Fietsen in groepjes kan volgens minister Grapperhaus, maar wél op anderhalve meter: 'Wees geen stomkop'

Mogen wielrenners en fietsers in groepjes samen fietsen? De versoepelde regels zijn voor veel wielerliefhebbers niet duidelijk. Minister Grapperhaus doet een beroep op het gezonde verstand. "Ik moet geen stomkop zijn, anders ga ik dat virus verspreiden."

Zagen we in maart nog alleen eenlingen op de fiets, sinds 11 mei inmiddels verschijnen er weer her en der kleine groepjes. 'Tot vier mensen bij elkaar' is het advies van Wielersportbond NTFU, die de belangen van sportieve fietsers behartigd. De KNWU op haar beurt adviseert het voorlopig te houden bij slechts één fietsmaatje. Minister Grapperhaus benadrukt vooral de afstand die we moeten blijven houden. "Anderhalve meter uit elkaar blijven, ik doe het zelf ook."

Geen stomkop

Een beroep doen op het gezond verstand wil minister én wielerliefhebber Ferd Grapperhaus in de eerste plaats. "Het leven is in de spiegel kijken. Van: 'Ik moet geen stomkop zijn, want anders ga ik dat virus verspreiden'. "We moeten ervan af dat het leven een kwestie van handhaven is door anderen."

"Tot nu toe hebben we het echt goed gedaan", vindt hij. "Laten we dat blijven doen. En ga dus niet zeggen: 'Kom op, ik ga lekker in dat wiel rijden en sodemieter jij nou een eind weg'. Nee, hou je er nou gewoon aan. Het is een beetje aangepast, maar dan gaat het gewoon goed."

Niet 'in het wiel zitten'

Dat er verwarring bestaat onder wielerliefhebbers, of ze nu in tweetallen of groepjes van vier willen gaan rijden, begrijpt hij. Maar de oplossing is wat hem betreft simpel: de anderhalve meterregel is heilig, of je nu alleen fietst of met z'n vieren.

Kort achter iemand rijden, 'in het wiel zitten' kan dus voorlopig niet. "Als je in het wiel zit, dan zit je op minder dan anderhalve meter", benadrukt hij. "Of u heeft zo'n velocipede, zo'n groot ding", zegt hij er plagerig bij.

Anderhalve meter!

Zelf zegt hij die anderhalve meter consequent aan te houden, kiest net even andere routes dan hij is gewend, 'omdat mijn vaste route is afgesloten'. En bij die afgesloten routes spreekt hij ook handhavers, en wat die zien stelt hem gerust. "Ze zeggen: 'Wij zien ook dat mensen die anderhalve meter vasthouden'."

Dat er verwarring bestaat over de regels begrijpt hij, maar wat hem betreft is en blijft het heel simpel. "Ik heb er zelf door het RIVM de nodige voorlichting over gekregen." Hij noemt rondvliegende zweetdruppels en 'iemand niest eens op de fiets', en voegt daar nogmaals dwingend het bekende mantra aan toe: "Anderhalve meter!"