 Nederlanders.

"Het grote verschil in hoe oorlog bij hen doorwerkt: het gaat om mensen die 'fout' waren of zo werden gezien. Een kind is niet verantwoordelijk voor de daden van de ouders, maar worstelt wel met het gevoel zelf ook 'fout' te zijn. Hoe verhoudt je je tot je ouders als zij dingen hebben gedaan waar jij moreel niet achter kunt staan?"

Verzwegen familiegeschiedenis en angst om veroordeeld te worden

"In gezinnen werd vaak gezwegen over de collaboratiegeschiedenis. Kinderen groeien dan op mét de ervaring van emoties - angst, boosheid of stress - maar zónder kader om te verklaren waar die emoties vandaan komen. Een kind internaliseert dan de gedachte: het zal wel aan mij liggen, er is iets mis met mij. En draagt dat gevoel met zich mee."

Je ziet ook dat veel kinderen van collaborateurs - zodra ze hun familiegeschiedenis weten - een angst houden om veroordeeld of buitengesloten te worden, vertelt Van der Bles. "Die angst is niet geheel onterecht, want in onderzoek zagen we dat 18 procent van de deelnemers zich niet prettig voelt bij het idee dat mensen in publieke functies, zoals politici of burgemeesters, het kind van een collaborateur zouden zijn. Dat is een minderheid, maar wel een met een sterk oordeel."

Meer begrip voor ingewikkelde last

Toch is er in de maatschappij meer begrip gekomen voor de ingewikkelde last die kinderen van collaborateurs ervaren. "Wij zijn al jarenlang welkom bij de Nationale Dodenherdenking", vertelt bestuurslid Hulpverlening bij de Stichting Werkgroep Herkenning José van de Kerkhof. Die stichting zet zich in voor nakomelingen van personen die verdacht werden van collaboratie met de bezetter.

"Er zijn mensen die niet aan ons gelieerd willen zijn, want dan erkennen ze dat ze deel uitmaken van die groep", vertelt Van de Kerkhof. "Het opengaan van de archieven heeft ook tot veel onrust geleid: oude pijn en ervaringen komen naar boven. Toch komen er sinds die opening wel veel verhalen naar buiten en is er meer aandacht."

info

Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR)

Sinds januari 2025 kunnen dossiers van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) worden bekeken in de studiezaal van het Nationaal Archief. De digitale openbaarheid van archief is voorlopig uitgesteld, na dwingend advies van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP).

"Als stichting zijn wij van mening dat openbaarheid goed is", zegt Van de Kerkhof hierover, "want het archief geeft inzicht in de geschiedenis en naoorlogse rechtspraak. Wel zetten wij ons in voor zorgvuldigheid in het digitaal beschikbaar maken van informatie: zonder enige bescherming en voorwaarden is dat verre van wenselijk."

Dubbel gevoel

Tegelijkertijd blijft er een dubbel gevoel, zeggen Van de Kerkhof en Van der Bles. Hoe kan het praten over de last die kinderen van (vermeende) collaborateurs ervaren, samengaan met het herdenken van de slachtoffers in de oorlog en met het verdriet van hún kinderen?

"Sommige kinderen van collaborateurs voelen die spanning zeker", zegt Van der Bles. "Ze vragen zich af: heb ik wel recht op hulp, want het zou eigenlijk moeten gaan om de slachtoffers en hun kinderen. Maar leed vergelijken, helpt niet. Op een maatschappelijke dag als 4 mei is dat ingewikkeld, maar psychologisch gezien kun je ieder mens als individu benaderen en aandacht geven aan diens pijn zonder die steeds af te zetten tegen het leed van anderen."

Leed niet vergelijken, maar dialoog aangaan

"De nabestaanden van onder meer Joodse mensen hebben ontzettend veel pijn, en dat is heel evident", zegt Van de Kerkhof hierover. "En ook de nabestaanden van mensen die in het verzet zaten, kunnen een grote psychologische last ervaren. Je kunt en mag leed niet vergelijken maar je kunt wel naar elkaar luisteren en elkaar zien."

"Juist daarom proberen we een dialoog te starten in de samenleving", gaat ze verder. "Zo organiseerden we in het najaar een symposium, waar naast wijzelf ook mensen uit de Joodse gemeenschap en mensen met een familiegeschiedenis in het verzet aanwezig waren. We stoken de hand uit naar elkaar."

info

Wie herdenken we op 4 mei?

De Nationale Dodenherdenking is zowel een aanjager van discussies, als onderhevig aan discussie over wie herdacht moet worden en welke verhalen verteld moeten worden. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft de taak om hier richting aan te geven.

Volgens de officiële tekst herdenken wij 'tijdens de Nationale Herdenking alle burgers en militairen die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord; zowel tijdens de Tweede Wereldoorlog en de koloniale oorlog in Indonesië, als in oorlogssituaties en bij vredesoperaties daarna.'

Praten zet dingen in beweging

"Praten over het oorlogsverleden kan spannend zijn, zeker binnen de familie", zegt Van der Bles. "Toch raden we het vanuit ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum sterk aan. Er is zoveel gezwegen: praten zet iets in beweging."

Algemene tips zijn er niet, want elke familiegeschiedenis is anders. "Maar luisteren zonder oordeel is altijd belangrijk", zegt ze. "We zien ook dat kleinkinderen het gesprek vaak makkelijker openen. De afstand helpt: het is toch anders als je opa 'fout' was dan je vader. Zij voelen meer ruimte om nieuwsgierig te vragen: wie staat er op deze foto? Of: wat weet u over dat NSB-verleden?"

Hulplijnen

Lukt praten met familie niet meteen, dan zijn er verschillende plekken waar je terechtkunt, zegt Van der Bles. "De Luisterlijn is 24/7 bereikbaar. Het Contactpunt Naoorlogse Generaties kent de historische context goed. En bij de Stichting Werkgroep Herkenning zit veel ervaringsdeskundigheid."

Van de Kerkhof van die stichting: "Mensen kunnen bij ons terecht met algemene vragen, wij bieden een luisterend oor. Over je gevoelens en ervaringen praten helpt. Als kinderen van collaborateurs advies zoeken hoe ze met hun ouders kunnen praten, dan vraag ik bijvoorbeeld of ze al precies weten wat er destijds gebeurd is. We geven ook altijd het advies het dossier te lezen, zodat je zo min mogelijk verrast wordt."

Bekijk ook

Doorverwijzen en gespreksgroepen

"Wij kunnen geen therapeutische behandeling bieden, maar als in het telefoongesprek blijkt dat je meer hulp zoekt, kunnen we je verwijzen naar de juiste plekken", gaat Van de Kerkhof verder. Bij behoefte aan meer zorg en hulp, kan dit ook besproken worden met de huisarts.

Ook organiseert de stichting gespreksgroepen en contactmiddagen. "Daar is steeds meer behoefte aan. Vaak kunnen kinderen moeilijk praten met ouders die collaboreerden of daarvan verdacht werden. Families vallen ook uit elkaar: de een wil het er wel over hebben, de ander niet. Dan is het fijn om je schaamte, schuld en andere gevoelens te kunnen delen met andere lotgenoten. Dan krijg je herkenning in elkaar."

Waarom het zwijgen doorbreken

"Ik hoor dat mensen het onwijs spannend vinden om te praten over het oorlogsverleden met familie, maar weet ook dat veel mensen die het tóch hebben gedaan daar heel blij mee zijn", zegt Van der Bles. "Zij zeggen dat het veel rust geeft om de feiten te kennen, dat het puzzelstukjes op zijn plek kan laten vallen."

Van de Kerkhof: "Kinderen van collaborateurs vinden het heel erg als er in de familie nooit over gesproken is, en ze er dan pas na overlijden van de ouders achterkomen wat er is gebeurd. Dan blijf je met vragen achter, die je niet meer kunt stellen. Als je dus nu al met vragen zit, kan het toch fijn zijn om daar antwoorden op te zoeken."

Dichter bij elkaar komen

"Wat je soms ook ziet gebeuren, en wat je ook hoopt, is dat mensen dichter bij elkaar komen", zegt Van der Bles tot slot.

"Dat ze begrijpen waarom dingen zo gelopen zijn, waar bepaalde houdingen of gedrag vandaan komen. En op een groter maatschappelijk niveau: dat we lessen kunnen leren uit het samen praten over verschillende ervaringen met de oorlog."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant