radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Gemeenten worstelen met huisvesting statushouders, maar volgens hoogleraar is er een oplossing

Gemeenten worstelen met huisvesting statushouders, maar volgens hoogleraar is er een oplossing
Oekraïense vluchtelingen stappen uit een bus
Bron: ANP

Nooit eerder moesten Nederlandse gemeenten zoveel statushouders huisvesten: dit jaar bijna 50.000, een verdubbeling ten opzichte van vorig jaar. Volgens hoogleraar Peter Boelhouwer hebben ze er wel degelijk de middelen voor.

Dat gemeenten achterlopen op de huisvesting van statushouders, vindt hij 'niet te verkopen'. Volgens Boelhouwer hoeft het huisvesten van mensen met een vluchtelingenstatus in Nederland geen probleem te zijn. "We hebben 342 gemeentes. Dan hebben we het over 100 tot 140 woningen per gemeente. Dus het kan wel, maar dat betekent wel dat andere woningzoekenden langer moeten wachten", zegt de hoogleraar huisvestingssystemen van de TU Delft.

Veel vraag naar woningen

Er is veel vraag naar woningen en dat zal de komende jaren alleen maar toenemen. Niet alleen vanwege de problemen op de woningmarkt en het tekort aan woningen, zegt Boelhouwer. Hij wijst ook op het hoge aantal statushouders en arbeidsmigranten dat in Nederland is.

"Nieuwbouw kan niet op korte termijn. Je ziet de bouwvergunningen al anderhalf jaar wegzakken. Bestaande projecten worden moeilijk ontwikkeld. Dus dat spoor is meer voor de toekomst."

Bekijk ook

Meer woningen

Gemeenten moeten dus onder meer gaan inzetten op de komst van tijdelijke woningen, zegt hij. "En dat gebeurt ook, tientallen fabrieken voor flexibele woningen worden opgeschaald. Dat is een goede toevoeging aan het woningaanbod."

Ook vindt hij dat gemeenten bestaande bouw efficiënter moeten inzetten. "Door woningen te splitsen", noemt hij een voorbeeld. "Dat je ook samenwonen meer gaat mogelijk maken. Dat is de snelste manier."

'Gigantisch'

Onder meer in de gemeente Almere is de woningnood hoog. Er moeten volgens de verantwoordelijke wethouder Froukje de Jonge dit jaar betaalbare woningen gevonden worden voor 551 statushouders.

"Dat is gigantisch als je je realiseert dat hier ongeveer 100 sociale huurwoningen vrijkomen per maand."

Bekijk ook

Alle woningen naar statushouders?

Volgens de wethouder kan ze de achterstand alleen wegwerken als alle woningen die vrijkomen aan statushouders worden gegeven. Maar dat wil de wethouder eigenlijk niet. "Wij vinden dat oneerlijk ten opzichte van andere mensen die ook heel dringend, en soms nog dringender, een woning nodig hebben."

Van de provincie Flevoland krijgt de gemeente nog een week om met concrete plannen te komen om de achterstand in te halen. Anders grijpen zij in. Dan zorgen zij dat er woningen komen voor statushouders en legt de provincie de rekening daarvoor bij de gemeente neer.

Ernstig probleem

De Jonge ligt er 's nachts wakker van. "Mensen hebben recht op een betaalbare woning. En de mensen die daar echt heel dringend behoefte aan hebben moeten te lang wachten", zegt ze.

"Wij weten dat sociale problematiek begint bij het niet hebben van een woning. Dus niemand hoeft mij te vertellen hoe ernstig dit probleem is."

Bekijk ook

Alleen op papier een oplossing

De gemeente Almere heeft de ruimte en tijdelijke woningen zijn er. Maar deze flexwoningen zijn volgens de wethouder alleen op papier een makkelijke oplossing. "Zo snel staan ze niet en de buurt vindt er altijd heel veel van. Je moet toch aan buurtbewoners vragen om in te schikken. Zij hebben ook het recht om daar wat van te vinden." Dat maakt dat je 'niet echt tot een snelle oplossing' komt.

Hoogleraar Peter Boelhouwer snapt dat niet. Volgens hem zijn gemeenten de huisvesting van statushouders verplicht. "Niet alleen vanwege de internationale afspraken, maar ook in menselijke zin. Deze mensen zijn voor een oorlog gevlucht."

'Aantal statushouders niet overdrijven'

Weinig draagvlak vanuit omwonenden hoeft geen probleem te zijn. Dat kun je deels oplossen met informatie verstrekken, zegt hij. "Maar op een gegeven moment moet je ook gewoon een rechte rug hebben en zeggen: dit gaan we doen. We hebben moedige politici nodig."

Ook moeten we de grootte van de groep mensen met een vluchtelingenstatus niet overdrijven, vindt hij. "Het grootste deel van de woningen dat vrijkomt gaat nog altijd naar de reguliere woningzoekende, zo'n 60 tot 70 procent."

Veel Nederlandse gemeenten worstelen met de huisvesting van statushouders

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Nog altijd stank in Hellevoetsluis door wietfabriek, maar omwonenden Cora, Nettie en Wil blijven ertegen strijden

Nog altijd stank in Hellevoetsluis door wietfabriek, maar omwonenden Cora, Nettie en Wil blijven ertegen strijden
Bron: EenVandaag

Inwoners van Hellevoetsluis en omgeving ruiken al 1,5 jaar lang wiet als ze de deur uitlopen, of de ramen open hebben. Dat komt door een fabriek voor staatswiet. Ze zijn het zat, maar er lijkt geen verandering in te komen.

Voor het experiment met staatswiet staat in Hellevoetsluis een legale wietfabriek. Een nare bijkomstigheid: een heftige wietgeur. Inwoners trekken al tijden aan de bel, maar tot nu toe met weinig resultaat. "Wij zijn gewoon slachtoffer van een experiment."

'Hoesten, hoofdpijn, prikkende ogen'

Staat de wind goed, dan kunnen Hellevoetsluisers Cora van Mook en Nettie van der Sar even rustig door de neus ademen. Maar dat is de rest van de tijd wel anders. En staat de wind gunstig voor hen, 'dan zijn er ongetwijfeld andere mensen in de omgeving die last ervaren', vertellen ze.

Al 1,5 jaar hebben ze te maken met de stank, en dat heeft invloed. "'s Nachts als je je raam open hebt, dan heb je een hele droge keel en hoest je raar, je ogen kunnen prikken. Er zijn ook mensen die er echt migraineaanvallen van hebben", vertelt Cora. "Het lijkt op de geur die je weleens op straat ruikt maar dan een stuk zwaarder en penetranter."

Bekijk ook

Veel meldingen

Ze zijn niet de enigen die last hebben van de stank. "Er wordt ook gemeld vanuit Oostvoorne, Rockanje en Brielle, dus niet alleen vanuit ons", vertelt Wil van Barendrecht die naast de kas woont.

"Op dit moment liggen er 1.338 meldingen bij de DCMR", weet Wil. Dat is de Milieudienst Rijnmond die het bedrijf op geuroverlast controleert.

Wel aandacht, geen actie

Daarnaast zijn de inwoners al op verschillende plekken geweest om iets aan de stank te doen. "Bij de gemeente, in de rechtbank." Maar tot nu toe met weinig resultaat.

Wil vertelt: "De aandacht van de gemeente hebben we wel, maar er gebeurt niks omdat die zich verschuilen achter allerlei ingewikkelde procedures, zoals onder dwangsom bepaalde maatwerkbesluiten. En daar hebben ze iedere keer lange termijnen voor, die elke keer totdat het uiterste worden gerekt voordat er eindelijk weer eens actie ondernomen wordt."

Vaststellen normeringen

Het enige wat er voorlopig op zit voor de inwoners, is afwachten. "Op dit moment worden bepaalde normeringen vastgesteld, waaronder de geuroverlast moet blijven. Want er zijn nog niet echt meetinstrumenten ontwikkeld om nou precies te kunnen aantonen wanneer de geuroverlast boven een bepaalde norm uitkomt."

Maar ook als die normering rond is, is het afwachten hoe er vanuit het bedrijf wordt gereageerd. "Tot nu toe verdedigt het bedrijf zich met: 'We zijn nog bezig met maatregelen te nemen, met koolstoffilters neer te zetten en allerlei andere dingen te doen. Dat heeft tijd nodig voordat wij dat allemaal ingeregeld hebben.'"

Bekijk ook

Geen verandering

"We zijn bezig vanaf augustus 2023 en zitten nog steeds in dezelfde stank", zegt Wil ontzet. "Het blijft maar."

En een nieuwe plek zoeken om te wonen, dat zit er volgens de omwonenden ook niet in. Zelfs al zouden ze dat willen. "Je kan geen kant op, want je huis is gewoon veel minder waard."

Langzamer dan gewenst

Gemeente Voorne aan Zee, waar Hellevoetsluis onder valt, vertelt in een schriftelijke reactie dat ze de zorgen van de omwonenden goed begrijpen en dat ze het belangrijk vinden dat de overlast zo snel mogelijk stopt. "De zorg van onze inwoners staat voorop en daar zetten we ons voor in. Wij voelen ons niet verantwoordelijk voor de productie van wiet ten behoeve van het experiment, iets wat we ook meerdere keren aan Den Haag hebben laten weten."

Daarbij laten ze weten dat er voor de overlast een juridische procedure loopt. "Vanwege wet- en regelgeving en de duur van juridische procedures gaat dat langzamer dan gewenst. Dit komt omdat er in eerste aanleg nauwelijks regelgeving was voor juridische handhaving op geuroverlast."

Inspecteurs aanwezig

"We zijn voor de handhaving ten aanzien van geuroverlast niet gebonden aan landelijke regelgeving voor het Wietexperiment", gaat het statement verder. "Er zijn wettelijke eisen en termijnen waar we ons als gemeente aan moeten houden. Zo zijn wij verantwoordelijk voor de handhaving op de milieuwetgeving."

Volgens de gemeente zijn inspecteurs van DCMR Milieudienst Rijnmond regelmatig aanwezig om vast te stellen of sprake is van geuroverlast. "Dit doen zij zowel op basis van meldingen van inwoners als op eigen initiatief. Bij overtredingen wordt hierop gehandhaafd."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant