
Gemeenten en provincies morgen in spoedoverleg met minister Faber over opvang Oekraïners: 'Wegkijken kan echt niet meer'
De opvang van Oekraïners in Nederland loopt spaak. Er is acuut meer geld nodig. De twaalf Commissarissen van de Koning en een delegatie van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten houden daarom donderdagochtend spoedberaad met asielminister Faber (PVV).
Gemeenten kunnen de voortdurende en oplopende vraag naar opvanglocaties voor Oekraïners niet bijbenen. Daardoor worden Oekraïense gezinnen die net in Nederland aankomen vaak van het kastje naar de muur gestuurd, van de ene gemeente naar de andere. In het uiterste geval kan het Rode Kruis een hotelovernachting aanbieden aan gezinnen, ouderen of zieke mensen.
121.000 Oekraïners in Nederland
Inmiddels hebben ruim 121.000 Oekraïners zich geregistreerd bij Nederlandse gemeenten. Dat is het hoogste aantal sinds de invasie van Rusland in Oekraïne in februari 2022. Het 'record' wordt van maand tot maand verbroken, mede omdat er bijna geen uitstroom is.
De afspraak donderdag tussen alle Commissarissen van de Koning en de minister is heel kort tevoren gepland. Om de volle agenda's te omzeilen, gaat het om een online overleg. Al om half negen 's ochtends begint de bespreking.
Geen helder plan
"Hier in Utrecht zitten we helemaal vol. We hebben het laatste bed deze week moeten vergeven", zegt Rachel Streefland. Zij is wethouder in Utrecht en verantwoordelijk voor de portefeuilles Asiel en Integratie.
"Er is nergens meer plek. Het grote vraagstuk is nu dat we of bestaande locaties moeten verlengen of nieuwe locaties moeten vinden. En er komt geen enkele helderheid hoe we dat moeten doen. We zijn bang dat het gaat leiden tot mensen op straat."
'Wegkijken kan echt niet meer'
Streefland is ook bestuurslid van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en zit donderdag bij het spoedoverleg met de asielminister. De provincies en de gemeenten willen dat minister Faber op korte termijn helderheid geeft over de financiering van nieuwe locaties of die verlengd moeten worden.
"Wegkijken kan echt niet meer. We moeten voorkomen dat mensen op straat komen, terwijl het echt vaak om vrouwen en kinderen gaat. We hebben ons te verhouden tot de Europese wetgeving dat mensen moeten worden opgevangen als mensen in oorlog zijn."
Tientallen vluchtelingen per week
Regiomanager Midden-Nederland van het Rode Kruis Cora Gerritsen, ziet wat het betekent dat gemeenten geen ruimte meer hebben. "We ontvangen enkele tientallen mensen uit Oekraïne elke week. Sinds de Jaarbeurs is gesloten in augustus vorig jaar en omdat ze niet bij gemeenten terecht kunnen, komen ze als laatste kans bij het Rode Kruis, ook hier in Utrecht."
"En dan lopen ze hier binnen met koffers, met een kind op de arm, oud, jong, of ziek. Op die manier komen ze hier aan en dan hopen ze nog ergens een plekje te vinden."
Laatste hoop
"We luisteren naar hun verhaal, waar ze vandaan komen, wat ze hebben meegemaakt onderweg, we laten ze even bijkomen", gaat Gerritsen verder. "En we kijken dan of we een plekje voor ze kunnen vinden. Inmiddels zijn ze dan al bij een gemeente geweest, bij verschillende gemeenten soms, en daar is het niet gelukt."
"En daar horen ze: er is geen plek meer in Nederland. En dan bellen we met de Veiligheidsregio's of locaties in het land, die wij goed kennen, of er wellicht tóch nog plek is. We willen met z'n allen graag dat er via gemeentes plekken gevonden worden. Maar het lukt gewoon niet meer. En dan is het Rode Kruis voor deze mensen de laatste strohalm."
'Er is nog steeds geweld'
Waarom er nu, 3 jaar na het uitbreken van de oorlog, nog steeds mensen uit Oekraïne naar Nederland komen? "Er is nog steeds geweld", antwoordt de regiomanager.
"We hebben afgelopen weekend gezien wat er in Soemy gebeurd is. En dat is op verschillende plekken in Oekraïne nog steeds aan de gang. Mensen beslissen nog steeds om hun land te verlaten en komen dus ook naar Nederland."