meer NPO start

Grote zorgen bij drinkwaterbedrijven over sterk vervuilde Maas

Grote zorgen bij drinkwaterbedrijven over sterk vervuilde Maas
De Maas van bovenaf
Bron: EenVandaag

Zo smerig als 40 jaar geleden is de Maas niet meer, maar de vervuiling is niet weg. Het is wel anders. Nu zijn het: meer medicijnresten, pesticiden en PFAS-achtige stoffen. Drinkwaterbedrijf Evides is niet blij: "We zijn de vuilnisman van de omgeving."

"Kijk, dit zijn onze heldinnen." Annette Ottolini loopt naar een machine met een klein beeldscherm, waarop tien vlekken te zien zijn. "Dit zijn watervlooien, die zwemmen altijd op een bepaalde manier. We hebben een algoritme ontwikkeld op basis van de manier waarop ze zwemmen. Als ze ineens anders zwemmen, stoppen we de inname van water uit de Maas. Gaaf, hè?"

7.000 liter water per seconde

Directeur van drinkwaterbedrijf Evides, Ottolini, loopt door het innamepompstation Bergsche Maas. Een groot gebouw aan de rivier de Maas, aan de rand van de Biesbosch.

In het innamepompstation wordt elke seconde zo'n 7.000 liter water uit de rivier gehaald en via drie enorme buizen in grote spaarbekkens gestort. "In minder dan 6 minuten pompen we evenveel water uit de Maas als er in een olympisch zwembad gaat", zegt Ottolini.

Watervlooien en mosselen

De laatste jaren komt het steeds vaker voor dat waterleidingbedrijven de inname van water staken. Soms voor korte tijd, soms langer. Ook Evides zet af en toe de inname stil. Dit omdat het water te troebel is, of omdat het verontreinigd is met stoffen die slecht zijn voor de mens.

Naast de watervlooien worden ook mosselen gebruikt om te kijken of het water geschikt is als drinkwater. Sluiten die hun schelp, omdat het water te vervuild is, dan gaan ook de schuiven van het innamestation dicht.

PFAS in het water

Het innamepompstation Bergsche Maas staat bijna aan het einde van de Maasloop, de plek waar de stroom van de Maas eindigt in het Hollands Diep. Daarmee is het een verzamelpunt van alle stoffen die in de rivier worden gedumpt, legt Ottolini uit. "Je ziet dat er veel meer zogeheten antropogene stoffen in zitten, stoffen die door mensen worden gemaakt, zoals PFAS. Die worden geloosd in de rivier."

Ook komen er veel bestrijdingsmiddelen in het water, zegt de Evides-directeur. "We kunnen die steeds beter meten. Over het effect van die stoffen wordt steeds meer bekend."

Annette Ottolini
Bron: EenVandaag
Annette Ottolini bij het innamepompstation Bergsche Maas

Maas als studieobject

De vervuiling van de Maas bestaat overigens niet alleen uit onzichtbare, chemische stoffen. Onderzoeker Tim van Emmerik van Wageningen University & Research onderzoekt hoe afval zich in rivieren verspreidt. De Maas is een goed studieobject: rotzooi genoeg in en langs het water.

"Plastics breken langzaam af. Het fragmenteert, degradeert, de rivier is eigenlijk een kleine microplastic-fabriek", vertelt Van Emmerik. "Zodra het microplastic of zelfs nanoplastic is, wordt het nog lastiger om te achterhalen waar het heen gaat en wat de impact is. Maar vooral om het weer op te ruimen."

Plasticsoep beter begrijpen

De onderzoeker en zijn studenten fotograferen plastics langs en in de Maas en registeren het in een app. Zo krijgen ze een beeld van hoe plasticvervuiling werkt. "Zo onderzoeken we de bronnen van al dat plastic afval."

Met hun data en modellen kunnen ze inschatten waar begonnen moet worden met het treffen van maatregelen, legt Van Emmerik uit. "We willen uiteindelijk op wereldwijde schaal iets kunnen zeggen over hoeveel plastic er zit in alle rivieren. Waar gaat het heen? Waar blijft het en hoe lang blijft het daar? We willen kunnen inschatten hoeveel van het plastic de zee instroomt, om zo meer te begrijpen van de zogenoemde plasticsoep in de oceaan en op de stranden."

Oproep aan de vervuilers

Met alle zichtbare en onzichtbare vervuiling is het schoonmaken van het water een steeds grotere opgave. "Dat betekent dat wij de afgelopen jaren allerlei zuiveringsstappen extra hebben moeten nemen om ervoor te zorgen dat je goed drinkwater krijgt", vertelt directeur Ottolini van Evides. "Dat is wel een beetje de omgekeerde wereld. Wat er niet inkomt, hoeven wij er niet uit te halen."

Dus haar oproep is gericht aan de vervuilers: "Industrie, landbouw: neem je verantwoordelijkheid en zorg ervoor dat je geen zaken morst die bezwaarlijk zijn voor het water."

Bekijk ook

Verouderde vergunningen

Maar welke bedrijven zijn het eigenlijk, die het water van de Maas vervuilen? Maarten van der Ploeg doet daar onderzoek naar. Hij is directeur van de Schone Maaswaterketen (SMWK), een samenwerkingsverband tussen Rijkswaterstaat, drinkwaterbedrijven, waterschappen en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Van der Ploeg probeert de vergunningen van de bedrijven die hun afvalwater direct op de Maas lozen en indirect via het riool boven tafel te krijgen. En dat is geen kwestie van even op een knop drukken, vertelt hij. Het is speurwerk.

Gebrek aan handhaving

"Ik ben verbaasd over wat er allemaal níet in de vergunningen staat. Als je een vergunning doorleest, valt vaak op dat die nogal gedateerd is. Als we kijken aan welke stoffen op lozing wordt getoetst, dan zijn het niet de stoffen waar wij ons als drinkwaterbedrijven zorgen over maken. Die stoffen staan niet in de vergunning." Zorgwekkend, vindt hij.

Vergunningen van bedrijven tegen het licht houden is één ding, zegt Van der Ploeg. Handhaven is een tweede. Daar heb je handhavers voor nodig en daar zijn er naar zijn mening niet genoeg van: "Het is belangrijk werk, maar er is een behoorlijk capaciteitsgebrek."

'Bij de bron aanpakken'

Volgens Ottolini is het eigenlijk heel simpel om iets aan de vervuiling te doen. "Wij zeggen: 'Je moet het bij de bron aanpakken.' Het is natuurlijk van de gekken dat wij van alles uit het water moeten zuiveren voordat er goed drinkwater is."

"We moeten goed kijken naar wat voor vergunningen er nu zijn en hoe je die kunt aanpassen. Maar vooral toezicht en handhaving, die zijn belangrijk", benadrukt ze.

Bekijk de reportage over de Maas, een van de meest vervuilde rivieren van Europa. En wat experts daaraan willen doen.

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Moet de chemische industrie in Nederland bewaard blijven? 'Overal zijn chemicaliën voor nodig'

Moet de chemische industrie in Nederland bewaard blijven? 'Overal zijn chemicaliën voor nodig'
Chemiefabriek LyondellBasell gaat na 21 jaar sluiten in Nederland
Bron: EenVandaag

De chemische industrie in de Rotterdamse haven heeft het zwaar door hoge energieprijzen en belasting op CO2. Moet het kabinet extra geld uittrekken om bedrijven tegemoet te komen? "Een complete waardevernietiging als we dit weggooien met z'n allen."

Veel producten die we dagelijks gebruiken komen uit de chemische industrie. Denk bijvoorbeeld aan shampoo en schoonmaakmiddelen, maar ook isolatiemateriaal en leidingen voor in huis. Die industrie heeft het nu dus heel moeilijk in Nederland.

Na 21 jaar sluiten

In de Rotterdamse haven sluit binnenkort de Amerikaanse chemiefabriek LyondellBasell. "21 jaar geleden hebben we deze fabriek met trots opgestart. Dit kostte ons een miljard euro", vertelt vicepresident Ronald van Klaveren.

Vijf jaar geleden werd nog eens 250 miljoen euro geïnvesteerd om de fabriek te vergroenen. "En nu komt er helaas een einde aan. Dit is een fabriek die je normaal 80 tot 100 jaar laat draaien. Nu moeten we die al na 21 jaar sluiten. Financieel komen we er gewoon niet uit."

Vier keer hogere energieprijzen

Ook chemiebedrijf Huntsman Holland merkt dat het moeilijk is om chemische producten te blijven maken in Nederland. De Amerikaanse directie heeft besloten alleen nog maar het minimale te produceren en geen investeringen meer te doen. "We zitten hier meer dan 50 jaar, maar het is gewoon heel moeilijk om hier geld te verdienen", vertelt directeur Kal Khogali.

Dat komt vooral door onze hoge energieprijzen vergeleken met andere landen, zegt hij. "De energieprijs in Nederland is drie tot vier keer duurder dan in de rest van Europa." Daar komt voor hem ook nog een extra toeslag voor groene energie bovenop: de fabriek draait daar volledig op.

Bekijk ook

'Niks dat niet uit chemicaliën bestaat'

De vraag is of Nederland meer moet doen om de chemie-industrie hier te behouden. Beide bedrijven hameren in elk geval op het belang ervan. "Er is niks om je heen dat niet uit chemicaliën bestaat", zegt Khogali.

"Dat is de naïviteit in Nederland en andere landen in Europa: dat we alles in de toekomst kunnen doen met nieuwe technologie. Maar dan vergeten we dat daar chemicaliën voor nodig zijn." Van Klaveren benadrukt dat: "Zonder chemische industrie is er geen defensie en verduurzaming mogelijk."

Hoge energieprijzen verjagen industrie uit Rotterdamse haven, maar hoe erg is dat?

Niet aantrekkelijk

Hoofdeconoom Marieke Blom van ING vertelt dat Nederland altijd aantrekkelijk was voor de chemie. Vroeger werd energie voor grote energieverbruikers goedkoop gehouden met regelingen, maar die zijn in de afgelopen jaren afgeschaft.

"Daarnaast komt er ook een extra CO2-heffing aan", zegt Blom. Dit is een belasting die industriële bedrijven moeten betalen per ton CO2 dat wordt uitgestoten. "Dat maakt de kostprijs voor bedrijven hoger."

Europese onafhankelijkheid

Toch weet ze niet of geld investeren in de industrie, om deze in Nederland te behouden, zich uiteindelijk gaat uitbetalen. "Op lange termijn verwacht ik dat deze industrie kleiner wordt. Ik verwacht dat steun die je nu geeft aan de industrie, uiteindelijk niet rendeert", zegt Blom.

"Ik kan daar ook geen zekerheid over geven, want er zullen ook delen van de chemische industrie wel blijven bestaan."

Bekijk ook

Afhankelijkheid

Ronald van Klaveren noemt het vooral onverstandig dat Nederland zichzelf afhankelijk maakt van landen buiten Europa. Bijvoorbeeld China heeft een gigantische chemie-industrie. "Het is een complete waardevernietiging als we dit weggooien met z'n allen en daarmee afhankelijkheid creëren elders."

"We hebben laten zien dat we hier concurrerend kunnen produceren. Als de energiekosten omlaag gaan, hebben we nog steeds een heel goed waardemodel om hier industrie te behouden. Daarmee houden we een stukje onafhankelijkheid in stand voor Europa."

Minister wil industrie behouden

Minister Hermans van Klimaat en Groene Energie ziet ook dat chemische bedrijven het in Nederland moeilijk hebben. "Ik ben samen met andere collega's in het kabinet voor de voorjaarsnota van volgende maand aan het kijken wat we kunnen doen om de druk te verlichten."

Hermans wil de industrie graag in Nederland houden. "We hebben de bedrijven keihard nodig voor een sterke, veilige en weerbare economie. Waarin we producten hier maken en we die niet uit andere landen moeten halen."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Vanaf maandag alleen nog legale wiet in coffeeshops in sommige gemeenten, maar is dat te snel? 'Kwaliteit nog niet genoeg'

Vanaf maandag alleen nog legale wiet in coffeeshops in sommige gemeenten, maar is dat te snel? 'Kwaliteit nog niet genoeg'
Coffeeshopeigenaar Willem Vugs denkt dat het nog te vroeg is voor de volgende fase van de wietproef
Bron: EenVandaag

Vanaf 7 april mogen coffeeshops in tien gemeenten alleen nog maar gereguleerde cannabis verkopen. Maar ondanks uitstel en vertraging komt de nieuwe fase van de 'wietproef' volgens veel coffeeshophouders tóch te snel. "De markt is hier niet klaar voor."

Maandag is het zover: dan gaat de nieuwe fase van het wietexperiment van start. In tien gemeenten door het land mogen coffeeshops alleen nog maar legaal geproduceerde wiet verkopen, om zo te kijken of de keten gereguleerd kan worden. Maar er klinkt veel kritiek. Coffeeshophouders maken zich zorgen en pleiten ervoor de startdatum uit te stellen.

Menukaart beperkt

Willem Vugs is eigenaar van coffeeshop Toermalijn in Tilburg, en heeft zijn twijfels over de startdatum. "Het is een dubbel gevoel. De coffeeshops staan aan de kant van het experiment. Maar ik heb wel de vrees dat een deel van ons assortiment niet meer aangeboden kan worden aan de klanten die daarvoor komen. En dat is toch zeker zo'n kwart van onze klanten."

Volgens hem is het door de Staat gereguleerde aanbod nog niet voldoende, zowel in kwantiteit als kwaliteit. "We zijn bang dat onze menukaart dermate beperkt wordt, dat je eigenlijk in de marge aan het werken bent. Dat houdt in dat de dingen die je hebt snel op gaan, en niet alles wat je hebt aan de kwaliteit voldoet."

De geschiedenis van de coffeeshop

Nederland en cannabis. In de jaren 60 ontstond er in Nederland een nieuwe jongerencultuur: hasj en wiet werden steeds populairder, mede door de hippiebeweging. Dit leidde tot een groeiende zwarte markt en meer politie-ingrijpen. Om de overlast en criminaliteit te verminderen, introduceerde Dries van Agt als minister van Justitie in 1976 het gedoogbeleid.

Deze veranderingen maakten Nederland wereldwijd bekend om zijn liberale drugsbeleid en legden de basis voor het huidige systeem van coffeeshops. In de jaren 90 worden de regels verder aangescherpt, onder andere met strengere controles en afstandsregels voor coffeeshops.

Bekijk ook

'Legaliseren keten noodzakelijk'

Het zorgt er alleen ook voor dat er een systeem ontstaat dat criminaliteit in de hand werkt, zegt expert cannabisbeleid Nicole Maalsté. "Het grote probleem is dat je een illegale achterdeur in stand houdt waarbij je niet kunt letten op kwaliteit en op de omstandigheden, maar waarbij ook de betrokken mensen allerlei risico's lopen. "

Volgens haar is het legaliseren van de keten noodzakelijk. "Deze gedoog-situatie duurt al tientallen jaren en dat is nooit de bedoeling geweest. Er worden hier producten gekocht waarvan niemand weet hoe ze hier naar binnen zijn gekomen." Ze gaat verder: "Er zijn allerlei mensen aan het werk aan de achterkant van een coffeeshop, die in feite niet bestaan. Maar daar zit natuurlijk een hele organisatie achter, en daar wil je grip op krijgen."

'Gesloten coffeshopketen'

Daarom startte de overheid het experiment 'gesloten coffeeshopketen'. Een compleet gecontroleerde keten van de teelt naar het gebruik, zonder illegale kweek. Een product bovendien waarvan je als consument weet wat erin zit. Daartoe selecteerde de overheid tien producenten om staatswiet en -hasj te telen.

In 2017 wordt het experiment aangekondigd, maar liep meermaals vertraging op. Eind 2023 werd de eerste legale wiet in Brabantse gemeentes verkocht, naast het illegale spul. Vanaf maandag begint de experimenteerfase.

Bekijk ook

Breda tevreden

Paul Depla, burgemeester van Breda, pleit al lang voor een legale keten. Volgens hem had de startdatum dan ook niet eerder kunnen komen. "Met het huidige systeem, dan blijf je een volstrekt hypocriet systeem houden. Je weet totaal niets van de manier waarop het geproduceerd wordt. Dus als we daarmee doorgaan, dan is de volksgezondheid de dupe en de criminaliteit de lachende derde. Dat wil ik niet."

Breda is een van de eerste steden geweest waar in 2023 legale wiet over de toonbank ging. Een succes, volgens Depla: "Ik hoor namelijk van de grote coffeeshops dat ze echt tevreden zijn, ook over de kwaliteit van de spullen die worden geleverd. Je ziet dat ze heel erg blij zijn dat ze afscheid kunnen nemen van de illegale achterdeur."

Tijd nodig

Hoewel onderzoeker Maalsté positief is over het experiment als geheel vindt ook zij, in tegenstelling tot de burgemeester, de startdatum te snel. "Je hebt een bestaande markt en die ben je helemaal anders aan het organiseren. Alles verandert."

"Ik denk dat het goed is dat dit gebeurt, alleen dat kun je niet zomaar op data vastpinnen, dus je moet dat langzaam maar zeker die kant op laten groeien. Het gaat de goede kant op, maar mensen hebben gewoon tijd nodig om eraan te wennen en de telers hebben tijd nodig om de producten te maken waar de consument om vraagt."

Bekijk ook

Hobbels logisch in experiment

Toch is er geen ontkomen aan, volgens burgemeester Depla. "Want op dit moment houd je elkaar gevangen. Telers gaan pas telen omdat ze zeker weten dat er coffeeshops zijn die het afnemen, en shops gaan pas afnemen als ze zekerheid hebben dat ze niet meer afhankelijk van die illegale teelt zijn. En dat is de reden waarom ik nu heb gezegd: laten we gewoon een datum pakken, dan weet iedereen waar ze aan toe zijn."

Hoewel hij erkent dat er hobbels op de weg zijn, is dat volgens hem ook de bedoeling. "Dat het een experiment is geeft ook aan dat je dingen tegenkomt dat je van tevoren niet had bedacht. Anders noem je het geen experiment."

Illegaal betere kwaliteit

Willem Vugs heeft nog zo zijn twijfels. "Er is wel hasj momenteel verkrijgbaar, alleen de kwaliteit daarvan is nog niet op het niveau wat de consument acceptabel vindt. De hasj die legaal is en wel goed is, is van een dermate beperkte voorraad dat die heel snel is uitverkocht.

Hij is bang dat zijn klanten de illegale markt zullen opzoeken. "Dan heb je de kans dat die klanten uit zicht verdwijnen, dan óf de illegaliteit ingaan, of naar een stad waar nog wel gedoogde producten verkopen. Wij zijn daar wel bang voor."

Veel onzekerheid

De coffeeshophouders uiten hun zorgen, en het leidt ertoe dat er de eerste 2 maanden van het experiment nog niet op hasj wordt gehandhaafd. Er zou nog te veel onzekerheid zijn of er voldoende hasj aanwezig is om de coffeeshops te bevoorraden. Op het moment komt de meeste illegale hasj uit Marokko.

Een goede stap, zegt Vugs. Maar of die 2 maanden voldoende zijn? "Dat is de vraag. Zoiets zou meer organisch moeten kunnen in plaats van daar echt een strenge tijd aan te hangen."

Volgende fase van wietproef begint, maar volgens coffeeshophouders en experts is het te snel

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant