radio LIVE
meer NPO start

Draagvlak voor Zwarte Piet steeds kleiner, meeste mensen denken dat de traditionele piet helemaal verdwijnt

Draagvlak voor Zwarte Piet steeds kleiner, meeste mensen denken dat de traditionele piet helemaal verdwijnt
Roetveegpieten en Sinterklaas bij landelijke intocht in 2018
Bron: ANP

Het aantal mensen dat voorstander is van een traditionele 'Zwarte Piet' is dit jaar fors lager dan een jaar geleden. Iets meer dan de helft, 55 procent, vindt dat het uiterlijk van 'Zwarte Piet' niet moet worden aangepast. Dat was vorig jaar 71 procent.

Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder 29.000 leden van het Opiniepanel. Een derde (34 procent) vindt dat de traditionele piet wel moet worden aangepast. 11 procent twijfelt daarover.

Draagvlak wordt gestaag minder

Al sinds 2013 onderzoekt EenVandaag hoe mensen over het uiterlijk van 'Zwarte Piet' denken. Sindsdien groeit het aantal mensen dat vindt dat het uiterlijk van de traditionele piet aangepast moet worden, gestaag.

Tot 2017 nam het aantal mensen dat de traditionele piet wilde houden, steeds iets af. De afgelopen 2 jaar stabiliseerde dat, maar na de Black Lives Matter-demonstraties afgelopen zomer en de uitspraak van premier Rutte dat hij meer begrip heeft voor mensen die zich gediscrimineerd voelen, wordt die groep dus weer kleiner.

Lees ook

Luisteren

Afriyie van Kick Out Zwarte Piet is blij dat zoveel meer mensen tegen de zwart-geschminkte piet zijn, maar vreest dat mensen het niet zien als racisme.

Lieve vrede bewaren

Acht op de tien deelnemers (78 procent) zeggen dat ze 'Zwarte Piet' geen racistisch fenomeen vinden. Voor veel mensen die dit jaar van mening zijn veranderd, is dat dan ook niet de reden. Ze zeggen dat ze voorstander zijn van aanpassingen 'om de lieve vrede te bewaren'. Ze verwijzen hierbij naar de maatschappelijke onrust en demonstraties die afgelopen zomer en bij eerdere intochten plaatsvonden.

Ook zijn ze klaar met de terugkerende debat: "Laten we het maar aanpassen, dan zijn we hopelijk voor eens en altijd van die eeuwige discussies af", zegt iemand.

Henk veranderde van mening, Aranka vindt juist dat piet zwart moet blijven: twee panelleden vertellen hun mening in de pietendiscussie

Geen 'Pietendiscussie'

Het vooralsnog uitblijven van een grote maatschappelijke 'Pietendiscussie' dit jaar lijkt ook te stemmen tot mildheid. 61 procent van alle ondervraagden zegt dat die discussie dit jaar niet leeft bij henzelf en heeft naar eigen zeggen "genoeg aan het hoofd door corona".

Bij veel mensen met een Surinaamse of Antilliaanse afkomst is dat anders. Bij driekwart van hen leeft het thema, ondanks de coronacrisis, ook dit jaar. "Zolang de meeste witte mensen nog pro-Zwarte Piet zijn, blijf ik strijdbaar", zegt een Antilliaanse deelnemer. Een aantal van hen ziet ook lichtpuntjes: "Ik ben groot voorstander van het aanpassen van Zwarte Piet. Na 20 jaar mijn mening delen, zie ik eindelijk verandering in Nederland."

Uitspraken Rutte

Na de antiracismedemonstraties deze zomer zei premier Rutte dat hij door de jaren heen anders is gaan denken over het uiterlijk van 'Zwarte Piet'. Rutte zei dat hij in de loop van de tijd veel mensen heeft ontmoet 'met een donkere huidskleur die zeiden zich ongelofelijk gediscrimineerd te voelen omdat Zwarte Piet zwart was'. Dat heeft de premier naar eigen zeggen aan het denken gezet. "Dat is het laatste wat je wilt bij een Sinterklaasfeest."

7 procent van de mensen die dit jaar van mening zijn veranderd, zegt dat deze uitspraken invloed hebben gehad op hun mening. De meerderheid zegt van niet, al herkennen sommigen zich er wel in: "Ik heb precies dezelfde ontwikkeling in denken meegemaakt. Ik vind Zwarte Piet niet racistisch, heb er zelf geen moeite mee. Maar ik hoorde van iemand dat hij als kind Sinterklaastijd een nare tijd vond omdat hij dan vaak uitgescholden werd voor Zwarte Piet. Dat vond ik naar om te horen en sindsdien denk ik er anders over", schrijft een deelnemer.

Gijs Rademaker presenteert de uitslagen van het onderzoek.

'Roetveegpieten'

Veel mensen die dit jaar van mening zijn veranderd, vinden dat de traditionele piet moet worden vervangen door pieten met roetvegen op hun wangen. Dat soort pieten zijn, net als vorig jaar, in het Sinterklaasjournaal te zien. Vond vorig jaar de meerderheid dat nog onacceptabel, nu zijn de meningen daarover verdeeld. 47 procent vindt het wel acceptabel dat er alleen 'roetveegpieten' te zien zijn, 43 procent vindt dat niet.

Bij sommige gemeentelijke intochten wordt Sinterklaas nog wel vergezeld door traditionele 'Zwarte Pieten'. De helft (50 procent) denkt dat die er over 2 jaar nog steeds zijn, maar als we kijken naar de verdere toekomst neemt dat aantal rap af. Een kwart (26 procent) denkt dat er over 5 jaar nog 'Zwarte Pieten' zijn, slechts een op de vijf (19 procent) denkt dat we die over 10 jaar nog zien. De meeste mensen denken dat de traditionele 'Zwarte Piet' de komende jaren helemaal zal verdwijnen.

Lees ook

info

Over dit onderzoek

Aan het onderzoek (pdf), gehouden van 7 tot en met 12 november 2020, deden 28.825 mensen mee, onder wie 500 mensen van Surinaamse of Antilliaanse afkomst. Het onderzoek is na weging representatief voor zes variabelen, namelijk leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2017.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Uit onderzoek Rekenkamer blijkt dat zorgminister ongelijk heeft: 'Er is wel degelijk een huisartsentekort'

Uit onderzoek Rekenkamer blijkt dat zorgminister ongelijk heeft: 'Er is wel degelijk een huisartsentekort'
Ter illustratie: een huisarts controleert de bloeddruk van een patiënt
Bron: EenVandaag

Minister Agema wil er nog niet aan maar er is wel degelijk een landelijk huisartsentekort. Dat blijkt uit een onderzoek van de Algemene Rekenkamer. De Landelijke Huisartsen Vereniging zoekt oplossingen.

Een jaar geleden nog maar zei de toenmalige minister voor Medische Zorg, Pia Dijkstra, dat er niet een tekort is aan huisartsen maar dat huisartsen niet goed verspreid zijn over het land. Minister Agema gaat daar ook vanuit. Dat beeld wordt vandaag gekanteld door de Algemene Rekenkamer die op basis van onderzoek vaststelt dat er wel degelijk een landelijk tekort is aan huisartsen.

45.000 tot 194.000 zonder huisarts

Naar schatting 45.000 tot 194.000 mensen hebben geen huisarts, stelt de Rekenkamer vast. Dat zijn vooral mensen die verhuisd zijn of die patiënt zijn bij een praktijk die sluit.

Daarnaast had 60 procent van de huisartsenpraktijken in het afgelopen jaar een patiëntenstop. Aan Marjolein Tasche van de landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) de vraag: wat dóén die mensen als ze ergens last van hebben?

Dan maar de huisartsenpost?

Tasche antwoordt: "Die gaan met hun klachten naar de huisartsenpost of gaan naar een andere huisarts waar ze een keer terecht kunnen. De huisartsenpost is bedoeld voor acute zorg en die acute zorg wil je natuurlijk als het even kan juist voorkomen met goeie huisartsenzorg."

Daarbij blijven mensen die verhuizen vaak bij de oude huisarts hangen, als ze geen nieuwe kunnen vinden. "Maar dat is niet goed te doen als er iets acuuts is en je als huisarts visite moet rijden. Wij proberen de omvang van dit probleem in kaart te brengen en te bekijken of er misschien een systeem van ruil mogelijk is voor die mensen."

Er is wel degelijk een huisartsentekort

Meer huisartsen opleiden

De vraag naar huisartsenzorg is op dit moment dus groter dan het aanbod. In Zeeland is het tij gekeerd. Daar was een huisartsentekort dat op ogenschijnlijk eenvoudige manier is teruggedraaid. Door de huisartsen in opleiding de hele periode in Zeeland te houden, leren zij het gebied goed kennen en blijkt dat ze na de opleiding in Zeeland blijven, althans voorlopig.

"We hebben ruimte om meer huisartsen op te leiden", vertelt Tasche. Projecten zoals in Zeeland kunnen zeker helpen maar ook zou er in de opleiding tot basisarts meer aandacht moeten zijn voor het huisartsenvak. "Ik ben zelf huisarts geweest en in mijn tijd was het eerste deel van de artsenopleiding sterk gericht op het ziekenhuis. Toen ik laatst aan een groep studenten vroeg hoe dat nu is zeiden ze in koor dat dat nog steeds het geval is. Daar kan dus winst behaald worden."

Maak het makkelijker een huisartsenpraktijk te runnen

Minister Agema laat in een reactie op het Rekenkamer-onderzoek weten dat zij nog altijd van mening is dat spreiding het probleem is, ze schrijft: "Mijn beeld is genuanceerder: ik zie dat er - zeker op sommige plekken - een tekort aan huisartsenzorg is."

"De minister erkent dus toch wel dat er een tekort is en zegt dat ze graag meer praktijkhouders wil, daar zijn wij het mee eens", zegt Marjolein Tasche. Het is volgens haar goed dat het ministerie zich hiervoor wil inzetten. "We weten dat van alle jonge huisartsen het merendeel praktijkhouder wil worden op den duur. Maar het vinden van huisvesting is lastig en de tarieven voor de basiszorg door huisartsen geven ook wel wat onzekerheid (onlangs zijn deze tarieven verlaagd door de NZA, red.). Alles wat het ministerie kan doen om het aantal praktijkhouders uit te breiden is zeer welkom."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Hoe effectief is een Amber Alert? En andere vragen over het alarm bij vermiste kinderen beantwoord

Hoe effectief is een Amber Alert? En andere vragen over het alarm bij vermiste kinderen beantwoord
Politie-auto in Dalfsen nadat er een Amber Alert is uitgegeven
Bron: ANP

Deze week werd een Amber Alert uitgestuurd voor twee vermiste kinderen uit Dalfsen van 6 en 11 jaar. Dit waarschuwingsbericht kan opduiken op snelwegborden, telefoons en social media. Voor EenVandaag Vraagt vroegen we wat jullie hierover willen weten.

Landelijk coördinator persoonsvermissingen bij de politie, Izanne de Wit en Arnout de Vries van onderzoeksbureau TNO geven antwoord op jullie vragen. De Vries werkte mee aan de ontwikkeling van de website Sarea, waarmee burgers bij een vermissing mee kunnen zoeken.

1. Wat is een Amber Alert?

Amber Alert is het landelijke waarschuwingssysteem dat wordt ingezet bij kindontvoeringen of urgente vermissingen waarbij het kind mogelijk in levensgevaar is. Hiermee kan de politie bij de ontvoering of vermissing van een kind direct heel Nederland waarschuwen, staat op de website van Global Missing Kids.

"Jaarlijks komen er ongeveer 16.000 meldingen van vermiste minderjarigen binnen bij de politie", zegt De Wit. "Gemiddeld worden er per jaar een tot twee Amber Alerts uitgegeven, maar dat varieert van jaar tot jaar."

2. Hoe effectief is het Amber Alert?

Volgens De Wit is het bereik enorm. "Er worden meer dan 12 miljoen mensen gewaarschuwd. Bijna iedereen heeft tegenwoordig een mobiele telefoon met diverse social mediakanalen waarop een Amber Alert te zien is. En voor diegene die even niet op zijn telefoon kijkt, zijn er beeldschermen in het openbaar."

Hoeveel kinderen er daadwerkelijk worden teruggevonden na het uitsturen van een Amber Alert, is lastig in procenten uit te drukken, volgens De Wit. "Het gaat altijd om een combinatie van factoren. Wij krijgen bijvoorbeeld ook nog informatie uit andere opsporingsmethoden die wij inzetten. De combinatie van tips van het publiek en informatie uit andere methoden maakt dat je wellicht kunt aanwijzen waar het kind verblijft. Het middel staat dus nooit op zichzelf, maar is wel een hele belangrijke, omdat een tip de aanleiding kan geven tot nadere opsporing of precies samenvalt met andere opsporingsinformatie."

De Vries ziet dat de rol van het publiek in de opsporing steeds professioneler is geworden. Hij werkte mee aan de ontwikkeling van de website Sarea, waarmee burgers bij een vermissing mee kunnen zoeken. De website helpt mensen om veilig en gestructureerd te zoeken, bijvoorbeeld door een kaart met zoekgebieden te laten zien. Zo kunnen buurtgenoten of familie samen zoeken, zonder dat ze elkaar in de weg lopen of sporen uitwissen. "Heel veel burgers doen het met goede bedoelingen, maar weten niet zo goed hoe ze gestructureerd moeten zoeken", zegt De Vries.

Bekijk ook

3. Wat is het verschil tussen een Amber Alert en een Vermist Kind Alert?

"Een Amber Alert is een opsporingsmiddel dat wij als politie in kunnen zetten wanneer er aanwijzingen zijn dat een vermist minderjarig kind in levensgevaar zou kunnen zijn", zegt de Wit. "Dit is een landelijk alert."

Een Vermist Kind Alert is ook een opsporingsmiddel, maar is regionaal gericht. Het gaat om kinderen die vermist zijn én waar er indicaties zijn dat er direct gevaar is voor het welzijn van het kind. Dit alert kan worden uitgezet in de buurt van de vermissing, legt de Wit uit.

4. Hoe komt het Amber Alert bij mensen terecht?

"Het is een pushbericht dat verschijnt op verschillende social media-kanalen", zegt De Wit. "Denk bijvoorbeeld aan websites en digitale beeldschermen, zoals in het openbaar vervoer, supermarkten en zelfs op pinautomaten. Het bericht wordt verspreid op locaties variërend van treinstations en bussen tot luchthavens."

Om een Amber Alert te kunnen ontvangen op je telefoon moet je de Burgernet-app downloaden, legt de Wit uit. "Wanneer er een Amber Alert wordt uitgezonden, ontvang je een melding en word je gevraagd goed op te letten of je het vermiste kind in jouw omgeving ziet."

"Zie je het kind of denk je het te herkennen? Bel dan direct 112. Heb je informatie die mogelijk relevant is, maar niet over een directe noodsituatie gaat? Dan kun je contact opnemen met de gratis tiplijn van de politie via 0800-6070, of een tip doorgeven via het formulier op politie.nl. Wat je daarnaast kunt doen, is het Amber Alert delen op je eigen social media-kanalen. Hoe meer mensen het bericht zien, hoe groter de kans dat het kind snel wordt gevonden."

Bekijk ook

5. Wat is het verschil tussen Amber Alert en NL-Alert?

Het verschil tussen Amber Alert en NL-Alert draait vooral om het doel en het soort situatie, legt de Vries uit. "NL-Alert is echt meer voor de grote, acute crisissituaties." Amber Alert valt daarbuiten: dat wordt ingezet bij urgente vermissingen, maar het hoeft niet om een situatie te gaan die net gebeurd is. Het kan ook zijn dat iemand al langer vermist is. In zulke gevallen verschijnen er soms berichten op matrixborden boven snelwegen. "Dan gaat het bijvoorbeeld om een kind dat mogelijk is meegenomen door een ouder."

In dat soort gevallen wil je juist mensen bereiken die onderweg zijn. Dan is een Amber Alert effectiever dan een NL-Alert, dat zich vooral richt op een specifiek gebied, bijvoorbeeld rondom een postcode, legt de Vries uit.

info

EenVandaag Vraagt

Bij EenVandaag heb je de mogelijkheid om vragen en ideeën in te sturen. Dat kan altijd in onze chat, of je kunt meedoen aan de gerichte EenVandaag Vraagt-oproepen die wij zo'n twee keer per week plaatsen in de Peiling-app. De Peiling-app is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

6. Wie beslist of er een Amber Alert wordt verstuurd, en op basis waarvan?

De beslissing om een Amber Alert wel of niet te versturen is aan de politie. Het Landelijk Bureau Vermiste Personen van de politie toetst of een vermissing aan de criteria voldoet. "Zo moet het kind onder de 18 jaar zijn, moet er direct gevaar bestaan voor het leven van het kind of moet er gevreesd worden voor ernstig lichamelijk of psychisch letsel", staat op de website van Global Missing Kids.

De beoordeling of een kind in levensgevaar is, vindt altijd plaats bij de melding in de regionale eenheid en wordt uitgevoerd door de Officier van Dienst, vaak vanuit de meldkamer, legt De Wit uit. "Wanneer wij als politie een melding krijgen in de meldkamer van een zeer urgent vermist kind dat in levensgevaar is of ernstig letsel kan oplopen, telt er voor ons maar één ding: adequaat, snel en effectief opsporen."

"We zetten hierbij verschillende methoden in, zoals een helikopter en politieauto's ter plaatse, maar ook technische middelen. We kunnen er ook voor kiezen om het publiek te betrekken door alarm te slaan en hen om hulp te vragen bij de opsporing. Dat is het doel van een Amber Alert."

Deze methoden en middelen kunnen worden ingezet op aanvraag van de regionale politie via de landelijke meldkamer. Hier is een speciale meldtafel ingericht om 24/7 snel te kunnen schakelen en de juiste opsporingsmiddelen in te zetten, vervolgt De Wit. "Vanuit deze centrale meldkamer wordt onder andere de inzet van een speurhond of helikopter gecoördineerd, en wordt ook het Amber Alert uitgegeven."

7. Sinds wanneer bestaat het systeem in Nederland en hoe is het ontstaan?

Op vrijdag 13 januari is het de internationale Amber Alert-dag. "Deze dag is een herinnering aan de naamgever van deze alertering: de negenjarige Amber Hagerman, die op 13 januari 1996 werd ontvoerd en vermoord in Arlington, Texas. Daaruit voort is het Amber Alert in de Verenigde Staten ontstaan en in 2008 werd dit voor het eerst door de politie in Nederland geïntroduceerd", zegt De Wit.

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant